Europees Burgerinitiatief ‘No Profit On Pandemic’

Farmabedrijf Pfizer kan enkel dit jaar al € 15.000.000.000 aan de verkoop van haar anti-coronavaccin verdienen, dankzij een winstmarge van 25 tot 30%. De andere vaccinleveranciers zullen gelijksoortige bedragen in hun boeken kunnen bijschrijven. Het is maar dat u weet waar ons belastinggeld naar toestroomt: naast naar private zorgverzekeraars en wat niet al meer geprivatiseerd is, nadat het met belastinggeld opgebouwd was, naar private farmaceuten.

Het is voor mijn hersens onbegrijpelijk dat de Europese Commissie de toegang tot anti-coronavaccins beperkt om de winsten van ‘Big Pharma’ te beschermen. Zo laat ze Covid-19 bovendien nog meer slachtoffers maken dan ‘onoverkomelijk’ is.

De vraag is of we in deze wereld willen leven, sterven en ziek zijn, of dat we vinden dat het roer radicaal om moet. Deze vraag stellen, is voor mij hem beantwoorden: ik heb me aangesloten bij het Europees Burgerinitiatief ‘No Profit On Pandemic’. Dat Initiatief wil 1 miljoen handtekeningen verzamelen om de Europese Commissie tot actie te dwingen, omdat ze het anders bij het oude, in mijn ogen onjuiste, laat.

Gezondheid lijkt mij een mondiaal gemeenschappelijk goed dat niet aan de wetten van de markt mag en kan worden overgelaten. En een pandemie, die geen enkel continent spaart, kunnen we uitsluitend overwinnen wanneer alle wereldburgers zo snel mogelijk beschermd worden, ongeacht hun ‘koopkracht’. Dankzij druk van onderaf kunnen u en ik dit veranderen.

Het zal u wellicht door ons verkiezingsgekrakeel ontgaan zijn, maar António Guterres, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, waarschuwde recent dat 130 landen nog niet eens met de inentingen tegen Covid-19 konden beginnen. Ook volgens UNICEF wordt momenteel slechts 43% van de wereldwijde vaccinproductiecapaciteit benut voor het maken van anti-coronavaccins. “Het voorstel van India en Zuid-Afrika binnen de Wereldhandelsorganisatie wordt al door de WHO gesteund; de meerderheid van de landen in het Zuiden en meer dan 400 middenveldorganisaties”, merkt Anne Delespaul op, de Belgische initiatiefneemster van het Europees Burgerinitiatief (opvallend dat we niet zo democratisch ingesteld zijn om wanneer de WHO dit voorstel van India en Zuid-Afrika steunt, het dan ook over te nemen (laat die WHO maar waaien); u heeft er misschien nog niet eens van gehoord…).

Indien u geïnteresseerd bent in dit burgerinitiatief, of sowieso uw steun wilt betuigen, klik dan hier.

Bron: “Flashmob wil dat Europese Commissie patent op coronavaccin opheft” door Actieplatform Gezondheid en solidariteit via DeWereldMorgen op 25 februari 2021.

Achter onze culturele rijkdom

Vanmorgen keek ik lang naar de foto op pagina 18. Een jonge vrouw in het zwart staarde vanuit een stoel terug. Een knappe vrouw. Haar ogen staan onderzoekend; het zal een wilskrachtige vrouw zijn met een open mind, zoals we dat tegenwoordig in goed Nederlands zeggen. Dat ‘jonge’ moet u maar met een korreltje zout nemen, want met mijn 67 vind ik iedereen onder de 40 jong.

Het bekijken van de foto  was voor mij als het plaatsnemen op een vluchtheuvel. In de Groene werd deze vrouw opgevoerd als prominent denker over de grote problemen waar onze nieuwe regering na 17 maart voor komt te staan. Halverwege dat artikel kon ik even rust nemen door naar haar foto te staren, om het opiniestuk vervolgens uit te lezen. Haar scherpzinnige analyse van de wereld geeft mij moed voor de toekomst. “Fijn dat we zulke landgenoten hebben”, denk ik dan.

Op een enkele gevierde kunstenaar na, leven de meeste beeldend kunstenaars – net als podiumkunstenaars – ook als levenskunstenaar. Bloei-jaren waren voor veel van hen hier de ’60er en ’70er jaren, maar daarna kwam de klad er weer in. En de klap van de bezuinigingen van het kabinet Rutte-I in 2013 is de sector nooit te boven gekomen. Cultuur moest gaan ondernemen, kunstenaars moesten de markt op, musea, podia en theaters moesten meer eigen inkomsten genereren om ‘de eigen broek’ op te houden. Met het aanbreken van de coronacrisis bleek de markt als heilige graal voor cultuur een lege huls.

Mensen leven in een staat van permanente concurrentie. Daar gaat het ontzettend mis

Nu gaat kunst altijd over samenleven. “Kunstenaars voelen en geven uitdrukking aan gevoel, ze verbeelden wat ze in de samenleving oppikken. Ik vind dat mooi om te zien en ik ben er trots op, maar ik vraag me ook af wat daaraan ten koste gaat”, vertelt Zippora Elders, de vrouw op de foto. Ze noemt de diepe kloven, die door de samenleving lopen. Het feit dat mensen zich niet veilig voelen en wantrouwig zijn naar de gevestigde orde. De toeslagenaffaire, (seksueel) misbruik en de manier waarop de aantijgingen tegen kunstenaar Juliaan Andeweg de beeldende kunst in het hart raakten, lieten zien dat dat onveilige gevoel met goede reden is. De Black Lives Matter-beweging die heeft laten zien hoe niet alleen in Amerika, maar over de hele wereld bepaalde groepen stelselmatig worden uitgesloten. De doorlopende klimaatcrisis en nu dan de coronapandemie.

Zij denkt dat “het belangrijk is dat we een gelaagd systeem hebben met een gelijke verdeling van middelen, waarin lokale gelden worden verdeeld door lokale commissies. Maar”, zegt zij, “je ziet aan het cultuurbeleid dat de neoliberale waarden van de overheid hun weerslag hebben op hoe het bestel functioneert.

