Gevolgen van een gevoel van onoverwinnelijkheid, onderschatting en optimisme

Kijk, we kennen de verhalen – hoewel pas recent gepubliceerd – dat door ‘ons handelen’ meer dan 21% van alle reptielensoorten met uitsterven wordt bedreigd. Dat krokodillen en schildpadden er het ergst aan toe zijn, geloven we graag. So what?, denken velen van ons in inmiddels goed Nederlands. Alleen degenen, die zich realiseren waarmee we bezig zijn, maken zich nog zorgen over zulke berichten. Dus gooi ik het vandaag eens over een andere boeg:

In de 3 decennia tot 2000 vonden wereldwijd jaarlijks tussen de 90 en 100 grote rampen plaats. Van ernstige chemische explosies via grote natuurbranden tot desastreuze overstromingen. In de voorbije 2 decennia werden jaarlijks wereldwijd 350 tot 500 grote rampen geteld. Dat waren er al veel te veel om ze, hoe ernstig en omvangrijk ook, telkens als nieuws te presenteren, dus hoorden we er weinig over. Al helemaal niet nieuwswaardig is dat we volgens het Bureau voor Rampenrisicovermindering van de Verenigde Naties (UNDRR) op schema zitten om tegen 2030 jaarlijks meer dan 560 grote rampen mee te maken; een gemiddelde van 1,5 per dag. Het zou ons maar ongerust maken en – hoewel de kans minimaal is – we zouden eens een werkelijke regime-verandering gaan opeisen om het leven op aarde te redden.

Geluk bij al dit ongeluk: rampen blijken, net als veel ander ongerief, ontwikkelingslanden disproportioneel hard te treffen, dus dat treft. Economisch verliezen deze landen per jaar gemiddeld 1% van hun bbp aan catastrofes. Voor ontwikkelde landen is het jaarlijks bbp-verlies minder dan 0,3% en dat is met onze rijkdom wèl op te vangen. Woorden schieten uiteraard tekort om alle menselijk leed te beschrijven, dat deze grote rampen te weeg brengen. En maken we ons toch al nooit zo druk om het welzijn van mensen in ontwikkelingslanden; het dierenleed, de toestand van fauna en flora, de veranderingen die er voor alle leven op aarde aan zitten te komen houden ons niet bezig nu S10 naar Turijn vertrokken is.

Door “optimisme, onderschatting en een gevoel van onoverwinnelijkheid” wordt er beleid gevoerd dat bestaande rampenrisico’s vergroot en ook mensen in gevaar brengt. Dat zal vast. En dat vooral bij het financieren van economische ontwikkeling te weinig rekening wordt gehouden met potentiële risico’s voor het bijdragen aan meer en omvangrijker rampen, so what? Laat de VN maar kletsen over “een spiraal van zelfvernietiging”.

En het is waar: alle leed, dat deze rampen veroorzaakten en zullen gaan veroorzaken, is net zo onbevattelijk voor de menselijke geest als de mededeling dat Amazon vrijdag jl. na de opening van de beurs op Wall Street $ 180.000.000.000 (zo’n € 170.000.000.000) in marktwaarde is gedaald. Laat staan dat ons verstand er een verstandige conclusie uit zou trekken.

Bronnen: “Een op de vijf reptielen is met uitsterven bedreigd” door InterPressService en “VN: We stevenen af op meer dan één grote ramp per dag”; beide via DeWereldMorgen op 28 april 2022, “S10 vertrekt naar Turijn voor het Eurovisie Songfestival 2022” via AvroTros en “Amazon verliest 170 miljard euro in marktwaarde na eerste verlies sinds 2015” via NU; beide op 29 april 2022.

Een nieuwe verfrissende koers

Onbegrensde economische groei op een begrensde planeet is onmogelijk. Dat stelden ongeveer 100 diplomaten, overheidsambtenaren, politici en wetenschappers 50 jaar geleden vast. Ik herinner mij nog de scepsis van mijn vader over deze onheilstijding. Vòòr 1972 was het ook al geschreven en gezegd door wereldverbeteraars, maar dit rapport ‘Grenzen aan de groei’ van de Club van Rome maakte indruk. Geen geitenwollen sokken, maar het establishment had gesproken. En het is nog steeds mondiaal het meest verkochte boek over de problematiek van het ‘leefmilieu’ ooit, al is deze term inmiddels vervangen door ‘klimaat’. Maar de indruk was ondanks alle interesse onvoldoende om iets, maar dan ook iets aan “ons” geldzuchtig beleid te wijzigen. De 43 latere publicaties van deze ‘Club’, zoals “The First Global Revolution” (1991) of “Come On! Capitalism, Short-termism, Population and the Destruction of the Planet” (2018) kregen nauwelijks aandacht. Misschien omdat het ongelegen kwam. Zou het plan van Jason Hickel nu wel gelegen komen?

In zijn boek “Minder is meer” (2021) komt deze economisch antropoloog terug op de centrale stelling van de Club van Rome “Onbegrensde groei op een begrensde planeet is onmogelijk”. Hij constateert: “Wat we de komende 10 jaar doen zal de toekomst van de mensheid bepalen” en hij schetst een politiek-economisch 5 punten-programma dat wèl rekening houdt met de grenzen van de planeet en dat tegelijk de mensenrechten respecteert.

Jullie weten even goed als ik, dat we er slecht voor staan, dat het niet de goede kant opgaat”, aldus Hickel. “Jullie weten even goed als ik, dat onze regeringen ons in de steek laten. Dat ze de hele wereld in de steek laten. Dat ze al het leven op aarde in de steek laten. COP na COP gaat voorbij, maar het enige wat we van onze leiders — als we ze zo al mogen noemen — te horen krijgen, zijn wollige, vrijblijvende beloften over nuluitstoot”.

De status quo komt neer op een dodenmars

Volstrekt loze beloften zonder er beleid aan te koppelen. Met hun laisser-faire-beleid, nou ja, hun laissez-les-riches-faire-beleid zijn we op weg naar 3ºC opwarming. Zo’n 30 tot 50% van alle levende soorten zal uitsterven. Van de mensheid zal 20% door branden, droogte, dodelijke hitte en overstromingen van hun thuis verdreven worden. Een groot deel van de tropen zal voor de mens onbewoonbaar worden. De opbrengsten van basisvoedsel zullen met 30% afnemen, waardoor de voedselvoorziening ook nog eens wereldwijd ontwricht zal worden. Alom chaos. Een einde in mineur aan de menselijke beschaving, zoals wij die nu nog kennen.

Het is niet jullie fout, niet onze fout”, vindt Hickel. “We zijn geneigd om over deze crisis te praten als het ‘Antropoceen’. Maar het zijn niet de mensen als mens die het probleem veroorzaken. Het is ons economisch systeem, het kapitalisme, dat opgezet wordt rond voortdurende expansie, extractie en accumulatie door een elite, en dat de levende wereld behandelt als niets meer dan een externaliteit.” Ofwel, met de effecten op de welvaart en het welzijn van ander leven wordt door bedoelde steeds vermogender elite, die de hele wereld als haar speeltuin beschouwd, geen rekening gehouden. “Het is een moloch, die zo geprogrammeerd is, dat hij alles op zijn pad verslindt, tot kortstondig voordeel van een miniem deel van de mensheid”. Hickel stelt dat we een andere economie kunnen èn moeten uitbouwen — een ‘post-kapitalistische, ecosociale economie’. Een economie, die georganiseerd wordt rond menselijke behoeften en ecologische stabiliteit; in plaats van rond de ophoping van kapitaal.

Hickel ziet daarvoor mogelijkheden en beperkt zich tot 5 maatregels:

I We moeten de fossiele industrie en de energiebedrijven nationaliseren. Dat laat ons toe een prijzenchaos te voorkomen en de energie zo te rantsoeneren dat ze komt waar ze het meeste nodig is, zodat de basisdiensten van energie in tact blijven. Tegelijkertijd is het nodig dat we minder noodzakelijke productie afbouwen — fast fashion, industrieel vlees, het militair-industrieel complex, reclame, SUV’s, ingebouwde veroudering van apparaten, commerciële vliegreizen, enzovoort — zodat we de economie opnieuw kunnen richten naar wat mensen daadwerkelijk nodig hebben voor hun welzijn.

