Pensioengerechtigden worden gekort op hun pensioen, waarop bovendien pas op latere leeftijd recht bestaat dan eerst. Werknemers hebben steeds minder te besteden. Werkzoekenden worden gekort op hun uitkering. En voor iedereen, met een inkomen onder een zekere inkomensgrens, lopen de schulden op, terwijl aandeelhouders en miljardairs ongegeneerd binnenlopen. Dit is mijn economische karikatuur van onze samenleving.
‘De burger’ is door de ontwikkelingen binnen onze samenleving ontevreden. En hoe uit hij als ‘electoraat’ zijn frustraties hierover: door een tegenstem en angstvallig vast te houden aan de zwartheid van Piet. India zegde in augustus jl. 57 handelsverdragen op uit frustratie over de arbitragehoven waar bedrijven steeds exotischer claims aanhangig maakten. Vorige maand leek Wallonië even op het Gallische dorpje uit Asterix en Obelix, dat dapper weerstand bood aan het grootkapitaal toen de socialistische regering weigerde het CETA-verdrag met Canada te ondertekenen. Het TTIP-verdrag tussen Europa en de Verenigde Staten stond al op losse schroeven en lijkt met de in januari a.s. te installeren Amerikaanse president Trump definitief van de baan. Handelsbeleid lijkt niet langer een onderonsje tussen technocraten, maar een zaak waar de burger zich mee wenst te bemoeien. Zo koos de Nederlandse burger ooit tegen de Europese Grondwet, en onlangs tegen het Oekraïneverdrag, de Engelse tegen een Bremain en de Amerikaanse tegen Hillary Clinton. Of voor Donald Trump, wie zal het zeggen?
En wanneer CETA geratificeerd wordt, hoeven Amerikaanse bedrijven alleen maar een vestiging in Canada te openen – als ze die daar al niet hebben – om met CETA conform TTIP in de watten gelegd te worden.
Zoals ik de Nederlandse politiek volg, lijkt bovenstaand besef bij onze politici nog nauwelijks doorgedrongen. Daardoor voorzie ik dezelfde reacties na 15 maart 2017, wanneer de PVV een historische verkiezingswinst haalt, als waar we in de media na 8 november jl. na de Amerikaanse presidentsverkiezing getuigen van mochten zijn.
Het ligt dan ook in de aard van mensen om als de oplossing van een probleem niet werkt, meer van dezelfde oplossing aan te bieden in plaats van nieuwe oplossingsrichtingen te zoeken. Tijdens de campagnes worden we ineens allemaal toegesproken als ‘hardwerkende Nederlanders’ waarnaar geluisterd moet worden en die respect verdienen. En na de verkiezingsuitslag moet ons ontslagrecht nòg verder afgebouwd worden en mogen we misschien wel 150 km/uur op snelwegen gaan rijden. Het eerste is vrijwel zeker, het laatste ongewis; wie zal het zeggen?
De zogenoemde ‘vrijhandelsakkoorden’ tussen staten (CETA, NAFTA, TTIP en TTP) zijn in werkelijkheid protectionistische bedrijfsovereenkomsten om de privileges van investeerders tegen de inmenging van democratische overheden te verhinderen. Ik heb hier al eerder betoogd dat het doorgaan met onderhandelen, nadat ISDS op tafel kwam, in mijn ogen verraad is aan ons; aan onze democratie. Maar, terwijl de zwartheid van Piet emotionele gevoelens opwekt, bespeur ik over dit werkelijke verraad van onze gedeelde waarden nagenoeg geen ophef. Vandaar dat ik geen enkele positieve verwachting heb van de Nederlandse mainstream-politieke partijen, die CETA en TTIP blijven framen als ‘vrijhandelsakkoorden; goed voor banengroei en de economie’.
Ik geloof er niets van dat de heer Wilders in deze problematiek uitkomst biedt.
Het zijn geen ‘akkoorden’ en ze gaan nauwelijks over ‘handel’. Ze zijn (CETA) en worden (TTIP) in het grootste geheim onderhandeld tussen juridische adviseurs van de financiële sector, die van grootbedrijven/multinationals en vertegenwoordigers van de betrokken staten en gaan over de bescherming van privileges en rechten van investeerders. Deze verdragen beogen een verzekering voor grote investeerders tegen elk risico op overheidsinmenging voor zaken zoals
> de bescherming van de consument,
> het behoud van culturele rechten,
> de bescherming van de kleine en middelgrote ondernemingen,
> de bescherming van kleine zelfstandigen,
> de bescherming van zelfstandige landbouwers,
> de bescherming van het leefmilieu,
> sociale bescherming en
> de bescherming van voedselveiligheid.
Dat zijn immers allemaal zaken die de investeringen van deze bedrijven kunnen schaden en hun winsten kunnen doen afromen.
Dat deze bedrijven stuk voor stuk te groot worden om failliet te gaan en dus in geval van nood staatssteun nodig hebben, dat de werknemers het met steeds minder rechten moeten doen, dat de werkzoekenden vrolijk kunnen blijven zoeken, dat de zelfstandige ondernemer naast de multinational op deze manier weggeconcurreerd wordt; dit alles blijft in alle politieke beschouwingen onbesproken. Het is gebeurd, het gebeurt. En wanneer iemand dit zegt, wordt hij een pessimist genoemd die de economie niet begrijpt (maar die de gevolgen van ons economisch beleid wel maandelijks ervaart bij het moeten rondkomen). “Goed voor de multinational is goed voor iedereen”, zeggen de mainstream-economen en politici hier al jaren terwijl de realiteit voor de burgers een heel andere is.
Voor de ernst van TiSA heb ik in dit stukje geen tijd, maar dat is zo mogelijk nog gevaarlijker vanwege het niet kunnen terugdraaien van TiSA-besluiten.
Wat mij betreft zou de campagne voor onze Tweede Kamerverkiezingen dus meer over inhoud moeten gaan. De humanitaire ramp, welke zich momenteel in Griekenland afspeelt, laat het werkelijke gezicht van de Europese Unie en haar geldschieters ECB en IMF zien. Hoewel we niet diezelfde kant op willen, lijken we door de blindheid van de mainstream-politieke partijen hard op weg om de toekomst voor de generaties na ons er een te maken naar EU-Grieks-model van “kop houden, doe wat je opgedragen wordt in de tijd die je krijgt en anders hang je.” En ik vraag me sterk af of de PVV hier nu wel het juiste antwoord op heeft. En ik vind dat zij op de ontevredenheid van de burger niet een juist antwoord geeft, omdat er in dit tijdgewricht volgens mij juist snel iets echt constructiefs nodig is.
Ik bedoel: Ik geloof er niets van dat de heer Wilders in bovenstaande problematiek uitkomst biedt. Maar CDA, D’66, PvdA en VVD ook niet. Dat is volgens mij hetzelfde probleem als waar veel Amerikaanse kiezers zich 8 november voor geplaatst zagen. Zij kozen liever voor een verderfelijke ideologie dan zich te blijven voegen naar het steeds ongeloofwaardiger praatje dat wat goed is voor de economie, goed is voor iedereen.
Bronnen: “Eerst m’n baan terug! Vrijhandel, het heilige neoklassieke huisje” door Jaap Tielbeke in De Groene Amsterdammer via http://www.groene.nl op 23 november 2016 en “TPP-TTIP out? Leve TiSA-CETA!” door Lode Vanoost in De Wereld Morgen via http://www.dewereldmorgen.be op 25 november 2016.
Dit, overigens, is mijn 50ste blog op deze website.