Tülek Market

Er stonden vanmiddag geen stellingen met kratten vol fruit voor Tülek Market, de supermarkt naast de Supermarkt aan de Merelstraat in Utrecht. En het zat me nog wel zo mee. Net voordat de eerste anti-coronabesmettingmaatregels een jaar geleden afgekondigd werden, had ik een handdoek weggebracht om die te verstellen. Degene die dat gedaan had was vanmiddag geopend en gaf mij de keurig verstelde handdoek terug, mijn haren waren uitstekend geknipt, ik had speciale veters bij mijn schoenmaker kunnen kopen, en nu… De naam van de winkel op de etalageruiten bleek ineens weggepoetst, en in de winkel was alle winkelmeubilair verdwenen. En ik fietste er nog wel speciaal langs om er mijn weekboodschappen te doen.

Dat is al jaren een gewoonte van mij. Ik koop alles liever bij een ondernemer dan bij een filiaal van de een of andere winkelketen. Het geld, dat ik bij de eerste voor mijn boodschappen achterlaat, komt bij de ondernemer terecht. Bij de tweede belandt het geheid in Ierland, opdat de aandeelhouders smakelijk lachend een toast uit kunnen brengen op het onder de knoet houden van hun voetvolk en subsidies opstrijken omdat ze zoveel mensen met afstand tot de arbeidsmarkt en mensen met een minimumloon in dienst hebben.

Toen ik sinds 2009 haast dagelijks naar Utrecht en terug fietste, kwam ik op de terugweg langs deze Tülek Market. Van lieverlee werd ik een vaste klant. Ik kocht er steeds meer en, hoewel de winkel in geen verhouding stond met de buurman-Supermarkt, verkocht hij zelfs voor bijzondere etentjes in mijn huis alle of haast alle ingrediënten. Bovendien waren zij als familiebedrijf 7 dagen per week open van 10 tot 20 uur, bijna even lang als de buurman-Supermarkt.

Het personeel van de winkel bestond uit een echtpaar en hun zoon, die woont waar mijn cellodocent mij lesgeeft. Een jaartje geleden is een van hen nog in een distributiecentrum van een trap gevallen, waardoor zijn gezicht en rechterarm van de kneuzingen en wonden moesten genezen. Ze maakten altijd een montere indruk. De vrouw, die altijd vanachter de kassa de winkel bestierde. De man die overal in de winkel bezig was. Hij deed mij soms denken aan mijn oom Henk, een broer van mijn vader. En de zoon die, als hij niet buiten een sigaret rookte, bezig was met zijn ene hand de producten in de winkel aan te vullen en met zijn andere hand zijn telefoon op uitleeshoogte hield.

Ik begon er een gewoonte van te maken bij mijn weekboodschappen een fooi te geven. Dat werd schroomvallig geaccepteerd. Af en toe kreeg ik gratis een doosje druiven, een mango of een Turkse lekkernij mee. Later, toen ze overgegaan waren op een andere kassa, zeiden ze dat ik geen fooi meer kon geven. Maar zij konden mijn rekening wel naar beneden afronden, wat ze regelmatig deden. Mijn tegenzet was om een doosje van het een of ander op het lopende bandje te zetten, om dat dan na het afrekenen terug te zetten. Daarop begonnen zij doosjes tussen mijn boodschappen, die ik anders nooit kocht, gratis aan mij mee te geven.

Abrupt kwam voor mij aan deze periode vanmiddag een eind. Ik vond bij de winkel niets vertrouwds meer. De buurman-Supermarkt heeft de winkel gekocht, wist de andere buurman mij te vertellen. Het is plotseling heel snel gegaan, liet het echtpaar mij via WhatsApp weten, en we zijn erg moe.