II Er is een stevig sociaal fundament nodig; een sociale garantie. We moeten de universele toegang tot energie, hoogwaardige gezondheidszorg, goede huisvesting, het internet, onderwijs, transport en water garanderen om de nodige middelen voor een goed leven binnen ieders bereik te brengen en te houden.

III We moeten de rijken weg belasten. Het is irrationeel — en gevaarlijk — om nòg langer een buitensporig consumerende, veel te machtige klasse via onze belastingen te blijven financieren.

IV Het openbare domein moet massaal gemobiliseerd worden, willen we onze ecologische doelstellingen halen: onze capaciteit voor hernieuwbare energie moet worden vergroot; huizen moeten worden opgeknapt en de isolatie moet beter; land en ecosystemen moeten worden hersteld; het openbaar vervoer moet worden uitgebreid en verbeterd.

V Hernieuwbare technologieën moeten zonder beperkingen van patenten aangewend kunnen worden — batterijen, warmte-kracht, wind, zon; het hele spectrum. Bijzonder belangrijk is ook dat de nodige technologie gratis wordt overgebracht naar landen, die zich die technologie moeilijk kunnen veroorloven, want dat zal de omschakeling op wereldschaal versnellen. Fondsen moeten daarom deel uitmaken van een ruimer klimaatherstelplan dan alleen op nationaal niveau.

Zo simpel. En prima natuurlijk, wanneer u dit tè radicaal vindt. Ik zie dit wel zitten en feitelijk vind ik dat al heel mijn leven, omdat kapitalisme anti-mens is en liberalisme zwakken onvoldoende tegen de machtigen beschermt. Welvaart, die maar bij een beperkt deel van de bevolking terecht komt en anderen buitensluit en uitbuit, verruil ik graag voor welzijn voor iedereen. Maar waarde lezer, wanneer dit 5-punten-plan in uw ogen onhaalbaar is, bedenk dan graag iets beters om onder de 1,5ºC opwarming boven het niveau tussen 1850 tot 1900 te blijven. Op dit moment zitten we op plus 1,1ºC en er wordt verwacht dat we over 9 jaar over de 1,5ºC opwarming heen gaan.

Het is waanzin om keer op keer hetzelfde te doen en verschillende resultaten te verwachten

Laissez-les-riches-faire, zoals de afgelopen 4 decennia kan ook, maar dan krijgen we, volgens de hierboven geciteerde Albert Einstein (toch niet de eerste de beste), meer van wat we nu al in de soep lieten lopen.

Bron: “Klimaatrapport Club van Rome, 50 jaar later relevanter dan ooit” en “Jason Hickel: “Geen achterpoortjes. Geen loze beloften. Gewoon actie”, 24 oktober 2021 op Ecopolis in Brussel; beide via DeWereldMorgen op 29 maart 2022, “KNMI: 1,5 graad opwarming mogelijk al over negen jaar bereikt” door NOS-Binnenland op 4 maart 2021 en het vijfde van “Vijf citaten van Albert Einstein over persoonlijke groei” via VerkenJeGeest op 6 april 2022.

De wrede afloop weten en toch alles op z’n beloop laten

Guido Gezelle, Eugène Huzar, Mary Shelley & William Wordsworth

Al in 1818 riep de Engelse schrijfster Mary Shelley in ‘Frankenstein, or The Modern Prometheus’ een beeld op van een wereld waarin de mens de controle over zijn eigen creatie zou verliezen. De romantische Engelse dichter William Wordsworth sprak in diezelfde tijd over de industriële revolutie als een ‘misdaad tegen de natuur’, die hierdoor gedwongen werd ‘haar geschonden eer te wreken’. Dichter bij huis waarschuwde de Vlaamse dichter, priester en taalwetenschapper Guido Gezelle halverwege de 19de eeuw voor de ‘ontembare kracht’ van het ‘dampgedrochte’ – de stoomtrein – die ‘blindelings vooruitgeboord / in de zwarte toekomst’ reed. De Parijse advocaat Eugène Huzar, zijn Franse tijdgenoot, benadrukte dat de moderne wetenschap zich nauwelijks of geen rekenschap gaf van de impact van haar uitvindingen. Hij voorzag dat het wel eens slecht zou kunnen aflopen: “Over honderd of tweehonderd jaar, wanneer de wereld doorkruist zal worden met spoorwegen en stoomboten en bedekt zal zijn met fabrieken, zullen we biljoenen kubieke meter koolzuur en koolstofmonoxide uitstoten en aangezien tegen [die tijd; GjH] dan ook de bossen vernietigd zullen zijn, is de kans niet klein dat die honderden biljoenen kubieke meters koolzuur en koolstofmonoxide de harmonie van de wereld zullen verstoren.

Carl Fraas, Justus von Liebig & George Perkins Marsh

Niet alleen apocalyptisch aangelegde dichters, juristen en schrijvers maakten zich zorgen. Diplomaten en wetenschappers, die veel reisden, zagen op steeds meer plekken dat de rampen zich al volop aan het voltrekken waren. De Duitse botanicus en landbouwwetenschapper Carl Fraas stelde in 1847 dat het een illusie was om te denken dat de ecologische schade, die aangericht was door bossen te kappen, ooit hersteld zou kunnen worden, zelfs niet puur economisch. “Op een gerooide plek is het klimaat dusdanig aangetast dat er nooit meer een even rijke vegetatie kan bloeien”, redeneerde hij. Voortbouwend op onder meer Fraas’ werk wees de Amerikaanse diplomaat, politicus en taalkundige George Perkins Marsh in zijn baanbrekende ‘Man and Nature’ (1864) op de onderlinge afhankelijkheid en samenhang van alle levensvormen. Dat was wat we vandaag ‘uitgebalanceerde ecosystemen’ noemen. De mens verstoort die evenwichten systematisch: “Waar hij ook zijn voet zet, verandert hij de harmonieën van de natuur in wanklanken.” Inheemse dieren en groenten roeit hij uit, waarna hij ze vervangt door exoten die voor verstoringen zorgen. Er ontstaat een wanorde, die de mens nauwelijks kan overzien; laat staan terugdraaien. Het was overigens de Duitse chemicus, pionier op het gebied van de toegepaste scheikunde en uitvinder van het kunstmest Justus von Liebig die in die tijd de term ‘roofbouw’ lanceerde, hetgeen uiteraard onder landbouwers opschudding veroorzaakte.

Svante Arrhenius

Aan het begin van de 20ste eeuw dook in Engelse kranten het woord ‘smog’ op, een mengsel van mist en rook dat de steden in donkerte hulde waardoor microben er vrij spel kregen. Ziekten van de luchtwegen werden een kwelling en volgens de medische correspondent van The Observer zat er maar één ding op: ‘stoppen steenkool te gebruiken’. Steeds onomstotelijker kwam vast te staan dat de aarde gevaarlijk aan het opwarmen is en dat dit het gevolg is van de uitstoot van broeikasgassen, zoals dat eind 19de eeuw was begrepen en berekend door de Zweedse natuur- en scheikundige Svante Arrhenius.

Mahatma Gandhi

Een van de grondleggers van de moderne staat India, jurist, politicus en voorstander van actieve geweldloosheid als middel voor revolutie Mahatma Gandhi stelde in 1928 met kenmerkende scherpte: “God verhoede dat India ooit zou gaan industrialiseren zoals het Westen. Als alle driehonderd miljoen inwoners op dezelfde manier zouden overgaan tot economische exploitatie, het zou de wereld kaalvreten zoals sprinkhanen.