Je leven wijden aan het maken van het ‘nutteloze’ is een politieke keuze

Er is in de cultuursector sprake van een ogenschijnlijke vorm van vrijheid als het gaat over ondernemerschap. Als jij je eigen inkomsten kunt regelen en op die manier je relevantie kunt aantonen, dan gaat het wel goed. Maar uiteindelijk zorgt dat voor enorm veel bureaucratie. Elders: “Alle culturele instellingen zijn voortdurend bezig met cijfers, kwantificeren, verantwoordingen. Nu door corona een groot deel van de eigen inkomsten wegvalt, zie je dat de grote spelers, zoals de grote musea die daar afhankelijk van zijn, meteen wegzakken. Tegelijkertijd is er generieke noodsteun die niet voldoende oog heeft voor de differentiatie van werkers in de cultuursector, waardoor die voor een groot deel buiten de boot vallen. Of door de partnertoets ineens weer afhankelijk worden van hun partner.

 “Achter onze enorme culturele rijkdom gaan veel mensen schuil, die kwetsbaar zijn, die amper kunnen rondkomen. Mensen die te hard werken waardoor er voor andere agenda’s te weinig ruimte overblijft. Van cultuur wordt verwacht dat zij bijdraagt aan de maatschappij, met verbeelding, schoonheid, zingeving en spel, maar die waarden zijn moeilijk te vinden als er bijna geen ruimte is om buiten het neoliberale kader te opereren. Mensen leven in een staat van permanente concurrentie, in de kunst ten opzichte van collega-instellingen en medekunstenaars. Daar gaat het”, stelt Elders, “ontzettend mis.”

Werken in de culturele sector is gewoon werk en zij vindt dat het ook gezien moet worden als werk, met een volledige positie in de maatschappij die bijdraagt aan onze welvaart, en dus ook mag rekenen op een deel van die welvaart. En niet alleen om het ‘vuile’ werk op te knappen, waarmee zij doelt op het harde werken aan thema’s waar de overheid zelf meer aan zou moeten doen. Over de toeslagenaffaire vraagt zij zich bijvoorbeeld af: “Waarom zie ik zo weinig verbinding? Rutte heeft het woord ‘schamen’ gebruikt, maar op zo’n analytische manier dat ik dacht, hoe voel je dat nu echt? Er zat een soort afstand in terwijl, mijn hemel, waar hebben we het over: ‘extreem onrecht’, ‘mensen die op basis van tot welke groep ze zouden behoren’ zijn uitgesloten. Hoe kun je daar met afstand naar kijken? Daar zit gevoel en de kunst brengt dat gevoel in de samenleving.Überhaupt kunstenaar zijn, je leven te wijden aan het maken van, volgens sommigen, het ‘nutteloze’, ziet Elders al als een politieke keuze.

Fijn en geruststellend dat dit type mens ook onder ons is

Elders: “Ik ga niet uit van slechte intenties, maar zie wel dat mensen elkaar niet begrijpen en daarom is de dialoog belangrijk. Ik denk dat je het debat niet moet schuwen. Het is alleen niet altijd leuk.

Die kloven in de maatschappij en mensen die zich niet gezien of veilig voelen, hebben ook te maken met klassenverschillen waarvoor te weinig aandacht is. Ook dat gaat over arbeid herkennen en serieus nemen, kortom fair practice”, zegt Elders. We moeten voorkomen dat de ambities nu ondergesneeuwd raken, spreekt zij zichzelf en haar sector toe, want ook op het gebied van de Code Diversiteit & Inclusie, de Fair Practice Code en de Governance Code Cultuur kan kunst een voorbeeld zijn voor de maatschappij, ook daarin kan de kunst gaan doorvloeien tot nut van onze samenleving. Zij maakt zich er persoonlijk dag in dag uit hard voor.

En dat met haar 34 jaar”, denk ik dan dus, en ook: “Fijn en geruststellend dat – buiten de pulp die massamedia ons brengt – dit type mens ook onder ons is!” Mijn dag begon zo weer goed.

Bron: “Kunst brengt gevoel in de maatschappij; Het eerlijke verhaal: Zippora Elders” door Roos van der Lint via DeGroeneAmsterdammer op 24 februari 2021.

Je gaat het pas zien…

‘Gevolgen van het kapitalisme – een oogst van ontevredenheid en weerstand’ of zouden we onze focus moeten verleggen? En ons moeten afvragen: ‘Is er een alternatief voor ons huidig kapitalisme?’

Degenen die nu de macht hebben en hun spindocters beweren uiteraard van niet.  “There is no alternative.” Niet toevallig zijn juist zij degenen die financieel op de korte termijn het meest profiteren van de huidige maatschappij-inrichting ook diegenen die de grondvesten van ons huidig economische systeem verdedigen. Noam Chomsky en Marv Waterstone behoren niet tot dat elitekorps en schreven het boek ‘Consequences of Capitalism – Manufacturing Discontent and Resistance’

Een van de adviezen in hun boek is het leggen van verbanden tussen ogenschijnlijk los van elkaar staande fenomenen zoals eurocentrisme, imperialisme, kolonialisme, militarisme en racisme. Dit zijn volgens Chomsky en Waterstone daarentegen geen aparte onderwerpen. Het zijn de ommezijden van exact dezelfde munt die ‘winst’ als enig geldend motief erkent; scherper geformuleerd: de zekerheid van winst voor enkelen en de onzekerheid van verlies voor de rest. Hoe ‘realistisch’ is onze economisch ingerichte samenleving als we dat ‘realisme’ doorgronden? Is het dan nog mogelijk ons neer te leggen bij wat er gaande is?

… als je het door hebt

– Johan Cruijff (1947 – 2016) –

Het overzicht in hun boek gaat van de historische uitbuiting in zijn openlijke, feitelijk ‘meest eerlijke’ vorm van slavernij, tot de huidige ratrace van miljoenen. Al die mensen, die dagelijks meedraaien in organisaties die op de keper beschouwd fascistisch zijn. Ja, fris daar de definitie maar eens van op. De miljoenen mensen, die èn geloven dat ze in een vrije wereld leven, èn elke dag een groot deel van de tijd totaal onvrij zijn en rechteloos. We zeggen dat we democratie hoog waarderen en toch voeren we geen democratie in op de plaatsen waar we het grootste deel van ons leven werken. Onze werkvloer is voor velen een zeer autoritair gegeven. Alleen doordat ons zand in de ogen gestrooid wordt, stellen we ons er nauwelijks vragen over; wij zijn vrij en het is zoals het is.

Sinds Reagan (1981 – 1989) en Thatcher (1979 – 1990) draait alles in de politiek van onze kapitalistische samenlevingen om het stelselmatig terugdraaien van alle sociale verworvenheden, die de voorbije honderd jaar met bloed, tranen en zweet werden bevochten door de miljoenen mensen die het raderwerk draaiend hielden.

Het leefmilieu is voor het kapitalisme twee dingen: een depot waar alles ter beschikking ligt voor gebruik èn een gootsteen waarin alles wat geen winst oplevert kan worden weggespoeld.

