Hoewel we allemaal deelgenoot zijn, weten we niets van wat gaande is

In mijn beleving zijn de Nederlandse aandachtstrekkers, die op de TV aan de verschillende stamtafels zitten, een monocultuurtje geworden. Zo drukte een hovenier het laatst uit. Hun TV-discussies voeden enkel emoties, zonder dat het ergens over gaat. Ja, het zal tegen het zere been zijn, zo’n uitspraak. Maar echt, wat ‘wij’ doen, vinden we allemaal schrikbarend normaal. Pseudo-objectief denken ‘we’ dat het het meest juiste is om te doen:
allemaal moeten we ons ergens aan aanpassen,
de arbeid moet flexibeler,
de economie (van het land) moet groeien,
‘kritiek uiten’ noemen we demoniseren,
we moeten normaal doen,
met minder ontslagrechten tevreden zijn,
schulden maken om een diploma te krijgen,
schulden maken om te wonen en
ook moeten vreemdelingen zover mogelijk achter onze horizon zichzelf maar bedruipen,
zodat wij onbekommerd naar De Luizenmoeder kunnen kijken.

We denken daarbij niet vervuld te zijn van dogma’s, een ideologie of een religie. Sterker nog, we kunnen gewoon niet op het idee komen dat we ons jarenlang eenzijdig geïnformeerd hebben en inmiddels doordrenkt zijn van dezelfde leerstelling. Ik zou het een geloofsovertuiging noemen. Misschien kunnen we daar niet eens zoveel aan doen. Sinds van-oudsher-linkse-politieke partijen verregaand het neoliberalisme omarmd hebben, kreeg links in de politieke arena de rol van kwakkelende anesthesist. Een narcotiseur, die steeds weer faalt om de pijn van hervormingen (lees: ‘bezuinigingen op bezuinigingen’) weg te nemen. Wat resteert is door links en rechts gebezigde retoriek;
geblabla dat het idee behelst dat Nederland ooit multiculturalistisch was,
dat linkse politiek daar debet aan was,
dat dat een politieke correctheid met zich meebracht waarbij niet gezegd werd wat wel werd gedacht en
dat het geheel een vooringenomenheid met ‘identiteitspolitiek’ geweest is.
Stuk voor stuk gevolgtrekkingen waarop veel is af te dingen, maar in ons monocultuurtje is dàt het onzinverhaal wat we van de recente geschiedenis denken te weten. Omdat iedereen dat elkaar napraat moet het wel waar zijn, net als ooit – naar verluid – toen iedereen geloofde dat de aarde plat was.

Wie kiest voor deze deelname van bezit in ruil voor participatie-aan-onderdrukking zou kunnen beseffen dat hij met lege handen staat wanneer kapitaal dit akkoord weer eenzijdig intrekt.

Wat ons stuk voor stuk ontgaat, is dat iedereen in de politieke arena met de ‘gewone hardwerkende Nederlander’ alleen maar de witte Nederlandse man bedoelt, die zich niet met antiracisme inlaat, niet met gendergedoe, niet met vrouwenrechten en die in de eerste plaats zijn materiele ‘witte’ restanten van de ooit verworven rechten wenst te bewaken tegen immigranten en vluchtelingen. En niemand anders dan dat manvolk.

Alleen voor diegenen die mannelijke witheid kunnen claimen vallen ‘private cultuur’ en ‘publieke economie’ samen. Vanaf het begin van de Europese kolonisatie binnen de ‘Nieuwe Wereld’ was van belang een verhaal te hebben dat verklaarde waarom de toen ontluikende liberale ideeën over gelijkheid en menselijke waardigheid niet golden voor oorspronkelijke bewoners en tot slaaf gemaakte medemensen. Dat verhaal kwam er en er wordt tot op de dag van vandaag in geloofd. Ons neoliberale kapitalisme heeft van het begin af aan geprofiteerd van een exploitatie van onbetaalde arbeid. En dat doet het nog steeds! Denk aan de ‘lage lonenlanden (en denk even na over die term)’, aan mantelzorg, aan de vrijwilligers die musea, ziekenhuizen en de zorg draaiende houden, net als de taakverdelingen in veel huishoudens. Wanneer iedereen zijn onbetaalde arbeid een week niet zou uitvoeren: hoe desastreus zouden daarvan de gevolgen zijn? Laat staan wanneer iedereen met onderbetaalde banen of met slechte secondaire arbeidsvoorwaarden ook nog in staking zou gaan. Toch maakt al dit vrijwilligerswerk in en de slechte arbeidsvoorwaarden van wat ‘de vrije markt’ genoemd wordt een onlosmakelijk onderdeel uit van ons geheel onbewuste, neoliberale kapitalistisch gedachtegoed. En dat terwijl wij ons voor de TV vergapen aan discussies over detail-onderwerpen die verbleken bij de ongemakkelijke waarheid van wat gaande is en nagenoeg iedereen raakt.