De Club van Rome & Rachel Carson

Tot dusver waren het enkelingen die, door wie er in de wereld van economie, politiek en wetenschap wel toe deed, vaak werden weggezet als achterlijk, reactionair of erger en die voor de rest van de mensheid roependen in de woestijn bleven. Dat begon te veranderen in de jaren ’60 toen – onder meer beïnvloed door het opzienbarende boek ‘Silent Spring’ van Rachel Carson (1962) – stilaan ook in krochten van de macht vragen gesteld werden bij de nu blijkbaar niet meer te loochenen vormen van uitputting, vervreemding en vervuiling die de moderne wereld met zich meebracht. Toen in 1972 het rapport ‘De grenzen aan de groei’ werd gepresenteerd had deze beweging eindelijk haar aansprekende stelling te pakken: ‘het sprookje van de immer durende groei waarop de vooruitgangsidee was gestoeld was precies dat: een sprookje. Met dit keer een alternatief slot: en ze leefden nog maar kort en ongelukkig’. Niets minder dan het voortbestaan van de menselijke beschaving bleek immers op het spel te staan.

De Club van Rome

Volgens ‘The Limits to Growth’, zoals de oorspronkelijke versie van het rapport heette, zou de wereld bij ongewijzigd gedrag, ergens in de 21ste eeuw op hardhandige wijze met die grenzen aan de groei geconfronteerd worden: een gebrek aan deugdelijk, onvervuild bouwland, gezonde meren, grondstoffen en gezonde oceanen zou het steeds moeilijker en op termijn zelfs onmogelijk maken om voor de immer toenemende wereldbevolking betaalbaar voedsel en water te verbouwen en vinden; laat staan voor basisdiensten en andere noodzakelijke producten. Een dramatische krimp van de levensstandaard van de overlevende mensen zou het gevolg zijn. Hoewel het rapport vaak als ‘doemdenken’ is weggezet, benadrukten de auteurs meermaals dat de mensheid zichzelf wel degelijk kon redden, wanneer ‘niet langer economische groei, maar evenwicht’ als centraal doel werd. Dàn zouden ingrijpende crisissen en de uiteindelijke ineenstorting van de menselijke samenleving kunnen worden voorkomen. Maar dan moest het roer wel snel om: ‘een duidelijke ombuiging (naar evenwicht) moet gedurende de jaren ’70 worden bereikt’, heette het in de conclusie.

De Club van Rome & Wout Woltz

Dat deze boodschap niet kwam van dichters, langharige hippies of schrijvers maar van gerespecteerde ingewijde burgers en wetenschappers met kennis van zaken*, die samen de zogenaamde ‘Club van Rome’ vormden naar de eerste stad waar zij bijeenkwamen, leek ze onontkoombaar te maken. ‘Het denken van economen, industriëlen, planologen en politici zal zó revolutionair gaan veranderen dat men de verschijning van het officiële rapport van de Club van Rome zonder overdrijving als een klimaatscheiding kan beschouwen’, opperde de Nederlandse journalist Wout Woltz, die in 1972 adjunct-hoofdredacteur van NRC Handelsblad was, ‘Er zullen dan twee soorten opvattingen zijn te onderscheiden: het vóór-Romeinse en het ná-Romeinse denken.’ Nu, 50 jaar later, dringt zich de vraag op in welke van deze tijdsrekeningen we vandaag leven.

Greta Thunberg

In haar geruchtmakende toespraak voor de Verenigde Naties in september 2019 (‘Hoe durven jullie! Jullie hebben mijn dromen en mijn jeugd gestolen met jullie lege woorden’) wees Arrhenius’ achternicht de Zweedse klimaatactiviste en scholier Greta Thunberg erop dat het voor de wetenschap ‘al dertig jaar’ glashelder was dat de opwarming van de aarde volop aan de gang is. Tijdens de klimaatconferentie van Glasgow 2021 (COP26) bleek echter dat weten al zo lang deze klimaatconferenties gehouden worden èèn is, en handelen naar weten iets volstrekt anders. In elk geval wanneer de winstverwachtingen van enkele machtigen naar beneden bijgesteld zouden moeten worden. ‘Dan liever de lucht in met die CO2’ dachten de politieke leiders van de wereld in navolging van de Nederlandse kanonneerbootcommandant Jan van Speijk, die ook zoiets op 5 februari 1831 gezegd zou hebben.

Geert Buelens

Het is een van de wreedste ironieën uit de geschiedenis van de mensheid, schrijft de Vlaamse columnist, dichter, essayist en hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit Utrecht in zijn nieuwste boek ‘Wat we toen al wisten: de vergeten groene geschiedenis van 1972’: een beschaving, gedreven door geloof in vooruitgang, bleek een permanent gehavende wereld voort te brengen waarin het voortbestaan van sommige soorten – waaronder de mens zelf – in groten getale het loodje leggen en gaan leggen. Hoogmoed pakte in de geschiedenis wel eens vaker rampzalig uit, maar tot nu toe trof het onheil vrijwel altijd tijdgenoten. Dit keer zal ze alle volgende generaties treffen. De koolstofdioxide (CO2) waarmee wij gisteren, vandaag en morgen – door fossiele brandstoffen te delven en als energiebron te gebruiken – de lucht vervuilen zal nog 100.000 jaar in de atmosfeer blijven hangen voor ze weer is opgenomen door gesteenten en sediment.

Bron: “De mens verandert de harmonieën van de natuur in wanklanken; vijftig jaar na het rapport van de Club van Rome” door Geert Buelens via DeGroeneAmsterdammer op 26 januari 2022.

* Wie inzicht wil hebben in de leden van de Club van Rome kan die informatie hier vinden.

De wereld zien zoals die is

We moeten de wereld zien zoals ze echt is. Blinde vlekken en ooglappen moeten we weghalen. En er is een ongenaakbare van generatie op generatie doorgegeven blindheid. Ik zie haar voortdurend. Zelfs bij COP26 dit jaar, nu we heel goed weten wat de gevolgen van ons handelen zijn, blijft die blindheid prominent zichtbaar. Het is een blindheid van de overheden, een blindheid van de miljardairs en zelfs een blindheid van de bewegingen ertegen. De klimaatcrisis is met name veroorzaakt door gewelddadige, hebzuchtige en machtige mannen.

De patriarchale geest is te bekrompen om de rijke intelligentie, van ecologische kennis tot emotionele begaafdheid, op waarde te schatten

We zien onszelf niet als onderdeel van onze omgeving. We zien de natuur zelfs al als vijand, bedoeld om te overheersen en uit te buiten. De industriële en wetenschappelijke revoluties hebben het waanbeeld gecreëerd dat we als mens los staan van de ons omringende natuur. Echter, wanneer we oorlog voeren tegen de biodiversiteit van onze bossen en velden, dan voeren we een oorlog tegen onszelf. De chemische industrie wil zelfs zaad claimen en patenteren, omdat daar winst valt te halen. Onze mechanische geest is vergroeid geraakt met de geldmachine van uitputting. En die onaanvaardbare uitputtingscultuur, die aan het kapitalisme kleeft, is nooit los te zien van het genderdilemma. Of het nu de covid-19-pandemie is, droogte, de oliecrisis of voedselschaarste: noem een collectieve maatschappelijke inzinking en vrouwen lopen altijd de grootste klappen op. Meisjes en vrouwen zijn de eerste slachtoffers van steeds vaker voorkomende klimaatrampen. Van ontheemding – 80% is vrouw – tot armoede, dakloosheid, seksueel geweld en ziekte. Feitelijk behandelen we natuur en vrouwen hetzelfde: als een eigendom, een rechteloos en willoos voorwerp dat we naar hartelust kunnen uitbuiten.

We hebben onszelf aangeleerd om gemarginaliseerde groepen zoals vrouwen, de helft (!) van de mensheid, domweg te negeren. Voor velen is vrouwenwerk geen werk, is vrouwenkennis geen kennis. Terwijl de hele voedselvoorziening leunt op de gewoontes, kennis en kunde van vrouwen. De zorg voor de aarde, voor onze boerderijen, voor het eten, voor de kinderen, voor de ouderen, voor de zieken. Zorg; dat is het èchte werk. En zorg gaat lijnrecht in tegen de uitputtingseconomie. De patriarchale geest is te bekrompen om de rijke intelligentie, van ecologische kennis tot emotionele begaafdheid, op waarde te schatten.

