Marktwerking in de politiek

Wanneer ik door mijn oogwimpers naar het wereldgebeuren kijk, is er niet veel nieuws onder de zon, die dagelijks opkomt boven alle volkeren, die de aarde bewonen, en na een hoop getwist weer onder gaat. Machtsongelijkheid leidt via uitbuiting tot onderdrukking. Rijken worden rijker en armen armer als ze al niet vroegtijdig overlijden. Het tempo, waarin dat allemaal gebeurt, is hoger waar de ongelijkheid groter is. Dat is het wel zo’n beetje.

Toch is dit, zeker voor mij, een boeiende periode in de wereldgeschiedenis. Een tijdgewricht waarin het machtigste land ter wereld de meest incompetente president ooit heeft. Waarom kozen de Amerikanen dat ongeleid projectiel? En wat ben ik blij dat zijn opposant, de koersvaste mevrouw Clinton, de kans niet gekregen heeft om de wereld nog verder aan multinationals uit te leveren, want die zou 4 tot 8 jaar naar de pijpen van haar campagnesponsors, een en al grootbedrijven, hebben gedanst. Wat verwachtten Trump-stemmers van hem of waaraan denken zij bij ‘great’? En hoe gaan zijn collega’s met hem om?

Die laatste vraag leverde mij al snel een teleurstelling toen de heer Trump besloot lopend onderzoek van de Verenigde Naties (VN) niet af te wachten, maar net in dat ene geval van Syrische mensenrechtenschendingen de gifgasaanval op burgers op eigen houtje te gaan vergelden met bombardementen. Hoewel een duidelijk geval van ‘selectieve verontwaardiging’, geuit met middelen die de VN sinds haar oprichting als ‘misdrijven tegen de menselijkheid’ karakteriseert, stonden alle Westers georiënteerde wereldleiders in de rij om begrip voor heer Trumps besluit te tonen en zijn misdrijf ‘proportioneel’ te noemen. Daarmee weet Trump hoever hij kan gaan: zolang hij macht heeft, mag hij alles.

Helaas hebben we in Nederland momenteel ook een gebrek aan politiek zwaargewichten

Gelukkig is er dus ook nog een VN, die vandaag bij monde van Zeid Ra’ad al-Hussein liet weten dat de Filipijnse president Rodrigo Duterte met zijn strijd tegen drugscriminelen het volledige internationale rechtssysteem bedreigt en dat de Britse premier Theresa May tijdens haar verkiezingscampagne de indruk heeft gewekt evenmin waarde te hechten aan internationaal vastgestelde mensenrechten. Haar uitspraken noemt hij een geschenk voor elk autoritair regime dat hiermee toestemming krijgt om onder het mom van ‘terreurbestrijding’ mensenrechten te schenden. Ook stelde deze VN-mensenrechtencommissaris: “In plaats van de pijlen te richten op individuen, die mogelijk een bedreiging vormen, heeft de regering-Trump er een kruistocht van gemaakt om tot aan het hooggerechtshof te vechten voor een reisverbod voor moslims waar diverse rechtbanken al van hebben gezegd dat dit indruist tegen de Amerikaanse grondwet“.

Maar ja, ook van alle tijden: als er een electoraat is en dat stemvee wil bloed zien, dan krijgt het bloed. Raakt het onder de indruk van ineffectief spierballenrecht, dan krijgt het ineffectief spierballenrecht. “Vroeger verkochten we onze stem aan niemand. Al een hele tijd heeft het volk de macht afgestaan. (…) Nu beperkt het volk zichzelf en hoopt alleen nog op twee zaken: brood en spelen“, sprak Decimus Lunius Luvenalis ergens tussen 60 en 140 na 0 in het Romeinse Rijk. Er is door de oogwimpers beschouwd weinig veranderd, sindsdien. En helaas hebben we in Nederland momenteel ook een gebrek aan politiek zwaargewichten. Zo blijft het een zootje. Het is niet anders.

Bronnen: “VN-commissaris bekritiseert May en Trump voor uithollen mensenrechten” door de redacties van ANP, NU.nl en Reuters, via Nu.nl en Wikipedia, beide op 27 juni 2017.

De Chomsky papers

Amper een maand geleden op zijn zetel neergestreken sloot de nieuwe Zuid-Koreaanse president Moon Jae-In op 19 juni jl. de ‘Kori-1’, de oudste kernreactor van het land. Daar wil hij het niet bij laten. President Moon belooft alle voorbereidingen voor nieuwe kernreactoren te schrappen en wil de levensduur van de huidige reactoren niet verlengen. Hij bepleit investeringen in schone energiebronnen zoals wind- en zonne-energie.