Op naar claimen wat je claimen kunt

Nederland heeft investeringsverdragen met 75 landen. Onderdeel daarvan is stevast een speciale clausule, die bedoeld is om Nederlandse investeerders te beschermen tegen ‘willekeur’ van de overheden in andere landen. “Op die manier kunnen bedrijven de nationale rechtbanken omzeilen”, zegt onderzoeker Bart-Jaap Verbeek van Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO). Een internationaal arbitragetribunaal behandelt de zaken, die via investeringsverdragen worden aangespannen. “Zo’n tribunaal is bedacht om op te komen voor rechten van investeerders. De kans op een schadevergoeding is daar veel groter.

Afgelopen 4 jaar maakten 22 buitenlandse bedrijven gebruik van deze Nederlandse investeringsverdragen om claims te leggen bij overheden van andere landen. Het merendeel van die 22 bedrijven is alleen met een brievenbusmaatschappij aanwezig in Nederland.

Alleen de Verenigde Staten van Amerika is populairder als thuisland vanwege dit soort investerings- of vrijhandelsverdragen. Wat deze bedrijvigheid de Nederlandse staat aan banen en belasting oplevert, is nihil.

Ongeveer 3/4 van de ‘Nederlandse’ claims tussen 1968 en 2016 kwamen van brievenbusmaatschappijen, want door een ruime definitie van wat een investeerder is, kunnen ook buitenlandse bedrijven, die hier alleen een brievenbusmaatschappij hebben, de Nederlandse verdragen daarvoor gebruiken. In een enkel geval lijkt de brievenbusfirma zelfs speciaal opgericht voor de claim: het Indiase Arka Energy bijvoorbeeld, die pas in 2019 is opgericht op het adres van een Amsterdamse flexwerkplek, eiste in 2020 een schadevergoeding van Albanië. “Arka is hier alleen geregistreerd. Er werkt hier niemand van dat bedrijf fysiek“, zegt een medewerker van Amsterdam Coworking.

Alleen al het bestaan van brievenbusmaatschappijen is wat mij betreft van hetzelfde laken een pak als belastingontwijking, c.q. belastingontduiking. Dat onze overheid dat ooit toegestaan heeft, is in mijn ogen al een schande, maar dat dat nog steeds praktijk is, vind ik ronduit beschamend. Zo kunnen we ons geen beschaafd land meer noemen. En dan is er die speciale clausule om nationale rechtbanken te ontwijken om de winsten van multinationals veilig te stellen ten koste van… het belastinggeld van een staat. Het geld, bijeengebracht uit inkomstenbelasting omdat multinationaals met kunstmatige constructies nationale belastingen ontwijken, moet aangewend worden om diezelfde multinationals te spekken. Als klap op de vuurpijl moet ik vaststellen dat, door het stemgedrag van de Nederlanders in maart, de deur nu wijd openstaat om net zulke vrijhandelsverdragen met Canada en de Verenigde Staten van Amerika te ratificeren: CETA en TTIP. En of dat niet genoeg is ook nog het nog staatsrecht-vijandiger TiSA.

Het Nederlandse parlement kan na die ratificatie(s) alleen nog praten over wat ‘ethische kwesties’ genoemd worden, maar beleid om arbeidsomstandigheden, oneerlijke concurrentie, klimaat, lonen, milieu of (voedsel-)veiligheid aan te pakken, zal miljardenclaims tot gevolg hebben, omdat de winstprognoses van multinationals naar beneden bijgesteld moeten worden. En juist die toekomstige winsten worden in die ‘vrijhandelsverdragen’ veilig gesteld. Dat is dus de praktijk in onze wereld. Leve de claimcultuur!

Bron: “Nederland nog steeds claimparadijs voor buitenlandse bedrijven” door de economieredactie van NOS op 25 maart 2021.

