Een duvetje achter een vleugel, een violist in katzwijm en een joviale vriendin

Bekendheid kreeg Katrien Verfaillie pas tijdens de eerste corona-lockdown. In de ‘roare tieden van Corona’ brak ze menig Vlaams hart met haar eigen versie van een nummer van Jean Ferrat, dat ons beter bekend is als “Het Dorp” van Wim Sonneveld. Met “Kunnik Nemi Na Joen Komn” raakte zij bij velen een gevoelige snaar. Niet bij mij, want dat alles was me – zoals zoveel – ontgaan.

Nee, door het toeristenbureau naar een website verwezen, reserveerden wij kaartjes voor een Concert met West-Vlaamse liedjes in de tuinen van het Gents museum Dr. Guislain. Zelden zo’n mooi, warm en zacht West-Vlaams gehoord, stond op de site. Dat wilden wij wel eens meemaken.

De tuin was zonovergoten en in de zon was het zo warm dat we een plaats in de schaduw, dus pontificaal voor de witte vleugel zochten. Verfaillie nam er achter plaats, begon en stal direct ons hart.

Tussen instrumentale nummers en eigen geschreven liedjes door vertelde ze hoe ze als kind gestopt was met piano te leren spelen. Ze deed volgens haar pianoleraar nooit iets goed en zag steeds meer tegen de lessen op. En dat ze decennia later in 2008, nu dertien jaar geleden, op de dag dat haar vader stierf, achter haar piano was gaan zitten om daar troost te vinden. Dat ze er niet meer achter vandaan gekomen is. Ze speelt dan uit het hoofd een thema. Herhaalt dat en breidt het uit. Herhaalt dat en breidt het verder uit en zo componeert ze haar melodieën, die ze honderden keren speelt voordat ze af zijn. Vanwege covid-19 was ze zoals alle Belgen lange tijd opgesloten in haar ‘kot’ en ze had zo’n bewondering, zo’n eerbied, zoveel waardering voor alle mensen die in de zorg werken, dat ze haar klanken, eerst dus op La Montagne van Jean Ferrat, voorzag van een bij coronaleed passende tekst. Ze liet ons weten dat het op die melodie makkelijk rijmen is. Veel mensen herkenden er het gemis aan fysiek contact in, de onmogelijkheid er gewoon voor elkaar te kunnen zijn en het tekort elkaar onbezorgd te kunnen ontmoeten.

Kunnik Nemi Na Joen Komn” maakte furore en ging, zoals dat heet, viraal op social media. Binnen de kortste keren waren bijna een half miljoen views op YouTube het resultaat. Door dit eerste gezongen lied, en dus geen pianostuk, werd de muziek bekend, die Verfaillie al jaren onder de naam ‘Pigeon on Piano’ speelde, omdat haar vader haar altijd ‘duvetje’ noemde, Westhoeks voor ‘duif’. En door dat succes aangespoord schreef ze op haar eigen composities een ode aan de zorg. Elegant, grappig, kwetsbaar en ontroerend in hun eenvoud, verhalend zover ik ze volgen kon en zuiver.

Zo onthaalde Katrien Verfaillie ons onlangs op de eerste dag van een paar dagen in Gent, die eigenzinnige, rebelse en trotse Vlaamse stad, waar ik al jaren graag even vertoef. Na dit concert kòn ook onze stadsvakantie al niet meer stuk.

Maar de volgende dag streelde de Russische componist, violinist en violist Mikhail Bezverkhni onze oren. Hij speelde tussen de handelaars en marktkramers van “Bij Sint-Jacobs” onze oren; een andere musicus pur sang. Eenmaal het symfonisch intermezzo van de opera ‘Thaïs’ van de Franse componist Jules Massenet “Méditation” uitgespeeld, ontwaakte hij met ons uit zijn roes. Zowel hij als wij stonden te kijken van zoveel applaus en enthousiast publiek.

Wat later ontmoetten we een vriendin van deze Bezverkhni. Zij bood ons een spontane rondwandeling aan om ons wat achtergrond te verschaffen bij de omgeving van het Groot kanonplein, de Vrijdagmarkt met het Toreken van hèt Nederlandstalig Poëziecentrum en het Walter de Buckplein. Ja, het kon niet op…

Discussieer lekker verder, dan doen wij intussen ons ding

Zo langzaam maar zeker vraag ik mij af hoelang het geleden is dat ik ideeën had over wat juiste politiek zou zijn. Ik verwierp de Amerikaanse opvattingen net zo krachtig als de Russische (en ik zou de Chinese koers ook verworpen hebben, maar die hadden indertijd nauwelijks invloed op ons denken, dacht ik). Voor de ouderen onder ons; ik voelde (en voel) mij aangetrokken door de Derde weg. Nog steeds ben ik weinig argeloos als ik ‘het nieuws’ volg.