Dat scheelt één aspect van de 2 huidige gigantische gevaren voor de gehele mensheid, als we Noam Chomsky mogen geloven. Chomsky verzamelde uit zijn werk van de afgelopen 4 jaren 23 essays. Zijn uitgever bracht deze uit onder de titel ‘The Chomsky Papers’. Chomsky stelt vast dat de Verenigde Staten van Amerika (VS) sinds Wereldoorlog II nog steeds de oppermachtige wereldleider is die de agenda bepaalt. Ook neemt hij de tendens waar dat de VS heel veel van zijn alleenheerschappij kwijt raakt. De opkomst van Azië, Brazilië, China, de Europese Unie, India, Rusland en Zuid-Afrika tast het economisch overwicht van de VS aan. Toch blijft de VS nog steeds de machtigste speler, onder meer omdat het land militair nog steeds oppermachtig is.

De burgers van de machtige en rijke staten genieten van een ongewone erfenis aan mogelijkheden, privileges en vrijheid. Juist zij staan nu voor levensbepalende keuzes over hoe zij zullen antwoorden op de huidige uitdagingen van groot menselijk belang.

Chomsky ziet 2 gevaren voor het voortbestaan van de mensheid.
Het ene is het sluipend gif van de klimaatcrisis dat dreigt acuut en catastrofaal te worden als niet snel en drastisch wordt ingegrepen.
Het andere is dat van een vernietigende kernoorlog. Dit 2de gevaar is sinds zijn eerste essay van 1967 nooit afgenomen, ook al verdween het na het einde van de (eerste) Koude Oorlog in 1989 een lange periode van de mediaradar.

Politieke dissidenten aan de overkant krijgen de omgekeerde waardering van de eigen dissidenten, stelt Chomsky. Overal worden degenen die netjes in lijn handelen ten dienste van de staat door de binnenlandse brede intellectuele gemeenschap geprezen, terwijl degenen die dat weigeren door hen worden afgestraft. En in ‘vijandige’ landen worden degenen die handelen in lijn van hun staat door de ‘vijandige’ brede intellectuele gemeenschap argwanend bekeken, terwijl degenen die dat in dat ‘vijandige buitenland’ weigeren door hen worden geprezen. Daarom, stelt Chomsky, is het hypocriet dat Westerse landen andere landen aanspreken op het naleven van mensenrechten. In het Westen worden deze ook niet nageleefd en dan gaat het nog niet eens om de betrokkenheid van de VS bij martelingen in Jemen of het buitenrechtelijk gevangen houden van ‘verdachten’ op Guantánamo Bay of de verderfelijke rol van de VS in Israël/Palestina. Chomsky veroordeelde ook vaak het misbruik van de term ‘socialisme’ door de Sovjets, omdat hun samenlevingen allesbehalve socialistisch waren. Zijn boeken waren daar dan ook verboden.

De principes van imperialistische VS-dominantie hebben volgens Chomsky enerzijds weinig fundamentele veranderingen ondergaan, terwijl anderzijds de VS-capaciteit om die dominantie effectief op te leggen er duidelijk op achteruit is gegaan. De machtsverdeling op aarde lijkt zich meer en meer uit te spreiden over een veranderende wereld. Dit heeft talloze gevolgen, waarvan de belangrijkste de dreigingen zijn die over de wereldorde hangen:
kernoorlog en
milieucatastrofe.
Beide gevaren bedreigen letterlijk het waardig overleven van de mensheid. Chomsky waarschuwt dat het erger is: “Deze beide dreigingen zijn onheilspellend en nemen toe.” De informatie [in dit boek; LV] en de bewustwording die er uit volgt zijn de eerste stap naar het formuleren van een alternatief. Die taak ligt volgens Chomsky in de eerste plaats bij ons hier: bij de burgers van de machtige en rijke staten “die genieten van een ongewone erfenis aan mogelijkheden, privileges en vrijheid dankzij de strijd van de generaties voor hen en die nu voor levensbepalende keuzes staan over hoe zij zullen antwoorden op deze uitdagingen van groot menselijk belang.

Bronnen: “Zuid-Korea stapt uit kernenergie” door Inter Press Service op 21 juni 2017 en “Noam Chomsky: ‘De echte baas van de wereld? Nog steeds de VS’, Boekrecensie van ‘De Chomsky Papers’” door Lode Vanoost op 19 juni 2017, beide via DeWereldMorgen en “Geheime martelgevangenissen in Jemen, VS betrokken” door de redactie Buitenland van de Nederlandse Omroep Stichting via de website van de NOS op 22 juni 2017.