Een tevreden volk

Ik kan alleen maar concluderen dat Nederlanders het eigenlijk allemaal wel prima vinden:

  • (1) onbetaalbare huizen,
  • (2) steeds hogere huren,
  • (3) lonen die de inflatie niet ontstijgen,
  • (4) meer flexcontracten,
  • (5) minste duurzame energie van EU,
  • (6) hoogste vermogensongelijkheid
  • (7) 50- al 15 jaar geen toename in vermogen,
  • (8) belastingparadijs,
  • (9) ingehaald op progressief drugsbeleid door de VS,
  • (10) premier die veroordeeld is voor aanzetten tot rassendiscriminatie,
  • (11) onhoudbaar pensioensysteem
  • (12) grootste gat tussen mannen en vrouwen op arbeidsmarkt van EU,
  • (13) verdubbeling dakloosheid,
  • (14) hoogste studieschulden ooit
  • (15) toeslagenaffaire,
  • (16) verdubbeling bij de voedselbanken
  • (17) IC-patiënten naar Duitsland,
  • (18) groepsimmuniteit,
  • (19) avondklok,
  • (20) gefaald testbeleid,
  • (21) gefaald vaccinatiebeleid
  • (22) een minister van Justitie die de wet overtreedt en hem vervolgens probeert te veranderen,
  • (23) aardbevingsschade in Groningen,
  • (24) dividendbelasting,
  • (25) jeugdzorg,
  • (26) uitgesproken antisemieten in de TK,
  • (27) VVD 8 jaar koploper van de Politieke Integriteitsindex
  • (28) Moria,
  • (29) Turkije-deal,
  • (30) VVD-programma: het invoeren van vluchtelingenquota afhankelijk van het maatschappelijk draagvlak,
  • (31) het selecteren van vluchtelingen op basis van maatschappelijke inpasbaarheid,
  • (32) een opschorten van het recht op asiel
  • (33) VVD-programma: het afschaffen van hoger beroep in asielzaken,
  • (34) het opzeggen dan wel aanpassen van het VN – Vluchtelingenverdrag,
  • (35) intrekken van het Nederlanderschap van Nederlanders,
  • (36) afbraak van de rechtsbijstand
  • (37) lamlendig klimaatbeleid terwijl nb meer dan de helft van de bevolking onder zeespiegel leeft @TobiasDander,
  • (38) afgenomen onderwijs- en onderzoeksgelden,
  • (39) KLM,
  • (40) Lelystad Airport,
  • (41) Zijlstra en de datsja van Poetin,
  • (42) Stef Blok en Suriname
  • (43) Jeanine Hennis-Plasschaert en Mali,

(43) de Teeven-Deal (Teeven, Van der Steur, Opstelten, Van Miltenburg),

  • (44) Frans Weekers en de toeslagen (=/ de toeslagenaffaire),
  • (45) Dijkhoffs wachtgeld en reiskosten
  • (46) bombardement in Irak,
  • (47) ‘Antillianen dumpen’,
  • (48) Rutte-doctrine,
  • (49) Urgenda-zaak,
  • (50) stikstofcrisis,
  • (51) één van de grootste landbouwsectoren in één van de meest dichtbevolkte landen ter wereld,
  • (52) Van Haga…

Citaat van ene Marijn Bolhuis (inclusief de raadselachtige ‘50-’ bij 7, ‘@TobiasDander’ bij 37 en de dubbeltelling bij 43) op Twitter d.d. 18 maart 2021. Hij is daar bekend als: “Retweets graphs / PhD Cand. Economics, @UofT Flag of Canada @ONTrillium / Flag of Netherlands ‘Ma-Rhine’ [om duidelijk te maken hoe zijn voornaam uit te spreken; GjH] / on Macro, ML Forecasting Chart with downwards trend Chart with upwards trend / formerly at @UtrechtUni, UniofOxford, IMF Toronto, Ontariomarijnbolhuis.info Joined December 2017” en volgt 1.074 twitteraars en heeft er 1.558 volgers.

Zijn conclusie zal, gezien de uitslag van de laatste Tweede Kamerverkiezing, wel kloppen. Zelf werd ik the day after wakker met het besef van de Krullevaar in een kooi in ‘het dierenpension’ van Pluk van de Pettenflat: Ik ben een uitgestorven vogel.