Het is een probleem van gewelddadige, hebzuchtige, machtige, plunderende, zichzelf verrijkende mannen

Het wegvagen van bos en land gebeurde altijd al in de eerste plaats uit de handen van vrouwen. In dat verre verleden gaven we al niet om hen. Toen kregen vrouwelijke inzichten al geen prioriteit. Nu hebben de problemen met de opwarming van de aarde zichzelf tot prioriteit gemaakt. Want zodra je vrouwen verwaarloost, is het een kwestie van tijd voor de rest van de mensheid verwaarloosd wordt. Het gevolg is dat vandaag ieder mens en iedere plek op aarde bedreigd wordt.

Door de eeuwen heen schrikken mannen vrouwen af wanneer ze de bestaande machtsstructuren ter discussie stellen. Lees ‘De heks van Limbricht’ (2021) van Susan Smit naar het huiveringwekkend en waargebeurde verhaal van een vrouw die rond 1650 in de buurt van Sittard woonde. Zij trotseert de plaatselijke patriarchale heerschappij, zelfs als die haar wil breken. En om de wil van vrouwen te breken was eerder de ‘Malleus Maleficarum’ opgesteld, beter bekend als de ‘Heksenhamer’; een 15e-eeuws handboek voor de heksenjacht, met de meest effectieve foltermethoden om van hekserij beschuldigde vrouwen (lees: vrouwen die zich uitspreken en zich uitstekend zonder mannelijke beschermheer weten te redden) tot een bekentenis te dwingen en gedetailleerde richtlijnen voor de ondervraging van hen (lees: uithongeren en vrees aanjagen). De angst van mannen, vaak vermond als neerkijken op vrouwen, zit diep geworteld in ons culturele erfgoed. Kijk bijvoorbeeld vanaf het begin van het kolonialisme en je kunt de mannen identificeren, die ons met de huidige wereldproblemen hebben opgezadeld. Te beginnen met de paar honderd koopman-avonturiers, die de Oost- en West-Indische compagnieën creëerden. Het zijn de buitensporigheden waaruit ons kapitalisme en later ons kapitalistisch neoliberalisme groeide. Het is dus niet gewóón een mannenprobleem. Nee, het is een probleem van gewelddadige, hebzuchtige, machtige, plunderende, zichzelf verrijkende mannen. De huidige generatie mannelijke machthebbers zet dat onrecht tegen vrouwen en de wereld, zelfs tegen hun eigen kinderen en kleinkinderen, gewoon voort. Bij hen gaat het nog steeds over geld, hebzucht en ongelimiteerde, grenzeloze groei. Dat krijg je in een dominante mannencultuur.

De echte vaardigheid van leiderschap zit in de kracht van observeren

Het zijn altijd vrouwen geweest, die de strijd tegen onrecht leidden. Hier in Utrecht eren we Trijn van Leemput die op 2 mei 1577 een grote groep vrouwen zou hebben verzameld om op te trekken naar het kasteel Vredenburg, waar ze het signaal gaf om het kasteel te slopen. Vrouwen staan aan de zijlijn, buiten de club. Ze waren al 2 tot 4.000 jaar nooit aan de macht. Zij hadden geen privileges om te verliezen. Zij zijn gewend om in de marges te opereren, te denken en te handelen vanuit verdrukking. Al wat zij hadden was hun ondergeschiktheid. En wat kun je in hemelsnaam afnemen van iemand uit de marges?

In dit patriarchaat wordt alles weggenomen: ons bestaan, onze huizen, onze natuur. Het is bij mannen een blinde angst voor de realiteit, voor de waarheid, die hun reacties zo hevig maakt. Maar de echte vaardigheid van leiderschap zit in de kracht van observeren. Zie voortdurend het onrecht dat we voornemens zijn in de wereld te zetten, zie de pijn in de ogen van mensen. Ze hoeven met echte leiders niet te spreken, want hun lijden wordt door hun observatievermogen vanzelf gezien. Het gaat in werkelijk leiderschap om de vitale eigenschap van mededogen. Het vermogen van pijn horen en zien, en vooral van pijn voelen, mee te voelen. We moeten de wereld gaan zien zoals ze echt is. Daarvoor moeten we de ooglappen en blinde vlekken, die van generatie op generatie doorgegeven blindheid, eindelijk eens weghalen.

Bron: “Maar die natuur? Dat zijn wij!” uit de serie Klimaatdenkers: Ecofeministe Vandana Shiva door Naïm Derbali in DeGroeneAmsterdammer op 1 december 2021.

Valse beloftes, waarin niemand meer geloofd

De Klimaatconferentie van Glasgow 2021 (COP26) is voorbij, dus beheerst nu corona of een volgende hype ons nieuws. Ik kom er toch nog even op terug omdat klimaatverandering zich kennelijk niets aantrekt van waar wij onze aandacht op richten, maar mede mogelijk gemaakt wordt door ons doen en laten. En dan heb ik het niet over uw huis, lieve lezer, ik heb het alleen over wat de grote jongens en meisjes door de overheden in onze wereld mogelijk gemaakt wordt.

Vòòr de top hadden experts berekend dat we met de huidige doelstellingen naar een opwarming gaan van 2.7°C. Dat is veel te veel. Dat is een wereld die onbewoonbaar is voor miljoenen mensen. Als de mensheid over heel de wereld dan ook een referendum zou organiseren op basis van het principe ‘één mens, één stem’, zou dat zonder twijfel opleveren: “Doe al wat nodig is om de uitstoot van klimaatopwarmende emissies nu te stoppen!”. Nu het aan onze volksvertegenwoordigers was, kregen we in de charmante stad Glasgow een besluitvormingsproces dat uitliep op een kolossaal fiasco. De Griekse econoom Yanis Varoufakis ziet drie redenen waarom de laatste klimaatconferentie opnieuw een debacle is geworden: het gebrek aan internationale coördinatie, het kapitalisme en een wereldwijd probleem van free-riding (de onrechtmatige overconsumptie van basisgrondstoffen door de grote bedrijven). Ik volsta met deze opsomming, maar in het artikel, dat in de bronvermelding genoemd wordt, licht hij die punten volgens mij onweerlegbaar toe.

Het broodnodige front tussen China, de EU en de VS tegen verdere klimaatontsporing.

De Amerikaanse president Biden kwam in Glasgow aan op het moment dat zijn mensen in Washington zijn infrastructuurwet probeerden door het Congres te loodsen. Een wet, die niet meer is dan een staaltje corrupte politiek, die de gas- en olieindustrie blijft subsidiëren, deze vervuilers belastingvermindering oplevert, de wet zelf zelfs loskoppelt van elke ernstige investering in hernieuwbare energie en het nodige geld ophoest voor een waaier van koolstof uitstotende infrastructuur zoals nieuwe wegen, vliegvelden enzovoort. Het zo kapitaalkrachtige Duitsland heeft vlak voor COP26 nieuwe elektriciteitscentrales op basis van bruinkool besteld en kijkt reikhalzend uit naar de door de Russische president Putin beloofde, grote hoeveelheden aardgas, maar – en dat is het goede nieuws – de Nordstream2-gaspijplijn krijgt wel een groen jasje. De klimaatdoelstellingen van de Britse regering zijn, net als die in België en Nederland, ontoereikend en dreigen niet te worden gehaald. Het geld dat is toegezegd, is beduidend minder dan haar uitgaven voor oorlog en wapens.

Het falen van Europa is dubbel triest want als de EU in staat is om één ding te doen, dan is het wel de oprichting van een pan-Europese Unie voor Hernieuwbare Energie. Helaas, het kwam in Glasgow niet eens ter sprake. En alsof het nog niet erg genoeg is, dat de EU en de VS de groene transitie op hun eigen grondgebied verraden, wakkeren ze op dit moment ook nog een nieuwe oorlog tegen China aan. O, ja, het klopt vast en zeker dat China een grote vervuiler is. Maar los van de ongemakkelijke waarheid, dat China nu al met $ 3.400.000.000 in het huidige decennium meer investeert in de aanpak van de klimaatverandering dan de VS en de EU samen, willen deze Westerse landen toch liever hun pijlen op China richten. Om te overleven heeft de NAVO namelijk eerder dit jaar China en Rusland aangemerkt als ‘systemische vijanden’. Een keuze die weliswaar onverenigbaar is met het broodnodige vitale gemeenschappelijk front tussen China, de EU en de VS tegen verdere klimaatontsporing.