In het huidig tijdsgewricht moeten we – helaas – ook de wetenschap met korrels zout nemen. Sinds het begin van de Covid-19-pandemie heeft bijvoorbeeld de voormalige Amerikaanse President Donald Trump gesuggereerd dat het virus uit het laboratorium in het Chinese Wuhan kwam. De huidige Amerikaans President Joe Biden zette deze agressieve politiek voort. Mei jl. beval hij een onderzoek naar het laboratoriumscenario door de Amerikaanse veiligheidsdiensten.

De Chinese overheid heeft meerdere malen gevraagd om een laboratorium van de Amerikaanse militaire basis van Fort Detrick te onderzoeken. Volgens haar ontsnapte juist daaruit in 2019 een dodelijk virus. Chen Xu, China’s permanente vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties (VN), schreef een brief naar de directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om te eisen dat niet het laboratorium in Wuhan, maar dat van Fort Detrick onderzocht moest worden.

Zo koerst het feitenonderzoek van de WHO zich naar het middelpunt van een nieuwe Koude Oorlog tussen China en de Verenigde Staten van Amerika.

Het is onze (kijk op onze) historische situatie en het politieke nut van het verspreiden van dit soort theorieën, die natuurlijk de opkomst van complotdenken stimuleert. In tegenstelling tot de vele analyses, waarbij velen zeker zijn van hun eigen gelijk, is het niet de individuele psychologie van mensen aan de rand van de samenleving, maar juist zulke over en weer beschuldigingen inclusief de propaganda voor de eigen achterban die de deur open zetten voor het floreren van samenzweringstheorieën over alles rondom Covid-19.

Zo worden ook de maatregels om de verspreiding van Covid-19 gepolitiseerd. In de gaande Nederlandse begrotingsbehandelingen en bij demonstraties worden onderscheidingstekens uit de Tweede Wereldoorlog opgevoerd om uiting te geven aan de gevoelde onderdrukking. Nu niet door bezetters, maar door onze verkozen volksvertegenwoordigers. Die verklaren op hun beurt hun aanpak als benodigde maatregels om de besmetting van Covid-19 tegen te gaan, en ze laten daarbij na om de stand van de wetenschap te delen; het aantal vrije bedden op de intensive care-afdelingen in Nederlandse ziekenhuizen zijn leidend. Aan de volksgezondheid van anti-vaccins wordt niet (in het openbaar) getwijfeld en een coronapas wordt gepromoot. Zo wordt de complexe Covid-19-materie, zoals beperken van besmettingen met en het ontstaan van dat virus, herleid tot allerlei quasi-samenzweringen.

Het leid de aandacht lekker af van wat we van Covid-19 zouden kunnen, nee moeten leren over bijvoorbeeld onze agro-industrie, globalisering, klimaatverandering, samenwerking, volksgezondheid en vijandigheid, en de volgens mij beschamende regionale beschikbaarheid voor anti-vaccins om de aarde voor mensen leefbaar te houden en op te houden op dit vlak mensenrechten te schenden.

Bronnen: “‘De waarheid’ over Covid-19” door Alexander Aerts en Timon Ramboer en “Toonaangevende producenten van coronvaccins voeden ongekende mensenrechtencrisis” door Amnesty International Vlaanderen, beide via DeWereldMorgen op 22 september 2021 en “Rutte kritisch op ‘onnadenkend’ aanhalen Jodenvervolging door Baudet” door NOS Nieuws politiek op 23 september 2021.

De miskleun van de werkgroep-Van Dam

De werkgroep-Van Dam maakte een rondgang door de Partij van de Arbeid en concludeert dat de boodschap [van de PvdA in verkiezingstijden; GjH] moderner moet, progressiever, met meer aandacht voor diversiteit en meer gericht op de jeugd. Zo’n zin uit het NOS Nieuws vat wat mij betreft uitstekend samen waarom ‘de politiek’ in ons land op zo weinig vertrouwen vanuit de samenleving kan rekenen.

