Een groot politiek falen van Westerse democratieën

Het nieuwe coronavirus is de ernstigste bedreiging voor de volksgezondheid door een ademhalingssysteemvirus sinds de Spaanse griep van 1918. Om de 15 seconden sterft er iemand aan COVID-19, zoals COrona VIrus Disease afgekort wordt. ‘Disease’ is het Engelse woord voor ziekte en ‘19’ slaat op het jaar 2019, waarin het virus ontdekt werd. Wereldwijd zijn er nu bijna 800.000 doden door dit virus geteld.

Het is een catastrofe, die volgens Richard Horton vermeden had kunnen worden. Horton is nu 25 jaar hoofdredacteur bij The Lancet, een medisch tijdschrift dat door wetenschappers uit de sector beschouwd wordt als een van de meest toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften. Hij is dus niet de eerste de beste en hij is uiterst kritisch over de aanpak van de coronacrisis in het Westen. Hij heeft het in zijn laatste boek “The COVID-19 Catastrophe. What’s gone wrong and how to stop it happening again” over “gemiste kansen en ontstellend verkeerde inschattingen, die geleid hebben tot de vermijdbare dood van tienduizenden burgers”. De onnodig vele doden ziet hij als het “bewijs van systematisch wangedrag van de overheid, roekeloze nalatigheden, die een inbreuk vormen op de plichten van openbare gezagsdragers”. Hij onderbouwt zijn aanklacht met de tijdlijn van de ontwikkeling van de pandemie:

30 december 2019: in de Chinese provinciehoofdstad Wuhan worden stalen genomen van de longen van een patiënt met een mysterieuze longontsteking. Het blijkt om een coronavirus te gaan. Diezelfde dag alarmeert een oogarts zijn directe collega’s over het bestaan van dit nieuwe SARS-virus.

31 december: De lokale overheden lanceren een gezondheidswaarschuwing. Die melden ze ook aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).

1 januari: De markt van Wuhan wordt als ‘vermoedelijke bron van besmetting’ gesloten. De WHO zet een taskforce op om de lokale uitbraak in Wuhan te onderzoeken.

4 januari: De WHO waarschuwt de wereld via Twitter over het nieuwe coronavirus in Wuhan.

5 januari: De WHO verspreidt een meer formele officiële melding van de corona-uitbraak.

10 januari: De WHO werkt technische richtlijnen uit over het opsporen van het virus, het testen en de aanpak van patiënten met symptomen.

12 januari: Chinese wetenschappers isoleren het virus en brengen het genoom ervan in kaart. Die kennis publiceren ze onmiddellijk. Op dat moment gaat men er nog van uit dat het virus alleen van dier op mens wordt overgedragen en niet van mens op mens.

13 januari: De WHO waarschuwt dat er mogelijke besmette patiënten in andere landen kunnen opduiken en vraagt de landen om dit goed in de gaten te houden.

22 op 23 januari: Tedros Adhanom Ghebreyesus, directeur-generaal van de WHO, probeert op een spoedbijeenkomst een internationale medische noodsituatie (PHEIC) uit te roepen. De 193 landen, die lid zijn van de organisatie, worden het daarover niet eens.

23 januari: Wuhan gaat in quarantaine.

24 januari: Wetenschappers uit Hong Kong publiceren een onderzoek waaruit blijkt dat het virus overgedragen kan worden van mens op mens. De Lancet publiceert zijn eerste artikel over het nieuwe virus (2019-nCoV). Op basis van ervaringen met het SARS-virus staan er aanbevelingen in ter preventie. De eerste klinische beschrijving van de ziekte die het virus veroorzaakt – later COVID-19 genoemd – wordt ook gepubliceerd.

29 januari: China publiceert een rapport over de eerste 99 gehospitaliseerde coronapatiënten. Daaruit blijkt dat 33% moet worden opgenomen op de Intensive Care en dat de sterftegraad maar liefst 11% bedraagt. Daardoor gealarmeerd starten de Chinezen in Wuhan de bouw van nieuwe ziekenhuizen met een capaciteit van 16.000 bedden. Uit de eerste studies blijkt ook dat vooral ouderen het hoogste risico lopen om zwaar ziek te worden en te sterven.

30 januari: De WHO kondigt alsnog de internationale medische noodtoestand af.

