Ik wou dat ik er nog in geloofde…

Dit weekend moest ik wat tijd overbruggen bij het Spui in Amsterdam. Voor de Atheneum Boekhandel, waar ik vroeger altijd wel een boek kocht als ik in Amsterdam was, staan bankjes. Daar overbrugde ik mijn tijd met uitzicht op ‘Het Lieverdje’. Daar begon het allemaal in Nederland, herinnerde ik me. De politie wist er geen raad mee en de Amsterdamse burgemeester – kom, hoe heette die ook weer – werd naar huis gestuurd. In heel Europa was het overigens onrustig en 1968 staat voor de omslag.

De generatie jongeren van na de oorlog was 23 jaar of jonger en had geen trek meer in de hypocrisie waarin zo’n beetje alle verhoudingen met de generatie van hun ouders gedrenkt leek. Na de Tweede Wereldoorlog legde de Nederlandse regering eerst de focus op herstel van de koloniale verhoudingen in Indonesië, in plaats van – wat verteld werd – de wederopbouw. De Amerikanen, die ons hadden helpen bevrijden, probeerden nu Vietnam te annexeren. Nederland steunde het ‘appartheids-regime’ in Zuid-Afrika, waarheen familie geëmigreerd was, en Israël, waar land van Palestijnen wetteloos onteigend was. Speculanten lieten huizen leeg staan, terwijl er woningnood was. Zichzelf noemend ‘werkschuw tuig’ protesteerde tegen de vervaardiging van nog meer atoombommen. De Russen, die ons bevrijd hadden, werden als grootste vijand gezien. In de kringen, waarin ik verkeerde, werd zondags de preek uitvoerig bediscusieerd en of de slang in het Paradijs werkelijk gesproken had. En dat terwijl dit alles in de wereld gebeurde. Duitsland was lid van de NATO. Een muur van prikkeldraad en landmijnen lag tussen onze Russische bevrijders en de Duitse bezetters van weleer.

1968 fungeert voor conservatieven echter als kantelpunt tussen orde en chaos, tussen opbouw en verval.

En hier moet toch echt iets rechtgezet worden: in tegenstelling tot wat vanuit rechts-conservatieve hoek wordt beweerd, was 1968 helemaal geen homogeen links gebeuren, maar slechts een breuk tussen een ‘oud-links’ en een ‘nieuw links’. Hij maakte deel uit van een generatieconflict tussen vooroorlogse militanten en de na-oorlogse links-georiënteerde jongeren. Eerstgenoemden waren doorgaans Sovjet-getrouw, hadden een klassieke opvatting over het proletariaat en de revolutie en beschouwden de klassenstrijd als de kortste weg naar de totale emancipatie. De na-oorlogse generatie schoof naast die klassenstrijd andere thema’s naar voren: anti-autoritarisme, anti-imperialisme, anti-racisme, feminisme, pacifisme en verzet tegen de op Amerikaans denken gebaseerde consumptiesamenleving. Daarbij werden door de na-oorlogse jongeren directe actievormen verkozen boven het traditionele arsenaal van de arbeidersbeweging: confrontaties met de politie, sit-ins, vervreemdende rituele bijeenkomsten veelal onder invloed van drugs rondom Het Lieverdje en wilde stakingen. Deze breuk tekende zich overigens in vrijwel alle Westerse landen af.

De klassieke linkse stokpaardjes over de strijd tussen arbeid en kapitaal verdween 1968 niet, maar werd aangevuld met nieuwe vormen van strijd:
de strijd tegen autoritaire en logge Calvinistische structuren,
de strijd van minderheden – waaronder de 50% van de mensheid aan vrouwen – om erkenning en rechten en
de strijd om zelfbeschikking.
Een strijd ook om autonomie in de vele betekenissen van het woord, met als focussen het gezin, het lichaam en de maatschappelijke rolverdelingen,
en een strijd om authenticiteit en
om een leefbare aarde met als inzet natuur.
De een vond dit belangrijker en de ander dat. Hierdoor buitelden nieuwe sociale bewegingen vanaf de zeventiger jaren over elkaar heen.