De problemen in de PvdA begonnen immers volgens mij bij Wim Kok. Met zijn charisma als minister-president heeft hij er zich van begin af aan hard voor gemaakt dat werkenden er geen loon bij zouden krijgen (als vakbondsleider had hij namens de FNV eerder al het Akkoord van Wassenaar getekend; reden voor mij met veel anderen om mijn lidmaatschap op te zeggen). “Het afschudden van de ideologische veren is voor een politieke partij als de onze niet alleen een probleem. Het is in bepaalde opzichten ook een bevrijdende ervaring”, zei hij later in 1995. Zijn standpunt dat het voor de PvdA het best was zich aan te sluiten bij de neo-liberalistische aanval op werkenden bleek achteraf voor de partij noodlottig. Maar Kok vond dat de PvdA geen socialistische partij moest zijn en onontkoombaar naar het politieke midden zou moeten koersen. Die missie is uitstekend geslaagd: van 53 zetels in 1977 onder Joop Den Uyl, via 45 zetels onder hem in 1998 en 33 in 2006 onder Wouter Bos, naar 9 zetels onder Lodewijk Asscher in 2017 en 2021. Niet alleen omdat het in het midden zo druk is; ook omdat de PvdA er geen toegevoegde waarde blijkt te hebben. Toch wenst de PvdA kennelijk samen met het CDA, D66, Groenlinks en de VVD in dat neo-liberale politieke midden te blijven ronddobberen.

Er had natuurlijk eerst een congres gehouden moeten worden over de beginselen van de PvdA. Nu moet het partijbestuur zich direct na het rapport van de werkgroep-Van Dam haasten om duidelijk te maken dat ‘bestaanszekerheid’ wel degelijk een kernwaarde van de PvdA blijft.

Zou het overigens daar in de PvdA nog steeds niet doorgedrongen zijn dat geen enkele Nederlandse politieke partij tegen bestaanszekerheid is? Dat degenen die diversiteit belangrijk vinden bij D66 en Groenlinks al jaren een goed onderdak hebben gevonden? En dat geen enkele partij zegt achteruitgang na te streven, of ouderwets te willen blijven?

Dan resteert dat vijfde issue: ‘gericht op de jeugd’. Wanneer je als politieke partij de jeugd wilt aanspreken, zul je toch – alsnog – overstag moeten: beteugelen van economische groei voor zover die de huishoudens niet ten goede komt, klimaatverandering met de daarbij behorende rampspoed veroorzaakt en wanneer het bereiken van die groei migratiestromen aanwakkert, de gezondheidszorg weer terug op zijn poten zetten, een inkomen waarmee ze hun boodschappen kunnen doen, het leger niet steeds koste wat kost Amerikaanse missies laten ondersteunen, het breken van de macht van rijken en werkgevers ten gunste van democratie en inspraak van de jeugdigen van nu. Zij willen alleen of samen in een huis wonen, hun vrije tijd afwisselen met passend werk waarin zij het loon, de waardering en zekerheden krijgen die hen perspectief op een goed leven biedt, de slimmerds onder hen willen bijtijds op een goed pensioen kunnen rekenen en ze willen weer opleidingen en studies doen en zonder stress kunnen afmaken.

Zolang ‘de politiek’ alles wat er op deze punten toe doet inhoudelijk bij het oude ‘politieke midden’ laat, blijven ook PvdA-politici ons vertrouwen niet waard. Zo blijkt er nog altijd een lange weg te gaan voordat de Nederlandse linkse politieke partijen weer vanuit beginselen duidelijk gaan maken welk toekomst zij – anders dan andere partijen – het kiezersvolk te bieden hebben. Vooralsnog beperken ook zij zich tot aanpassing van de etalage en het visitekaartje. Echter, zolang ze als de kat om de hete brei blijven draaien wordt ’t niks; kijk maar om je heen.

Bron: “Vertrouwelijk advies: PvdA moet op zoek naar nieuwe kernboodschap” door Wilco Boom via Nos nieuws op 17 december 2021.