De gevolgen van het militarisme, dat met ons kapitalisme gepaard gaat, zijn de bevolkingen van het Midden-Oosten voldoende bekend, maar in het Vrije Westen hebben we er geen weet van. De regeringen van de EU-lidstaten weigeren zelfs tegen beter weten in het verband te erkennen tussen de recente vluchtelingenstromen en hun eigen militair-economisch complex. Daarenboven zijn al die legers ook nog eens de grootste vervuilers ter wereld. Meer dan de agro-industie. Meer dan de fabrieken.

Verdeel en heers

– Philippus II van Macedonië (382-336 v.Chr.) –

Veel mensen ondergaan deze zorgelijke processen niet passief, integendeel. Echter, waar de reactionaire krachten nog steeds in slagen, is hun verzet te verdelen. Ieder is bezig met haar of zijn ‘thema’: antiracisten, milieuactivisten, strijders voor dierenrechten, strijders voor LGBTI-rechten, strijders voor mensenrechten en strijders voor de vrijheid van geloofsovertuiging of van meningsuiting, en vakbondsmensen. Stuk voor stuk blijven zij vanuit hun eigen hokje denken en verzet bieden, terwijl hun opposanten precies dezelfde machtigen zijn met hun spindocters.

Je gaat het pas zien als je het door hebt. En zodra je het door hebt, zouden we dus onze krachten moeten bundelen in plaats van ons jaar in jaar uit tegen elkaar te laten uitspelen.

En dan had ik het hier nog maar over één van hun adviezen.

Bron: “Chomsky en Waterstone: consequenties van het kapitalisme en mogelijke wegen tot verzet, een boekrecensie” door Lode Vanoost via DeWereldMorgen op 22 februari 2021.

“Consequences of Capitalism Manufacturing Discontent and Resistance” (2021) door Noam Chomsky en Marv Waterstone, in het Engels uitgegeven door Haymarket Books, isbn: 1642592633, 392 pagina’s. Heeft u belangstelling? Schaf het dan – in lijn met de strekking van dit boek – aan via uw lokale boekhandel.

Europese waarden? Ja, duuuhhh

Dit is niets anders dan Europees Trumpisme”. Dat is mijn conclusie uit het doorwrochte verhaal dat ik deze week las. Serieuze zaken over mensen als targets; over gewetenloze cowboys, die in 15 jaar tijd volledig zijn losgezongen van de uniewereld, door wie zij ingesteld zijn; Victor Henry Frankenstein in eigen persoon. Wij kennen de organisatie daarentegen onder de naam ‘Frontex’, het Europees agentschap dat bedoeld was om de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie te beheren en waarbij bedacht was dat ze dat zou doen door operationeel samen te werken.

Het begint ermee dat bij de snelle groei van Frontex, gedurende de laatste 15 jaar, een effectieve democratische controlestructuur weer eens achterwege is gebleven en dat het ontbrekende verantwoordingsmechanisme ‘geen schoonheidsprijs verdient’, zoals een onzer toekomstige premiers te harer of zijner tijd ons zal gaan vertellen, om daarmee gemakkelijk heen te stappen over de misdaden tegen de menselijkheid die Frontex momenteel begaat.

De innige contacten tussen Frontex en de defensie- en surveillance-industrie roepen veel vragen op. Dat over die contacten geen openheid is, maakt de EU op wèèr een vlak misdadig. Hoezo Europese waarden? De waarden, waarop de EU berust, waren ooit democratie, eerbied voor de menselijke waardigheid, eerbiediging van de mensenrechten waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren, gelijkheid, de rechtsstaat en vrijheid. Met het huidige Frontex blijkt dit alles voltooid verleden tijd.

De beer is los.

In 2018 antwoordde Frontex op vragen vanuit het Europees Parlement – over hoe het agentschap omging met lobbyisten – dat het alleen lobbyisten ontmoette die geregistreerd waren bij het EU-transparantieregister en dat daarvan jaarlijks een overzicht verscheen op de website van het agentschap. “Er zijn in 2017 geen bijeenkomsten geweest”, zei Frontex vervolgens. Echter, er waren in dat jaar wel degelijk 4 bijeenkomsten door Frontex georganiseerd met vertegenwoordigers van industriëlen uit de defensie- en surveillance-industrie, en daarbij waren 24 private bedrijven betrokken en meer dan de helft daarvan was niet geregistreerd in het transparantieregister.

Tussen 2017 en 2019 zijn ten minste 16 industriedagen op het hoofdkantoor georganiseerd, waarbij 138 private bedrijven en organisaties bijeenkwamen. In 2018 en 2019 blijkt zelfs bijna driekwart van de lobbyisten, die Frontex ontmoette, niet geregistreerd te zijn. Frontex vroeg ook aan de industrie om trainingen te geven over het gebruik van handwapens. Deze trainingen zullen geen de-escalatietechnieken bevatten, wat we op basis van Europese waarden hadden mogen verwachten.

Het Consultative Forum voor mensenrechten, dat speciaal is opgericht om Frontex te adviseren op het vlak van mensenrechten, is niet geconsulteerd over bovenstaande bijeenkomsten, en niet over de daar besproken onderwerpen. Frontex nodigt helemaal geen mensenrechtenorganisaties uit. Zij zijn de grote afwezige op de bijeenkomsten op het Frontex-hoofdkantoor in Warschau. Het Platform voor Internationale Coöperatie voor Ongedocumenteerde Migranten is zelfs onlangs uit het Forum gestapt vanwege de ‘beperkte invloed’, die het daar kan uitoefenen.

Sterker nog, de Fransman Fabrice Leggeri, die sinds 2015 directeur van Frontex is, heeft zijn personeel duidelijk gemaakt dat Frontex geen ‘dure reddingsoperatie’ is. Leggeri zou volgens een klokkenluider het personeel hebben laten weten dat rapporteren over pushbacks ‘geen weg is naar populariteit noch promotie’ binnen het agentschap. En hij zou bij herhaling zijn personeel hebben gevraagd om bij interne rapportage van incidenten ‘omslachtig, traag en très discrète’ te zijn. Is de aanschaf van handwapens op zich al controversieel, omdat de lidstaten daarover gaan, Frontex is onder Leggeri uitgegroeid tot een organisatie die, wanneer we kijken naar haar ‘innovaties’, haar IT en haar uitwisseling van persoonsgegevens, van controverses aan elkaar hangt.

Wie vangt de beer?