We stevenen af op klimaatopwarming van minimaal 2,5°C

In Glasgow ging het daarom niet over globale gelijkheid of mensenrechten, maar over eigen belang en winstmaximalisatie. Men probeert zo, bijvoorbeeld met leningen en voorwaarden daaraan, over de ruggen van de armste landen, die nu al de meeste schade onder klimaatveranderingen ondervinden, geld te slaan uit de klimaatproblematiek. Bovendien geven de grootste vervuilers ter wereld met $ 68.000.000.000 tot 15x meer uit om hun grenzen te bewapenen tegen toekomstige klimaatgerelateerde vluchtelingen, dan aan klimaatfinanciering voor deze armste landen. Deze Global Climate Wall (wereldwijde klimaatmuur) leidt nu al tot geweld aan de grenzen en trekt investeringen weg van de broodnodige klimaatmaatregels, die de oorzaken van de problemen aanpakken. De fossiele energiesector in Glasgow was tot ons aller schande zonder meer de grote winnaar.

Door de ongelijke verdeling van de anti-coronavaccins hebben heel wat mensen uit het Zuiden niet eens kunnen deelnemen. Het zijn precies die mensen, die in Glasgow een platform hadden moeten krijgen omdat zij de meeste gevolgen van de klimaatcrisis ondervinden. De onderhandelaars, die op COP26 aanwezig waren, zijn alleen maar technocraten en wereldleiders, die er alle belang bij hebben de huidige status quo te handhaven. Deze echte onderhandelingen worden buiten het zicht van het publiek gevoerd, weg van mensen die daar eigenlijk zouden moeten zitten. Er zijn geen activisten bij, geen actoren van het middenveld, geen jongeren, geen mensen van kleur, geen vrouwen. De onderhandelingen werden gevoerd door mensen, die de wereld niet representeren. Uiteraard zijn daar ook geen beslissingen uit voort gekomen die de mensen of zelfs maar de wereld beschermen.

We stevenen af op klimaatopwarming van minimaal 2,5°C. Een wereld met tegen 2050 1.200.000.000 vluchtelingen, met gigantische droogtes, met uitgestrekte gebieden, die voor mensen gewoon onbewoonbaar zijn geworden, met voedselschaarste, met waterschaarste, door de zeespiegelstijging ondergelopen eilanden en wat niet meer aan ellende.

Het klimaat en wereldvrede 100% als prioriteit

We moeten collectief gaan bekijken hoe we de toegang tot voedsel voor iedereen veilig kunnen stellen in een opwarmende wereld. Ten tweede: de steenkoolmijnen sluiten en ook de resterende voorraden van bruinkool, gas en olie in de grond laten. Als overheden tijdens een pandemie een lockdown kunnen doorvoeren om levens te redden, kunnen ze ook de fossiele industrie opdoeken om de mensheid in stand te houden. Ten derde: de invoering van een wereldwijde koolstofbelasting om de relatief lage prijs van alles wat nog koolstof uitstoot te verhogen. De opbrengst daarvan moet gaan naar de armere leden van onze menselijke soort. Het gaat niet alleen over emissies in de atmosfeer, maar veeleer over basale mensenrechten. Miljoenen mensen gaan (en zijn al) op de vlucht of sterven door de beslissingen, die in de vorige 25 COPs, en ook in Glasgow niet zijn genomen.

Elke dag zouden de wereldleiders het klimaat en wereldvrede 100% als prioriteit moeten zien. Want alles is met de leefomgeving van mensen verbonden. Als we het klimaatprobleem niet oplossen en zelfs niet serieus nemen heeft niets nog zin. Het feit dat dit tot de volgende COP verder geen prioriteit krijgt, zorgt ervoor dat die COPs elke keer opnieuw mislukken.

Bronnen: “‘Hoe premier De Croo op de klimaattop bezig was, dat was ronduit beschamend’; Marc Vandepitte interviewt Anuna De Wever” via DeWereldMorgen op 19 november 2021, “Drie redenen voor het debacle van de COP26” door Yanis Varoufakis in The Guardian op 10 november 2021 en vertaald door Marina Mommerency voor DeWereldMorgen op 22 november 2021 en hier te lezen, en “Jeremy Corbyn: ‘We moeten de macht terugnemen van zij die onze planeet vernietigen’” door Jeremy Corbyn, in Jacobin op 11 februari 2021; door LDP vertaald voor DeWereldMorgen op 26 november 2021.

Chomsky I Over op wie hij zijn hoop gevestigd heeft

In de ’60-er jaren waren weinigen zich ten volle bewust van het feit dat de Amerikaanse ‘eeuwige oorlogen’ reeds in 1783 begonnen zijn. Van 400 jaar afschuwelijke foltering van de Afro-Amerikanen was in de academische wereld nauwelijks iets bekend. Sindsdien worden voortdurend nog meer – en steeds ergere – feiten opgegraven. Dit geldt ook voor andere thema’s. Toewijding aan de waarheid en verantwoord activisme kan veel vensters openen en een omvangrijke oogst aan waardevolle historische perspectieven opleveren. De wereld is sinds de Amerikaanse oorlog tegen Vietnam in feite drastisch veranderd.

Ik vermoed dat u het wel met me eens zult zijn wanneer ik stel dat we vandaag voor grotere uitdagingen staan dan ooit tevoren. Bovendien leven we nu in een ‘kleinere wereld’; enkele van onze uitdagingen zijn mondiaal van aard èn omvang. Wat zou in deze context van een geglobaliseerde wereld de rol van intellectuelen en van sociale organisaties moeten zijn voor een ‘mensheid met een gemeenschappelijke toekomst’?

Vandaag wordt onder regie van de rijken, die geconcentreerd in rijke landen leven, van degenen die als de machtigen aan de touwtjes trekken, de hele georganiseerde gemeenschap onder de mokerslagen van ecologische vernietiging met ‘uitsterving’ bedreigden. Dit staat nog los van de niet minder onheilspellende en toenemende dreiging van een nucleaire holocaust, die op het moment dat u dit leest nog wordt aangewakkerd. We leven in een periode waarin crisissen zonder weerga in de menselijke geschiedenis samenvloeien. Voor elk van deze crisissen zijn haalbare oplossingen bekend, maar de tijd dringt om de status quo te doorbreken. Het is niet nodig woorden te verspillen over wie daar voor verantwoordelijk zijn.

Wie neemt de historische taak op zich om deze crisissen aan te pakken? Wie verwezenlijkte de Globale Klimaatstaking op 24 september dit jaar, een wanhopige poging om de treuzelende wereldleiders wakker te schudden, evenals de burgers die door verraad van hun elites in slaap waren gesust? We kennen het antwoord: het zijn de jongeren, de erfgenamen van onze dwaasheid.

Deze wijze woorden, dat wil zeggen dat ik ze graag bedacht had, kwamen onlangs uit de mond van Noam Chomsky. Via de bronvermelding is het interview met veel meer voorbeelden en details integraal te lezen.

Dit is deel 1 van 4 delen; de delen 2, 3 en 4 zijn eerder gepubliceerd.

Bron: “Noam Chomsky: ‘Het is een kwestie van leven of dood’ — Intellectuelen mogen niet langer de status quo verdedigen” op 7 oktober jl. door C.J Polychroniou in TruthOut via Roos De Witte van de vertaaldesk van DeWereldMorgen op 14 november 2021. Klik hier om het hele interview te lezen.

Chomsky II Over de (verzaakte) rol van intellectuelen

De overgrote meerderheid van intellectuelen – met andere woorden, de denkers die goed thuis zijn in een brede waaier van thema’s – is in de geschiedenis altijd een trouwe dienaar van de status quo geweest. Het is nu zelfs zo dat het aantal kritische, tegendraadse intellectuelen gedurende de laatste decennia afgenomen is, terwijl het openbare forum groter en luidruchtiger is geworden door de ingrijpende uitbreiding van het internet en de sociale media. Slechts een kleine minderheid van autonome denkers, criticasters en andere dissidenten wordt steevast jaren later geëerd en geroemd. Echter, op het moment dat ze het verschil probeerden maken werden ze doodgezwegen, gemarginaliseerd, genegeerd, gevangen genomen, verbannen of erger.