Ikzelf ging halverwege die zeventiger jaren nog met idealen mijn militaire dienstplicht vervullen, en werd door een bijna-inzet bij de Amsterdamse Nieuwmarktrellen in vertwijfeling gebracht. Het bracht me later bij de Pacifistisch Socialistische Partij, die overigens ook streed voor feminisme, homo-rechten en natuur.

Het idee dat 1968 een breuklijn was tussen een harmonieuze ordentelijke samenleving daarvoor en een chaotische daarna is een historische fantasie. Een wensdenken van de categorie “Vroeger was alles veel beter”. Lees “Na de bevrijding: de loodzware jaren 1945 – 1950” (2014) van Ad van Liempt er eens op na; ISBN 9789460036927.

Ik heb de jaren voor 1968 ook zo niet beleefd. Wel waren er ineens De Beatles, die ervoor zorgden dat jongeren hun eigen muziek kregen. De periode van de zeventiger en tachtiger jaren zie ik achteraf juist wel als een ordelijke en zeer vreedzame waarin de verzorgingstaat vanuit al die sociale bewegingen opgetuigd werd. De Nederlandse welvaart werd die jaren verdeeld.

De afbraak daarna vanaf de tachtiger jaren tot op heden maakte ik er ook van mee. En hoogstwaarschijnlijk zal ook het komende kabinet verder gaan met Amerikaniseren door het in de kaart spelen van grootbanken, grootbedrijven, multinationals en andere private partijen ten koste van ons belastinggeld.

We hebben ze met elkaar aan een meerderheid geholpen en moeten het er maar weer mee doen. En wie weet hebben anderen na Rutte I en II nog wel hooggespannen verwachtingen van Rutte III. Ik wou dat ik er nog in geloofde.

Bron: “Links van links: over ‘identity politics’, 1968 en conservatisme” door Thomas Decreus via DeWereldMorgen op 15 september 2017.

Geen klimaatverandering zonder systeemverandering

Kommt erst dass Fressen und dann die Moral?, zoals ons lang is voorgehouden of Ist dass Fressen die Moral? Moeten we, als we de aarde voor 8.000.000.000.000 mensen bewoonbaar willen houden, en voor een veelvoud daarvan aan dieren en planten, niet net zo snel voor ons eten overstappen op kleinschalige, regionale akkerbouwgewassen, als dat we sinds 20 jaar de pijp, sigaar en sigaretten naar de buitenruimte hebben weten te verbannen?

Stellen we onverbloemd met Donald Trump en de zijnen dat als het er op aan komt minder kansrijken onder ons maar moeten verdrinken of verhongeren, of zijn we sinds de Tweede Wereldoorlog toch wat beschaafder geworden?

Hoe lang nog blijven we er genoegen mee nemen dat grootbedrijven, die het bruto binnenlandsproduct zo gunstig kunnen vergroten, normen over onze leefomgeving, lucht- en voedselkwaliteit kunnen oprekken; onze volksgezondheid op het spel zetten? En hoe zit dat met de normen waaronder aan andere kanten van de wereld hetgeen we hier consumeren geproduceerd wordt? En hoe lang nog accepteren we dat vervolgens eenmaal vastgestelde normen als streefcijfers worden gebruikt om bodem, lucht, voedsel en water te mogen verontreinigen?

We moeten de mensheid redden van een economie die uitsluitend de belangen van de kapitaalbezitters voor ogen heeft.

Lag sinds begin vorige week dinsdag “’Nee’ is niet genoeg, …” van Naomie Klein in de betere boekhandels, vandaag publiceert ook de Belgische schrijver Ludo De Witte geen opbeurende boek. Om toch positief te beginnen: De Witte looft de mensen die, zoals het spreekwoord zegt, bij zichzelf beginnen. Hij is positief over duurzame initiatieven. Tuurlijk, maar in een vlijmscherp betoog ziet hij geen enkele reden om te juichen. Wat hij ziet is dat we ‘slaapwandelend naar de afgrond’ gaan. Wat we tot nu toe deden, nu aan het doen zijn en binnenkort van plan zijn te gaan ondernemen is volgens hem niet meer dan ‘gerommel in de marge’. Al deze initiatieven moeten niet overgewaardeerd worden, want zij brengen ons volgens De Witte niets meer dan ‘een vertrekpunt; een uitvalsbasis’ om de broodnodige veranderingen teweeg te brengen.