En wij ons maar druk maken over het slechte jaar van Air France-KLM, wel of geen avondklok en het verloop van de Ruinerwold-zaak. We moesten ons schamen: loopt de Europese Unie in mijn ogen al decennia ten koste van het welzijn van haar ingezetenen, van ons dus, aan de leiband van grootbanken en grootbedrijven, er is nu ook een volstrekt zelfstandig leger door de Europese Unie in het leven geroepen dat mensen als niets meer of minder dan targets ziet.

De beer is los. Wie vangt de beer?

Bron: “Frontex is een oncontroleerbaar beest geworden; Is dit de kant die Europa op gaat?” door Irene van der Linde via DeGroeneAmsterdammer op 10 februari 2021.

Het valt niet mee

Er staat een huishoudtrap over de toiletpot in mijn wc bij de voordeur. Mijn trouwe trap van 4 treden aan de ene kant en twee staanders aan de andere vult dit kleinste kamertje in mijn huis al dagen. Alleen voor slangmensen zal het nog een pretje zijn daar hun behoefte te doen. Ik verplaatste mijn trap eerder deze week daar naartoe en dat leek mij toen logisch. Dit ging eraan vooraf.

Maandag ijzelde het, dus de vroege ochtendafspraak met mijn dauwtrappende vriend had ik opgeschort. In die ochtend zou, na een periode van iglo’s en sneeuwpoppen bouwen, schaatsplezier en –ongevallen, de dooi inzetten. Telefonisch sprak ik tegen enen met hem af. Even later ging ik, voor ik de deur achter mij dicht sloeg, naar dat toilet. Eenmaal gedaan wat ons allen nederig houdt, zou Godfried Bomans gezegd hebben, trok ik door. Op dat moment voltrok zich een wonder. Het begon binnen te sneeuwen, terwijl buiten de zon doorkwam. Ik voelde de ijskristallen op mijn gezicht en ik zag ze dwarrelend door de lucht. Prachtig. Daarenboven spoot er water met een enorme kracht langs de waterleidingbuizen mijn toilet in. Ik wist zo snel niets anders te bedenken dan de hoofdkraan dicht te draaien en mijn afspraak met mijn vriend na te komen. Mijn aan- of afwezigheid zou op de ernst van het probleem in mijn huis niet van invloed zijn, schatte ik in, en hij zou met zijn lunch wachten totdat ik gearriveerd was.

In de auto bedacht ik hoe fijn het was, dat het wondertje zich voltrokken had nadat ik mijn behoefte gedaan had. Voorlopig had ik dat toilet nu niet meer nodig.

Na een gezellig samenzijn, want dat is het altijd met hem, bedacht ik de waterleidingbuizen te omwikkelen met plastic met daaromheen uit een oud laken geknipte repen stof. Met de trap, een plastic tasje en de repen blauw laken, dat leek mij het mooist, zocht ik naar de lekkage(s). Echter, er was maar één lek en dat bleek tussen de kraan van het reservoir en het reservoir te zitten. Het water, dat langs de leiding stroomde, kwam alleen daar vandaan. Nadat ik die kraan dicht gedraaid had, had ik verder overal in mijn huis weer water. De volgende ochtend verwachtte ik bezoek, dus ik liet de trap maar in het toilet staan, dan zou er niet per ongeluk iemand gebruik van maken; en ik heb een tweede toilet in mijn badkamer.

Heel de dag kwam ik er niet aan toe om het lek in mijn toilet te repareren, en nu zit ik weer dit stukje te schrijven, terwijl die trap geduldig over de pot in de wc bij mijn voordeur blijft staan.

Kortom, zonder kabouters valt het echt niet mee om mij te zijn, maar – tot uw geruststelling – zelf ondervind ik daar geen last van.

Geen Valentijn

Er zijn verschrikkelijke misstanden in de wereld”, had de fiere, moderne dame gezegd, om eraan toe te voegen, dat je alleen je eigen Licht kunt aansteken en laten stralen naar alles en iedereen. Daardoor zou men uiteindelijk de wereld een beetje beter achter laten dan men die ooit had aangetroffen. Om te besluiten met: “Daarmee brengen we hopelijk ook het collectief bewustzijn op een wat hogere frequentie.

Dat allemaal gezegd hebbende zweeg mijn vriend. Ik kreeg een geweldige behoefte aan een glas cognac, dat de telefoon zou gaan of dat ik gewoon door de grond zou zakken, maar om cognac dorst ik niet te vragen, de telefoon bleef zwijgen en er bleek alweer geen sinkhole onder zijn huis. Nou ja, dan moest het maar…

Het lijkt mij altijd wel handig je eigen licht aan te steken”, probeerde ik.

Licht, Gerardus, met een kapitaal”, sprak hij dromerig.

Het lijkt mij altijd wel handig je eigen Licht aan te steken”, probeerde ik nog eens.

En dan?

Dan”, ‘ja duuuhhhh, weet ik veel’, ging snel door mij heen, “geef je ultieme betekenis aan je leven”, gokte ik.

Kan ik ook ultieme betekenis aan mijn leven geven, door mijn Licht niet aan te steken?” vroeg mijn vriend.

Daarom is deze vriend mijn vriend. Ik deins met alle golven mee. Ik geniet van de wind en de dynamiek. Ik heb lol. Hij denkt na, zonder dat het hem moeite kost. Meestal, net als nu, heeft hij slechts één vraag nodig om mij met beide voeten, nee, tot aan mijn middel terug te brengen op aarde.

Dat denk ik niet”, riposteerde ik, “we kunnen niet om onszelf heen, hè? Ook al kruip je met je hoofd onder de dekens, dan nog is dàt jouw licht, Licht, sorry.

Mijn vriend had deze fiere, moderne dame ontmoet via een datingsite. Hij vond haar profielschets leuk, nodigde haar uit voor een eerste date, en vond haar steeds boeiender worden.

Welk Licht steekt zij aan?”, vroeg ik hem op goed geluk.

Mijn vriend dacht na en er verscheen een glimlach rondom zijn gezicht. De glimlach werd breder en breder en hij moest vreselijk lachen. Dit ken ik van hem. Nu zou er een vilein inzicht volgen. Eenmaal uitgelachen keek mijn vriend mij met zijn twinkelogen ernstig aan, en zei: “Man, daarom ben ik zo blij met jou als vriend. Jij weet vragen te stellen waardoor ik alle plezier in mijn leven terugkrijg.