Voor socialisten en andere weldenkenden (die oudjaar denken te halen)

Vanaf nu is “De Gutmensch scheurkalender 2022” te koop. Ruimschoots op tijd en volgens hetzelfde recept van 2021. Met “De Gutmensch scheurkalender 2021” wilden de makers het maatschappelijke debat over asiel, extreemrechts, migratie en vluchtelingen een beetje richting fatsoen bijsturen. Dat vonden ze nodig en het bleek vorig jaar een succes. Die voor komend jaar biedt weer achtergronden, adviezen, argumenten, grappen en houvast voor mensen zoals ik*. Meer dan 70 cabaretiers, cartoonisten, dichters, fotografen, journalisten en schrijvers vulden een of meer van de 730 blaadjes (beide zijden zijn bedrukt). Zo kunnen we ons ook in 2022 dagelijks op een lichtvoetige manier laten informeren over de wereld waarin wij leven.

De Nederlandse onderzoeksjournalist en schrijver Linda Polman is de samensteller ervan. Als freelancer verbleef zij lang op het Zuidelijk halfrond van onze planeet – voornamelijk in Afrika – waar zij vaak getuige was van het optreden van internationale instellingen en non-gouvernementele organisaties (ngo’s); niet ingehuurd als journaliste om op de fraaie dingen te wijzen, maar zij schreef ook over de wrange achterkant van veel interventies. Dat deed ze bijvoorbeeld in “De Crisiskaravaan” (2008) en “Niemand wil ze hebben” (2019), maar ook voor The Guardian, NRC Handelsblad, The Times en de Volkskrant. Jongsleden kerstavond was zij nog voor de VPRO tijdens een Marathoninterview in gesprek met Hans Jaap Melissen.

De Amsterdamse Uitgeverij Jurgen Maas zorgde voor een mooi eindproduct. Zij richten zich vaker op journalistieke en literaire non-fictie, met speciale aandacht voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika, naast Nederlandse en naar het Nederlands vertaalde poëzie en proza.

Ik ga er binnenkort voor naar ‘mijn’ boekwinkel. Ik weet alleen nog niet hoeveel ik er kado ga geven.

Bronnen: “Gutmenschen aller landen: scheuren maar!” door Walter Lotens via DeWereldMorgen op 14 september 2021, Wie de Gutmensch veracht, moet de Übermensch eren door Hans Schnitzler via JoopBNNVARA op 30 september 2011 en “Friedrich Nietsche” via Wikipedia op 15 september 2021.

* ‘Gutmensch’ is – in de mond van anders denkenden – een links gekkie, een linkse landverrader, een vluchtelingenknuffelaar en soortgelijke scheldsynoniemen; het is een mens zoals ik, dat probeert op basis van ethiek te handelen. De strijdbare Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844 – 1900) fulmineerde op meerdere plekken in zijn boeken tegen sociaal denkende mensen. Hij karakteriseerde ons als ‘onpeilbaar leugenachtig’ en noemde ons ‘de schadelijkste mensensoort’. Zijn filosofische concept werd dan ook belichaamd door de Übermensch, waarmee Adolf Hitler (1889 – 1945) later aan de haal ging door mensen van het Germaanse ras over te waarderen en neer te kijken op andere mensenrassen. Nietzsches denken, dat grote invloed heeft gehad op ons denken, was een doorlopende herwaardering van voorafgaande filosofische concepten met de kennelijke bedoeling uiteindelijk elke metafysica en moraal achter zich te laten. De mens die, in tegenstelling tot zijn Übermensch, vanwege haar of zijn idealisme te dom blijkt om voor de duvel te dansen, noemde hij een Gutmensch. Vandaar dat sociaal voelende mensen nu in gesprekken wel eens ironisch, neerbuigend en sarcastisch een Gutmensch genoemd worden. Vertaald uit het Duits zou het een ‘weldoener’ zijn. Maar dan een, die door en door onbetrouwbaar is, onwaardig om van repliek te dienen en zo wereldvreemd dat opname in een inrichting het beste voor de samenleving zou zijn. In de titel van de scheurkalender is de term als geuzennaam gebruikt.

Over de betaalbaarheid van… Pensioenen

Ik ben ‘met pensioen’ zoals dat heet. Voor mij en voor veel mensen maakt de duur van hun loopbaan en de hoogte van hun pensioen het verschil tussen lichamelijke gezondheid, ontspanningsmogelijkheden, psychisch welzijn en de mate van stress.