De problemen zijn dan ook volgens hem ideologisch van aard. Alle oplossingen die wèl werken gaan in tegen de dogma’s van deze tijd: de ‘vrije markt’ en ze worden verdacht gemaakt als ‘contraproductief’, ‘marktverstorend’ of ‘protectionistisch’. “Alles waar het neoliberalisme voor staat, is een rem op structurele klimaatregelingen.” Overheidsingrepen zijn immers voor neoliberalisten als de bemanning van CDA, D66, PvdA en VVD taboe.

Vrijhandelsakkoorden als CETA en TTIP zullen daarenboven de klimaatcrisis verder verergeren, want ze stellen niets voor om de mens, het milieu en de natuur te beschermen. Bovendien verhinderen die verdragen dat landen nog klimaatbeschermende maatregelen nemen zonder miljardenboetes aan grootbedrijven, zoals multinationals, te riskeren. Daar gaat ons zuur met loonbelasting bijeengesprokkelde belastinggeld, waaraan de claimende multinationals nagenoeg niets hebben bijgedragen. Groen of rood kapitalisme bieden geen van beide ook maar een begin van een oplossing.

Terecht stelt de Partij voor de Dieren allerhande maatregels voor ‘omdat er geen planeet B is’. De items in de eerste alinea van dit stukje ontleende ik aan gedreven politici op gemeentelijk, landelijk en provinciaal niveau van deze politieke partij. Uitstekende en door mij gewaardeerde bijdragen. Echter, het alternatief dat De Witte voorstelt gaat vele malen in het verlengde van hun initiatieven verder: de oplossing is ‘System change, not climate change‘. De Witte noemt dat ‘Ecosocialisme’:
Het wordt tijd dat milieu-activisten en socialisten dat door de sociaal-democratie en het stalinisme besmeurde project als het hunne claimen en fier zeggen waar het voor staat: de mensheid redden van een economie die uitsluitend de belangen van de kapitaalbezitters voor ogen heeft”, aldus De Witte.

Bronnen: “Ludo De Witte schreef een sterk pleidooi voor ‘ecosocialisme’” door Thomas Decreus via DeWereldMorgen en “Plan B Symposium” door de Nicolaas G.Pierson Foundation, het wetenschappelijk bureau van de Partij voor de Dieren; beide op 10 september 2017.

Ludo De Witte “Als de laatste boom geveld is, eten we ons geld wel op – Het kapitalisme versus de aarde” (11 september 2017) Uitgeverij EPO in Antwerpen; 222 pagina’s (zonder voetnoten en literatuurlijst), ISBN 9789462671164, € 20,00

Geen nieuws is goed nieuws of verdacht…

Geen nieuws is goed nieuws, wordt gezegd. En dat geldt nu zeker voor nieuws uit Portugal.

Wat vooraf ging
Op 4 oktober 2015 werden in Portugal parlemensverkiezingen gehouden. Het was de eerste verkiezing in een ander Zuid-Europees land, kort nadat Syriza in Griekenland zich zonder rooskleurig toekomstperspectief volledig had onderworpen aan de orders van de Europese trojka van Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds. Sindsdien gaat Griekenland gebukt onder een moordend besparingsbeleid; een humanitaire ramp met vreselijke sociale gevolgen binnen een groot deel van de bevolking. Zouden de Portugezen met hun stem nu ook ‘neen’ zeggen aan de neoliberale dogma’s van de Europese instellingen? Zelfs onze media besteedden er even aandacht aan.

