Valse beloftes, waarin niemand meer geloofd

De Klimaatconferentie van Glasgow 2021 (COP26) is voorbij, dus beheerst nu corona of een volgende hype ons nieuws. Ik kom er toch nog even op terug omdat klimaatverandering zich kennelijk niets aantrekt van waar wij onze aandacht op richten, maar mede mogelijk gemaakt wordt door ons doen en laten. En dan heb ik het niet over uw huis, lieve lezer, ik heb het alleen over wat de grote jongens en meisjes door de overheden in onze wereld mogelijk gemaakt wordt.

Vòòr de top hadden experts berekend dat we met de huidige doelstellingen naar een opwarming gaan van 2.7°C. Dat is veel te veel. Dat is een wereld die onbewoonbaar is voor miljoenen mensen. Als de mensheid over heel de wereld dan ook een referendum zou organiseren op basis van het principe ‘één mens, één stem’, zou dat zonder twijfel opleveren: “Doe al wat nodig is om de uitstoot van klimaatopwarmende emissies nu te stoppen!”. Nu het aan onze volksvertegenwoordigers was, kregen we in de charmante stad Glasgow een besluitvormingsproces dat uitliep op een kolossaal fiasco. De Griekse econoom Yanis Varoufakis ziet drie redenen waarom de laatste klimaatconferentie opnieuw een debacle is geworden: het gebrek aan internationale coördinatie, het kapitalisme en een wereldwijd probleem van free-riding (de onrechtmatige overconsumptie van basisgrondstoffen door de grote bedrijven). Ik volsta met deze opsomming, maar in het artikel, dat in de bronvermelding genoemd wordt, licht hij die punten volgens mij onweerlegbaar toe.

Het broodnodige front tussen China, de EU en de VS tegen verdere klimaatontsporing.

De Amerikaanse president Biden kwam in Glasgow aan op het moment dat zijn mensen in Washington zijn infrastructuurwet probeerden door het Congres te loodsen. Een wet, die niet meer is dan een staaltje corrupte politiek, die de gas- en olieindustrie blijft subsidiëren, deze vervuilers belastingvermindering oplevert, de wet zelf zelfs loskoppelt van elke ernstige investering in hernieuwbare energie en het nodige geld ophoest voor een waaier van koolstof uitstotende infrastructuur zoals nieuwe wegen, vliegvelden enzovoort. Het zo kapitaalkrachtige Duitsland heeft vlak voor COP26 nieuwe elektriciteitscentrales op basis van bruinkool besteld en kijkt reikhalzend uit naar de door de Russische president Putin beloofde, grote hoeveelheden aardgas, maar – en dat is het goede nieuws – de Nordstream2-gaspijplijn krijgt wel een groen jasje. De klimaatdoelstellingen van de Britse regering zijn, net als die in België en Nederland, ontoereikend en dreigen niet te worden gehaald. Het geld dat is toegezegd, is beduidend minder dan haar uitgaven voor oorlog en wapens.

Het falen van Europa is dubbel triest want als de EU in staat is om één ding te doen, dan is het wel de oprichting van een pan-Europese Unie voor Hernieuwbare Energie. Helaas, het kwam in Glasgow niet eens ter sprake. En alsof het nog niet erg genoeg is, dat de EU en de VS de groene transitie op hun eigen grondgebied verraden, wakkeren ze op dit moment ook nog een nieuwe oorlog tegen China aan. O, ja, het klopt vast en zeker dat China een grote vervuiler is. Maar los van de ongemakkelijke waarheid, dat China nu al met $ 3.400.000.000 in het huidige decennium meer investeert in de aanpak van de klimaatverandering dan de VS en de EU samen, willen deze Westerse landen toch liever hun pijlen op China richten. Om te overleven heeft de NAVO namelijk eerder dit jaar China en Rusland aangemerkt als ‘systemische vijanden’. Een keuze die weliswaar onverenigbaar is met het broodnodige vitale gemeenschappelijk front tussen China, de EU en de VS tegen verdere klimaatontsporing.

We stevenen af op klimaatopwarming van minimaal 2,5°C

In Glasgow ging het daarom niet over globale gelijkheid of mensenrechten, maar over eigen belang en winstmaximalisatie. Men probeert zo, bijvoorbeeld met leningen en voorwaarden daaraan, over de ruggen van de armste landen, die nu al de meeste schade onder klimaatveranderingen ondervinden, geld te slaan uit de klimaatproblematiek. Bovendien geven de grootste vervuilers ter wereld met $ 68.000.000.000 tot 15x meer uit om hun grenzen te bewapenen tegen toekomstige klimaatgerelateerde vluchtelingen, dan aan klimaatfinanciering voor deze armste landen. Deze Global Climate Wall (wereldwijde klimaatmuur) leidt nu al tot geweld aan de grenzen en trekt investeringen weg van de broodnodige klimaatmaatregels, die de oorzaken van de problemen aanpakken. De fossiele energiesector in Glasgow was tot ons aller schande zonder meer de grote winnaar.

Door de ongelijke verdeling van de anti-coronavaccins hebben heel wat mensen uit het Zuiden niet eens kunnen deelnemen. Het zijn precies die mensen, die in Glasgow een platform hadden moeten krijgen omdat zij de meeste gevolgen van de klimaatcrisis ondervinden. De onderhandelaars, die op COP26 aanwezig waren, zijn alleen maar technocraten en wereldleiders, die er alle belang bij hebben de huidige status quo te handhaven. Deze echte onderhandelingen worden buiten het zicht van het publiek gevoerd, weg van mensen die daar eigenlijk zouden moeten zitten. Er zijn geen activisten bij, geen actoren van het middenveld, geen jongeren, geen mensen van kleur, geen vrouwen. De onderhandelingen werden gevoerd door mensen, die de wereld niet representeren. Uiteraard zijn daar ook geen beslissingen uit voort gekomen die de mensen of zelfs maar de wereld beschermen.

We stevenen af op klimaatopwarming van minimaal 2,5°C. Een wereld met tegen 2050 1.200.000.000 vluchtelingen, met gigantische droogtes, met uitgestrekte gebieden, die voor mensen gewoon onbewoonbaar zijn geworden, met voedselschaarste, met waterschaarste, door de zeespiegelstijging ondergelopen eilanden en wat niet meer aan ellende.

