In OVT, het geschiedenisprogramma zondags van 10 tot 12 op Radio 1 over de onvoltooid verleden tijd, werd even geleden The great dictator besproken. Filmjournalist Floortje Smit attendeerde de luisteraars toen op de ogen van de Joodse kapper te letten wanneer hij een overwinningstoespraak aan het overwonnen Osterlich houdt. Van het een was immers het ander gekomen. Doordat de kapper en een commandant uit een gevangenkamp ontsnappen, wordt van de kapper, die aangezien wordt als dictator Adenoid Hynkel geëscorteerd door commandant Schulz, verwacht een toespraak te houden. Om het eind van deze speech te kunnen begrijpen, moet u weten dat Hannah het liefje van de kapper is, dat met onder andere haar huisbaas juist in Osterlich een veilig heenkomen gezocht heeft omdat het leven in Tomania voor hen niet meer leefbaar was.
Ik meen te weten dat Charlie Chaplin, toen nog Charles, eindeloos aan die speech gesleuteld heeft. Smits advies opvolgend heb ik de film onlangs teruggekeken en als socialist kan ik me goed in die toespraak van de kapper vinden. Overigens, ook als pacifist kan ik me goed in die toespraak vinden en als vegetariër ook:
Soldaten denken dat de Joodse kapper de Hitleriaanse Adenoid Hynkel is en dat hij in het net overwonnen Osterlich zijn overwinningstoespraak gaat houden.
Ceremoniemeester: Zijne excellentie, Heer Garbitsch, Binnenlandse Zaken, Minister van Propaganda: Helden verdienen de overwinning!
Garbitsch: “Democratie, vrijheid en gelijkheid” zijn woorden die het volk misleiden. Geen enkele natie boekt er vooruitgang mee. Ze beletten actie. Wij schaffen deze ideeën af. Vanaf nu zal een ieder de Staat gehoorzamen. Wee degene die weigert! Burgerrechten worden ontnomen aan Joden en niet-Ariërs. Dat zijn minderwaardigen en vijanden van de Staat. Elke Ariër moet hen haten en minachten. Deze natie wordt aan het Rijk van Tomania toegevoegd. Dit volk zal gehoorzamen aan de wetten van onze Leider, de dictator van Tomania, de veroveraar van Osterlich! De toekomstige Keizer van de wereld!
Commandant Schulz, die eerder gered is door de Joodse kapper, toen die als soldaat vocht, en die later vanwege sympathieën voor de kapper gevangen gezet is en met wie de kapper uit het gevangenenkamp ontsnapt is: Je moet spreken
Kapper: Dat kan ik niet.
Schulz: Je moet. Het is onze enige hoop.
Kapper: Hoop…
Daarop loopt de kapper naar het spreekgestoelte en zegt: Sorry, maar ik wil geen keizer worden. Dat is mijn vak niet. Ik wil niet heersen noch overwinnen. Ik wil iedereen helpen: Joden, Heidenen, Zwarten, Blanken. Iedereen wil elkaar helpen; zo zit de mens in elkaar. Geluk doet leven, ellende niet. We willen elkaar niet haten of minachten. Er is plaats genoeg. De aarde is rijk en kan iedereen voeden.
Het leven kan vrij en mooi zijn, maar we zijn vergeten hoe. Hebzucht heeft de mens vergiftigd, heeft muren van haat opgetrokken en ons verlaagd tot ongeluk en doodslag. We beheersen snelheid, maar sluiten ons erin op. Machines schenken weelde, maar we willen steeds meer. Door grotere kennis en wetenschap worden we cynisch en grof. We denken te veel en voelen te weinig. We hebben menselijkheid nodig, géén machines. Géén bekwaamheid, maar vriendelijkheid. Zonder deze kwaliteiten zal geweld overheersen en zal alles verloren gaan. Het vliegtuig en de radio bracht ons nader. Deze uitvindingen eisen vriendelijkheid op, universele broederschap, ons aller eendracht.
Mijn stem bereikt nu miljoenen mensen, wanhopige mannen, vrouwen en kinderen, slachtoffers van een systeem dat martelt en onschuldigen vergiftigt. Ik zeg tegen een ieder die mij hoort: wanhoop niet! Onze huidige ellende is de vrucht van hebzucht en bitterheid van mensen die vooruitgang vrezen. Haat is tijdelijk en dictators sterven. De macht, die zij het volk afnamen, zal terugkeren. Zolang er mensen sterven zal vrijheid blijven bestaan.
Soldaten! Luister niet naar die bruten, zij geven minachting en slavernij. Zij dicteren u wat u moet denken en voelen! Zij behandelen u als vee, gebruiken u als kannonnenvoer. Geef niet toe aan die onnatuurlijke wezens, die machines zonder hersens, zonder hart! U bent geen machines, geen vee, maar mensen. U bezit menselijkheid en liefde! Geen haat! Alleen wezens zonder liefde haten. Strijd niet voor slavernij, maar voor vrijheid!
Lukas schreef: “Het Rijk Gods is in de mensheid”. Niet in één man, niet in één groep, maar in iedereen! U als volk hebt de macht machines te scheppen, geluk te scheppen! U hebt de macht het leven vrij en mooi te maken, er een heerlijk avontuur van te maken. Gebruik die macht in naam der democratie, samen! Laten we samen strijden voor een nieuwe wereld, een betere wereld met werk voor iedereen, een toekomst voor de jeugd, een veilige oude dag. Met deze beloftes kwamen bruten aan de macht. Valse beloftes, die de leugenaars niet hielden. Dictators bevrijdden zichzelf, maar maakten de mens tot slaaf. Laten we strijden om deze belofte waar te maken! Om de wereld te bevrijden, nationale grenzen op te heffen, hebzucht, haat en intolerantie af te schaffen. Laten we strijden voor een verstandige wereld waar kennis en wetenschap tot ieders geluk leidt.
Soldaten! In naam van de democratie: laten we samen strijden!
Hannah… hoor je me? Waar je ook bent, kijk omhoog, Hannah! De wolken trekken weg, de zon breekt door! We verlaten het duister, gaan het licht in! We betreden een nieuwe wereld, een vriendelijke wereld waar de mens boven haat en hebzucht staat en brutaliteit vergeet. Kijk omhoog, Hannah! De menselijke ziel heeft vleugels gekregen en kan nu eindelijk stijgen. Hij vliegt naar de regenboog, naar het licht van hoop, naar een toekomst, een roemrijke toekomst die van jou is, van mij, van ons allemaal! Kijk omhoog, Hannah!
Meneer Jaeckel, de huisbaas van Hannah: Hannah, hoorde je dat?
Hannah, het liefje van de kapper: Luister…
En hier eindigt de film The great dictator. Dat van die ogen is voor mij, doordat de kapper door ‘de vierde wand’ heen breekt en nagenoeg nooit knippert, inderdaad adembenemend! Wat een inzicht, toen al, wat een artistiek talent, wat een bijdrage aan een betere wereld dan de wereld van toen.
Toen?
Bron: “The great dictator” (15 oktober 1940) door Charles Chaplin, een United Artist Productie.
Neen, dat ik schreef me als vegetariër in de toespraak van de kapper kan vinden, heeft niets te maken met soldaten als kanonnenvoer. Daarmee bedoelde ik alleen maar te zeggen dat ik me helemaal in wat ik allemaal ben in die toespraak kan vinden. En deze bijna 80 jaar geleden geschreven en subliem gefilmde toespraak heeft wat mij betreft nog niets aan relevantie verloren. GjH