Zonder enige adequate kritiek op onze eigen kijk op de wereld zappen we van TV-stamtafel naar TV-stamtafel. Daarbij gaan we voorbij aan zowel de historische als huidige effecten van het tegelijk exploiteren en ‘uitvlakken’ van allerlei vormen van onmisbare onbetaalde en onderbetaalde arbeid; maar ook aan misbare milieuverontreiniging en ongewenste klimaatverandering, zonder welke de kapitalistische orde – ook op dit moment – volledig zou instorten. Antiracisme, feminisme, politieke ecologie en politieke economie hebben gedeelde grond. Echter, door wat ooit links was en wat altijd al conservatief of rechts was, worden al deze onderwerpen weggezet alsof ze ondergeschikt zijn; mooie onhaalbare idealen voor hobbyisten. En dat zijn ze voor de zorgvuldig gebrainwashte witte Nederlandse man.

De meeste antiracisten, feministen en klimaatactivisten vechten tegen een ‘systeem van dominantie’. Een bedachte ordening dat integraal onderdeel is van een grote, kapitalistische ‘machine voor de exploitatie van hiërarchische verschillen en productie’. De conservatieven zijn de eigenaren en ontwerpers van deze machine, de rechtsen de aandeelhouders ervan en de linksen de machinisten. Wie zijn kapitaal vergroot, doet dat ten koste van iedereen die als ‘de ander’ wordt gedefinieerd en dat zijn:
de aarde zelf,
de dieren,
de niet-witte mensen,
zelfs de helft van de mensheid: nagenoeg alle vrouwen en
alle ‘werkvolk op de vloer’.

Deelname aan wat rest van de ‘verzorgingsstaat’ is geleidelijk omgebouwd tot een collectieve schuldplicht. Een afhankelijkheid, die op ieder moment kan worden ingezet om de nieuwste ronde van ‘hervormingen (lees: ‘wederom bezuinigingen’)’ af te dwingen.

Wie kiest voor deze deelname van bezit in ruil voor participatie-aan-onderdrukking zou kunnen beseffen dat hij met lege handen staat wanneer kapitaal dit akkoord weer eenzijdig intrekt. Dat is eerder gebeurd. Echter, daar gaat het aan de TV-stamtafels niet over dus weten ‘we’ hier allemaal niets van. En de ooit ‘linkse partijen’ blijven hun kwakkelend anesthesistische machinistenwerk doen. Het is de situatie waarin we ons nu bevinden en met de debatten tijdens de gemeenteraadsverkiezingen onlangs werd me dit weer duidelijker.

Er is bij mijn weten nog geen politieke partij in Nederland die het aandurft om bovenstaand sociaal-economisch verhaal te vertellen.

Bron: “Wat links nu te doen staat, Essay: Wie klassenstrijd wil, moet racisme en seksisme bestrijden” door Rogier van Reekum en Willem Schinkel in DeGroeneAmsterdammer van 14 maart 2018.

Het recht van de rechtelozen

Net nadat de rechter onlangs het vonnis van Nariman Tamimi had voorgelezen stond een Israëlische vrouw op en gaf de rechter een klap in het gezicht waarbij zij zei: “Wie ben jij om haar te beoordelen?

Even uitleggen:
Nariman Tamimi is de moeder van Ahed Tamimi die sinds 19 december gevangen zit omdat zij, vlak nadat haar neefje in het hoofd geschoten was, op de oprit van haar huis ongewapend een Israëlische soldaat geslagen had. Nariman stond voor de militaire rechter omdat het filmen van Aheds duwen en slaan en het verspreiden van die film een misdaad is. Dat is begrijpelijk want de film ging viraal en veroorzaakte een nieuw dieptepunt voor het onder onafhankelijke denkers toch al beroerde Israëlische imago. Nariman hoorde een ‘straf’ van 8 maanden tegen zich uitspreken en een boete.
De Israëlische vrouw heet ‘Yifat Doron’. Zij werd meteen aangehouden en verklaarde het eens te zijn met de politie dat zij een ‘bedreiging’ voor Israëls veiligheid is: “Iedereen die niet aan het lijntje loopt van uw apartheidsregime of die onafhankelijk durft te denken, vormt inderdaad een bedreiging voor de politie.

De burgerrechter was het daar niet mee eens en beval haar onmiddellijke vrijlating. Daarop vroeg de vertegenwoordiger van de politie om één dag uitstel om in beroep te gaan. De volgende dag herhaalde Yifat Doron haar argumenten van de dag ervoor, waaraan ze toevoegde: “Verder ben ik niet van plan mee te spelen met uw spel van democratie-voor-Joden-alleen. U doet maar.” Ondanks haar volledige bekentenis van de ten laste gelegde feiten en haar instemming met verdere aanhouding beval de rechter andermaal haar onmiddellijke vrijlating.

Koloniste Yifat Alkobi heeft ook zo’n verhaal: Zij heeft meermaals Israëlische soldaten in het gezicht geslagen. Zij werd telkens, ondanks een strafblad van geweld en talrijke aanhoudingen voor geweld tegen soldaten, dezelfde dag van haar aanhouding zonder borg en zonder voorwaarden vrijgelaten in afwachting van een proces voor de burgerlijke rechtbank in Israël. Zij riskeert hoogstens een kleine boete of korte voorwaardelijke gevangenisstraf.