Het klimaat en wereldvrede 100% als prioriteit

We moeten collectief gaan bekijken hoe we de toegang tot voedsel voor iedereen veilig kunnen stellen in een opwarmende wereld. Ten tweede: de steenkoolmijnen sluiten en ook de resterende voorraden van bruinkool, gas en olie in de grond laten. Als overheden tijdens een pandemie een lockdown kunnen doorvoeren om levens te redden, kunnen ze ook de fossiele industrie opdoeken om de mensheid in stand te houden. Ten derde: de invoering van een wereldwijde koolstofbelasting om de relatief lage prijs van alles wat nog koolstof uitstoot te verhogen. De opbrengst daarvan moet gaan naar de armere leden van onze menselijke soort. Het gaat niet alleen over emissies in de atmosfeer, maar veeleer over basale mensenrechten. Miljoenen mensen gaan (en zijn al) op de vlucht of sterven door de beslissingen, die in de vorige 25 COPs, en ook in Glasgow niet zijn genomen.

Elke dag zouden de wereldleiders het klimaat en wereldvrede 100% als prioriteit moeten zien. Want alles is met de leefomgeving van mensen verbonden. Als we het klimaatprobleem niet oplossen en zelfs niet serieus nemen heeft niets nog zin. Het feit dat dit tot de volgende COP verder geen prioriteit krijgt, zorgt ervoor dat die COPs elke keer opnieuw mislukken.

Bronnen: “‘Hoe premier De Croo op de klimaattop bezig was, dat was ronduit beschamend’; Marc Vandepitte interviewt Anuna De Wever” via DeWereldMorgen op 19 november 2021, “Drie redenen voor het debacle van de COP26” door Yanis Varoufakis in The Guardian op 10 november 2021 en vertaald door Marina Mommerency voor DeWereldMorgen op 22 november 2021 en hier te lezen, en “Jeremy Corbyn: ‘We moeten de macht terugnemen van zij die onze planeet vernietigen’” door Jeremy Corbyn, in Jacobin op 11 februari 2021; door LDP vertaald voor DeWereldMorgen op 26 november 2021.

Chomsky I Over op wie hij zijn hoop gevestigd heeft

In de ’60-er jaren waren weinigen zich ten volle bewust van het feit dat de Amerikaanse ‘eeuwige oorlogen’ reeds in 1783 begonnen zijn. Van 400 jaar afschuwelijke foltering van de Afro-Amerikanen was in de academische wereld nauwelijks iets bekend. Sindsdien worden voortdurend nog meer – en steeds ergere – feiten opgegraven. Dit geldt ook voor andere thema’s. Toewijding aan de waarheid en verantwoord activisme kan veel vensters openen en een omvangrijke oogst aan waardevolle historische perspectieven opleveren. De wereld is sinds de Amerikaanse oorlog tegen Vietnam in feite drastisch veranderd.

Ik vermoed dat u het wel met me eens zult zijn wanneer ik stel dat we vandaag voor grotere uitdagingen staan dan ooit tevoren. Bovendien leven we nu in een ‘kleinere wereld’; enkele van onze uitdagingen zijn mondiaal van aard èn omvang. Wat zou in deze context van een geglobaliseerde wereld de rol van intellectuelen en van sociale organisaties moeten zijn voor een ‘mensheid met een gemeenschappelijke toekomst’?

Vandaag wordt onder regie van de rijken, die geconcentreerd in rijke landen leven, van degenen die als de machtigen aan de touwtjes trekken, de hele georganiseerde gemeenschap onder de mokerslagen van ecologische vernietiging met ‘uitsterving’ bedreigden. Dit staat nog los van de niet minder onheilspellende en toenemende dreiging van een nucleaire holocaust, die op het moment dat u dit leest nog wordt aangewakkerd. We leven in een periode waarin crisissen zonder weerga in de menselijke geschiedenis samenvloeien. Voor elk van deze crisissen zijn haalbare oplossingen bekend, maar de tijd dringt om de status quo te doorbreken. Het is niet nodig woorden te verspillen over wie daar voor verantwoordelijk zijn.

Wie neemt de historische taak op zich om deze crisissen aan te pakken? Wie verwezenlijkte de Globale Klimaatstaking op 24 september dit jaar, een wanhopige poging om de treuzelende wereldleiders wakker te schudden, evenals de burgers die door verraad van hun elites in slaap waren gesust? We kennen het antwoord: het zijn de jongeren, de erfgenamen van onze dwaasheid.

Deze wijze woorden, dat wil zeggen dat ik ze graag bedacht had, kwamen onlangs uit de mond van Noam Chomsky. Via de bronvermelding is het interview met veel meer voorbeelden en details integraal te lezen.

Dit is deel 1 van 4 delen; de delen 2, 3 en 4 zijn eerder gepubliceerd.

Bron: “Noam Chomsky: ‘Het is een kwestie van leven of dood’ — Intellectuelen mogen niet langer de status quo verdedigen” op 7 oktober jl. door C.J Polychroniou in TruthOut via Roos De Witte van de vertaaldesk van DeWereldMorgen op 14 november 2021. Klik hier om het hele interview te lezen.

Chomsky II Over de (verzaakte) rol van intellectuelen

De overgrote meerderheid van intellectuelen – met andere woorden, de denkers die goed thuis zijn in een brede waaier van thema’s – is in de geschiedenis altijd een trouwe dienaar van de status quo geweest. Het is nu zelfs zo dat het aantal kritische, tegendraadse intellectuelen gedurende de laatste decennia afgenomen is, terwijl het openbare forum groter en luidruchtiger is geworden door de ingrijpende uitbreiding van het internet en de sociale media. Slechts een kleine minderheid van autonome denkers, criticasters en andere dissidenten wordt steevast jaren later geëerd en geroemd. Echter, op het moment dat ze het verschil probeerden maken werden ze doodgezwegen, gemarginaliseerd, genegeerd, gevangen genomen, verbannen of erger.

De machtigen der aarde zijn degenen die de waarheid al te goed kennen. Zij weten echt wel wat ze doen. Dat doen ze niet persé omdat zij slechte mensen zouden zijn, maar omdat zij een bepaalde taak vervullen binnen de bestaande instellingen. Als zij hun taak op zouden geven, zal iemand anders die overnemen zolang de instelling blijft bestaan. Het heeft met andere woorden geen enkele zin CEO’s van de sector van de fossiele brandstoffen te onderrichten over het feit dat hun activiteiten de wereldbevolking schade berokkenen en het klimaat en ons leefmilieu vernietigen. Dat weten zij allang. En zij beseffen ook dat zij onmiddellijk ontslagen zullen worden, zodra zij zich zorgen zouden gaan maken over de sociale impact van hun daden en wanneer ze afstand zouden nemen van hun onvoorwaardelijke toewijding aan het behalen van hun targets en/of winstcreatie. Zouden zij dat toch doen, dan zouden anderen hen snel vervangen om de vereiste taken beter uit te voeren. Desondanks zijn er toch een aantal keuzes mogelijk, maar die zijn beperkt.