De machtigen der aarde zijn degenen die de waarheid al te goed kennen. Zij weten echt wel wat ze doen. Dat doen ze niet persé omdat zij slechte mensen zouden zijn, maar omdat zij een bepaalde taak vervullen binnen de bestaande instellingen. Als zij hun taak op zouden geven, zal iemand anders die overnemen zolang de instelling blijft bestaan. Het heeft met andere woorden geen enkele zin CEO’s van de sector van de fossiele brandstoffen te onderrichten over het feit dat hun activiteiten de wereldbevolking schade berokkenen en het klimaat en ons leefmilieu vernietigen. Dat weten zij allang. En zij beseffen ook dat zij onmiddellijk ontslagen zullen worden, zodra zij zich zorgen zouden gaan maken over de sociale impact van hun daden en wanneer ze afstand zouden nemen van hun onvoorwaardelijke toewijding aan het behalen van hun targets en/of winstcreatie. Zouden zij dat toch doen, dan zouden anderen hen snel vervangen om de vereiste taken beter uit te voeren. Desondanks zijn er toch een aantal keuzes mogelijk, maar die zijn beperkt.

Het zou voor mensen met een visie veel zinvoller zijn de waarheid te vertellen, niet tegen de machthebbers, maar tegen hun slachtoffers. Als je de ware gang van zaken vertelt aan de machtelozen, is het mogelijk dat een aantal van hen daar profijt van heeft. Immers, de waarheid kan mensen helpen om op een meer realistische wijze de problemen in hun leven aan te pakken. Zo kunnen zij de onwettige opdrachten en structuren van autoriteiten en instellingen, waar wanpraktijken begaan worden, uitdagen en de impact van rechtvaardigheid en vrijheid uitbreiden. Er is geen andere weg om dit te bereiken. Daarbij, in het verleden is dit op deze manier wel eens gelukt.

Helaas moet daar een kantekening bij: de taak van een verantwoordelijk mens is niet om wat hij/zij als de waarheid beschouwt aan anderen te vertellen; noch aan machtelozen, noch aan machthebbers. Hij of zij zou er beter aan doen mèt de machtelozen te overleggen en zo proberen hen inzicht te geven in wat de waarheid is. Het zou dan pas echt om een collectieve onderneming gaan. Dat zoiets gebeuren zou, is nochtans buitengewoon uitzonderlijk in de geschiedenis van de mensheid.

Kies om het even welke maatschappij en je zult zien dat er een gering erudiet gezelschap van kritische dissidenten in voorkomt. Gewoonlijk worden die onderworpen aan een of andere vorm van bestraffing. [Dat ik een verhaal als dit vooralsnog straffeloos de wereld in kan sturen, is dus in de wereldgeschiedenis van de mensheid een unicum, maar zouden mijn blogs invloedrijk zijn dan zou men mij geheid pootje haken; GjH] Dit gaat terug in de geschiedenis zover je wilt; tot in het Griekse Rijk: wie was de man die de gifbeker moest drinken? Het was degene die de jeugd van Athene zou ‘corrumperen’ door kritische vragen te stellen. En kijk wat de Bijbel schrijft over ongeveer dezelfde periode. De Bijbel is ontstaan uit een orale geschiedenis, maar op basis van wat er achteraf van gereconstrueerd werd, zien we dat er ook in Bijbelse tijden al mensen waren die de koning en zijn misdaden veroordeelden, die om genade riepen voor vrouwen en wezen. En dat waren toentertijd gezagsondermijnende daden. Deze mensen werden daarom in de gevangenis gesmeten, uitgescholden of verbannen naar de woestijn en worden nu met terugwerkende kracht gerehabiliteerd.

Wanneer je de geschiedenis doorloopt, ontwaar je een stelselmatig repeterend gedragspatroon: vrijwel alle intellectuelen proberen de status quo te handhaven en slechts enkelen bekritiseren het doen en laten van de machtigen. Het basisprincipe daarvan is overigens in onze tijd helder samengevat door McGeorge Bundy, een bewonderde academicus, een leidende liberale intellectueel, ooit decaan van Harvard, adviseur nationale veiligheid van de presidenten John Kennedy (1961-1963) en Lyndon Johnson (1963 – 1969) en daarna directeur van de Ford Foundation. In 1968, toen het protest tegen de oorlog in Vietnam op zijn hoogtepunt was, publiceerde deze Bundy een artikel waarin hij het protest tegen de oorlog besprak:

Veel van dit protest is legitiem, gaf hij toe: retrospectief gezien waren er immers wel wat ‘fouten’ begaan in de aanpak van deze ‘complexe inspanning’. Maar er is ook een marginaal groepje mensen, dat volgens hem pure minachting verdient: degenen die ‘onze’ motieven in twijfel trekken. Deze mensen analyseren de politieke leiding van de Verenigde Staten van Amerika op basis van dezelfde normen, die de Amerikanen gebruiken tegen alle ‘anderen’. Daarom horen deze mensen, vond Bundy, uitgesloten te worden van het gezelschap der wel opgevoeden.

Deze analyse van Bundy werd feitelijk de norm voor latere liberale intellectuelen. Hun publicaties maakten een onderscheid tussen wat zij de ‘politiek en technocratische gedreven intellectuelen’ noemden en wat zij als de ‘door waarden gedreven intellectuelen’ zagen. De eersten zijn de goede jongens en meisjes, die adviseren en het beleid vorm geven en die terecht voor hun constructieve bijdragen geëerd worden. Het zijn de Henry Kissingers van het soort dat loyaal de orders van hun half dronken baas doorgeeft voor een campagne van massale bombardementen in Cambodja: “Zet alles in wat vliegt tegen alles wat beweegt”, een openlijke oproep tot genocide zoals zelden geëvenaard. De tweede groep intellectuelen bestaat daarentegen uit ‘wildemannen’, zoals Bundy hen noemt, mensen die ‘bazelen’ over morele waarden, internationale wetten, rechtvaardigheid en andere sentimentele onzin.

Grondwet, grondwet, grondwet, grondwet. U beroept zich aldoor op de grondwet. Zegt u mij eens eerlijk, bent u communist?

Het politieke activisme van de jaren ’60 en daarna is in de VS inmiddels substantieel veranderd, doordat dit activisme zijn vleugels uitsloeg. Daaronder bevonden zich Bundy’s ‘wildemannen’ met hun op waarden gebaseerde ontwrichtende opvattingen;  ontwrichtend voor de status quo. De impact daarvan heeft in grote mate het historische perspectief uitgebreid van waaruit gebeurtenissen in de wereld vandaag worden bekeken. Niemand zou vandaag nog een belangrijke diplomatieke geschiedenis van de VS schrijven waarin hij/zij zou vertellen hoe, na het afwerpen van het Britse koloniale juk, de eerste kolonisten in de woorden van Thomas Bailey “zich toelegden op hun taak van het vellen van bomen en Indianen en van het herschikken van hun natuurlijke grenzen”; dit alles natuurlijk vanuit ‘zelfverdediging’.

Al deze wijze woorden, dat wil zeggen dat ze mijn kijk op het wereldgebeuren onderstrepen, kwamen onlangs uit de mond van Noam Chomsky. Via de bronvermelding is het interview met veel meer voorbeelden en details integraal te lezen.

Dit is deel 2 van 4 delen; de delen 3 en 4 had ik eerder al gepubliceerd en deel 1 publiceer ik binnenkort.

Bron: “Noam Chomsky: ‘Het is een kwestie van leven of dood’ — Intellectuelen mogen niet langer de status quo verdedigen” op 7 oktober jl. door C.J Polychroniou in TruthOut via Roos De Witte van de vertaaldesk van DeWereldMorgen op 14 november 2021 en het ” komt uit “Gewetensbezwaren” op de elpee Zand in je badpak door Don Quishocking in 1974. Klik hier om het artikel te lezen.