Ik ben namelijk pacifist, en daarom socialist. Dus net anders dan het socialisme van de SP. Zoals elke verkiezing in Nederland sinds 1977 wordt vrede, laat staan wereldvrede ook deze verkiezing nòg onbereikbaarder, en liggen daarentegen bijvoorbeeld in mijn visie verwerpelijke verdragen als CETA, TiSA en TTIP de komende kabinetsperiode in ons verschiet.

Mij zul je nooit horen zeggen: “De kiezer heeft gelijk”, want we blijken ondanks gekend en ongekend onrecht, dat onze achtereenvolgende regeringen al 43 jaar aan beleid produceert, wat betreft onze Tweede Kamer een tevreden volk. Het Nederlandse volk schreeuwt zelfs om meer van hetzelfde, waarvan Bolhuis zijn greep op Twitter deelde.

Over een stralende toekomst

Op 11 maart 2011 vond met kerncentrales één van de zwaarste ongevallen ooit plaats. Ons werd tot die datum voorgehouden dat een ongeval zo zwaar als in Tsjernobyl, 25 jaar eerder, in onze hoogstaande beschaving onmogelijk was; ook al was het 7 jaar vòòr Tsjernobyl, op Three Miles Island in de Verenigde Staten van Amerika, ook al ernstig misgegaan. Bij Fukushima smolt de nucleaire brandstof in 3 kernreactoren en een gevaarlijke brand trof de 4de reactor. Rond Fukushima vielen meer dan 2.000 evacuatiedoden ten gevolge van gebrek aan medische zorg, stress en andere factoren. Nadien nam daar het aantal kankerpatiënten beduidend toe. Eerst schildklierkankers, als gevolg van de inname van radioactief jodium, gevolgd door andere kankers toen ook andere radioactieve elementen, zoals radioactief Cesium, hun tol begonnen te eisen. Fukushima zit nu na 10 jaar nog steeds in haar eerste fase van toename van kankergevallen; meestal onder kinderen.

Maar in de actualiteit aan deze kant van de wereldbol heeft de aandacht voor de gevolgen van Fukushima, Three Miles Island en Tsjernobyl plaats gemaakt voor heel andere onderwerpen. Zoals ik op een bushalte in Leuven in koeienletters las: “Dankzij HUMO staat hier geen andere onzin. HUMO” Zo is het ook met alles wat de media ons voorschotelt: “Wat zouden de onderwerpen zijn ingeval de corona-uitbraak aan ons voorbij was gegaan?”, vraag ik mij dan af, “De gevolgen van genoemde rampen? Halfgevulde bladzijden? Lege pagina’s? ” We weten het niet. Wat we wel weten is, dat wanneer we ergens niet meer van op de hoogte gehouden worden, het voor ons ophoudt te bestaan.

Hier te lande is de tijd dus rijp om kernenergie weer te propageren, dit keer als antwoord op het klimaatprobleem; er is nog wel een plekje bij Borssele, aan de Eemhaven of op de Maasvlakte. ‘Oh, toch maar niet in Groningen, want die willen kennelijk niet.’ Van dat niveau. In de Eemhaven gaan ‘ze’ namelijk met waterstof aan de gang, opdat de financiële belangen voor de fossiele industrieën voorlopig veilig gesteld blijven. Wel jammer dat daarmee het transitiepaard weer achter de klimaatwagen gespannen wordt, maar goed voor de korte termijnwinsten en de werkgelegenheid.

In de huidige plannen van verkiesbare politieke partijen in Nederland mis ik een drastische uitbreiding van niet idioot-hoge windmolens, zonnecollectoren en zonnepanelen, die geëxploiteerd kunnen worden door bewoners en gemeenten. En ik mis het plan van aanpak om per hoofd van de bevolking minder energie te gaan gebruiken. Het is alsof het belastinggeld, in de nabije toekomst verdiend met subsidies op energie-opwekking, naar een paar ongrijpbare rijke aandeelhouders en ceo’s moet stromen.