31 januari: Wetenschappers aan de universiteit van Hong Kong waarschuwen dat het virus een wereldwijde epidemie kan worden als er niets ondernomen wordt. Om een pandemie te voorkomen, kunnen volgens hen drastische maatregels nodig zijn die de mobiliteit beperken in besmette gebieden: indien nodig zal menselijk contact sterk moeten worden gereduceerd: geen massabijeenkomsten, sluiten van bedrijven en scholen, werken vanuit huis, … .

Februari: In het begin van de maand duiken in de Westerse landen de eerste coronagevallen op. In België was dat op 3 en in Nederland op 27 februari jl.. In de loop van de maand wordt het duidelijk dat Italië af te rekenen heeft met een ongemeen felle uitbraak van het virus. In Wuhan worden de spiksplinternieuwe ziekenhuizen met 16.000 bedden voor COVID-19 patiënten in gebruik genomen. Westerse regeringen daarentegen beschouwen het coronavirus nog steeds als een ‘griepje’. In België schrijft viroloog Marc Whatelet in een open brief op 28 februari dat België te weinig doet om zich voor te bereiden op een mogelijke corona-pandemie.

De tijdlijn spreekt voor zichzelf: De signalen waren duidelijk genoeg. De regeringen waren voldoende gewaarschuwd, maar legden de vroege waarschuwingen naast zich neer. Alarmkreten vanuit de virologische wereld werden zelfs belachelijk gemaakt. Minister De Block bestempelde viroloog Marc Whatelet als een ‘dramaqueen’. Trump zette Fauci, zowat de meest gerenommeerde immunoloog van de Verenigde Staten van Amerika, weg als ‘onruststoker’, maar reeds in februari hadden de Westerse regeringen alle aanbevelingen, zoals die op 31 januari vanuit Hong Kong, ook kunnen opvolgen, aldus Horton.

Mij was het vanaf het begin onduidelijk waarom wij hier RIVM-maatregels opstelden, die anders waren dan die welke de WHO voorstelde. Ik vond het onbegrijpelijk dat elk land, dat lid is van de WHO, zijn eigen anti-coronaverspreidingsbeleid invulde. De eerste verantwoordelijkheid van een regering is haar zorgplicht tegenover de burgers. Daarom is de aanpak van de coronacrisis volgens Horton “het grootste politieke falen van de Westerse democratieën sinds de Tweede Wereldoorlog”. Maar, deze boodschap van incompetentie is niet welkom in de Westerse media en in medische en politieke kringen. “Het is in strijd met een geopolitiek verhaal dat China bestempelt als een land dat negatieve en destructieve invloed uitoefent op de internationale relaties”. Helaas is het begrijpelijk dat de Westerse landen hun eigen falen bagatelliseren en op zoek zijn gegaan naar een zondebok. Zo mank is het vaker in de geschiedenis van de mensheid gegaan. En zo gaat het dus nog steeds; ook (of juist?) in landen met een Westerse beschaving.

Horton toont in zijn boek met heel wat concrete voorbeelden aan dat de meeste Westerse regeringen aanvankelijk met tegenzin maatregels namen om het zeer besmettelijke virus te bestrijden. Daardoor werd volgens hem kostbare tijd verloren. De verspreiding van een virus is exponentieel, hoe vroeger men optreedt hoe minder het de kans krijgt om zich te vermenigvuldigen. In de beginfase van de eerste golf, vóór er maatregelen werden genomen, had het virus amper 10 dagen nodig om zichzelf te vermenigvuldigen met 10. Deze fenomenale vermenigvuldigingssnelheid was eind januari al zichtbaar in de gepubliceerde Chinese statistieken. Dat wil zeggen dat indien de overheden in het Westen 10 dagen eerder hadden ingegrepen, het besmettingsniveau 10x lager was geweest en dat geldt ook voor het aantal doden achteraf. En indien de overheden 20 dagen eerder hadden ingegrepen, was het besmettingsniveau en het aantal doden 100x lager geweest, en 30 dagen eerder 1.000x minder van beide*. In China hadden ze dat met hun alarmgeroep, de bouw van nieuwe ziekenhuizen en hun maatregels tegen verspreiding van het nieuwe virus kennelijk direct begrepen.