Een constante in het politieke debat over pensioenen is dat het vernauwd wordt tot de betaalbaarheid ervan. En wanneer politici het woord ‘betaalbaarheid’ laten vallen, spreken zij nooit over investeringen in megalomane projecten, infrastructuur en software, ons koningshuis, onze deelname aan militaire interventies of de rijkelijke subsidies voor ondernemingen. Nee, wanneer ze over betaalbaarheid spreken gaat het over de olie van onze samenleving: onze gezondheidszorg, de ondersteuning van daaraan behoeftigen, onderwijs, de politie of uitkeringen zoals pensioenen.

Wie onze geschiedenis kent, weet dat pensioenen nooit het onderwerp van louter debat zijn geweest, maar de inzet van een lang volgehouden politieke en sociale strijd. Toen de Duitse rijkskanselier Otto von Bismarck in 1889 het eerste wettelijke staatspensioenfonds op poten zette was dat niet uit liefdadigheid, maar om het oprukkende socialisme een halt toe te roepen.

Arbeidersbewegingen en mensen als Domela Nieuwenhuis ijverden voor een recht op onderwijs, een verbod op kinderarbeid, gegarandeerde vervangingsinkomens bij ziekte, een wettelijke beperking van het aantal arbeidsuren, en dus ook voor een degelijk pensioenstelsel. Dàt vonden zij beschaving. Die heel verschillende eisen vertrokken van een zelfde, gemeenschappelijke bezorgdheid, te weten het terugdringen van de marktwerking uit het leven van arbeiders en de minst bedeelden; kom er nog maar eens om. Een leven lang overgeleverd zijn aan de grillen van de arbeidsmarkt, werd ooit als niet verenigbaar geacht met de mogelijkheid om een levenswaardig, vrij en zelfstandig leven te leven. En wat mij betreft terecht natuurlijk.

De vraag naar pensioenen zou niet losgekoppeld mogen worden van de vraag naar welk leven we hier met elkaar willen leiden.

Al die betaalbaarheidsdiscussies zijn inclusief pensioenhervormingen niets anders dan aanvallen op de posities van werkenden, die afhankelijk zijn van loon. Des te meer loon-afhankelijken er zijn, des te lager kunnen de lonen en slechter de secondaire arbeidsvoorwaarden van werkenden. Dus wordt langer doorwerken gepropageerd. Ze treffen in de praktijk vooral vrouwen, die – op de een of andere manier – veelal opdraaien voor de zorg voor echtelieden, kinderen en mantelzorg voor familieleden en ouders, waar betaalde krachten – om die zorg voor het leeuwendeel te verrichten – laag betaald worden, als ze al niet wegbezuinigd zijn. Daardoor ontvangen vrouwen vaak na hun arbeidzame leven ook nog eens een zeer laag pensioen.

Eén van de belangrijkste misvattingen is het idee dat we steeds ouder worden. We verwarren hierbij het gemiddelde (de levensverwachting) met de biologische houdbaarheidsdatum van de menselijke soort. Pensioenfondsen stellen hun uitkeringen voor de uitbetaling van het opgebouwde pensioen in op het bereiken van de 90-jarige leeftijd. In de afgelopen anderhalve eeuw zijn we erin geslaagd om steeds meer vroegtijdige sterfte uit te schakelen, waardoor de gemiddelde leeftijd gestegen is. Echter, de levensverwachting van een negentigjarige nu verschilt nauwelijks van die van een negentigjarige 150 jaar geleden. De mensen van vandaag zijn biologisch niet verschillend van de mens 100 of 1.000 jaar geleden. De maatschappij is veranderd. Onze leef- en werkomstandigheden zorgen voor gezondere mensen en betere overlevingskansen, maar de biologisch haalbare leeftijd is dezelfde gebleven. Evolutionaire processen hebben veel langere periodes voor aanpassingen (zoals ‘veroudering’) nodig.

Bovendien komen pensioenen meteen opnieuw in de economie terecht. Bij de arts, de bakker, de boekhandel en de groentenwinkel. Dat is absoluut niet het geval met de € 172.000.000.000 (ongeveer 1/3 van het totale bruto binnenlands product) die in 2019 officieel vanuit België naar belastingparadijzen weggesluisd werd. Het Nederlands equivalent daarvan heb ik niet paraat, maar wanneer we het over onbetaalbaarheid hebben zou ik hier misschien wel het eerst aan denken. De Nederlandse politici niet, want die zijn al decennia een notoire dwarsligger in ‘Europa’ om dit aan te pakken.