Enkele dagen na haar nachtje cel belde Yifat Doron met het Israëlische magazine +9721 (de internationale telefooncode die voor Israël en de bezette Palestijnse gebieden dezelfde is): “Nariman (Ahed’s moeder) is een van mijn beste vriendinnen. Zij is een van de moedigste mensen die ik ken. Voor mij symboliseert zij het onrecht dat mensen ondergaan onder dit regime. Ik heb dit gedaan om haar te steunen. (…) Het is krankzinnig dat ik zoiets kan doen en twee dagen later al wordt vrijgelaten. Er zijn zoveel mensen in Nabi Saleh (het dorpje waar Nariman en Ahed Tamimi wonen) in de gevangenis, allemaal omdat ze besloten actie te voeren.

Bron: “Israëlische slaat militaire rechter Ahed Tamimi en is vrij na één dag” en “Amnesty eist onmiddellijke vrijlating Ahed Tamimi”; beide door Lode Vanoost via DeWereldMorgen op respectievelijk 26 maart 2018 en 16 januari 2018.

Rechtvaardigheid

Het laatste wat ik van haar meen te weten, is dat zij gezegd zou hebben: “Er is geen rechtvaardigheid onder bezetting.” Dat had zo uit de Tweede Wereldoorlog kunnen komen, maar komt het niet. Aan het woord was namelijk de inmiddels 17-jarige Ahed Tamimi, vlak voordat ze werd afgevoerd.

In de voorbije weken had haar advocaat Gaby Lasky reeds aangekondigd de verdediging van Ahed Tamimi te gebruiken om de illegaliteit van de bezetting en van de militaire uitzonderingsrechtbanken te bepleiten. Gezien de enorme internationale aandacht voor haar zaak heeft Israël wellicht een uitweg gezocht om het gezichtsverlies te minimaliseren. Lasky is nu met haar cliënte overeen kunnen komen om schuldig te pleiten voor 4 van de 12 beschuldigingen. De rechtbank zal haar daarvoor een gevangenisstraf van 8 maanden opleggen en een boete van 5.000 shekels (€ 1.166). Dat is één maand korter dan de Israëlische soldaat moest uitzitten, die een volstrekt weerloze, ongevaarlijke Palestijn standrechtelijk executeerde (die naar verluid alleen gestraft werd, omdat zijn daad gefilmd was en via internet ‘viraal’ ging). Haar tijd in voorarrest zal, tegen de gewoonte van Israëls militaire rechtbanken in, meetellen, zodat Ahed Tamimi ‘al’ begin juli 2018 kan vrijkomen. Verder krijgt zij een proeftijd van 3 jaar. Door het opleggen van deze ‘straf’ bevestigen de Israëlische autoriteiten overigens wel dat zij geen respect hebben voor de rechten van Palestijnse kinderen en dat het nog aan de intentie ontbreekt hun discriminerende beleid te stoppen. Formeel moet de rechter deze beslissing nog nemen.

Ondertussen blijven nog steeds meer dan 350 andere minderjarige Palestijnse kinderen, met een minder opvallende haarbos, opgesloten in omstandigheden die alle internationale verdragen en de eigen Israëlische wetgeving overtreden:
· Minderjarige Palestijnse kinderen worden aangehouden tijdens nachtelijke bestormingen, ook al is hun aanhouding overdag ook mogelijk.
· Zij worden uit de bezette gebieden gehaald en naar gevangenissen in Israël gebracht, wat een overtreding is van de Conventies van Genève over het oorlogsrecht.
· Ze worden ondervraagd zonder de aanwezigheid van een ouder of een door de familie aangewezen vertrouwenspersoon, wat eveneens een overtreding is van internationale verdragen en van de eigen Israëlische wetgeving.
· De militaire bezettingsrechtbanken laten geen getuigen à décharge toe.
· Ze gebruiken geheim bewijsmateriaal dat niet door de verdediging kan worden beoordeeld.
· Bekentenissen, ondertekend door minderjarige kinderen tijdens hun gevangenschap, worden aanvaard als bewijs, hetgeen eveneens een zware schending van de internationale verdragen over de rechten van het kind is. Ook Israël zou zich aan dit verdrag houden, maar doet dat dus kennelijk niet.
De militaire rechtbanken vonnissen Palestijnen overigens over de hele lijn in bijna 100 % van alle zaken: ‘schuldig’.

Door deze uitzonderings-deal met de advocaat van Ahed Tamimi geeft Israël kennelijk toe aan de druk van een internationale campagne voor haar vrijlating, die nog steeds toeneemt en in steden over heel de wereld – met uitzondering van Nederland dat zich druk bezig houdt met ‘belangijker’ zaken – tot acties, betogingen en petities blijft leiden. Ik juich deze internationale druk van harte toe. Nee, niet om Israël een hak te zetten! Nee, omdat ik bijzonder trots ben op de mensheid, waartoe ik ook behoor, dat ‘we’ na voorbereidingen tijdens de Tweede Wereldoorlog vlak daarna, dat wil zeggen: in West-Nederland was de oorlog nog anderhalve week gaande, in staat zijn geweest een organisatie als de Verenigde Naties op te tuigen; een organisatie die eerst een universele verklaring over de rechten van de mens opstelde, die breed door naties ondertekend en geratificeerd is. Jammer genoeg laat het naleven te wensen over maar mijn trots op de mensheid van toen is er niet minder om. Vervolgens liet de VN nog negen kernverdragen*, die breed ondertekend en geratificeerd zijn, het licht zien.