Het zou voor mensen met een visie veel zinvoller zijn de waarheid te vertellen, niet tegen de machthebbers, maar tegen hun slachtoffers. Als je de ware gang van zaken vertelt aan de machtelozen, is het mogelijk dat een aantal van hen daar profijt van heeft. Immers, de waarheid kan mensen helpen om op een meer realistische wijze de problemen in hun leven aan te pakken. Zo kunnen zij de onwettige opdrachten en structuren van autoriteiten en instellingen, waar wanpraktijken begaan worden, uitdagen en de impact van rechtvaardigheid en vrijheid uitbreiden. Er is geen andere weg om dit te bereiken. Daarbij, in het verleden is dit op deze manier wel eens gelukt.

Helaas moet daar een kantekening bij: de taak van een verantwoordelijk mens is niet om wat hij/zij als de waarheid beschouwt aan anderen te vertellen; noch aan machtelozen, noch aan machthebbers. Hij of zij zou er beter aan doen mèt de machtelozen te overleggen en zo proberen hen inzicht te geven in wat de waarheid is. Het zou dan pas echt om een collectieve onderneming gaan. Dat zoiets gebeuren zou, is nochtans buitengewoon uitzonderlijk in de geschiedenis van de mensheid.

Kies om het even welke maatschappij en je zult zien dat er een gering erudiet gezelschap van kritische dissidenten in voorkomt. Gewoonlijk worden die onderworpen aan een of andere vorm van bestraffing. [Dat ik een verhaal als dit vooralsnog straffeloos de wereld in kan sturen, is dus in de wereldgeschiedenis van de mensheid een unicum, maar zouden mijn blogs invloedrijk zijn dan zou men mij geheid pootje haken; GjH] Dit gaat terug in de geschiedenis zover je wilt; tot in het Griekse Rijk: wie was de man die de gifbeker moest drinken? Het was degene die de jeugd van Athene zou ‘corrumperen’ door kritische vragen te stellen. En kijk wat de Bijbel schrijft over ongeveer dezelfde periode. De Bijbel is ontstaan uit een orale geschiedenis, maar op basis van wat er achteraf van gereconstrueerd werd, zien we dat er ook in Bijbelse tijden al mensen waren die de koning en zijn misdaden veroordeelden, die om genade riepen voor vrouwen en wezen. En dat waren toentertijd gezagsondermijnende daden. Deze mensen werden daarom in de gevangenis gesmeten, uitgescholden of verbannen naar de woestijn en worden nu met terugwerkende kracht gerehabiliteerd.

Wanneer je de geschiedenis doorloopt, ontwaar je een stelselmatig repeterend gedragspatroon: vrijwel alle intellectuelen proberen de status quo te handhaven en slechts enkelen bekritiseren het doen en laten van de machtigen. Het basisprincipe daarvan is overigens in onze tijd helder samengevat door McGeorge Bundy, een bewonderde academicus, een leidende liberale intellectueel, ooit decaan van Harvard, adviseur nationale veiligheid van de presidenten John Kennedy (1961-1963) en Lyndon Johnson (1963 – 1969) en daarna directeur van de Ford Foundation. In 1968, toen het protest tegen de oorlog in Vietnam op zijn hoogtepunt was, publiceerde deze Bundy een artikel waarin hij het protest tegen de oorlog besprak:

Veel van dit protest is legitiem, gaf hij toe: retrospectief gezien waren er immers wel wat ‘fouten’ begaan in de aanpak van deze ‘complexe inspanning’. Maar er is ook een marginaal groepje mensen, dat volgens hem pure minachting verdient: degenen die ‘onze’ motieven in twijfel trekken. Deze mensen analyseren de politieke leiding van de Verenigde Staten van Amerika op basis van dezelfde normen, die de Amerikanen gebruiken tegen alle ‘anderen’. Daarom horen deze mensen, vond Bundy, uitgesloten te worden van het gezelschap der wel opgevoeden.

Deze analyse van Bundy werd feitelijk de norm voor latere liberale intellectuelen. Hun publicaties maakten een onderscheid tussen wat zij de ‘politiek en technocratische gedreven intellectuelen’ noemden en wat zij als de ‘door waarden gedreven intellectuelen’ zagen. De eersten zijn de goede jongens en meisjes, die adviseren en het beleid vorm geven en die terecht voor hun constructieve bijdragen geëerd worden. Het zijn de Henry Kissingers van het soort dat loyaal de orders van hun half dronken baas doorgeeft voor een campagne van massale bombardementen in Cambodja: “Zet alles in wat vliegt tegen alles wat beweegt”, een openlijke oproep tot genocide zoals zelden geëvenaard. De tweede groep intellectuelen bestaat daarentegen uit ‘wildemannen’, zoals Bundy hen noemt, mensen die ‘bazelen’ over morele waarden, internationale wetten, rechtvaardigheid en andere sentimentele onzin.

Grondwet, grondwet, grondwet, grondwet. U beroept zich aldoor op de grondwet. Zegt u mij eens eerlijk, bent u communist?

Het politieke activisme van de jaren ’60 en daarna is in de VS inmiddels substantieel veranderd, doordat dit activisme zijn vleugels uitsloeg. Daaronder bevonden zich Bundy’s ‘wildemannen’ met hun op waarden gebaseerde ontwrichtende opvattingen;  ontwrichtend voor de status quo. De impact daarvan heeft in grote mate het historische perspectief uitgebreid van waaruit gebeurtenissen in de wereld vandaag worden bekeken. Niemand zou vandaag nog een belangrijke diplomatieke geschiedenis van de VS schrijven waarin hij/zij zou vertellen hoe, na het afwerpen van het Britse koloniale juk, de eerste kolonisten in de woorden van Thomas Bailey “zich toelegden op hun taak van het vellen van bomen en Indianen en van het herschikken van hun natuurlijke grenzen”; dit alles natuurlijk vanuit ‘zelfverdediging’.