Sommigen stellen het pensioendebat ook nog eens voor als een tegenstelling tussen wie met pensioen is en wie werkt, maar de meeste gepensioneerden hebben net als ik hun hele leven gewerkt, waarbij zij hun pensioen opbouwden, en de meeste werkenden gaan ook ooit met pensioen. Wie het voorstelt alsof de pensioenen onbetaalbaar worden, draait de mensen een rad voor de ogen.

Nee, de concentratie aan rijkdom neemt al ruim 40 jaren toe en de onderlinge ongelijkheid groeit al die tijd. Tot mijn al-die-tijd-aanhoudende-verbazing stemmen we daar met elkaar voor. CDA, D66, Groenlinks, PvdA, VVD; wat dit betreft is het één pot nat. Het taartdeel voor de minst vermogenden wordt zo steeds kleiner. Dat is een maatschappelijke evolutie; een politieke keuze die dwars door de generaties heen loopt. De geleidelijke afbraak van een progressief belastingstelsel heeft daar ook aan bijgedragen. Het verdwijnen van de hoogste belastingschijven is uiteraard alleen die inkomens ten goede gekomen, die zo hoog waren dat ze op dat niveau belasting moesten betalen. En zo is het ook met het bezuinigen op onderwijs, welzijn en zorg, en het privatiseren van energie- en andere nutsvoorzieningen zoals in de zorg. In dezelfde tijd ontvangen private grootbedrijven allerlei subsidies, die uiteindelijk ten goede komen aan de aandeelhouders en eigenaren, die – godbetert – hun opgebouwde vermogen onmogelijk gedurende de rest van hun leven kunnen opsouperen.

De discussie gaat dus volgens mij helemaal niet over ‘betaalbaarheid’, maar gewoon zoals altijd over politieke prioriteiten; conservatieve, (vanwege de PvdD diervriendelijke,) neoliberale, populistische of socialistische.

Ondertussen ben ik blij met mijn goed toereikend pensioen. Gisteren genoot ik nog in het Amsterdams Concertgebouw van een concert-uitvoering door het Groot Omroepkoor en het Radio Philharmonisch Orkest. Zij speelden met een aantal solisten onder leiding van de gedreven dirigent Giampaolo Bisanti “Fedora”; een opera die de Italiaan Umberto Giordano in 1898 schreef. “Het was een zee van klanken, emoties en vervoering”, appte ik naar een broer. Echter, dat neemt niet weg dat de strijd tegen al het onrecht dat de machtigen de meutes aandoet wat mij betreft gestreden moet blijven worden en – nog steeds – politieke welgebekten behoeft.

Bronnen: “Het pensioendebat verdient beter dan versleten oneliners” door Patrick Deboosere en “Langer werken dan 65 is absurd, irrationeel en destructief” door Thomas Decreus via DeWereldMorgen op respectievelijk 9 en 10 september 2021.

Jaarlijks € 97.000.000

Dat is het bedrag dat overblijft na het betalen van een aanzienlijk dividend aan aandeelhouders, onderhoud van systemen, onderzoeksgelden voor innovatie (lees: ‘het businessmodel in te stellen op meer inhaligheid’) en privé-ruimtereisjes voor eigenaars. En dat bedrag van € 97.000.000 wordt gebruikt om de scheve verdeling van welvaart in de wereld enigszins recht te trekken en ziektes in Afrika… O, nee, om beleid van de Europese Unie zo te beïnvloeden dat de aandeelhouders en eigenaren voorlopig volop aan hun trekken blijven komen.

Volgens Tommaso Valletti, professor Economie aan de Imperial College Business School in London, zijn de lobbytechnieken van Big Tech niet anders dan die van andere bedrijven, koepels en multinationals. Het enige verschil is dat zij veel grotere budgetten aanwenden dan de andere aan lobbyen besteden.

Een van de beproefde technieken is volgens hem ‘agnotology’. De techniek waarbij lobbyisten proberen de politiek ervan te overtuigen dat er nog onvoldoende informatie is over het thema; dat er eerst meer onderzoek nodig is. Een techniek om het hele beleidsproces te vertragen. Agnotology is overigens eerder met succes gebruikt door de tabaksindustrie. Zo wisten we reeds in de jaren ’60 dat roken kanker veroorzaakt. Maar ze slaagde erin de wetgeving daarover meer dan 20 jaar te vertragen. Hetzelfde geldt voor de fossiele industrie en de impact daarvan op het klimaat: 40 jaar vertraging. En deze beproefde methode hanteert de Big Tech-industrie nu dus ook. Vertraging van de broodnodige regulering in deze sector, waar alles hypersnel gaat, betekent dat de EU-wetgevers niets anders rest dan achter de feiten aan te blijven hollen.