Hij vervolgde: “Zij zal voor haar leerlingen een helder Licht zijn, maar het was een regenachtige periode toen ik haar uitnodigde. De horeca was vanwege coronabeperkingen gesloten. Daar had ze het over als reden om nog even niet voor een eerste keer met elkaar af te spreken. ‘Maar er is geen haast bij, toch?’ schreef zij op de website. Ik vond dat OK, want zoveel haast had ik ook niet. Drie weken later nodigde ik haar nog eens uit. Maar toen had ze een afspraak gemaakt met een andere vent. Hoe dat verliep, moest ik maar even afwachten. Dat heb ik gedaan.

Mooie boel”, was het enige dat ik bedacht om tegen mijn vriend te zeggen. Origineler ben ik nu eenmaal niet.

Hij vervolgde: “Die vent was voor haar niet interessant geweest, dus zij liet mij weten alsnog op mijn uitnodiging in te willen gaan.

Dus het was niet de smoes geweest, die mensen op datingsites altijd horen: ‘je hebt een leuk profiel, maar ik ben in contact met iemand anders en ik wil geen dingen door elkaar heen laten lopen?’

Nee, en we ontmoetten elkaar en alles was eigenlijk heel leuk aan haar. Ze las me even de les over hoe ik mijzelf in de weg zou zitten, maar wat verwacht je van een spiritueel docent? Ik weet van die dingen niet zoveel. We namen na een flinke wandeling afscheid, nadat we over en weer gezegd hadden tevredengesteld te zijn. Het was in alle opzichten een persoonlijke, open, prettige communicatie geweest. Wat ze echt van mij dacht, wist ik natuurlijk niet, maar ik vond haar fier en modern. Ik wilde het wel een kans geven.

Zij liet me een dag later weten daar hetzelfde in te staan, maar weer kwam dat zinnetje: ‘Er is geen haast bij, nu gevolgd door een :-)’. En weer tuinde ik daar met beide ogen in. Want na een week weinig serieuze uitwisseling liet ze weten dat er voor ons niet meer dan vriendschap in zat en toen ik daarmee instemde, omdat me dat ook leuk leek, liet ze weten dat ze helemaal geen contact meer met me wilde.

Daarna zweeg hij, nog steeds met die pretoogjes van hem en die glimlach rond zijn mond.

Toch lijkt het mij dat je er geen last van hebt”, zei ik.

Jij vroeg toch welk Licht zij aanstak? Dit!

Wat bedoel je?

Het Licht dat zij aansteekt, is als het er voor haar zelf op aankomt steeds net zo lang de tijd nemen totdat alles uitgedoofd is, dan houdt ze daarna alles bij het oude, bekend en vertrouwd, hoe het altijd was.

De ‘Cyclus van Van Bavel’

‘Bas van Bavel’, onthoud die naam! Hij heeft, hoe kan het ook anders, de ‘Cyclus van Van Bavel’ het licht doen zien: de veel verklarende terugkoppelingscyclus in marktsamenlevingen (meervoud!).

Hij redeneert na uitgebreid historisch sociaal en economisch onderzoek aldus: elke marktsamenleving beschikt natuurlijk over een markteconomie. Die begint doorgaans met een fase van economische groei, toenemende vrijheid in de samenleving en groeiende factormarkten. Naar mate de factormarkten groeien, slaat op een zeker moment de economische groei om en begint de fase van economische stagnatie, toenemende polarisatie in de samenleving en verstoring van het marktevenwicht ten gunste van marktelites, die de politiek en zelfs de rechtspraak gaan gijzelen. Uiteindelijk wordt die ontwikkeling gevolgd door de laatste fase, die van absolute of relatieve economische achteruitgang, waarna deze cyclus zich – meestal elders op de wereld – herhaalt. Waar de marktsamenleving eens opbloeide, stagneerde en teloor ging, breekt dan een feodaal tijdperk aan, waarin een kleine groep superrijken steeds meer machtsmiddelen moet inzetten om haar positie te behouden en te beschermen tegen het volk.

Op factormarkten worden de ‘productiefactoren’ verhandeld

Zo gaat het in marktsamenlevingen volgens het onderzoek van Van Bavel al eeuwen; in het Irak van de 8ste tot de 13de eeuw, in het Engeland tussen de 16de en het eind van de 18de eeuw, in de Lage Landen van de late middeleeuwen tot en met de gouden eeuw, in de Noord-Italiaanse stadstaten rondom de renaissance, in de Verenigde Staten van Amerika 50 jaar tussen het begin en halverwege 19de eeuw en ten slotte in het hele Westen vanaf halfverwege de 20ste eeuw.

Het vernieuwende van de onderzoeksresultaten van Van Bavel zit hem in de gedetailleerde analyse van deze cyclus van marktsamenlevingen en hun markteconomieën, en in de bewijsvoering dat deze cyclus zich al meerdere malen in de geschiedenis op dezelfde manier herhaald heeft.  

Onze huidige Westerse marksamenleving zit zo bezien in de fase van ‘economische stagnatie, toenemende polarisatie en verstoring van het marktevenwicht’.

O, die factormarkten? Eerst zijn er productiemarkten, die iedereen kent: ‘de markt van productie en verkoop op basis van vraag en aanbod’. Op factormarkten worden de ‘productiefactoren’ verhandeld; de diensten en middelen om goederen te kùnnen produceren en te kùnnen verkopen: de markten waarin met name arbeid, grond en kapitaal verhandeld worden.

Kom op, jullie kunnen het!

De regelgeving op productiemarkten mag genoegzaam bekend verondersteld worden (BTW, Kamer van Koophandel, Keuringsdienst van Waren, kleineondernemersregeling, …). Die van de factormarkten zal velen onbekend zijn, want daar is vaak weinig transparant ‘maatwerk’ van toepassing en bevoordeling van de machtigste bedrijven en meest gefortuneerde mensen onder hen, terwijl Van Bavel aantoont – en ons daarmee waarschuwt! – dat juist de regelgeving bij de handel op factormarkten telkens weer een veel grotere impact op de samenhang van een samenleving heeft dan de regels bij productmarkten. Ook dat heeft hij in zijn onderzoek opgedist.

Voor mij verklaren deze onderzoeksresultaten veel van mijn zorgen over de politiek in Nederland en de Europese Unie.

Volgens de website van Universiteit Utrecht is hij hoogleraar ‘Onderzoekinstituut voor Geschiedenis en Kunstgeschiedenis – Economische en Sociale Geschiedenis’. In zijn onderzoek richt hij zich vooral op pre-industrieel Noordwest-Europa. Hij heeft dus dat boek geschreven over bovenstaande bevindingen. Het lijkt mij iets dat we allemaal ter harte zouden kunnen nemen om te begrijpen wat in onze wereld de onderliggende oorzaken zijn van de loop der dingen.