Met de publiciteit rondom deze fotogenieke Ahed Tamimi raakten miljoenen mensen over heel de wereld ineens en voor het eerst goed geïnformeerd over een realiteit van de Israëlische bezetting en van de manier waarop Palestijnse kinderen in een flink aantal gevallen worden mishandeld onder verantwoordelijkheid van de huidige Israëlische regering.

Internationale druk om een rechtvaardiger wereld te bereiken helpt, dus op naar een vrediger wereld…

Bronnen: “Israël laat onder internationale druk Ahed Tamimi vrij binnen vier maand” door Lode Vanoost via DeWereldMorgen en “Israel/OPT: Palestinian child activist Ahed Tamimi sentenced to 8 months in prison” via Amnesty International (amnesty.org/en); beide op 21 maart 2018.
___________________
* De 9 kernverdragen van de VN zijn volgens het College voor de Rechten van de Mens:
· Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR)
· Internationaal Verdrag inzake de bescherming van de rechten van alle migrerende arbeiders en hun familieleden (CMW)
· Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind (CRC, ofwel Kinderrechtenverdrag)
· Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie (CERD)
· Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR)
· Internationaal Verdrag tegen gedwongen verdwijningen (CED)
· Internationaal Verdrag voor de uitbanning van alle vormen van vrouwendiscriminatie (CEDAW, ofwel Vrouwenverdrag)
· Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (CRPD)
· Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende vormen van bestraffing (CAT)

Goed geregeld (op papier)

Begaan met het Tropisch Regenwoud hebben we de houtimport in België en Nederland goed op orde. Wat zeg ik; in Europa! Voordat hout gekapt mag worden, moet er een bosbeheerplan zijn. Wanneer kap binnen dat beheerplan verantwoord is, mag er pas gekapt worden en naar de Europese Unie geëxporteerd; en dus ook naar België en Nederland.

In zo’n beheerplan wordt het volume aan verschillende boomsoorten opgenomen. In de staat Pará in het Braziliaanse Amazonewoud worden de volumes van ipé, een commercieel waardevolle boomsoort waardoor het winstgevend is om voor het ‘winnen’ van die boom diep in het regenwoud door te dringen, nou, de volumes van ipé worden in de bosbeheerplannen structureel vèèl te hoog geschat. Daarvan kunnen dus heel wat bomen gekapt worden, want dan blijven er nog genoeg andere over. Vervolgens wordt het overbodig volume aan zogenaamde spookbomen gekapt. Dat heeft grote, nadelige gevolgen voor het hele Tropisch Amazonewoud en de daar levende lokale gemeenschappen. Daarna kan iedereen met een gerust hart gaan slapen:
De Braziliaanse overheid, want een ‘iets te hoge inschatting behoort tot de bedrijfsrisico’s. Je kunt onmogelijk heel exact de volumes gaan meten’.
De illegale houtkapper, want hij heeft op papier heel wat ipé’s laten staan.
De Belgische en Nederlandse overheden, omdat zij er alles aan doen om illegale kap te voorkomen.
En u, want u gebruikt alleen gecertificeerd hout.

Greenpeace roept nationale overheden binnen de EU echter op om de bewijzen voor de in bosbeheerplannen opgegeven volumes te gaan controleren, omdat waarschijnlijk tweederde van de houtkap illegaal uitgevoerd wordt.

Tweederde… Geld gaat voor alles, denk ik dan berustend en een beetje boos.

Bron: “Greenpeace: import van hout uit Amazone boordevol fraude” door Inter Press Service via DeWereldMorgen op 20 maart 2018.

Hoe je tot een keuze komt (en ik aan het komen ben)

Hoe ik mijn keus op 21 maart a.s. bepaal? Laat ik maar bij het eind beginnen: ik ben er nog niet uit. Maar wat ik doe, is een stip zetten aan de horizon met de best wat lange vraag:

“In wat voor wereld wil ik dat de kinderen van de kinderen van de kinderen van de kinderen van mijn kinderen leven?”

Vervolgens kijk ik wat er nù gedaan kan worden om dàt te bereiken, bijvoorbeeld: ‘Wat ga ik voor mijn kinds kinderen op 21 maart stemmen?

Dat ik wil gaan stemmen staat daarom vast. Wanneer ik niet ga stemmen gaat mijn stem naar de winnaar(s) in De Bilt en dat zal ik hoogstwaarschijnlijk geen goede zaak vinden. Vorige keer wonnen D66, VVD, Beter De Bilt en CDA. Ik zal ook niet blanco gaan stemmen, want er is volgens mij genoeg te kiezen, maar waarop uiteindelijk mijn keus valt, weet ik nog niet.

Nee, ik wens onze kinds kinderen een wereldvrede toe, zo één waar velen rond kerst over zingen. De PSP doet al sinds 1990 niet meer mee, terwijl die politieke partij nog steeds mijn voorkeur zou hebben; die was opgericht om pacifisme te bereiken; een wereldbeschouwing die duurzame vrede nastreeft en tegen geweld en oorlog is. Een vies woord volgens sommigen, maar sinds ik tijdens mijn militaire dienstplicht anderhalf jaar bij onze pantserinfanterie werkte is dàt mijn ideaal.

