Ik heb vandaag wat te vieren. Dus wandelde ik opgewekt, na wat klusjes afgerond te hebben, door het zonnetje naar Perron Peet in Hollandsche Rading. Daar ging ik mij te goed doen aan – zolang mijn lichaam er niet onder te lijden heeft – àl het lekkers dat ze er hebben.
Genietend van een huisgemaakte Franse citroentaart zag ik een gezonnebrilde dame binnenkomen. Zij wilde van het toilet gebruik maken. Dat mocht alleen wanneer de dame een consumptie kwam nuttigen.
Daarop vroeg de dame of zijvoor het toilet mocht betalen, maar dat was iets anders dan een bestelling doen.
Vervolgens probeerde de dame het personeel van Perron Peet eigenaar te maken van haar sanitaire probleem. Dat lukte ook al niet.
Tenslotte droop de dame af.
Ik vroeg mij na enkele heerlijke happen af waarom ik pas nu het niet meer kon op het idee kwam om de dame iets te drinken aan te bieden. Een gemiste kans.
Een kwartiertje later kwam de gezonnebrilde dame terug met een niet-gebrilde dame. Zij streken neer en bestelde een koffie, een tosti ham/kaas, een cappuccino, een portie friet en een kroket. Ik vroeg mij af of ik daarnet wel een kans gemist had.
Tijdens mijn terugweg besloot ik dat ik zojuist wel een kans had gemist door te laat te bedenken de gezonnebrilde dame een consumptie aan te bieden.
O, hoor ik u afvragen wat ik te vieren had?
Gisteren deed ik auditie bij een amateur-orkest. Op dat voorspelen had ik me twee weken intensief voorbereid, alsof het topsport betrof. Het vooraf inspelen ging nog fantastisch. Echter, toen het er op aan kwam, vond ik mijn cellospel tegen vallen. Ik geneerde me er zelfs voor. De uitslag is ondanks dat toch de mooiste die ik mij, met mijn ruim anderhalf jaar cello-ervaring, wensen kan: ‘toegelaten om mij het voordeel van de twijfel te gunnen’.