Na E-privacy & GDPR is het tijd voor DSA & DMA, hoog tijd wat mij betreft

In 10 jaar tijd hebben de grote technologische bedrijven alle andere industrieën overtroffen met hun lobbybudgetten. Reeds bij de EU-plannen rond E-privacy en de General Data Protection Regulation (GDPR), dat eveneens onnodig door agnotology vertraagd werd, hebben deze bedrijven veel energie en geld gestoken in allerlei gelobby.

Ook nu is het dus alle hens aan dek bij de grote tech-bedrijven om de geplande Europese reguleringen voor online-platformen te beïnvloeden, omdat ‘Europa’ met de Digital Services Act (DSA) een juridisch kader wil scheppen voor e-commerce en online-activiteiten. De wet omvat verschillende onderdelen, waaronder het ter verantwoording kunnen roepen van tech-bedrijven bij frauduleuze, illegale en schadelijke content. Deze wet wil ook een juridisch kader scheppen om platformen als Airbnb en Uber beter te reguleren en nationale overheden er enige grip op te geven. Daarnaast wil de EU met deze wet de gerichte online-advertenties reguleren wanneer daarbij verzamelde gegevens van gebruikers ingezet worden. Dit naar aanleiding van – onder meer – spelletjes op Facebook die op de achtergrond gebruikersdata verzamelden om daarna door Cambridge Analytica gerichte advertenties tijdens de verkiezingen in de Verenigde Staten van Amerika te laten tonen.

Een andere geplande wet, en eveneens een doorn in het oog van de grote tech-bedrijven, is de Digital Markets Act (DMA). Deze gaat over het reguleren van eerlijke handelspraktijken op de Europese digitale markt en zou in principe de buitensporige marktmacht van Big Tech aan banden leggen om ook ruimte te bieden aan de talrijke kleinere digitale bedrijven op de Europese markt. Een van de geplande maatregelen is bijvoorbeeld het verbod dat een bedrijf als Google haar eigen producten bovenaan in de zoekopdrachten plaatst, omdat dat ons als consumenten oneerlijke en te weinig keuze geeft.

Verder bereid de EU een wet voor om de praktijk van bundeling van verschillende producten door één Tech-bedrijf te verbieden, zodat gebruikers zich voor verschillende diensten slechts één keer hoeven aan te melden. En deze wet wil ook marktonderzoeken houden naar eerlijke concurrentie op de digitale markt en bedrijven aanpakken die dat belemmeren.

Gebruikersdata is het nieuwe goud

Kortom, gebruikersdata is het nieuwe goud. Steeds meer bedrijven zien de handel in gebruikersdata als een lucratief businessmodel, terwijl wij alle cookies accepteren om te bekijken, te beluisteren en te vinden wat we op internet zoeken. Via apps, op sociale media, tijdens spelletjes en wat niet meer verzamelen Big Tech-bedrijven gebruikersdata van de nietsvermoedende gebruiker en naïeve surfer.

De bedoeling van de wetten is deze online-praktijken te reguleren. Maar omdat ‘onbeperkt geld verzamelen’ in onze manier van leven – ook in de ogen van de argeloze burgers – het hoogste goed is, wordt er idioot veel geld tegenaan gegooid om de reeds veroverde macht te handhaven. Geld waarmee we de wereld ook jaarlijks mooier hadden kunnen maken.

Bron: “Google, Facebook en andere Big Tech spenderen record lobbygeld om EU-beleid te manipuleren” door Keltoum Belorf via DeWereldMorgen op 2 september 2021.

By the way, multinationals wenden enorme budgetten aan om Europese beleidsmakers direct en indirect te beïnvloeden via een perfide systeem van denktanks, experts en lobbygroepen met de bedoeling wetgeving naar hun hand te zetten. Het ontbreekt aan denktanks, geld en grote organisaties die de belangen van ons, de Europese consumenten, in ‘Brussel’ verdedigen.

En als we het dan toch over Big Tech hebben, ik ken niemand in Ierland maar binnen een uur na publicatie van dit blog hadden 4 bezoekers uit Ierland dit verhaal geopend en een van hen had meerdere pagina’s van mij op deze website bezocht…