Bij gebrek aan PSP stem ik dus al bijna 3 decennia ‘strategisch’, want alle partijen hangen ons kapitalisme aan: alles moet wijken – tot en met de inkomsten voor uitkeringsgerechtigden, het minimumloon en voor velen hun inkomenszekerheid – voor het oprekken van ònze economische groei. Daarbij maakt het niets uit of bedrijven hier belastingen betalen, werkelijk vaste banen scheppen tegen respectvolle arbeidsvoorwaarden voor werknemers of wat voor troep ze produceren. Of het nou akelige financieel verpakte wangedrochten zijn, vleesproducten, ziekmakend voedsel (suiker, zout) of wapens, ze hoeven steeds minder belasting te betalen over hun winsten, voor zover ze die opgeven. Ons kapitalisme brengt wereldvrede volgens mij verder buiten bereik, omdat het ten koste gaat van mens en milieu; het buit arbeiders en de aarde uit, het brengt gelukkig voor velen hier welvaart en wakkert daarbij helaas hebzucht, een egocentrische onverschilligheid voor wat er in de wereld gaande is en oppervlakkigheid aan, verspilt grondstoffen, maakt de goegemeente tot schuldenaar en geeft feitelijk enkelen steeds meer geld en macht over èlk maatschappelijk debat. Kijk in Nederland naar de ‘discussie’ over de dividendbelasting.

Ik stem dus strategisch, waarbij ik geen partij meer ken die een stip aan de horizon zet, laat staan de mijne. Alle partijen willen iets binnen onze kapitalistische wereldorde verbeteren, zonder de schadelijke machtsstructuur aan te pakken. De Partij voor de Dieren (PvdD) – de partij van duurzaamheid, mededogen, persoonlijke verantwoordelijkheid en persoonlijke vrijheid – komt mij hierin nog het meest tegemoet door voor een ‘plan B’ te kiezen, tegen de extremen van ons kapitalisme.

Echter, in mijn gemeente doet de PvdD niet mee. Resteren GroenLinks, PvdA en SP, omdat zij drieën het verst gaan in hun kritiek op wat we allemaal normaal zijn gaan vinden, althans vergeleken met de andere De Biltse partijen.
Van geen van deze zou ik lid worden omdat ik zwaarwegende bezwaren heb tegen elk van deze partijen, maar één van deze drie gaat het wel worden. Welke, weet ik waarschijnlijk pas in het stemhokje, dat ik dus zeker zal gaan bezoeken. Immers, zonder de stem van degenen, die de politiek zo’n beetje hetzelfde als ik inschatten, wordt het niks volgens mij.

Waarom ik ook dit keer ‘tegen’ ben

Waarom ik tegen de nieuwe bevoegdheden in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) ga stemmen; de “sleepwet”, waarover tijdens de komende gemeenteraadsverkiezingen ons laatste referendum wordt gehouden:
Eigenlijk gaat het mij maar om twee punten en een onderliggend gevoel.

Het eerste punt is dat een verdere verruiming van de Wiv nadien kan plaatsvinden door een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Als de AIVD in de toekomst bijvoorbeeld ook uiterlijke kenmerken uit verzameld DNA wil afleiden, hoeft de regering daarvoor alleen een AMvB af te kondigen, waarover onze Tweede Kamer niet stemt.

Het tweede punt waarom ik tegen de nieuwe bevoegdheden binnen de Wiv ga stemmen is dat de huidige Wiv al overtreden wordt aangaande het aftappen van dataverkeer en het eventueel via inbraak verzamelen en opslaan van DNA-profielen door onze eigen overheid; onze Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) in het bijzonder. Overigens zit ik ook niet te wachten op zo’n bij wet gelegitimeerde inbraak door de AIVD, en volgens mij niemand. Met een overheid die zich nu al niet aan haar eigen wetten houdt, zou ik het dom vinden haar wettelijke bevoegdheden te verruimen, want dan doet ze wellicht straks alles buiten- en binnenwettelijk naar eigen goeddunken. De nieuwe bevoegdheden in de Wiv dienen slechts het huidige – onwettig – gedrag van de AIVD sinds 2015 met terugwerkende kracht te legaliseren. Ik zou het hek op de dam houden.

Mijn onderliggend gevoel is dat ik vanuit een mijns inziens ‘gezond wantrouwen’ in mijn leven sta. We moeten daarom volgens mij ons ‘zijn, hebben en houden’ niet aan een overheid toevertrouwen. Onze privacy aan haar blootgeven, schept volgens mij juist minder, in plaats van meer veiligheid. Het delen van afgetapte data en DNA-profielen met andere landen zit mij ook niet lekker. Bovendien, als het Witte Huis in de Verenigde Staten van Amerika gehackt kan worden, kan de AIVD dat ook.
Het opsporen van die enkele bijzonder gevaarlijke crimineel – die vrijwel altijd al in beeld was bij justitie en/of politie – is wat mij betreft de risico’s, die aan de nieuwe bevoegdheden van Wiv kleven, niet waard.
Laten we het maar lekker houden bij de databank die het Nederlands Forensisch Instituut beheert, met alleen de bewaarde profielen van veroordeelde Nederlanders en met de bevoegdheid om het DNA-profiel van verdachten te analyseren.