“De Chomsky papers” door Noam Chomsky, in het Nederlands sinds mei 2017 via uitgeverij Epo in Antwerpen ISBN10 946267101X, ISBN13 9789462671010

Een echt heel lange dag

50 Jaar geleden in de Sinaï-woestijn: In de verte staat een Israëlische soldaat. Hij heeft geen wapen bij zich, staat een sigaretje te roken en kijkt op zijn gemakje wat rond.
Een Egyptisch peloton soldaten krijgt deze pauzerende soldaat in het vizier. Hun commandant stuurt zijn mannen op de soldaat af om hem uit te schakelen. Na uren komt een van de Egyptische soldaten kruipend en uitgeput terug bij de inmiddels ongeruste commandant. De soldaat zit onder het bloed en zijn kleding is gescheurd.
“Waar zijn jullie mee bezig?” schreeuwt de commandant, “Ik zie die vent daar nog steeds uit zijn neus vreten!”
“Luit”, antwoordt de soldaat met zijn laatste kracht, “Het is een valstrik. Het zijn er twee.”
Dergelijke verhalen deden net na de 6-daagse oorlog hier de ronde. Nadat Israël bedreigd was met totale vernietiging en Egypte bezig leek de daad bij het woord te voegen, sloeg Israël terug naar haar buurlanden met een nooit in de wereldgeschiedenis geëvenaarde overwinning. Binnen een paar uur was de hele luchtmacht van Egypte vernietigd. Een paar dagen later, nadat Jordanië en Syrië Israël ook hadden aangevallen, stonden de Israëlische soldaten in het hart van Jeruzalem en rukten op richting Amman, Caïro en Damascus. Binnen een week was Israël 3x zo groot geworden als het daarvoor was.

Het verhaal van de 6-daagse oorlog begint niet in 1967 op de ochtend van de eerste Israëlische tegenaanval, nadat Gama Abdel Nasser de Israëlische haven van Eilat afsloot door de Straat van Tiran te blokkeren; het begint bij de Suez-crisis in 1956 waaruit Nasser als een held van de Arabische Wereld tevoorschijn gekomen was en een van de populairste politici van de wereld was geworden.
Of het begint bij de Israëlisch-Arabische oorlog van 1948, waaruit Israël ontstond en waardoor minstens 700.000 Palestijnen van hun geboortegrond werden afgejaagd.
Of aan het eind van de 19de eeuw toen zionisten vanuit Europa zich in het ‘Land van de tora’ gingen vestigen.
Of pas daarna in de tijden na de Eerste of voor de Tweede Wereldoorlog toen tienduizenden Joden per jaar hun toevlucht bij de eerder neergestreken zionisten zochten.

Land kan niet tot slaaf gemaakt worden, of bevrijd”, schreef de Israëlische soldaat Amos Oz die in de Sinaï meegevochten had, “We hebben Hebron en Ramalla niet bevrijd, noch hun inwoners verlost. We hebben hen overwonnen en we zullen hen overheersen.

Het ging onverwacht verder dan dat. Een paar weken na de inname van de Golanhoogte en de Westoever van de Jordaan sloegen de eerste Israëlische mannen en vrouwen daar hun tenten op. De Israëlische regering en het Israëlische leger keken weg en tenten werden gebouwen. Israëlische regering na regering zouden blijven wegkijken als Israëliërs zich in bezet gebied vestigden. Momenteel leven en werken er zo’n 4.000.000 Israëliërs in de sinds 1967 door Israël bezette gebieden. Velen al hun leven lang.
Er is ook een eerste, tweede en derde generatie Israëliërs geweest die hun dienstplicht vervulden als bezettingsgendarmerie. Dat vormt hun visie op ‘vrijheid’.

Door de catastrofale nederlaag in 1967 werden radicale islamitische groepen actiever, avontuurlijker en consequent prominenter“, schreef Adeed Dawisha. De niet-religieuze en progressieve groeperingen, die tot 1967 steeds meer invloed kregen, raakten na de 6-daagse oorlog dramatisch verzwakt en zijn uiteindelijk ingestort. Momenteel komt het grootste gevaar voor Israëls democratie en toekomst van binnenuit, en niet meer van buitenaf, terwijl de internationale kritiek op Israël sinds de Jom Kippoeroorlog in 1973 immens geworden is. Die oorlog vestigde internationale aandacht op het Israëlische geweld tegen Palestijnen: de marteling van Palestijnen, de verdrijvingen van Palestijnen, de verwoestingen van Palestijnse bezittingen en de Israëlische wraakacties op familieleden van Palestijnse daders van aanslagen.