Voor degenen, die aan de touwtjes (kunnen) trekken, lijkt me dit overigens verplichte literatuur. Juist zij zouden moeten nagaan hoe de fase van achteruitgang in de toekomst te voorkomen. Juist zij kunnen het verstoorde marktevenwicht ten gunste van marktelites herstellen. Juist zij kunnen het gegijzel van de politiek stoppen. Juist zij kunnen ervoor zorgen terug in de fase van economische groei voor de hele bevolking terecht te komen, in plaats van de speurtgroei voor een kleine elite voort te zetten op weg naar een feodaal tijdperk. Juist zij kunnen de Cyclus van Van Bavel doorbreken. Kom op, jullie kunnen het!

Bronnen: “De onzichtbare hand. Hoe markteconomieën opkomen en neergaan” een boekrecensie door Paul Verhaeghe via DeWereldMorgen en via Liberales op respectievelijk 8 februari en 15 januari 2021, ‘Bas van Bavel’ via Wikipedia op 11 febuari 2021 en ‘medewerker Bas van Bavel’ via uu op 12 februari 2021.

Gegevens van het boek: “De onzichtbare hand. Hoe markteconomieën opkomen en neergaan” (2018) Prof. dr. Bas van Bavel, Prometheus, Amsterdam, 485 pp, ISBN 978 90 446 3436 5. Koop het bij de lokale boekhandel, zou ik zeggen.

Begrip voor een misvatting

Hoewel ik enkele mensen ken, die zicht denken te hebben op het schimmige stelletje hotemetoten, dat met een onzichtbare hand hun wereldmacht vorm geeft ten koste van ons, heb ik niets met dit soort denken. Integendeel, ik zou het wereldbeeld van degenen, die – buiten elke logica en verifiëring van feiten om – denken aan te kunnen tonen dat een strijd tussen goed en kwaad gaande is, best ambiëren. Dat wereldbeeld is een stuk overzichtelijker dan dat van mij.

Ik vind dat je je bij èlke machthebber moet afvragen: “In wiens belang handelt hij of zij?”. Nee, omdat ik geen enkele machthebber vertrouw, ben ik meer voor een maatschappij waarin de macht te maken heeft met een echte tegenmacht, zoals Johan Thorbecke het bedoeld heeft; niet zoals bij ons waar bij een kabinetsformatie gestreefd wordt zowel in de Eerste als in de Tweede Kamer een meerderheid te hebben, zodat elk voorgenomen besluit bij bespreking al een gelopen race is ongeacht politieke amendementen, debatten en vragenuurtjes.

Welzeker zou ik het bijzonder op prijs stellen wanneer het mensdom onder te verdelen was in goede en kwade mensen, in idealisten en dommeriken, in weldoeners (zo je wilt ‘Gutmenschen’) en profiteurs, in zorgenden en slachtoffers, maar helaas gaat zo’n onderverdeling volgens mij altijd mank. Oké, voor Fred van der Spek, Jezus Christus, Mahatma Gandi, Noam Chomski, Rabindranath Tagore en nog zo wat maak ik vooralsnog een uitzondering. Echter, geen goed mens dat zich nooit eens vergaloppeerd heeft, geen idealist die voor de goede zaak niet zijn kinderen, man, vriend(in) of vrouw tekort gedaan heeft, geen weldoener zonder een zwart randje, geen kwaaie pier zonder een klein hartje en geen dommerik zonder ook wijze inzichten, geen profiteur, die zijn voordeel alleen voor zichzelf houdt, en geen zorgende zonder slachtofferervaring.

Toch begrijp ik maar al te goed, of denk ik al te goed te begrijpen, dat steeds meer mensen argwaan zijn gaan koesteren tegen een duister gezelschap dat zich niet aan ons laat zien en – zoals indertijd het verborgen depot met massavernietigingswapens in Irak – juist daarom zo gevaarlijk is.

40 jaar barbaars, oorlogszuchtig neoliberalisme

Ik zie de oorzaak van deze angstgedachten in een decennia lang heersende politiek, die zegt geen politiek te zijn. Die zich niet voorstelt als een ideaal met uitgangspunten en uitwerkingen daarvan, maar die zich presenteert als een visieloos redelijk alternatief voor alle andere en eerdere politiek. De gevolgen van deze politiek zijn voor iedereen tastbaar in uitgeklede secondaire arbeidsvoorwaarden, verminderd besteedbaar inkomen, opgevoerde druk op uitkeringsgerechtigden, gestagneerde lonen, verruimd ontslagrecht, afgenomen uitkeringen, grenzeloze rijkdom voor wie geld met bonussen, bedrijfsfusies en investeringen verdient, verminderde welvaart en verminderd welzijn voor mensen met minder geld. Ik heb het over de onzichtbare hand van de vrije markteconomie zonder politieke bemoeienis; het zelfregulerende effect van een markt waar iedereen met elkaar concurreert en slechts eigenbelang nastreeft en zodoende collectief welvaart creëert, zoals de Schotse econoom en filosoof Adam Smith dat bedacht had. Zijn invloed op ons denken is groot. Zo groot dat in 45 jaar tijd de ‘vrijwaring van gebrek en vrees’, dat binnen de politiek hier en daar uitgangspunt was, plaatsgemaakt heeft een wijd verbreid onbenoemd (!) ideaal na te streven, te weten de ‘vrijheid voor ieder individu om zoveel mogelijk rijkdom te vergaren’ zoals de Oostenrijks econoom en politiek filosoof Friedrich von Hayek zich dat in een ideale samenleving voorstelde.

Wat ik mis in de standpunten van het CDA, de CU, D66, GL, het FvD, de PVV, de PvdA, de SGP en de VVD is een stevig politiek offensief gebaseerd op een uitgesproken ongeloof in die onzichtbare hand, die door vrije marktwerking zonder overheidsbemoeienis aan iedereen ten goede zou komen, inclusief de roep om een krachtige overheid met de kennis en macht om toe te zien op maatschappelijke processen, en die investeert in nutsvoorzieningen en ze zonder commercieel belang aanstuurt, èn ook nog eens een menswaardig bestaan voor ieder mens nastreeft (en daarom onder veel meer grootaandeelhouders, grootbanken en grootbedrijven weer de baas wordt).