Bron: “De DNA-verzameldienst; Het referendum over de sleepwet” door Saskia Naafs en Emiel Woutersen via De Groene Amsterdammer op 28 februari 2018.

Oogsten na de storm

Tobias paste in zijn rijtjeshuis met zijn vrouw Godelinde, zijn twee kinderen en zijn hond. Nou ja, hond? Hondje! Zijn kinderen van 9 en 6 keken nog tegen hem op en zijn vrouw hield van hem en van zijn inkomen. Tobias was blij met zijn werk als directeur van een flinke basisschool. Afwisselend werk met kinderen, docenten, ouders, de gemeente, maatschappelijke instellingen en wat niet al. “Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst”, zei hij zelfs op ongepaste momenten. Hij was op alle vlakken onomstreden en de school lag in een wijk met jonge mensen, dus wat kon hem gebeuren?

Hij wilde wat meer doen voor de mensen in zijn omgeving. Zijn relatie met Godelinde was stabiel; “Een heerlijke sleur”, zei hij als mensen er naar vroegen. Grote delen van de weekenden reserveerde hij voor zijn twee dochters, en ook doordeweeks wilde hij meedoen in het huishouden als hij van school kwam. Hij realiseerde zich niet dat het gewone alledaagse leven plaats gemaakt had voor de stilte voor een storm.

Tobias besprak met Godelinde dat hij één avond in de week in hun huis mensen wilde gaan masseren. Hij had eerder met zijn vrouw een cursus daarvoor gedaan en “Zou het niet leuk zijn om het geleerde in de praktijk te gaan brengen?
Godelinde: “Je doet maar wat je niet laten kunt, als je aan mij-masseren niet genoeg hebt.
Tobias: “Maar ik wil het samen, tenminste jij zoveel avonden als je wilt en ik op donderdagavond.
Ik heb mijn vader ook nog, Tobbekop.
Ja, natuurlijk, mijn godje.
En als ik dit nu toch ga opzetten?
In de kleine voorkamer? Je doet maar. Maar ik ga de mensen niet ontvangen.

Tobias dacht zijn plannen goed uit en na verloop stond er een massagetafel in de kleine voorkamer. Via zijn school maakte hij bekend dat hij massages aan huis gaf. “Nee, het ging hem niet om het geld.
Nee, niet met een happy end.”

De eerste klanten kwamen voor € 10 per behandeling van zo’n drie kwartier en Tobias praktiseerde zich als een masseur op te stellen. Er volgden nog enkelen tot de tweelingzus van Godelinde vroeg – aan Godelinde – of zij zich ook mocht laten masseren door Tobias. “Je doet maar”, had haar zus gezegd, “als je er maar goed over praat met jouw Karel.
Ik wil geen gedoe in de familie.

Tobias’ schoonzus was drie maanden geleden bij Tobias geweest. Na het vertrek van haar zus – ze hadden achteraf nog even gedrieën een glas wijn gedronken – voelde Godelinde zich er toch niet zo lekker mee.
Hoe was het masseren vanavond, Tobbekop?
Ik heb haar borsten niet aangeraakt, hoor”, antwoordde Tobias, die gevaar rook.
Hoe was het?
Net als de anderen.
Hoe voelen die anderen?
Iedereen voelt anders en jij het fijnst van iedereen”, probeerde Tobias de situatie te redden.
Hoe was het?
En nu kreeg Tobias de ingeving, die een storm zou inluiden: “Lief godje van me, als ik voel, voel ik niet de huid van een ander, maar ik voel mijn eigen vingers. Niets meer en niets minder.
Hmmm”, reageerde Godelinde. Ze had het er verder bij gelaten.
Bij het uitlaten van het hondje voelde Tobias een ongekend chagrijn van zich meester maken.

Die nacht kon Tobias niet in slaap komen. “Als ik voel, voel ik niet de huid van een ander, maar ik voel mijn eigen vingers”, spookte door hem heen.
Als ik kijk, zie ik niet de ander, maar ik zie alleen wat ik zie van de ander”, varieerde hij.
Als ik hoor, hoor ik niet alle geluid, maar alleen de geluiden waarop ik focus; misschien alleen de woorden die ik begrijpen kan. Alleen de zinnen die ik aankan.
Als ik denk, denk ik binnen mijn eigen denkraam, zou Marten Toonder de dwerg Kwetal laten zeggen.

Zijn getob stortte Tobias in een poel van onzekerheid met levensvragen als Wat stel ik eigenlijk voor; eigenlijk? Feitelijk!?! Hij realiseerde zich dat zijn inzicht erger was dan in de bubble leven. Dat kon hij nog wel begrijpen. In een bubble leef je nog met andere, soortgelijke mensen; dit is een knellend, veel te klein luchtbelletje. Wat weet ik werkelijk? Van de werkelijkheid?