Verder is volgens Horton COVID-19 niet ‘een gebeurtenis’, maar ‘het begin van een nieuw tijdperk’. Hij citeert Arundhati Roy, die het virus beschrijft als “een portaal; een poort tussen de ene wereld en de volgende”. Er is geen weg terug. Onze omgang met COVID-19 heeft een kwetsbaarheid van onze beschaving aan het licht gebracht. Het idee van vooruitgang zal vanaf nu een nieuwe invulling krijgen. Horton denkt dat COVID-19 heel wat zal veranderen: regeringen zullen hun leiderschap proberen te verbeteren en zullen meer op internationaal en regionaal vlak gaan samenwerken. De staat zal heruitgevonden moeten worden, net als de gemeenschap (‘community’). De volksgezondheid zal erdoor versterkt worden en het welzijn van de gezondheidswerkers zal meer au sérieux genomen worden. Ook de medische wetenschap zal nu een zet omhoog krijgen. Ik hoop dat hij daarin gelijk krijgt.

* Maar wanneer er 1.000x minder besmettingen geweest waren en even zoveel minder doden en ernstig zieken, zou iedereen zich natuurlijk beklaagd hebben over ‘een overmatig ingrijpen van de overheid voor een griepje’. Dat hoor je zelfs nu we kunnen weten wat er te weten valt.

Bron: “COVID-19 en de schuldige nalatigheid van de Westerse regeringen; een boekbespreking van ‘The COVID-19 Catastrophe. What’s gone wrong and how to stop it happening again’ (18 juni 2020) door Richard Horton, uitgegeven door Polity Press” door Floor Peeters via DeWereldMorgen op 27 augustus 2020.

Roekeloos

Nergens hoorde ik er iets over, maar de dag dat we mondiaal meer aan grondstoffen verbruiken en aan afval produceren, dan dat de aarde in een jaar kan herproduceren en zuiveren is inmiddels alweer 3 dagen geleden. Dankzij de ingrijpende maatregels om zo’n beetje overal op de wereld het verspreiden van Covid-19 tegen te gaan, viel deze datum dit jaar 3 weken later dan in 2019, maar toch nog in augustus, de 8ste maand van het jaar.

Het begin van de overschrijding van ons mondiaal verbruik en onze mondiale afvalproductie over wat de aarde terug kan leveren en zuiveren begon in 1970 en is daarna met golvende bewegingen steeds verder toegenomen. Inmiddels zouden we jaarlijks (!) 1,6 Aarde nodig hebben om in balans te blijven. In 2020 is de totale ecologische voetafdruk ten opzichte van 2019 met een historische 9% gedaald als direct gevolg van de maatregelen die wereldwijd zijn genomen tijdens de COVID-19-pandemie. Daardoor nam bijvoorbeeld de CO2-uitstoot af (-15%) en de mondiale houtkap (-8%). Toch zijn ook deze verbeteringen van onze ecologische voetafdruk veruit onvoldoende om ons een duurzame toekomst in het vooruitzicht te stellen. Bovendien ontbrak het daarbij aan een gerichtheid om in balans te komen met wat de aarde kan om er als totale mensheid op den duur te kunnen overleven, want overal blijkt economie (om preciezer te zijn: economische groei die enkelingen ten goede komt) voor te gaan op dierenwelzijn, duurzaamheid en natuur en hier en daar zelfs op milieu, voedselveiligheid en volksgezondheid.

Als wat ‘tot nu toe dit jaar in België gebeurde’ de mondiale norm geweest was, zou de mensheid al op 5 april jl. meer verbruikt en vervuild hebben dan de aarde in een jaar terug kan leveren en zuiveren. Wanneer de ecologische voetafdruk van wat ‘tot nu toe dit jaar in Nederland heeft plaatsgevonden’ in heel de wereld de norm was geweest, zou dat vanaf 3 mei jl. het geval geweest zijn. Kortom en voor u vast geen nieuws: we leven met elkaar op het vlak van verbruiken en vervuilen naar wat de aarde kan terugleveren en zuiveren op veel te grote voet.

En wanneer we nergens aandacht besteden aan de gevolgen van ons gezamenlijk gedrag in relatie met de grenzen aan wat de aarde ons te bieden heeft, kunnen we ons er ook niet druk over maken en zelfs gewetensvol doorgaan met te doen wat we doen (en ons eventueel druk maken over datgene waaraan onze media wel aandacht besteden). “Vrijheid” noemen we deze roekeloosheid.