Chomsky III Over de crisis en waar het mis ging

We moeten altijd rekening houden met de realiteit. Ik ben voor een beweging naar een meer rechtvaardige en vrijere samenleving, waarin geproduceerd wordt om de noden van de bevolking te lenigen in plaats van om winst te maken, een samenleving waarin werkende mensen hun eigen leven kunnen bepalen in plaats van zich heel hun wakkere leven te moeten onderwerpen aan hun bazen. Echter, de tijd, die we voor een dergelijke omwenteling nodig hebben, is gewoon te lang om het hoofd te kunnen bieden aan de huidige klimaatcrisis. Bijgevolg moeten we die crisis oplossen bìnnen het kader van de bestaande instellingen. Ook daar zijn verbeteringen mogelijk.

Er wordt zowat overal gedebatteerd over methodes om koolstofdioxide uit de atmosfeer te verwijderen, maar dat zou enorme hoeveelheden biomassa vergen, die verbouwd moeten worden op uitgestrekte oppervlakten. Daardoor zouden ze voornamelijk in landen met lage inkomens en weinig uitstoot een bedreiging vormen voor bestaande ecosystemen en voor hun voedselproductie. Volgens een groep academici, waaronder ethici, is een van de ‘kernprincipes’ van klimaatrechtvaardigheid dat ‘de dringende basisbehoeften van arme mensen en arme landen moeten worden beschermd tegen de gevolgen van klimaatverandering, en ook tegen de maatregelen ter beperking van opwarming van de aarde’. Dat zou voor weldenkende mensen direct een einde maken aan plannen om nu CO2 uit te stoten, en later af te vangen en op te slaan.

Er zijn ook andere voorbeelden van wat ik ‘het imperialisme van de anti-klimaatopwarming’ zou noemen. Bio-energie en koolstofabsorptie zijn volslagen immoreel, maar het staat steeds weer ter discussie, net als atoomenergie. Waar belandt het afval daarvan? Niet in ùw achtertuin, lieve lezer, maar in landen als Somalië, die daar geen verweer tegen hebben. De Europese Unie bijvoorbeeld dumpt al haar atoomafval en andere vervuiling voor de kust van Somalië, wat de lokale industrieën en visgronden daar grote schade toebrengt. Walgelijk!

Hadden we 10 jaar eerder ingegrepen, dan zou het nu veel minder inspanning vergen. Had de VS niet als enig land geweigerd zich te voegen naar het Kyoto Protocol van 1997, dan zou het nu allemaal een stuk makkelijker geweest zijn. Hoe meer we de problemen voor ons uit schuiven, hoe meer we onze kinderen en kleinkinderen verraden. Dit zijn fundamentele keuzes waar we al een lange tijd voor staan. Ik heb niet veel jaren meer tegoed, maar anderen misschien nog wel. De mogelijkheid van een duurzame en rechtvaardige toekomst is haalbaar en we kunnen nog heel wat doen om zo’n vooruitzicht te verwezenlijken voor het te laat is. Er is best veel mogelijk.

We hoeven niet te leven in een politiek systeem waarin de belastingregels zo werden veranderd dat miljonairs minder betalen dan werkende mensen. We hoeven niet te leven in een soort staatskapitalisme waarin de 90% laagbetaalde kostwinners ongeveer $ 50.000.000.000 werd ontfutseld ten voordele van nog niet 1% rijkste mensen.

De blokkades tegen verandering van koers worden momenteel opgeworpen door de banken, de fossiele brandstofindustrie en andere grootbedrijven. Die zijn stuk voor stuk gericht op winstmaximilisatie. Ze trekken zich verder nergens iets van aan. Dat was trouwens de slogan waarmee de neoliberale periode ooit werd aangekondigd. De Amerikaanse econoom en goeroe van een beperkte overheid en het vrijemarktkapitalisme Milton Friedman (1912 – 2006) formuleerde het zo: “Ondernemingen hoeven geen verantwoording af te leggen aan de bevolking of aan de arbeidskrachten, maximale winst voor enkelen moet hun enige bekommernis zijn”.

Economen hebben op basis van neoklassieke theorieën in het begin van de jaren ’80 een grote revolutie veroorzaakt in de mondiale economie. De democratische President Carter (1977-1981) is er mee begonnen, de republikein Ronald  Reagan (1981 – 1989) en conservatief Margaret Thatcher (1979 – 1990) hebben dat proces versneld. De laatste zei dat er niet zoiets bestaat als ‘een maatschappij’; er zouden alleen geatomiseerde individuen zijn, die er op een of andere manier in slagen zich op de markt staande te houden. Je moet daar natuurlijk een kanttekening bij maken: ze vergat te vermelden dat er ‘heel wat maatschappij’ is voor de machtigen en rijken.

Doordat de VS veel meer macht heeft dan welk ander land ook, heeft hun neoliberale aanval op huishoudens, vernietigende gevolgen gehad. Je hoeft geen genie te zijn om tot die conclusie te komen. Hun motto was: ‘De overheid is het probleem’. [Dat motto was wat de republikein Richard Nixon tussen 1969 – 1974 al regelmatig de wereld in slingerde; GjH] Dit was een maatgevend experiment in de economische theorievorming met desastreuze gevolgen voor de afbraak van internationale samenwerking en solidariteit en zelfs voor de aarde als leefomgeving van mensen.

Al deze wijze woorden, dat wil zeggen dat het een verwoording van mijn zorgen is, kwamen onlangs uit de mond van Noam Chomsky. Alleen het expliciet benoemen van atoomenergie in de derde alinea en het laatste deel van de laatste zin voegde ik ter verduidelijking toe. Deze nog steeds niet uitgediende 92-jarige professor heeft talrijke succesvolle politieke werken op zijn naam staan, die vertaald zijn in meerdere talen. Met zijn kritiek op de machthebbers en zijn verdediging van de gewone mensen heeft hij hele generaties activisten en organisatoren geïnspireerd en van steekhoudende argumenten voorzien. Dat de normen, die je andere landen oplegt, dezelfde moeten zijn als die waar jij je als land aan houdt, is de rode lijn in zijn veelomvattend werk. Zijn recentste boeken zijn “Climate Crisis and the Global Green New Deal: The Political Economy of Saving the Planet” (2020) met Robert Pollin en C.J. Polychroniou en “Consequences of Capitalism: Manufacturing Discontent and Resistance” (2021) in samenwerking met Marv Waterstone.

Dit is deel 3 van 4 delen; deel 4 had ik eerder al gepubliceerd en deel 2 publiceer ik binnenkort.

Bron: “Chomsky: ‘We staan voor de keuze: een leefbare toekomst voor ons of totale vernietiging door de grote bedrijven’” door Stan Cox via de vertaaldesk van DeWereldMorgen op 3 november 2021. Klik hier om het te lezen.

Chomsky IV Over olie en militarisme

Op dit ogenblik zetten de regeringen van de wereld, waaronder vooral die van de Verenigde Staten van Amerika, in het belang van de korte termijnwinsten voor de allerrijksten de olieproducenten onder druk om hun productie te verhogen, terwijl ze in het IPCC-rapport van augustus dit jaar het veruit ernstigste advies ooit kregen, te weten dat een catastrofe opdoemt tenzij we direct beginnen met een jaarlijkse vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen en ze geleidelijk moeten afschaffen tegen het midden van deze eeuw.

De tijdschriften van de petroleumindustrie zijn daarentegen euforisch over de ontdekking van nieuwe olievelden, die nog ontgonnen kunnen worden als de vraag naar olie stijgt. De media van de zakenwereld debatteert wie het best geoutilleerd is om de productie te verhogen: de fracking-industrie in de OPEC of die in de VS.