Voor het eerst in zijn leven voelde hij zich eenzaam. Voor het eerst vroeg hij Godelinde een paar keer om hem vast te houden. Voor het eerst liet hij zijn eten staan, maar voor zijn kinderen bleef hij de hen-toegewijde vader, die hij altijd voor hen geweest was. Godelinde begreep zijn uitleg voor zijn droevige gezicht niet. Adviseerde hem ‘hiermee op te houden’, en eiste tegen beter weten in meer aandacht. Hem liet het niet meer los alsof hij op de bodem van een oceaan in een eenpersoonsonderzeeboot zat met een uitgevallen motor: geen ontsnappen aan en blijven is ook geen optie.

Afgelopen weekend op een familiebezoek vroeg hij een tante van hem, toen hij haar naar de keuken gevolgd was, wat zij ervan vond; ‘de gevangenschap in zijn lijf’. Die tante reageerde enthousiast. Verbouwereerd hoorde hij haar vreugdekreten aan.
Jochie, wat mooi! Je hebt god gevonden.

Dit was wel het laatste wat hij van zijn atheïstische tante verwacht had.
Mij maakt het somber”, wierp hij tegen, “alleen Judith en Yara doen er nog toe voor mij.
Beste Tobias, er is niets om somber over te zijn. Jij weet iets wat niet veel mensen weten, maar wat voor iedereen geldt. Ook voor mij.
Hoezo heb ik god gevonden?
Willem Kloos zei: ‘Ik ben een god in het diepst van mijn gedachten’. Die god van Willem Kloos heb jij gevonden.
Tobias keek haar verbaasd aan.

Of je bent goed onderweg.
Jouw inzicht, dat jij vergelijkt met een gevangenis, helpt jou bewust te maken van waar het echt om draait. Jouw inzicht gaat over ‘waarheid’.

Jezus, hoe moet ik het je uitleggen?
Jij…
Ieder kind wordt…
Nee, ik… Ik ben geboren met een open mind. Daarna werd me van alles aangeleerd en afgeleerd door jouw opa en oma: Foei!, Lief!, Stout!, Nee!, Afblijven!, Doe eens normaal!
Vervolgens werden er allemaal etiketjes op mij geplakt: ‘Je bent een egoïstisch meisje’, ‘Je kunt goed praten’, ‘Je bent wel scherpzinnig’. ‘Je bent niet te vertrouwen’. ‘Huilebalk’. ‘Als jij je zin maar krijgt’.

Pas toen ik op mijn achttiende het huis uit was, kon ik helemaal zelf bepalen met wie ik omging en met wie niet. Van mijn vriendenkring hoorde ik heel andere kenmerken van mij: ‘Je staat voor iedereen klaar’. ‘Bij jou kom ik tot rust’. ‘Jij kunt ook alles’. ‘Wat ben je snel’.

Weer veel en veel later kon ik veel van die etiketjes van me afschudden, mede dankzij Pim; oom Pim. Die is zo goed voor mij, zo vertrouwd. Alles wat ik met hem bespreek, is bij hem in goede handen.

Ik kreeg meer en meer zelfvertrouwen en waardering voor mijzelf. Mede door mijn werk natuurlijk. En wanneer ik nu emotioneel geraakt wordt, vandaag bij wijze van spreken, willen er oude of nieuwe beelden over mij nog wel eens terugkomen. Ik kan die dan vaak waarnemen op de manier waar jij het over had: ‘Ik ben het die voelt’; alsof ik het niet ben die boos of koppig is, maar dat de boosheid of koppigheid in mij de kop opsteekt.
Ik ben toch ook niet mijn boosheid? Ik ben toch niet mijn karakter? Ik ben ‘ik’, en kan allerlei emoties van mijzelf, en gedachten over mijzelf waarnemen. Alsof het oude vrienden zijn.

Juist daardoor kan ik vertrouwen. Juist daardoor kan ik liefde zijn. Juist daardoor kan ik zelfs mijzelf vertrouwen. Dàt is die god in mij: vertrouwen, liefde, zelfvertrouwen. Ik kan ook waarnemen! Bewust-zijn. Twee aan elkaar gekoppelde woorden. Begrijp je wat ik zeg?

Tobias was alleen naar zijn tante aan het luisteren en reageerde niet.

Tobias, juist daarom leg jij mij jouw probleem voor. Omdat ik jouw gevangenis-gevoel juist als iets moois zie; iets wat alleen mensen kunnen; dieren niet. Op de een of andere manier wist je dat je mij jouw probleem moest voorleggen.
Dat zou best kunnen”, antwoordde Tobias.
Jochie, jouw inzicht dat jij het bent die voelt wat hij voelt, die ziet wat hij ziet, die hoort wat hij hoort, is een inzicht waar mijn zus Godelinde heel veel aan zal hebben. Het is volgens mij”, zei zijn tante, “de eerste echte stap naar afpellen en werkelijk waarnemen. Het zal je nederig maken en trots. Het zal je duidelijk maken wat jouw toegevoegde waarde aan dit ondermaanse is, omdat je er achter gaat komen dat je niks meer en niets minder dan jouw ‘ik’ bent met dezelfde open mind die je had, toen je werd geboren. Geniet hier maar van en wees maar tevreden met jezelf; je bent het zelf die voelt; je bent goed bezig om vanuit jouw ‘ware natuur’ te gaan leven!