De twee Portugese regeringspartijen, de rechtse, extreem-liberale Sociaal-Democratische Partij PSD en de Christen-Democratische aartsconservatieve Volkspartij PSD verloren die 4de oktober samen 12% van hun stemmen. Met hun gemeenschappelijk kartel ‘Portugal Ahead’ behaalden ze 39%. Tweede partij werd de PS die 4% vooruitging en 32% van de stemmen haalde. Tot zover ons nieuws. Wellicht is er nog een berichtje – dat ik nu over het hoofd zie – aan besteed dat ‘over rechts’ geen regering gevormd kon worden en ‘over links’ wel. Hoe dan ook: in Portugal trad een minderheidsregering aan van de socialistische PS, met steun van de communistische PCP en de ecologische PEP. Verder blijft het stil bij ons.

Sindsdien voert deze Portugese regering een sociaal beleid dat volledig ingaat tegen alle dogma’s van de Europese trojka. Ondertussen zijn we 20 maanden verder en wat er in Portugal is gebeurd, is volledig onder de mediaradar verdwenen; net als de economische, humanitaire en materiële ellende waar Griekenland mee kampt.

Het niet-nieuws
Voor wie alles afmeet aan economische groei: de Portugese economie is aan een indrukwekkend herstel bezig. In amper 1 jaar is het land erin geslaagd de economie volledig op de rails te krijgen. Geschat wordt dat de economische groei dit trimester op bijna 3% zal uitkomen, het beste resultaat in 17 jaar.

Voor wie andere maatstaven dan groei belangrijk vindt: de Portugese regering bespaart niet langer op pensioenen en sociale uitkeringen en laat de lonen stijgen. Portugal keert zich daarmee volledig af van het dogma dat alleen lage lonen en overheidsbesparingen investeerders zouden aantrekken. Het resultaat is onmiskenbaar: in de eerste helft van 2017 stegen de investeringen met 10%, de export steeg met 9%. Dat zijn “percentages superieur aan die van Nederland en Duitsland” volgens de Nederlandse zakenwebsite ‘Express Business’.

Dat de linkse Portugese regering van de PS, met steun van de PCP en PEP geen media-aandacht krijgt in de rest van de Europese Unie vind ik* tekenend, zowel voor de eenvormigheid van het medialandschap als voor de politieke onwil om te erkennen dat het al decennia lang gevoerde Europese besparingsbeleid niet de enige mogelijke politieke weg naar een economisch en humaan gezondere samenleving is, èn niet de beste.

Het lijkt mij dat de Europese burgers erover geïnformeerd horen te worden dat er een EU-land is dat het helemaal anders aanpakt dan hun eigen regering onder de zelfverkozen knoet van de Europese Unie; inclusief de positieve (en eventueel negatieve) gevolgen van die aanpak. Het is immers alleen aan de hand van veelzijdige informatie dat zij (lees ‘wij’) kunnen oordelen of ze het gevoerde beleid van hun overheid juist vinden of niet.

Maar ja, zo zit de wereld niet in elkaar. Vandaar dat het woord in de media is aan de Duisenbergen, Junckers, Rutte’s en Tusken, die alle kwetsbare groepen met hun minachting begroeten: “We moeten een nieuwe auto kopen, of een nieuw huis. Dan kunnen we met elkaar het CPB verslaan.“**

Bronnen: “Rutte: koop nieuwe auto of nieuw huis”, Mark Rutte via de NOS op 11 april 2013, “Portugal: einde van besparingspolitiek leidde tot economisch mirakel” door Dominique Dewitte via ExpressBusiness op 5 september 2017 en “Waarom regering Portugal geen frontpaginanieuws is” door Lode Vanoost via DeWereldMorgen op 8 september 2017.
_____________
* Lode Vanoost ventileerde deze mening eerder via de Belgische website DeWereldMorgen.
** Een uitspraak van de Nederlandse premier op 11 april 2013.

Trups is gewoon slimmer dan wij allemaal bij elkaar

De miljardairs-zwerm rond de Amerikaanse president Donald Trump lijkt doelbewust economische malaise, klimaatontregeling en oorlogen uit te lokken. In de ontstane ramspoed kan ze vrijelijk haar rechts-radicale agenda ten uitvoer brengen.