Natuurlijk begrijpt iedereen dat er geen enkele industriële installatie zonder risico’s bestaat. Het type risico voor een kerncentrale is echter van een andere orde dan alle andere installaties, zelfs al erken ik direct mijn groot geluk om niet in een Nederlands aardbevingsgebied te wonen. Bij kernenergie hebben we van doen met extreem lang-levende stoffen, die chemisch toxisch èn heel lang radioactief zijn. Wanneer kernreactoren sluiten, zullen de hoog-radioactieve afdelingen nog meerdere jaren door moeten blijven werken om de brandstofstaven uit de gesloten reactoren nog in speciaal daartoe bestemde baden te koelen (over opwarming van de aarde gesproken!) en dat is ook al niet zonder risico’s. Daarna volgen nog vele decennia van passieve koeling van diezelfde brandstofstaven, totdat ze voldoende gekoeld zijn om in speciale containers verder af te koelen. Wie kernenergie een optie vindt, zadelt ons nageslacht dus gedurende generaties op met haar of zijn weloverwogen besluit, dat tegen die tijd dan natuurlijk volgens de politici van dan ‘geen schoonheidsprijs’ verdient.

Maar goed, voor vandaag geldt dat het beleid rond ‘goedkope’ kernenergie bij ongelukken er tot nu toe verantwoordelijk voor is dat het de betrokken arbeiders en hun families duur kwam te staan. Bovendien werden natuurlijk wel de eigen werknemers, hulpdiensten en de werknemers van onderaannemingen het eerst getroffen door stralingsziekten. En in een straal tot 30 km rond de 2 laatst verongelukte centrales moesten de burgers evacueren. Hetgeen natuurlijk niet wil zeggen dat op 31 km afstand de kust veilig zou zijn. Bewoners, die terugkeren, dreigen een ‘stralende toekomst’ tegemoet te gaan. Dat dan weer wel.

Bron: “Geen Fukushima aan de Schelde: Werknemers verongelukte kerncentrale altijd eerste slachtoffer” door de 11 maart-beweging via DeWereldMorgen op 11 maart 2021.

Voor wie meer wil weten over het hoe en waarom van een wèl sociaal rechtvaardige en gedragen overgang van kernenergie naar duurzame hernieuwbare energie is door de 11 maart-beweging het boek “Investeer in Doel 5; naar een sociaal rechtvaardige en klimaatpositieve energietransitie” geschreven. Hier vindt u daarover meer informatie.

De Zero-COVID-strategie

In de zomer schreef hoofdredacteur Richard Horton van ‘The Lancet’, een toonaangevend medisch tijdschrift met een hoog prestige, een striemende aanklacht tegen de corona-aanpak van Westerse overheden. Hij toonde toen in zijn boek ‘The COVID-19 Catastrophe. What’s gone wrong and how to stop it happening again’ aan dat de corona-catastrofe vermeden had kunnen worden en dat de vele onnodige doden en zieken het gevolg zijn van incompetentie en schuldige nalatigheid van overheden. Lees ik enthousiaste berichten na de laatste persconferentie van onze minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge en de premier Mark Rutte; Horton zou daarna hoofdschuddend het zoveelste turfje achter ‘Falende overheid’ zetten.

De pointe is volgens Horton dat Westerse landen het vertikken om te leren uit de ervaringen van de landen, die het eerst zijn getroffen door het coronavirus. Eind januari brak hij in een artikel nog maar eens de lans voor een zogenaamde ‘Zero-COVID-strategie’.