Jouw gevangenis-gevoel gaat je misschien in staat stellen om je met tomeloze liefde en vertrouwen te verbinden met Judith, met Yara, met Godelinde, met jezelf en met iedereen.

Zelfs met mij”, grapte ze er achteraan.

Waarom iedereen treuzelt met effectief klimaatbeleid

Wat een grappige titel van de bron voor dit stukje: ‘Voor een prikkie naar de Filistijnen’. Daar zou ik het bij kunnen laten, maar deze zin vraagt toch wat toelichting. Daar gaat-i:

Op het kantoor van actiegroep Transport & Environment blijken nog 6 olifantenpakken te liggen. Dat vertelt Bill Hemmings van die actiegroep. Het zijn restanten van een campagne op de klimaattop COP21 in Parijs. De luchtvaartsector was daar de elephant in the room; dat onwelgevallige onderwerp waar niemand zijn vingers aan wil branden. Regeringsleiders jubelden, zoals bijna altijd na een top, over ‘een doorbraak’. Deze top zou het einde van het fossiele tijdperk gaan inluiden, maar de olifant in de kamer bleef onbesproken, net als de op stookolie vooruit gedreven scheepvaart. Alleen de Europese Unie besloot om het vliegverkeer op te nemen in haar klimaatdoelen waarvoor hulde; de rest van de wereld blijft vol hoop afwachten of de sector zelf nog bijtijds met oplossingen komt.

De Nederlandse regering van CDA, CU, D66 en VVD ziet de tomeloze groei van Schiphol ook niet als een ecologisch probleem, maar juist als een economische kans. Het idee dat ‘Nederland achteruit vliegt als Schiphol stilstaat’, zoals de baas van het vliegveld het onlangs verwoordde, is diepgeworteld in onze polder. Dat hebben we ervan als we op zulke partijen stemmen.

Er zijn echter geen gemakkelijke oplossingen. Stiekem, gelooft Hemmings, zijn politici dankbaar dat er organisaties als International Civil Aviation Organization bestaan, de organisatie die inmiddels onder de vlag van de Verenigde Naties hangt en daar de taak heeft om de burgerluchtvaart in goede banen te leiden. Door haar bestaan kunnen politici de heikele kwesties rondom de toenemende burgerluchtvaart en de opwarming van de aarde en klimaatverandering op zo’n ICAO afschuiven en hoeven ze zelf geen moeilijke beslissingen te nemen. Nou ja, ‘moeilijk’ in de zin van het tonen van leiderschap bij het aanpakken van iets wat al decennia geleden hoognodig was en waarvan we steeds vaker zien – vandaag kijkend naar Groenland of de Noordpool – dat er direct iets gedaan moet worden omdat het al te laat is.

Daar komt bij dat de Europese Unie een traumaatje heeft opgelopen van een gestrande poging om wél serieuze actie te ondernemen: al het vliegverkeer had vanaf 2012 onder het emissiehandelssysteem (ETS) moeten vallen, wat zou betekenen dat luchtvaartmaatschappijen rechten moeten kopen voor hun CO2-uitstoot in het Europese luchtruim. Dat goedbedoelde maar falende plan om uitstoot van CO2 te verminderen. Maar zelfs dat plan stuitte op hevige weerstand uit het buitenland. China dreigde met een handelsoorlog en het Congres in de Verenigde Staten van Amerika nam hautain een wet aan die Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen verbood om emissierechten te betalen. Toen dan ook nog de luchtvaartlobby – met KLM en Schiphol voorop – de druk opvoerde, koos Brussel uiteindelijk ervoor enkel het vliegverkeer binnen Europa onder het ETS te laten vallen (al merkt de reiziger daar met de huidige koolstofprijs weinig van).

Zo blijven topconferenties en regeringen gevangen in de houdgreep van de luchtvaartsector, die zo kenmerkend is voor alle klimaatbeleid. De consument kan van alles opgelegd worden, maar bronnen van klimaatverandering en opwarming van de aarde aanpakken? Iedere natie treuzelt, omdat niemand te ver voor de troepen uit wil lopen. Niet de leefbaarheid van de aarde, maar nationale economische groei blijft de heilige graal. Dus hebben we het nog niet gehad over de productie van duurzame apparaten, waardoor ons grondstoffengebruik geminimaliseerd zou worden. Of snelheidsbeperkingen op snelwegen om de uitstoot van auto’s te verminderen. Aan banden leggen van transport via auto- en vaarwegen, of het rendabel maken meer energie via zonnecellen op te wekken dan alleen voor eigen gebruik. Of de vleesconsumtie…

Nou ik stop maar snel en zet snel mijn computer uit om wat minder stroom te gebruiken; vooralsnog worden immers nog steeds kolencentrales, olie, uranium en lang niet alleen water, wind en zon gebuikt om elektriciteit op te wekken. Maar niet na nog even te wijzen op de grappige en toepasselijke titel van mijn bron!

Bron: “Voor een prikkie naar de Filistijnen, De toekomst van het vliegen” door Jaap Tielbeke via De Groene Amsterdammer op 21 februari 2018.