Dat is wel een heel korte samenvatting van “No Is Not Enough: Resisting Trump’s Shock Politics and Winning the World We Need”; het boek dat Naomi Klein op 13 juni 2017 publiceerde. Het boek is inmiddels naar het Nederlands vertaald door Jan Willem Reitsma en Pon Ruiter. Komende week verschijnt het bij uitgeverij De Geus onder de titel “Nee is niet genoeg / tegen Trumps shockpolitiek, voor de wereld die we nodig hebben”. Het ISBN-nummer is 9789044539301 en het kost €20 (- €0,01). Hierna enkele stellingen naar een samenvatting van dit nog te verschijnen boek:

De ministers, stafleden en verkiezingscampagne-sponsors rond Trump hebben een lange lijst van beleidswensen die domweg niet in te voeren zijn als het Amerikaanse leven zijn normale gang gaat.

In New Orleans hebben personen, die nu deel uitmaken van de entourage van Donald Trump, laten zien dat ze heel ver willen gaan bij het bevorderen van de belangen van het bedrijfsleven, de fossiele-brandstofindustrie en projectontwikkelaars en bij het decimeren van de gemeenschappelijkheid.

Hoewel voortdurend in opspraak, met een groot deel van de radicaalste punten op zijn wensenlijstje heeft Trump nog niet eens een begin is gemaakt. Zo heeft hij plannen aangekondigd voor het ontmantelen van Dodd-Frank, de ingrijpendste wetgeving die na de bankencrisis van 2008 tot stand is gekomen. Dodd-Frank ging niet ver genoeg, maar als de wet verdwijnt krijgt Wall Street weer tal van kansen om nieuwe luchtbellen te scheppen. En die zullen vroeg of laat uiteenspatten, met nieuwe economische klappen tot gevolg. Die klappen moeten met gemeenschapsgeld opgevangen worden, want de grootbanken zijn nog steeds to big to fall. De winsten voor grootbanken blijven verzekerd en in zo’n crisis kan Trumps rechts-radicale verlanglijstje tot genoegen van andere grootbedrijven ingevoerd worden.

Het idee dat Trump zelf niet beseft hoezeer hij provoceert, is al even ongeloofwaardig als zijn bewering dat het niet waar is dat zijn racistische retoriek een klimaat heeft geschapen dat rijp is voor uit haat voortkomende aanslagen.

Iedereen rondom Trump vertrouwt erop dat zij, hun kinderen, en eigenlijk heel hun klasse, het wel zullen redden.

Het voorkomen van klimatologische chaos en het voorkomen van oorlog komen op hetzelfde neer. Er zijn waarschuwende stemmen opgegaan dat Trump juist veel te winnen heeft bij een sfeer van verhoogde angst en verwarring. Door zijn volstrekt negeren van ‘de waarheid’ kunnen we verwachten dat zijn regering welbewust voor crises zal zorgen.
Voor ons dus hoog tijd dat we ons voorbereiden op rampspoed, want als de plannen, die juist de gemeenschap ten goede komen, dan nog gemaakt moeten worden zijn we te laat.

Er is nog een reden waarom de Amerikaanse regering wel eens zeer binnenkort een veiligheidscrisis zou kunnen aangrijpen om een oorlog te beginnen of een bestaand conflict op te schalen: er is geen effectievere of snellere manier om de olieprijs omhoog te jagen; vooral als het geweld de levering van olie aan de wereldmarkt bedreigt. Trump heeft zich omringd met meesters van de chaos, van minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson tot minister van Financiën Steven Mnuchin. En chaos heeft in de geschiedenis vaak bewezen dat het de olieprijs omhoog kan jagen. Een oorlog, waardoor grote voorraden olie onbereikbaar worden of de macht van de Organization of the Petroleum Exporting Countries (OPEC) sterk wordt beknot, zou een enorme opsteker zijn voor de grote Amerikaanse oliebedrijven.