Vorige week zijn notulen van Israëlische kabinetsvergaderingen vrijgegeven. Geen enkele minister vroeg zich in 1967 af waarom de Israëlische bezetting goed was voor Israël. “Niemand stond daarbij stil”, zegt Tom Segev over zijn eigen land, “Israël lijkt gijzelaar geworden te zijn van haar existentiële ideologie; van de historische en religieuze betekenis die het land in de Israëlische mentaliteit gekregen heeft”. De 7de dag van de 6-daagse oorlog duurt inmiddels al 50 jaren.

Bron: “We leven nog steeds op de Zevende Dag; 50 jaar na de zesdaagse oorlog” door Rutger van der Hoeven in de Groene Amsterdammer van 31 mei 2017.

Hoe fijn het is Europeaan te zijn

Het is onveilig in de wereld. En dan heb ik het niet over aanslagen, die tegenwoordig altijd aangeduid worden als ‘een terreuraanslag’. De door George Bush ooit aangekondigde oorlog tegen het terrorisme is in volle gang door overal het woordje ‘terreur’ voor te zetten. Vroeger vonden er volgens mij net zo vaak gelijksoortige aanslagen plaats, maar toen waren het ‘de Rote Armee Fraktion’, ook wel ‘Baader-Meinhof-Groep’ genoemd, of ‘de Revolutionaire Anti-Racistische Actie’, afgekort tot ‘RaRa’. Volgens wikipedia begint de lijst met terroristische aanslagen overigens in 1856 met dodelijke aanvallen op slavenhouders.

Nee, ik heb het over de gemene mensen die buiten Europa wonen. De grenzeloos goedbedoelende en welvarende Europeanen worden door die mensen bedreigd. En zoals het spreekwoord zegt: Wanneer de nood het hoogst is, is de redding nabij. Met Donald Trump in de Verenigde Staten van Amerika aan het roer gaat het goed komen: de defensiebudgetten gaan flink omhoog.

Er lijkt een ‘maar’, want de Europese lidstaten hebben de afgelopen decennia drastisch bespaard op gezondheidszorg, justitie, onderwijs en sociale voorzieningen om de afgesproken EU-begrotingsnormen te halen zonder multinationals al te veel te belasten. Een leek zou dus denken dat het moeilijk zal zijn om geld voor nieuwe wapendragers en wapens te vinden, maar dat komt omdat een leek ‘een leek’ is. De Europese Commissie weet raad. Zij stelde woensdag jl. een aantal ideeën voor waardoor we ons te weer kunnen stellen tegen al die gemene mensen binnen en buiten Europa.
Zo stelt deze commissie voor om € 500.000.000 uit te geven aan militair onderzoek voor de periode 2019 – 2020.
Ook stelt ze voor om EU-fondsen, die nog niet begroot zijn, te gebruiken voor het oprichten van een ‘defensie-industrieel ontwikkelingsplan’. Het gaat om honderden miljoenen euro’s waarmee we dan die broodnodige wapens kunnen kopen en gebruiken.
Daarnaast stelt deze commissie voor – niet voor één gat te vangen – om financiële bijdragen voor gemeenschappelijke wapenaankopen door lidstaten aftrekbaar te maken van de begrotingstekorten. Wat voor het welzijn van Europese burgers 40 jaar niet kon, kan zo gelukkig wel om dit grote gevaar af te wenden.

Nee hoor, het is maar goed dat de wapenindustrie kind-aan-huis is bij de Europese Commissie, zodat wij tot in lengte van dagen door kunnen gaan met al onze goede bedoelingen en investeringen in een betere wereld. Het intensieve contact tussen de Europese Commissie en de lobby van de wapenindustrie blijkt overigens uit tientallen documenten.

Critici van dit alles ga ik nu ook even de wind uit de zeilen nemen. Degenen die hierbij denken: “Dat is allemaal geld voor wapens, maar niet voor conflictpreventie” zeg ik daarom dat we niet de hele wereld kunnen verbeteren. Overigens investeert de Europese Unie daarin € 6.000.000, wat wel glashelder maakt hoe goed we het allemaal bedoelen.

Lees voor de gein ook het verhaal eens achter deze link, waarin dieper ingegaan wordt op het hedendaags terrorisme.

Bron: “Lijst van terroristische aanslagen” op wikipedia op 9 juni 2017 en “Wapenindustrie is kind aan huis bij de Europese Commissie” door Bram Vranken via de website van DeWereldMorgen op 8 juni 2017.