Kortom, ik heb best een beetje begrip voor mensen die denken aan samenzweringen en ‘samenzwevingen’, zoals dat nu genoemd wordt. Het verschil tussen hen en mij is, dat ik het beter vind je energie en tijd te steken in een snijdende politieke analyse van 40 jaar barbaars, oorlogszuchtig neoliberalisme met zijn onzichtbare hand die letterlijk over lijken gaat en het in de economie aanwezige geld uit de zakken van de armsten troggelt ter verrijking van de rijksten.

Wat mij betreft krijgt de ambtenarenrechter het druk

Pasgeleden bracht ik een vriendin en een vriend van A naar B, zal ik maar zeggen, al was het eerder van A naar A‘; een reis van anderhalf uur. We kwamen aan de praat over het boek ‘Fantoomgroei’ en de grote lijnen van de ontwikkelingen binnen onze overheid gedurende mijn leven. Eén van hen opperde dat ik net zo goed mijn overheid ben. Ik reageerde tot schrik van ons alle drie dat als hij daarin gelijk zou hebben, ik hen in B (of A‘ dus) zou afzetten, en dat ik daarna zelfmoord zou plegen. Jazeker, ik zou nog niet verder kunnen leven met een fractie van het bezwaarde geweten dat ik zou hebben, wanneer ik onze overheid in persoon was.

Daarom doet het mij goed dat ik vanmorgen las dat 80 gedupeerden van de kinderopvangtoeslag-affaire aangifte hebben gedaan tegen onze demissionair premier Mark Rutte. Volgens de advocaat van deze gedupeerden heeft hij zich in deze affaire schuldig gemaakt aan 3 ambtsmisdrijven. Ik vind deze aangifte een goede zaak, want laten we maar eens kijken naar de wet wanneer we het over het handelen van deze premier hebben.

Hij vindt dat we zelf verantwoordelijk zijn voor ons winnen of verliezen op een maatschappelijke speelveld onder doorgeslagen kapitalisme met grootaandeelhouders, grootbanken & grootbedrijven aan de ene kant, en huishoudens waar het geld uit arbeid verdiend moet worden aan de andere zijde. Hij vindt dat de overheid geen rol hoeft te spelen bij het beschermen van de zwakkeren. Zijn geloof in ‘eigen verantwoordelijkheid’ vind ik binnen ons maatschappelijk krachtenveld niet alleen misplaatst, maar zodra hij daar als politicus handen en voeten aan geeft ook misdadig. Vanuit zijn geloof moest bepaalde belasting op dividend verlaagd worden en het laagste BTW-tarief verhoogd en is ook de laatste 10 jaren verder bezuinigd op elk theoretisch teveel, inclusief het theoretisch teveel aan kennis en macht bij de overheid en aan ziekenhuisbedden. Het zou allemaal veel ‘efficiënter’ kunnen als we de markt zonder overheidsbemoeienis zijn werk laten doen.

Er was een tijd in mijn leven dat ‘spreiding van kennis, macht en inkomen’ de PvdA 52 kamerzetels opleverde. Dit was gebaseerd op het ideaal ‘om burgers te vrijwaren van gebrek en vrees’ à la Franklin Rooseveld & Joop den Uyl.

Politici, de sterksten en de zwaksten

Onze huidige premier, die zegt geen idealen te hebben, kiest voor een heel ander politieke opvatting, te weten ‘de vrijheid voor ieder individu zoveel mogelijk rijkdom te vergaren’ à la de Oostenrijks econoom en politiek filosoof Friedrich von Hayek.

In dit tijdsgewricht blijkt een politiek, die ontkent politiek te zijn, te kunnen rekenen op het grootste draagvlak onder de bevolking. Daar kan onze premier misschien niets aan doen, maar het speelt hem wel in de kaart.

Laat de heer Rutte zich dan maar eens voor de rechter verantwoorden voor datgene wat een groep behoeftige mensen stelselmatig (!) onder zijn leiding door onze overheid aangedaan is. Overigens waren Eric Wiebes, Lodewijk Asscher, Menno Snel, Tamara van Ark en Wopke Hoekstra al eerder in deze affaire tot mijn vreugde voor de rechter gedaagd.

Ik ben geen jurist en ik weet niet of de gedupeerden een punt hebben, maar ik juich toe dat politiek bedrijven niet langer een risicoloos beroep is, waarbij je kunt zeggen “Ik schaam me…” en overgaat tot de orde van de dag om met meer van hetzelfde plus een gift van ons belastinggeld de veroorzaakte problemen op te lossen.

Precies daarom spreekt ook het idee van Noam Chomsky & Vijay Prashad mij aan om een internationaal tribunaal op te richten over ‘misdaden tegen de mensheid tijdens de covid-pandemie’. Zij richten daarbij eerst hun pijlen op de regering van de Braziliaanse president Jair Bolsonaro, maar ook op de neoliberale regeringen in Groot-Brittannië, India, de Verenigde Staten van Amerika en ‘elders’. Deze regeringen stellen immers maar wat graag alles in het werk om het winstgevende bedrijven en miljardairs naar hun zin te maken. Zelfs wanneer de gevaren van covid-19 daarvoor gebagatelliseerd moesten worden, hebben de neoliberale voormannen van deze regeringen dat gedaan. Dat had onnodige doden, ernstig zieken en een hoop nabestaanden tot gevolg.

Waar gehakt wordt vallen spaanders, uiteraard, maar wanneer politici ergens ter wereld kiezen voor commercie, grootaandeelhouders, grootbanken, grootbedrijven en zelfs voor handel in instellingen, die voor het algemeen belang opgericht zijn, waardoor de zwaksten in de samenleving willens en wetens in het nauw gedreven worden, lijkt mij het recht de enige strohalm, die ‘het ethisch onrechtmatige en inhumane vergroten van menselijk lijden’ wellicht nog kan intomen.

Ik zou het anders ook niet weten.

Bronnen: “Tachtig slachtoffers toeslagenaffaire doen aangifte tegen Rutte” door de economieredactie van NOS op 3 februari 2021, de pagina’s 122 & 140 van “Fantoomgroei” (2020) door Sander Heijne & Hendrik Noten, tweede druk van Uitgeverij Atlas Contact en “Chomsky en Prashad roepen op tot tribunaal voor misdaden tegen de mensheid door regeringen tijdens COVID-pandemie” door Noam Chomsky & Vijay Prashad, via de vertaaldesk van DeWereldMorgen op 2 februari 2021.

Open brief van Dori & Sivan Tal

Wij, ouders van een jongen, die zijn militaire dienstplicht moet vervullen, hebben besloten onze verantwoordelijkheid op ons te nemen en onze zoon niet naar het Israëlische leger te sturen. Wij hebben onze weigering verantwoord in onderstaande brief aan de militaire overheid:

Wij, Dori en Sivan Tal, ondertekenaars van deze brief, weigeren op grond van gewetensbezwaren onze zoon Yair Tal naar het Israëlische leger te sturen om zijn dienstplicht te vervullen.