De Zero-COVID-strategie is uitgewerkt door een aantal vooraanstaande Duitse academici en clinici, zoals professor Ilona Kickbusch, oprichter van het Global Health Centre bij het Graduate Institute of International and Development Studies in Genève, Matthias Schneiderterwijl, Melanie Brinkmann en Michael Hallek. Naast het plan van deze Duitse experts is er ook in het Verenigd Koninkrijk een Zero-COVID-coalitie gelanceerd. Een van de bekende voortrekkers daarvan is Jeremy Corbyn.

De doelstelling van deze strategie is het creëren van virusvrije groene zones als tussenstap voor het uitschakelen van het virus op het hele grondgebied. Zij gaan uit van de ervaringen in verschillende Oost-Aziatische landen, die leert dat volledige uitroeiing de minste schade toebrengt aan de samenleving. Volgens de Duitse experts is “elke infectie er een te veel”; precies wat ik ook al een hele tijd beweer. Hun plan beveelt een regionale aanpak aan: wanneer de ‘incidentie van de COVID-19-infectie’, het aantal nieuwe corona-gevallen per tijdseenheid, per aantal van de bevolking in een bepaald gebied, tot nul is gedaald, wordt dat gebied tot ‘groene zone’ verklaard. Rond deze zone moeten strikte beschermende contact- en reisbeperkingen worden opgelegd, met krachtige protocollen voor testen, opsporen en isoleren.

De experts stelden een ‘pad naar normaliteit’ op in 4 fasen, waar de plannen van De Jonge en Rutte een puntje aan kunnen zuigen:

Fase 1: lockdown om een incidentie te bereiken van minder dan 10 gevallen per 100.000 inwoners per week.

Fase 2: voortzetting van de maatregelen om onder de 5 gevallen per 100.000 te komen.

Fase 3: de incidentie tot nul terugbrengen.

Fase 4: afkondiging van de status van groene zone.

In Melbourne duurden de eerste 3 fasen ongeveer 14 dagen, terwijl wij al sinds de zomer dagelijks geïnformeerd worden over het aantal besmettingen, maatregels, sterfgevallen en ziekenhuisopnamen, alsof de situatie op Texel zich laat vergelijken met die in de kop van Noord-Holland. ‘Non-informatie’ vind ik het al heel erg lang, omdat ik altijd al denk dat pappen en nat houden ons niet zal helpen.

In het artikel van Horton, waarin ik hier zojuist over de Zero-COVID-strategie van Kickbusch las, wordt lezenswaardig ook een serie mythes over corona doorgeprikt. Die ga ik hier niet herhalen.

Bronnen: “Offline: The case for No-COVID” door Richard Horton in TheLancet op 30 januari 2021 en “De coronacrisis duurt al veel te lang; een opmerkelijk Duits voorstel om er snel van af te geraken” door Floor Peeters via DeWereldMorgen op 8 maart 2021.

Klik hier voor meer informatie, zoals die mythes, die we niet zouden moeten geloven. En het betreffende artikel in ‘The Lancet’, kunt u hier vinden.

Duisternis aan het eind van de tunnel

Hagai El-Ad, uitvoerend directeur van ngo B’Tselem (‘naar gods beeld’), Israëls meest gerespecteerde en prominente mensenrechtenorganisatie, schrijft dat Israëls versie van apartheid “– in zekere zin een apartheid 2.0 – bepaalde vormen van lelijkheid vermijdt (…) Dat Israëls opvattingen niet berusten op huidskleur, maakt geen wezenlijk verschil: de onderdrukkende realiteit is de kern van de zaak (…)”. En wanneer we “het geheel aan wetten en beleid, dat door Israël werd ontwikkeld om zijn controle over de Palestijnen te verankeren” in beschouwing nemen, besluit zijn nieuwste rapport dat de “grenslijn voor apartheid werd overschreden”.

De analyse door B’tselem is waarschijnlijk de meest verregaande in de erkenning dat Israëls apartheid niet alleen in de bezette gebieden een feit is – wat al eerder, onder andere door voormalig president van de Verenigde Staten van Amerika Jimmy Carter werd vastgesteld – maar dat de Israëlische èn de Palestijnse gebieden tussen de Middellandse Zee en de Jordaan een apartheidsregime kennen. Hiermee weerlegt het rapport Israëls claim een democratische staat te zijn binnen zijn eigen internationaal erkende grenzen.