Alleen in De Wereld Morgen las ik er een stukje over: Bron: “Earth Overshoot Day valt op 22 augustus: een historische, maar ontoereikende daling van onze ecologische voetafdruk” door het Wereldnatuurfonds België, via DeWereldMorgen op 21 augustus 2020.

Twijfels

Afgelopen maandagavond zou ik rond acht uur vertrekken naar de Dolomieten. Ik zou met mijn auto gegaan zijn. Naast mij een doos met cd’s en cassettebandjes om in de stilte van de nacht naar te luisteren. Achterin zou ik mijn rugzak gelegd hebben met alles om direct de bergen in te gaan. En een tafel en stoeltje voor als ik uit de bergen zou komen, want mijn gewoonte is, voor ik de terugreis aanvaard, eerst weer op krachten te komen op een gewone camping.

Twijfel over heel deze onderneming noopte mij om er nog even vanaf te zien. Ik ben op het moment te onevenwichtig voor zo’n reis, wat misschien samenhangt met de zevende neurofeedback-sessie van de maandag daarvoor. Ik kom er niet aan toe mijn plannen goed voor te bereiden en twijfel om ten zuidwesten van Bolzano de mij iets bekendere Dolomieten in te gaan, of juist naar een heel nieuw gebied ten oosten van Trento. Dat veel campings en hotels in Noord-Italië dicht zijn en er per regio andere regels gelden om Covid-19-besmetting tegen te gaan, doet mij afvragen hoe verantwoord het is om juist nu naar de Dolomieten te gaan en daarvoor ruim 1.000 km door Duitsland, Oostenrijk en Italië heen en weer te gaan rijden. Ik vraag me af wat te doen wanneer ik op de terugweg vanwege Corona-maatregels Oostenrijk of Duitsland niet meer in mag. En hoe groot is de kans achteraf verplicht enige tijd in quarantaine te moeten? Ik heb geen zin mijn spullen in te pakken en de warmte van de afgelopen dagen helpt me daar ook niet bij. De warmte maakt mij loom en moe, zeker als ik even niets hoef.

Maar misschien heb ik een onbewust voorgevoel dat het domweg onverstandig is om te gaan, om een of ander onheil te voorkomen, bijvoorbeeld een verkeersongeval.

Ik geef toe aan mijn onzekerheden. Dat heb ik altijd gedaan. Het is niet erg om plannen te laten varen. Door iets niet te doen, ontstaan mogelijkheden voor iets anders. Zal ik mijn huis gaan schilderen? Mijn garage, die ik als schuur gebruik, eens goed opruimen? Daar was ik al aan begonnen. Een vriendin heeft me onlangs zelfs geholpen foto’s te maken van wat anderen eventueel nog zouden kunnen gebruiken. Of, als het wat koeler is, mijn tweede zolder eindelijk eens goed opruimen? De eerste heb ik wel opgeruimd, maar in die tweede ligt nog allerlei spul onaangeroerd sinds ik negen jaar geleden hierheen verhuisd ben. Of zal ik toch maar een zwembad aanleggen in mijn tuin, want dat zal met de toekomstprognoses een uitstekende investering zijn, naast een airco voor mijn huis?

Weer thuis

Het voelt een rijkdom eigen domein te bezitten
Om zonder voorbespreking te kunnen doen en laten
Hoewel jammer weer muren te moeten witten
kan ik weer overal zijn waar zij steeds zaten

want m’n huisgenoten wonen nu elders in het land
Een uit elkaar geschroefd bed staat in de gang
Sopje hier en stapels wasgoed in een mand
Ze bleven ook dit keer mij nèt iets te lang

Mijn huis, ik blijk aan bijzonderheden zeer gehecht
Ik her-ontmoet het nu ik ’t leeg heb teruggevonden
Ik kijk geen tv, dus digitenne heb ik opgezegd,
Cello en stoelen terug naar waar ze eerder stonden

Het zal ze goed gaan, voorlopig verderop verblijven
Zo leven zij in hun wereldje van hop naar her
Ik mis mijn familie, mijn land blijft mij beklijven
maar hier wil ik zijn, al is het ver, en veel te ver.

Hoewel jammer weer muren te moeten witten
kan ik weer overal zijn waar zij steeds zaten
Heerlijk mijn eigen wereldje zo te gaan bezitten
Thuis
……….Te kunnen doen en er geruisloos ook te laten