Wat tijdens Trumps regeerperiode de snelst groeiende marktsector zal zijn? Waarschijnlijk bedrijven die na een ramp dienstverlening bieden aan rijke mensen met slogans als “U hoeft niet in de rij te staan. Geen gedoe op drukke vliegvelden. Gewoon een eersteklas ervaring, die van een probleem een vakantie maakt.” (sic) Een gemeenschappelijk kenmerk van de mensen rondom Trump is dat iedereen erop vertrouwt dat zij, hun kinderen, en eigenlijk heel hun klasse, het wel zullen redden. “We kunnen de beschaving niet herstellen met de kinderen van anderen.” tweette democratisch gekozen Steve King kort na zijn aantreden als congreslid voor de Republikeinen. De tweedeling in hulpverlening bij of na een ramp schrijdt in alarmerend hoog tempo voort.

De waarheid is dat we juist níet beschikken over dit goddelijke vermogen tot ‘onszelf heruitvinden’.

Australië, Europa en Noord-Amerika zijn steeds grotere (geprivatiseerde) forten aan het opzetten om zich te beschermen tegen mensen die vluchten voor hun leven. De wereld is op weg naar een economie in Blackwater-stijl (dit bedrijf is berucht door systematisch buiten de wet te ondernemen en verantwoordelijkheid te dragen voor buitengerechtelijke executies), waarin private partijen verdienen aan het bespioneren van de bevolking, het bouwen van muren, door private bedrijven geleverde veiligheid en door met particuliere beveiligers bemande controleposten. Met name deze ‘forten’, ‘groene zones’ zoals Klein ze noemt, zijn verantwoordelijk voor ecologische rampen die nog zijn verergerd door de klimaatverandering, voor handelsverdragen waarin de zwakste partij wordt uitgeknepen of voor oorlogen.

Er worden veel krokodillentranen vergoten over de ‘migratiecrisis’, maar aanzienlijk minder over de crises die de aanleiding zijn voor de migratie-stromen. De dramatische opkomst van blank suprematiedenken, islamofobie, nationalisme, racisme tegen zwarten en rechtse politieke partijen die ramp-kapitalisme als probleem-oplossing voorstellen – waarvan we het afgelopen decennium getuige zijn geweest – valt niet los te zien van de bootjes, de drones, de muren, het turbulente geweld en van de straaljagers. Dat is het gezicht van mondiale destabilisering in landen die zich nooit hebben beziggehouden met de misdaden die kort na hun ontstaan zijn begaan – landen die altijd hebben gezegd dat slavernij en het stelen van het land van de inheemse bevolking maar kleine smetjes zijn op een roemrijk verleden.

Het beeld is duidelijk. Het eerste jaar zullen we heel waarschijnlijk nog niet helemaal merken wat deze Amerikaanse regering aan economische gruwelen aanricht. De volle omvang van hun barbaarse beleid zal pas later aan het licht komen als de onvermijdelijke begrotingscrises zich aandienen en de markt de ene klap na de andere krijgt. Dan zal het Witte Huis de meest ambitieuze items op het verlanglijstje van het bedrijfsleven gaan afvinken, terwijl het zegt dat het allemaal nodig is om de regering en misschien wel de hele economie te redden.

Het ligt in ons vermogen om opnieuw te beginnen”, zei de Amerikaans-Engelse filosoof, revolutionair en vrijdenker Thomas Paine in de 18de eeuw. Het was een treffende verwoording van de droom over ontsnappen aan het verleden die de kern is van het koloniale project èn van de American dream. Maar de waarheid is dat we juist níet beschikken over dit goddelijke vermogen tot ‘onszelf heruitvinden’. Dat is ook nooit zo geweest. We moeten leven met de rotzooi die we hebben geschapen en de vergissingen die we hebben gemaakt, en wanneer we humaan denken echt eens beginnen rekening te houden met de grenzen van wat onze planeet aankan. Vandaar de titel van Kleins boek: “Nee is niet genoeg tegen Trumps shockpolitiek, voor de wereld die we nodig hebben”, al zou ik zelf liever zeggen “Nee” is niet genoeg voor de wereld die we nodig hebben als antwoord op Trumps shockpolitiek.

Bron: “Meesters van de chaos; Het rampkapitalisme van Donald Trump c.s.” door Naomi Klein in De Groene Amsterdammer van 30 augustus 2017.