Al deze wijze woorden, dat wil zeggen dat ze mijn kijk op het wereldgebeuren onderstrepen, kwamen onlangs uit de mond van Noam Chomsky. Via de bronvermelding is het interview met veel meer voorbeelden en details integraal te lezen.

Dit is deel 2 van 4 delen; de delen 3 en 4 had ik eerder al gepubliceerd en deel 1 publiceer ik binnenkort.

Bron: “Noam Chomsky: ‘Het is een kwestie van leven of dood’ — Intellectuelen mogen niet langer de status quo verdedigen” op 7 oktober jl. door C.J Polychroniou in TruthOut via Roos De Witte van de vertaaldesk van DeWereldMorgen op 14 november 2021 en het ” komt uit “Gewetensbezwaren” op de elpee Zand in je badpak door Don Quishocking in 1974. Klik hier om het artikel te lezen.

Chomsky III Over de crisis en waar het mis ging

We moeten altijd rekening houden met de realiteit. Ik ben voor een beweging naar een meer rechtvaardige en vrijere samenleving, waarin geproduceerd wordt om de noden van de bevolking te lenigen in plaats van om winst te maken, een samenleving waarin werkende mensen hun eigen leven kunnen bepalen in plaats van zich heel hun wakkere leven te moeten onderwerpen aan hun bazen. Echter, de tijd, die we voor een dergelijke omwenteling nodig hebben, is gewoon te lang om het hoofd te kunnen bieden aan de huidige klimaatcrisis. Bijgevolg moeten we die crisis oplossen bìnnen het kader van de bestaande instellingen. Ook daar zijn verbeteringen mogelijk.

Er wordt zowat overal gedebatteerd over methodes om koolstofdioxide uit de atmosfeer te verwijderen, maar dat zou enorme hoeveelheden biomassa vergen, die verbouwd moeten worden op uitgestrekte oppervlakten. Daardoor zouden ze voornamelijk in landen met lage inkomens en weinig uitstoot een bedreiging vormen voor bestaande ecosystemen en voor hun voedselproductie. Volgens een groep academici, waaronder ethici, is een van de ‘kernprincipes’ van klimaatrechtvaardigheid dat ‘de dringende basisbehoeften van arme mensen en arme landen moeten worden beschermd tegen de gevolgen van klimaatverandering, en ook tegen de maatregelen ter beperking van opwarming van de aarde’. Dat zou voor weldenkende mensen direct een einde maken aan plannen om nu CO2 uit te stoten, en later af te vangen en op te slaan.

Er zijn ook andere voorbeelden van wat ik ‘het imperialisme van de anti-klimaatopwarming’ zou noemen. Bio-energie en koolstofabsorptie zijn volslagen immoreel, maar het staat steeds weer ter discussie, net als atoomenergie. Waar belandt het afval daarvan? Niet in ùw achtertuin, lieve lezer, maar in landen als Somalië, die daar geen verweer tegen hebben. De Europese Unie bijvoorbeeld dumpt al haar atoomafval en andere vervuiling voor de kust van Somalië, wat de lokale industrieën en visgronden daar grote schade toebrengt. Walgelijk!

Hadden we 10 jaar eerder ingegrepen, dan zou het nu veel minder inspanning vergen. Had de VS niet als enig land geweigerd zich te voegen naar het Kyoto Protocol van 1997, dan zou het nu allemaal een stuk makkelijker geweest zijn. Hoe meer we de problemen voor ons uit schuiven, hoe meer we onze kinderen en kleinkinderen verraden. Dit zijn fundamentele keuzes waar we al een lange tijd voor staan. Ik heb niet veel jaren meer tegoed, maar anderen misschien nog wel. De mogelijkheid van een duurzame en rechtvaardige toekomst is haalbaar en we kunnen nog heel wat doen om zo’n vooruitzicht te verwezenlijken voor het te laat is. Er is best veel mogelijk.

We hoeven niet te leven in een politiek systeem waarin de belastingregels zo werden veranderd dat miljonairs minder betalen dan werkende mensen. We hoeven niet te leven in een soort staatskapitalisme waarin de 90% laagbetaalde kostwinners ongeveer $ 50.000.000.000 werd ontfutseld ten voordele van nog niet 1% rijkste mensen.

De blokkades tegen verandering van koers worden momenteel opgeworpen door de banken, de fossiele brandstofindustrie en andere grootbedrijven. Die zijn stuk voor stuk gericht op winstmaximilisatie. Ze trekken zich verder nergens iets van aan. Dat was trouwens de slogan waarmee de neoliberale periode ooit werd aangekondigd. De Amerikaanse econoom en goeroe van een beperkte overheid en het vrijemarktkapitalisme Milton Friedman (1912 – 2006) formuleerde het zo: “Ondernemingen hoeven geen verantwoording af te leggen aan de bevolking of aan de arbeidskrachten, maximale winst voor enkelen moet hun enige bekommernis zijn”.

Economen hebben op basis van neoklassieke theorieën in het begin van de jaren ’80 een grote revolutie veroorzaakt in de mondiale economie. De democratische President Carter (1977-1981) is er mee begonnen, de republikein Ronald  Reagan (1981 – 1989) en conservatief Margaret Thatcher (1979 – 1990) hebben dat proces versneld. De laatste zei dat er niet zoiets bestaat als ‘een maatschappij’; er zouden alleen geatomiseerde individuen zijn, die er op een of andere manier in slagen zich op de markt staande te houden. Je moet daar natuurlijk een kanttekening bij maken: ze vergat te vermelden dat er ‘heel wat maatschappij’ is voor de machtigen en rijken.

Doordat de VS veel meer macht heeft dan welk ander land ook, heeft hun neoliberale aanval op huishoudens, vernietigende gevolgen gehad. Je hoeft geen genie te zijn om tot die conclusie te komen. Hun motto was: ‘De overheid is het probleem’. [Dat motto was wat de republikein Richard Nixon tussen 1969 – 1974 al regelmatig de wereld in slingerde; GjH] Dit was een maatgevend experiment in de economische theorievorming met desastreuze gevolgen voor de afbraak van internationale samenwerking en solidariteit en zelfs voor de aarde als leefomgeving van mensen.