Zoals natuurlijk ook de gulle lof voor de vaccinatiecampagne in Israël Israëls claim weerlegt een democratie te zijn, aangezien die lof onrecht doet aan de 3.700.000 Palestijnen, die hun eerste vaccin nog moeten krijgen; de facto onderschrijft ook dit de apartheidspraktijken in Israël.

Vandaag benadrukte B’Tselem: “Joden leiden hun leven in één enkel aaneengesloten gebied waar ze alle rechten en zelfbeschikking genieten. Palestijnen daarentegen leven in gebieden opgedeeld in verschillende eenheden, elk met eigen rechten, gegund of geweigerd door Israël, maar altijd ondergeschikt aan de rechten die aan Joden worden verleend.

Israëls ‘Joods-supremacistische ideologie’ met het beginsel dat Joden boven alle andere mensen verheven zijn, zou tot uitdrukking komen in de obsessie het land te willen ‘judaïseren’; ‘niet-Joden tot Joden te willen maken’, zouden wij zeggen. Dat doet de staat Israël met de maatregelen die de bewegingsvrijheid van Palestijnen beperken, in de burgerwetten die alleen Joden bevoorrechten en het gespleten beleid, en in het ontzeggen van politieke participatie aan Palestijnen. “Dit discriminerende beleid”, zo schrijft B’Tselem, “is ook van toepassing op een vijfde van de bevolking in Israël die Palestijns is en nominaal ook het staatsburgerschap bezit.” El-Ad besluit: “Er is geen vierkante centimeter gebied onder Israëlische controle waar Palestijnen en Joden gelijk zijn. De enige eerste-klasse-mensen hier zijn Joodse burgers net als ik.

Precies zoals ook in ons land, ontbreekt het in Israël aan linkse systeemkritiek. Israëls criticasters omvat nog maar een handvol mensenrechtenorganisaties, die door de publieke opinie doorgaans worden beschouwd als verraders die ‘Europese belangen’ dienen. Kritische activisten worden ook al tijden door de laster van Israëls bondgenoten in Europa en de VS tot zwijgen gebracht; elke kritiek op Israël wordt al snel als ‘antisemitisch’ geframed.

Maar B’Tselem is een ervaren Joods-Israëlische organisatie met grondige expertise in internationaal recht en mensenrechten. Deze ngo stelt nu dus ook nadrukkelijk ‘racisme in Israël’ vast.

Ook in Israël zijn in maart verkiezingen. Hebben wij van doen met een PvdD, een SP en verder met verschillende varianten op D66, in Israël wordt de verkiezingsstrijd deze keer gedomineerd door 3, 4 extreemrechtse partijen die elk op een of andere manier de annexatie van de inmiddels meer dan 50 jaar bezette gebieden nastreven.

Nou is dat misschien nog niet zo erg, omdat inmiddels de enige mogelijkheid om tot een oplossing voor de Israëlisch-Palestijnse kwestie te komen de aanvaarding eist van één enkele democratische staat Israël. Een democratische staat, die garant staat voor de gelijkheid en waardigheid van allen. Echter, voor een Israëlische staat die voor iedere burger en ingezetene mensenrechten naleeft, zoals dat elke democratie betaamt, moet de logica van de apartheidsanalyse helemaal worden doorgetrokken. Daartoe zullen die Israëlische extreemrechtse partijen niet in het minst geneigd zijn; anders waren ze niet ‘extreem’ en ‘rechts’.

Bron: “Israël verliest de strijd om zijn apartheid nog langer te verbergen” door Jonathan Cook via Arnaud Coolsaet van de DeWereldMorgen-vertaaldesk op 4 maart 2021.