Wij mogen ondertussen de duistere wolk niet uit het oog verliezen die menselijke intelligentsia 75 jaar geleden over de wereld heeft getrokken en die de laatste jaren almaar donkerder wordt. Het regime van wederzijdse wapencontrole, dat moeizaam was uitgewerkt gedurende vele tientallen jaren, werd systematisch ontmanteld door de twee laatste Republikeinse regeringen in de VS, eerst die van George W Bush (2001-2009) met het opzeggen van het Anti-Ballistic Missile Treaty en daarna die van Donald Trump (2017-2021), die zijn sloophamer met zichtbaar plezier rondzwaaide. En momenteel steunt Joe Biden het jaarlijks bespottelijk bombastische militaire budget [Ook in 2020 bleef de VS de wereld leiden op het gebied van militaire uitgaven, goed voor 39% van het wereldwijde totaal; meer dan het dubbele van het totaal van de landen, die door Amerikaanse beleidsmakers worden gezien als de belangrijkste militaire concurrenten China en Rusland; GjH, klik hier voor meer details] om de huidige wedren naar de ontwikkeling van nog meer gevaarlijke wapens voort te zetten en om hoogst provocatieve daden te stellen waar diplomatie en onderhandelingen ook zeer goed mogelijk zouden zijn.

Een belangrijk strijdpunt vandaag is de ‘vrijheid van de scheepvaart’ in de Zuid-Chinese Zee. Nauwkeuriger geformuleerd gaat dit conflict over de militaire spionage-operaties van de VS in de Chinese Exclusieve Economische Zone (EEZ) vanaf de Chinese kustlijn. De VS stelt dat hun operaties toelaatbaar zijn in alle EEZ’s. China daarentegen stelt dat dit niet zo is. India is het alvast met de interpretatie van China eens en protesteerde onlangs stellig tegen de Amerikaanse militaire operaties in haar EEZ. Die EEZ’s werden opgericht door de UNCLOS-Wet van de Zee van 1982. De VS is de enige zeemacht die dit internationale verdrag nooit heeft aanvaard, maar beweert nu wel ditzelfde verdrag na te leven. De relevante tekst in dit verdrag over militaire operaties is niet echt duidelijk. Dit is dus typisch een onderwerp waar diplomatie aan de orde is, geen overdreven provocatieve daden in een regio waar de spanning sowieso al hoog oploopt. De VS riskeert willens en wetens een onbegrensde escalatie.

Dit zou allemaal deel uitmaken van de zogezegde ‘inspanningen’ van de VS om ‘China in toom te houden’. Beter geformuleerd, om te stellen dat ‘de opstanding van 20% van de mensheid uit extreme armoede naar iets wat een beetje begint te lijken op een moderne staat’ onwettig is. Scherper: dat China gewoon door te bestaan een bedreiging voor de VS is. Daarmee wordt niet letterlijk bedoeld dat China een bedreiging voor de VS zou zijn (iets wat China trouwens nooit waar gemaakt noch verwoord heeft). Het is eerder zo dat China’s bestaan een bedreiging vormt voor de wereldwijde superioriteit van de VS. Dit is ook de zeer realistische evaluatie van Paul Keating, die eerder de Australische eerste minister was, in zijn reactie op het recente AUKUS-verdrag. Dit verdrag voorziet de aankoop door Australië van 8 technologisch geavanceerde atoomduikboten, die zullen worden ingezet onder het commandosysteem van de zeemacht van de VS, als antwoord op deze ‘bedreiging door China’. Met het AUKUS-verdrag moet zo krachtig mogelijk bewezen worden dat de VS wil heersen over de wereld, ook als dat vereist de oorlogsdreiging te doen escaleren, zelfs met een mogelijkerwijze terminale atoomoorlog als gevolg.

En dit alles speelt zich af in een hoogst instabiele regio. Ondertussen wordt van ‘slappe’ maatregelen als diplomatie geen gebruik gemaakt. [De Amerikaanse president Joe Biden en zijn ambtgenoot Xi Jinping van China hebben onlangs een paar uur met elkaar gesproken via een videoverbinding. In hoeverre dit een propaganda-ontmoeting voor Biden was, of werkelijke diplomatie is onduidelijk. De VS met hierboven genoemde militaire inzet, steevaste onderdrukking van zwarte mensen en onberechte gevangenen in Guantanamo Bay framed de ontmoeting alsof Biden aan Jinping – al heeft hij kilo’s boter op zijn hoofd – duidelijk maakte zich beter te moeten inzetten voor het voorkomen van de klimaatcatastrophe en voor het nakomen van mensenrechten; GjH]

Zoals de VS ook in Afghanistan hun spieren wilden tonen, een overwinning behalen om iedereen in de rest van de wereld de stuipen op het lijf jagen. Zij trok en trekt zich niets aan van het lijden van de Afghanen of van hoeveel mensen hierdoor de dood in gejaagd worden.

Al deze wijze woorden, dat wil zeggen dat het een verwoording van mijn zorgen is, kwamen onlangs uit de mond van Noam Chomsky. Via de bronvermelding is het interview met veel meer voorbeelden en details integraal te lezen.

Dit is deel 4 van 4 delen; deel 3 publiceer ik binnenkort.

Bron: “Noam Chomsky: ‘Het is een kwestie van leven of dood’ — Intellectuelen mogen niet langer de status quo verdedigen” op 7 oktober jl. door C.J Polychroniou in TruthOut via Roos De Witte van de vertaaldesk van DeWereldMorgen op 14 november 2021. Klik hier om het te lezen.

Een overzichtelijke reeks

De Club van Rome kreeg in één klap bekendheid met hun rapport “De grenzen aan de groei” dat in 1972 werd uitgebracht. Hierin werd, in navolging van een in 1968 geschreven boek “The Population Bomb” door Paul Ehrlich, een verband gelegd tussen economische groei en de gevolgen daarvan voor het milieu. In 1979 werd in Genève een 1ste World Climate Conference bijeengeroepen door de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO). Het was een bijeenkomst van bijna allemaal wetenschappers, die onder meer leidde tot het lanceren van een klimaatprogramma voor de wereld en in 1988 tot de oprichting van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). In 1990 werd wederom in Genève een World Climate Conference gehouden, waar onder meer het eerste rapport van het IPCC werd besproken. Deze conferentie leidde tot de oprichting van de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC). In 2009 werd nog een 3de conferentie gehouden, waar de nadruk lag op het verspreiden van adequate klimaatinformatie en –voorspellingen. De Conference of the Parties van de UNFCCC, hier (en in de volksmond) kortweg ‘COP’, is de algemene, besluitvormende vergadering van alle partijen van de UNFCCC. Deze conferenties zijn bedoeld internationale activiteiten te ontplooien om ongewenste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen en te proberen daar de vaart in te krijgen en te houden, want de tijd dringt.

De laatste slotverklaring van deze COP in Glasgow is zojuist ondertekend en houdt de reeks overzichtelijk. De resultaten zijn namelijk als volgt:

COP1 (1995 in Berlijn): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP2 (1996 in Genève): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP3 (1997 in Kyoto): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP4 (1998 in Buenos Aires): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP5 (1999 in Bonn): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP6 (2000 in Den Haag): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP7 (2001 in Marrakesh): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP8 (2002 in New Delhi): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP9 (2003 in Milaan): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP10 (2004 in Milaan): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP11 (2005 in Montreal): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP12 (2006 in Nairobi): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP13 (2007 in Bali): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP14 (2008 in Poznan): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP15 (2009 in Kopenhagen): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP16 (2010 in Cancún): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP17 (2011 in Durban): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP18 (2012 in Doha): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP19 (2013 in Warschau): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP20 (2014 in Lima): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP21 (2015 in Parijs): mislukt, maar het streven de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2°C gold als een doorbraak.

COP22 (2016 in Marrakesh): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP23 (2017 in Bonn): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP24 (2018 in Katowice): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP25 (2019 in Madrid): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

En de laatste COP26 (2021 in Glasgow): gewoon mislukt.

Zo zou ik het samenvatten. Hopelijk is dit een weliswaar overzichtelijk, maar toch te somber overzicht. Maar dat oordeel hangt natuurlijk af van de hinder die je nu al van klimaatverandering ondervindt, de gevolgen ervan voor je nabestaanden in de toekomst en de ontwikkeling van je empathische vermogens en je verantwoordelijkheidsgevoel.

Bronnen: Reacties op slotverklaring Glasgow: van ‘belangrijk signaal’ tot ‘faliekant mislukt’” via NOS Nieuws en “De club van Rome”, “Conference of the Parties” & “United Nations Framework Convention on Climate Change” via Wikipedia; alle vier op 14 november 2021.