Al deze wijze woorden, dat wil zeggen dat het een verwoording van mijn zorgen is, kwamen onlangs uit de mond van Noam Chomsky. Alleen het expliciet benoemen van atoomenergie in de derde alinea en het laatste deel van de laatste zin voegde ik ter verduidelijking toe. Deze nog steeds niet uitgediende 92-jarige professor heeft talrijke succesvolle politieke werken op zijn naam staan, die vertaald zijn in meerdere talen. Met zijn kritiek op de machthebbers en zijn verdediging van de gewone mensen heeft hij hele generaties activisten en organisatoren geïnspireerd en van steekhoudende argumenten voorzien. Dat de normen, die je andere landen oplegt, dezelfde moeten zijn als die waar jij je als land aan houdt, is de rode lijn in zijn veelomvattend werk. Zijn recentste boeken zijn “Climate Crisis and the Global Green New Deal: The Political Economy of Saving the Planet” (2020) met Robert Pollin en C.J. Polychroniou en “Consequences of Capitalism: Manufacturing Discontent and Resistance” (2021) in samenwerking met Marv Waterstone.

Dit is deel 3 van 4 delen; deel 4 had ik eerder al gepubliceerd en deel 2 publiceer ik binnenkort.

Bron: “Chomsky: ‘We staan voor de keuze: een leefbare toekomst voor ons of totale vernietiging door de grote bedrijven’” door Stan Cox via de vertaaldesk van DeWereldMorgen op 3 november 2021. Klik hier om het te lezen.

Chomsky IV Over olie en militarisme

Op dit ogenblik zetten de regeringen van de wereld, waaronder vooral die van de Verenigde Staten van Amerika, in het belang van de korte termijnwinsten voor de allerrijksten de olieproducenten onder druk om hun productie te verhogen, terwijl ze in het IPCC-rapport van augustus dit jaar het veruit ernstigste advies ooit kregen, te weten dat een catastrofe opdoemt tenzij we direct beginnen met een jaarlijkse vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen en ze geleidelijk moeten afschaffen tegen het midden van deze eeuw.

De tijdschriften van de petroleumindustrie zijn daarentegen euforisch over de ontdekking van nieuwe olievelden, die nog ontgonnen kunnen worden als de vraag naar olie stijgt. De media van de zakenwereld debatteert wie het best geoutilleerd is om de productie te verhogen: de fracking-industrie in de OPEC of die in de VS.

Wij mogen ondertussen de duistere wolk niet uit het oog verliezen die menselijke intelligentsia 75 jaar geleden over de wereld heeft getrokken en die de laatste jaren almaar donkerder wordt. Het regime van wederzijdse wapencontrole, dat moeizaam was uitgewerkt gedurende vele tientallen jaren, werd systematisch ontmanteld door de twee laatste Republikeinse regeringen in de VS, eerst die van George W Bush (2001-2009) met het opzeggen van het Anti-Ballistic Missile Treaty en daarna die van Donald Trump (2017-2021), die zijn sloophamer met zichtbaar plezier rondzwaaide. En momenteel steunt Joe Biden het jaarlijks bespottelijk bombastische militaire budget [Ook in 2020 bleef de VS de wereld leiden op het gebied van militaire uitgaven, goed voor 39% van het wereldwijde totaal; meer dan het dubbele van het totaal van de landen, die door Amerikaanse beleidsmakers worden gezien als de belangrijkste militaire concurrenten China en Rusland; GjH, klik hier voor meer details] om de huidige wedren naar de ontwikkeling van nog meer gevaarlijke wapens voort te zetten en om hoogst provocatieve daden te stellen waar diplomatie en onderhandelingen ook zeer goed mogelijk zouden zijn.

Een belangrijk strijdpunt vandaag is de ‘vrijheid van de scheepvaart’ in de Zuid-Chinese Zee. Nauwkeuriger geformuleerd gaat dit conflict over de militaire spionage-operaties van de VS in de Chinese Exclusieve Economische Zone (EEZ) vanaf de Chinese kustlijn. De VS stelt dat hun operaties toelaatbaar zijn in alle EEZ’s. China daarentegen stelt dat dit niet zo is. India is het alvast met de interpretatie van China eens en protesteerde onlangs stellig tegen de Amerikaanse militaire operaties in haar EEZ. Die EEZ’s werden opgericht door de UNCLOS-Wet van de Zee van 1982. De VS is de enige zeemacht die dit internationale verdrag nooit heeft aanvaard, maar beweert nu wel ditzelfde verdrag na te leven. De relevante tekst in dit verdrag over militaire operaties is niet echt duidelijk. Dit is dus typisch een onderwerp waar diplomatie aan de orde is, geen overdreven provocatieve daden in een regio waar de spanning sowieso al hoog oploopt. De VS riskeert willens en wetens een onbegrensde escalatie.

Dit zou allemaal deel uitmaken van de zogezegde ‘inspanningen’ van de VS om ‘China in toom te houden’. Beter geformuleerd, om te stellen dat ‘de opstanding van 20% van de mensheid uit extreme armoede naar iets wat een beetje begint te lijken op een moderne staat’ onwettig is. Scherper: dat China gewoon door te bestaan een bedreiging voor de VS is. Daarmee wordt niet letterlijk bedoeld dat China een bedreiging voor de VS zou zijn (iets wat China trouwens nooit waar gemaakt noch verwoord heeft). Het is eerder zo dat China’s bestaan een bedreiging vormt voor de wereldwijde superioriteit van de VS. Dit is ook de zeer realistische evaluatie van Paul Keating, die eerder de Australische eerste minister was, in zijn reactie op het recente AUKUS-verdrag. Dit verdrag voorziet de aankoop door Australië van 8 technologisch geavanceerde atoomduikboten, die zullen worden ingezet onder het commandosysteem van de zeemacht van de VS, als antwoord op deze ‘bedreiging door China’. Met het AUKUS-verdrag moet zo krachtig mogelijk bewezen worden dat de VS wil heersen over de wereld, ook als dat vereist de oorlogsdreiging te doen escaleren, zelfs met een mogelijkerwijze terminale atoomoorlog als gevolg.

En dit alles speelt zich af in een hoogst instabiele regio. Ondertussen wordt van ‘slappe’ maatregelen als diplomatie geen gebruik gemaakt. [De Amerikaanse president Joe Biden en zijn ambtgenoot Xi Jinping van China hebben onlangs een paar uur met elkaar gesproken via een videoverbinding. In hoeverre dit een propaganda-ontmoeting voor Biden was, of werkelijke diplomatie is onduidelijk. De VS met hierboven genoemde militaire inzet, steevaste onderdrukking van zwarte mensen en onberechte gevangenen in Guantanamo Bay framed de ontmoeting alsof Biden aan Jinping – al heeft hij kilo’s boter op zijn hoofd – duidelijk maakte zich beter te moeten inzetten voor het voorkomen van de klimaatcatastrophe en voor het nakomen van mensenrechten; GjH]

Zoals de VS ook in Afghanistan hun spieren wilden tonen, een overwinning behalen om iedereen in de rest van de wereld de stuipen op het lijf jagen. Zij trok en trekt zich niets aan van het lijden van de Afghanen of van hoeveel mensen hierdoor de dood in gejaagd worden.