Doorgaans wordt beweerd dat dienstweigering een politieke beslissing is. Wij zijn het daarmee eens. Logischerwijze is de beslissing om wel te dienen in het Israëlische leger ook een politieke beslissing.

Daarnaast hoor je vaak dat 18 jaar te jong is om zo’n belangrijke politieke beslissing te nemen. Daarom nemen wij de verantwoordelijkheid voor de politieke beslissingen van onze jonge zoon en zeggen wij: “NEEN!

Wij zijn ervan overtuigd dat de militaire operaties van het Israëlische leger in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever oorlogsmisdaden zijn en misdaden tegen de mensheid. Ze brengen de lokale bevolking veel schade toe, zijn een overduidelijke schending van de mensenrechten en respecteren geen enkele morele norm.

Bovendien ondergraven ze de kans op coëxistentie tussen Israëli’s en Palestijnen in de toekomst. Bovenop de schade aan de Palestijnse bevolking, zijn die operaties schadelijk voor de soldaten – althans voor de soldaten die hun hart niet sluiten voor het lijden van anderen en gedwongen zijn anderen onrechtvaardig te bejegenen en te doen lijden.

Zelfs de andere activiteiten van het Israëlische leger, die niet rechtstreeks te maken hebben met de bezetting van Palestijnse grond en de controle van de Palestijnse bevolking, maken deel uit van de strijd tegen de krachten die zich verzetten tegen de Israëlische bezetting.

In het huidige politieke klimaat, met een eerste minister die zich voor de rechtbank moet verantwoorden en wiens optreden enkel ingegeven is door eigenbelang, vrezen velen dat de Israëlische strijdkrachten worden ingezet voor nutteloze militaire operaties, die alleen maar bedoeld zijn om regionale conflicten te doen escaleren en aan beide kanten levens eisen.

In die omstandigheden willen wij niet dat onze zoon als pion gebruikt wordt door een systeem dat het conflict en de risico’s doet toenemen voor politiek gewin.

Aangezien de beslissing om al dan niet in het Israëlische leger te dienen van politieke aard is, is kennis van de achtergrond, de historische feiten, de politieke realiteit en de verschillende opvattingen over dit onderwerp van cruciaal belang om een politiek standpunt te ontwikkelen en op basis daarvan een beslissing te nemen.

Jammer genoeg beantwoordt de officiële opleiding, die onze zoon net als alle tieners in het Israëlische onderwijssysteem ontvangen heeft, aan geen enkel criterium van verantwoorde burgereducatie. In feite werd onze zoon vanaf het begin aangemoedigd om gewillig zijn dienstplicht te vervullen.

Op school leren de kinderen niet de echte waarheid over de geschiedenis van hun land, maar krijgen zij een vertekend verhaal opgedrongen dat een denkbeeldige realiteit schildert van een vreedzame staat die wordt bedreigd door boosdoeners die uit zijn op vernietiging.

Ondertussen maakt diezelfde staat zich schuldig aan etnische zuivering om zich grond toe te eigenen. De staat vervolgt op een antidemocratische en onmenselijke manier iedereen die zich verzet tegen de bezetting en stelt alles in het werk om de oorspronkelijke bevolking – het Palestijnse volk – uit te sluiten en te verjagen.

Onze zoon zal niet meewerken aan de veroveringen van de extreemrechtse regering, die in ons land aan de macht is. Wij willen niet dat hij sterft voor het bezetten van grond en het berokkenen van leed aan anderen. Daarvoor je leven te geven is weerzinwekkend.

Yair is niet religieus en hij heeft ook geen enkele mentale aandoening of andere kenmerken, die hem hadden kunnen vrijstellen van het vervullen van zijn dienstplicht. Hij is zowel mentaal als fysiek gezond en wij willen dat zo houden.

We hebben hem 18 jaar lang met veel liefde omringd, beschermd en ondersteund en hem de universele waarden, waarin wij geloven, bijgebracht. De Israëlische dienstplicht staat haaks op die waarden.

Yair is niet het eigendom van de staat en de staat heeft niet het morele recht om hem met dwang in te lijven in een organisatie die voortdurend de internationale verdragen over mensenrechten met voeten treedt.

Het is onze morele plicht ons tegen die militaire dienstplicht te verzetten. Dat is onze verantwoordelijkheid als ouders. Daarnaast erkennen wij de “Gewetenscommissie” van het Israëlische leger niet als de autoriteit, die in deze gewetens- en moraliteitskwesties oordeelt over een al dan niet vervulling van de dienstplicht. Ons geweten is zuiver en wij hebben de goedkeuring van het Israëlisch leger niet nodig.

In Israël hebben ouders met één kind of ouders, die al een kind verloren hebben, het recht om de inlijving in gevechtseenheden te weigeren. Het Israëlisch leger erkent dat recht, maar wij eisen dat recht op voor al onze kinderen. Wij “geven ons eerste kind niet gratis”. Op basis van bovengenoemde redenen eisen wij het recht en de plicht op om alle kinderen – van de oudste tot de jongste – te beschermen.

Wij zijn niet enkel verantwoordelijk voor onze zoon als hij over de schreef gaat, maar ook voor wat hij doet in een militaire context. Wij zouden onze verantwoordelijkheid dragen wanneer onze zoon als burger een misdrijf zou begaan, zoals diefstal of het gebruik van fysiek geweld.

Die verantwoordelijkheid wordt er niet minder op wanneer hij dergelijke dingen zou doen in uniform. Dat de dagelijkse misdaden van het Israëlische leger door de politiek gesteund worden, rechtvaardigt of verontschuldigt ze niet, integendeel.

Het is onze verantwoordelijkheid als ouders om te zeggen: “stop!” Militaire dienstplicht bij het Israëlische leger: “niet zolang wij het voor het zeggen hebben!

Verantwoording: “Israëlische ouders weigeren hun zoon voor zijn dienstplicht naar het bezettingsleger te sturen; Open brief – Savin Tal, Dori Tal”. Voor DeWereldMorgen vertaald door Marina Mommerency en door De WereldMorgen gepubliceerd op 1 februari 2021. Deze open brief geeft mijn kritiek uitstekend weer op de Israëlische rol in en om het voormalige Mandaatgebied Palestina, waar de Staat Israël gevestigd is. Ik heb deze brief op enkele punten geredigeerd.