Al deze wijze woorden, dat wil zeggen dat het een verwoording van mijn zorgen is, kwamen onlangs uit de mond van Noam Chomsky. Via de bronvermelding is het interview met veel meer voorbeelden en details integraal te lezen.

Dit is deel 4 van 4 delen; deel 3 publiceer ik binnenkort.

Bron: “Noam Chomsky: ‘Het is een kwestie van leven of dood’ — Intellectuelen mogen niet langer de status quo verdedigen” op 7 oktober jl. door C.J Polychroniou in TruthOut via Roos De Witte van de vertaaldesk van DeWereldMorgen op 14 november 2021. Klik hier om het te lezen.

Een overzichtelijke reeks

De Club van Rome kreeg in één klap bekendheid met hun rapport “De grenzen aan de groei” dat in 1972 werd uitgebracht. Hierin werd, in navolging van een in 1968 geschreven boek “The Population Bomb” door Paul Ehrlich, een verband gelegd tussen economische groei en de gevolgen daarvan voor het milieu. In 1979 werd in Genève een 1ste World Climate Conference bijeengeroepen door de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO). Het was een bijeenkomst van bijna allemaal wetenschappers, die onder meer leidde tot het lanceren van een klimaatprogramma voor de wereld en in 1988 tot de oprichting van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). In 1990 werd wederom in Genève een World Climate Conference gehouden, waar onder meer het eerste rapport van het IPCC werd besproken. Deze conferentie leidde tot de oprichting van de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC). In 2009 werd nog een 3de conferentie gehouden, waar de nadruk lag op het verspreiden van adequate klimaatinformatie en –voorspellingen. De Conference of the Parties van de UNFCCC, hier (en in de volksmond) kortweg ‘COP’, is de algemene, besluitvormende vergadering van alle partijen van de UNFCCC. Deze conferenties zijn bedoeld internationale activiteiten te ontplooien om ongewenste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen en te proberen daar de vaart in te krijgen en te houden, want de tijd dringt.

De laatste slotverklaring van deze COP in Glasgow is zojuist ondertekend en houdt de reeks overzichtelijk. De resultaten zijn namelijk als volgt:

COP1 (1995 in Berlijn): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP2 (1996 in Genève): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP3 (1997 in Kyoto): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP4 (1998 in Buenos Aires): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP5 (1999 in Bonn): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP6 (2000 in Den Haag): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP7 (2001 in Marrakesh): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP8 (2002 in New Delhi): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP9 (2003 in Milaan): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP10 (2004 in Milaan): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP11 (2005 in Montreal): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP12 (2006 in Nairobi): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP13 (2007 in Bali): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP14 (2008 in Poznan): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP15 (2009 in Kopenhagen): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP16 (2010 in Cancún): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP17 (2011 in Durban): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP18 (2012 in Doha): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP19 (2013 in Warschau): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP20 (2014 in Lima): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP21 (2015 in Parijs): mislukt, maar het streven de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2°C gold als een doorbraak.

COP22 (2016 in Marrakesh): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP23 (2017 in Bonn): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP24 (2018 in Katowice): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

COP25 (2019 in Madrid): mislukt en aan ons gepresenteerd als een doorbraak.

En de laatste COP26 (2021 in Glasgow): gewoon mislukt.

Zo zou ik het samenvatten. Hopelijk is dit een weliswaar overzichtelijk, maar toch te somber overzicht. Maar dat oordeel hangt natuurlijk af van de hinder die je nu al van klimaatverandering ondervindt, de gevolgen ervan voor je nabestaanden in de toekomst en de ontwikkeling van je empathische vermogens en je verantwoordelijkheidsgevoel.

Bronnen: Reacties op slotverklaring Glasgow: van ‘belangrijk signaal’ tot ‘faliekant mislukt’” via NOS Nieuws en “De club van Rome”, “Conference of the Parties” & “United Nations Framework Convention on Climate Change” via Wikipedia; alle vier op 14 november 2021.

Een land met louter en alleen ondernemers

Gisteren besprak ik met een vriend zijn ongedurigheid over de beleidsregels rondom corona. We hadden het over de vermeende onlogica van de maatregels. Ik herken de tegenstrijdigheden wel, van meet af aan, maar wordt er niet onrustig van. Sinds de eerst bekende besmetting in Nederland verwachtte ik van een neoliberale regering neoliberale maatregels, en dus tegenstrijdige. Ik zou volksgezondheid op de eerste plaats zetten. Zo niet onze regering, die een balans gaat zoeken tussen optimale individuele vrijheid en de volksgezondheid. Volksgezondheid wordt tijdens de covid-19-pandemie ‘gemeten’ aan de hand van resterende capaciteit aan ziekenhuisbedden op de intensive care, in plaats van aan de gezondheid van de bevolking. Daar krijg je tegenstrijdig coronabeleid van.

Ik houd ervan beestjes bij hun namen te noemen en vind dat de overheid met een visie een duidelijke, betwistbare plaats zou moeten innemen. Ik zou maatregels nemen op basis van alle beschikbare kennis over – in dit geval – covid-19 en een daarbij passende, samenhangende strategie ontwikkelen. Dat doet onze overheid nou net niet en sinds lang nooit. Al decennia laat ze het ontwikkelen van visies over aan externe partijen en het bedenken van maatregels aan weer anderen. Dat lijkt mij typisch voor het neoliberalisme: met de individuele vrijheid voor iedereen (die hier volgens hen hoort) hoog in het vaandel (‘liberalisme’) hooguit ons gedrag sturen door te beprijzen of af te schrikken (‘neo’ in dit geval); of we dat nu willen of niet. De individuele vrijheid is sinds het ‘vallen’ van de Berlijnse muur in 1989 met name een vrijheid zichzelf onbeperkt te kunnen verrijken.

De hele maatschappij wordt in het neoliberalisme begrepen, gemodelleerd en geëvalueerd volgens het model van een doorsnee onderneming en ieder mens wordt tot individueel ondernemertje gebombardeerd

Mijn inzicht in het neoliberalisme ontleen ik via via aan de Franse filosoof Paul-Michel Foucault (1926 – 1984). Hij zag neoliberalisme in de eerste plaats als een vorm van managen: het sturen op maatschappelijke gedrag. Het neoliberale bestuur begrijpt het sociale altijd vanuit het financiële. Dus elke maatschappelijke omgeving (de cultuursector, de gezondheidszorg, het maatschappelijk middenveld, het onderwijs, de overheid of de sociale zekerheid) wordt binnen het neoliberalisme gestuurd volgens een marktlogica: kosten en baten & vraag en aanbod.

De hele maatschappij wordt in het neoliberalisme begrepen, gemodelleerd en geëvalueerd volgens het model van een doorsnee onderneming, vandaar ook dat tegenwoordig eigenlijk alleen ‘ondernemingen met een winstoogmerk en aangroeiende winsten’ als universeel deugdelijk worden beschouwd: van Ahold Delhaize / Albert Hein en Aegon via ING tot Schiphol en van Apple en Microsoft via Shell tot Unilever en Tata Steel, en alle andere grote jongens en meisjes, ongeacht hun toegevoegde waarde voor onze samenleving en de eventuele schade aan leefomgeving, mens en natuur die zij veroorzaken. Het wordt als niet passend gezien wanneer de overheid zich met ‘de inhoud’ bemoeit, of zelf uitvoerend werk doet, zoals cruciaal werk om vitale nutsvoorzieningen (cultuur, energie, onderwijs, openbaar vervoer, watervoorziening, welzijn, zorg) optimaal te laten functioneren.

Een tweede essentiële kenmerk van de neoliberale bestuursvorm is dat de mens gezien wordt als een ‘homo economicus’. Zich gedragen zoals je dat juist vindt, door bijvoorbeeld ethisch handelen na te streven, er principes op na te houden of door sober te leven, heeft in het neoliberalisme geen aanzien. “Als visie een blauwdruk voor de toekomst betekent, dan verzet alles wat liberaal is in mij zich daartegen”, vindt onze minister-president sinds 2010 bijvoorbeeld, en: “Bij het woord visie denk ik direct: ga naar de oogarts!”. Met idealistische denkbeelden plaats je jezelf buiten de samenleving (en daar is iedereen vrij in, maar vooral kopen – misschien om onnodige luxe te verwerven – wordt gestimuleerd. “Koop een nieuwe auto of een nieuw huis”, adviseert dezelfde minister-president). Op de onzichtbare markt zou iedereen materieel beter moeten worden vanwege het comfort of het geld waarmee hij of zij zich ten koste van een ander of de natuur verrijkt. Ieder individu is al doende in het neoliberalisme een gewetenloos onderneminkje gericht op de realisatie van eigenbelang.

Een neoliberalistisch bestuur dwingt zonder te bevelen

Het neoliberale bestuur vertrekt dus vanuit een specifiek mensbeeld en reproduceert dat mensbeeld ook door middel van zijn bestuur: gedrag wordt bijvoorbeeld aan- of ontmoedigd door middel van financiële prikkels, gemak of ongemak. Denk aan de manier waarop tabaksprijzen systematisch verhoogd worden met verplichte plaatjes en teksten op de verpakking: de bedoeling is prikkels te geven aan de tabaksconsument in de hoop dat die via een kosten-baten analyse de tabak laat voor wat die is, maar de overheid bemoeit zich niet rechtstreeks met de in- of verkoop van tabak en de koper is zogenaamd volledig vrij in haar of zijn keuze.

In dit tweede kenmerk zit eigenlijk ook een derde, specifiek kenmerk vervat dat belangrijk is om hier te noemen: het neoliberalisme als bestuursvorm gaat er vanuit dat de homo economicus beïnvloedbaar is. Haar of zijn maatschappelijke en sociale gedrag kan gemanaged worden door prikkels. Niet alleen wordt de mens dus tot een homo economicus gereduceerd, hij wordt tevens begrepen vanuit een behaviouristisch model (d.i. ‘ons zichtbare gedrag leren we onszelf door de omgeving aan en motivaties voor gedrag worden buiten beschouwing gelaten’), waarbij de juiste stimuli de gewenste burger zullen opleveren. Concreet betekent dit dat het neoliberale bestuur zelden directe bevelen geeft of verplichtingen oplegt, zoals ik als democratisch-socialist graag zou zien omdat je dan openlijk jouw ideeën ter discussie stelt. Daarentegen worden door een neoliberalistisch bestuur kaders, omgevingen of ruimtes gecreëerd die via bepaalde stimuli het gewenste gedrag voortbrengen. Denk hier opnieuw aan het reeds gegeven voorbeeld van roken: roken wordt niet verboden, het is nog steeds ieders vrijheid om te beginnen of door te gaan met roken. Alleen mogen van overheidswege de tabaksartikelen niet meer zichtbaar in de winkel liggen en mag op allerlei plekken niet meer gerookt worden. Zo wordt tegelijk een kader geschetst waarin rokers steeds meer ongemak ervaren en zelfs hier en daar gezien worden als asociaal.

Het neoliberalisme is zodoende een echt onzichtbare bestuursvorm, die dwingt zonder te bevelen. Concreet uit zich dat in een gevoel gestuurd te worden, terwijl er niemand is aan te wijzen die iets afdwingt. Daar kun je ongedurig van worden, en dat worden veel mensen, waaronder vrienden van mij, dan ook. Onder neoliberaal bestuur wordt al doende het onderscheid tussen dwang en vrijheid, tussen stimuleren en verplichten gaandeweg steeds vager.

We vergaren per land verschillende kennis over covid-19, en ondergaan andere maatregels ertegen en boeken andere resultaten

Of het bestuur wordt beleefd als vrijheid of als dwang hangt natuurlijk in hoge mate af van de subjectieve ervaringen en de maatschappelijke posities van de mensen. Steeds opnieuw wordt tot in den treuren toe en op de meest clichématige wijze bevestigt dat we vrij zijn, dat we ons leven zelf in handen hebben, over ons eigen lot (en ‘geluk’) beschikken en voor onszelf verantwoordelijk zijn. In het neoliberalisme wordt verzwegen dat we misschien ook een verantwoordelijkheid voor de zwakkeren onder ons hebben, en voor de minder bedeelden om ons heen, en die in landen waarmee we handel drijven of waarmee we op hoog niveau samenwerken. Maar die behoren niet tot ‘onze’ markt omdat ze niet in het model passen. En tegelijk worden we voortdurend gestuurd door het feit dat we met elkaar in de pas moeten lopen: “Alleen samen krijgen we het virus, dat we rond willen laten gaan onder gezonde, sterke mensen, onder controle” of “Samen tegen corona”.

Ook bij de maatregels om corona binnen de perken te houden, wordt voortdurend gestreefd naar maximale vrijheden en, omdat onze regering momenteel het vaccineren van iedereen vooralsnog als dé oplossing ziet, ongemakken voor mensen die zich niet laten vaccineren. Hier mag ieder doen en laten wat-i wil, mits u zich houdt aan onze democratisch vastgestelde spelregels! Maar dat spreekt vanzelf.

In het stevig op de hierboven geschetste manier onder de knoet gehouden ‘Vrije Westen’ hebben we nu per land verschillende kennis over covid-19. Wij luisteren naar het RIVM. Zo ondergaan we andere maatregels tegen dezelfde besmetting in andere landen, met daarvan afhankelijke resultaten. Al naar gelang welke subgroepen onze regering meer of minder vrijheid gunt, zien we ons geconfronteerd met inconsequente maatregels op basis van onvolledige en slordig gepresenteerde kennis.

Maar helaas, onze samenleving heeft zich heel anders ontwikkeld

Ik vind daarentegen welzijn veel belangrijker dan welvaart. In plaats van de vrijheid je onbeperkt te mogen verrijken zonder overheidsbeperkingen, vind ik de vrijheid van gebrek en vrees, zoals de regering Den Uyl die indertijd invulde, nastrevenswaardig (al miste ik toentertijd ook al de inspanning, zelfs het minste streven om wereldvrede te bereiken). Arbeid, allerlei diensten, geld, grondstoffen en land zouden wat mij betreft onder gezag moeten staan van onze democratisch gekozen regering in plaats van in bezit van private partijen / personen met een winstoogmerk. De opbrengsten uit de productie van diensten en goederen zouden volgens mij ook nog eens via de fiscus in belangrijke mate moeten terugvloeien naar de samenleving. Het is wat mij betreft prima dat ondernemers vruchten plukken van hun werk, maar adequaat gereguleerd opdat het bedrijfsleven recht begaat jegens burgers, hen adequaat voorlicht en (voor alle (!) ingezetenen) welzijn bevordert. Alle ondernemers zouden wat mij betreft volgens vergelijkbare belastingtarieven afdragen (in plaats van bij grootbedrijven ondoorzichtige afspraken te maken) opdat eerlijke concurrentie mogelijk wordt. Daarbij zou wat mij betreft percentueel meer afgedragen moeten worden naarmate meer inkomsten gegenereerd worden. Zo zouden de sterkste schouders weer de zwaarste lasten te dragen krijgen en wordt voorkomen dat personen zich buitenproportioneel kunnen verrijken. Ook het onderscheid in aangeboden faciliteiten en tegemoetkomingen voor het bedrijfsleven zouden voor alle bedrijven gelijkgeschakeld moeten worden. Onrecht tegen de publieke zaak zou wat mij betreft streng en rechtvaardig moeten worden beteugeld. Ik vind ten slotte dat we onze bestuurders steeds weer democratisch moeten kiezen op basis van hun prestaties in de voorliggende periode en – voor nieuwkomers – hun idealen.

Maar helaas, onze samenleving met een overheid, die zelf ongekend onrecht op meer vlakken dan alleen zo’n toeslagaffaire begaat en toch steeds weer door de kiezers in het zadel wordt geholpen, heeft zich heel anders ontwikkeld.

Bronnen: “Beste Stefan Hertmans, het heeft geen zin vaccinweigeraars egoïsten te noemen” door Thomas Decreus via DeWereldMorgen op 10 november 2021 en “Gewetensbezwaren” op de elpee Zand in je badpak door Don Quishocking in 1974.

Een verandering van niks

De wereld waarin wij leven, nou ja, waarin de mensheid moet zien te overleven: uit een analyse van de voorlopige deelnemerslijst blijkt dat de klimaattop in Glasgow mogelijk drukker wordt bezocht door lobbyisten, dan door afgevaardigden van overheden. Uit de analyse blijkt ook dat, wanneer de fossiele sector een land zou zijn, het de grootste landendelegatie zou zijn op heel COP26. De lobby van alleen de fossiele brandstoffen is zelfs groter dan het gecombineerde aantal aanwezigen van de 8 landen, die in de afgelopen 20 jaar het zwaarst werden getroffen door de klimaatverandering: de Bahama’s, Bangladesh, de Filipijnen, Haïti, Mozambique, Myanmar, Pakistan en Puerto Rico.

COP26, de klimaattop van 2021 in Glasgow, …

Dat wil zeggen dat de beïnvloeding door grote bedrijven op COP26 enorm is. Individuele burgers kregen decennialang aangepraat dat zij hun levensstijl moesten aanpassen. Maar bijvoorbeeld bij tijdelijke en uiteindelijke verpakkingen vallen de bespaarde (want betaalde) plastic tasjes in het niet. Bovendien kun je je auto pas wegdoen als er betaalbaar en goed openbaar vervoer is. En lang niet iedereen beschikt over voldoende middelen om biologisch producten te kopen of haar / zijn huis te isoleren. Het moraliserend benadrukken van de individuele invloed en verantwoordelijkheid was altijd niets dan een afleidingsmanoeuvre, waaraan ik me ergerde doordat ik met eigen ogen gezien had hoe het er in een distributiecentrum aan toeging. De ecologische, financiële en sociale crises zijn volgens mij louter en alleen het gevolg van de grote belangenverstrengeling tussen de economische en politieke elites.

Maar hoe zou de wereld er uitzien wanneer we justitie en politie zouden inzetten om de échte klimaat- en milieumisdadigers achter de tralies te stoppen? De CEO’s van grote vervuilende bedrijven bijvoorbeeld? Of hun legers lobbyisten? Zij, die het algemeen belang al die schade berokkenen waarvan we met elkaar getuigen zijn?

… en onze samenleving

Vooralsnog worden daarentegen de grote vervuilers eerder gesubsidieerd dan gearresteerd. Wat kerk en werkgevers deden, doen nu staat en media. Democratie is verworden tot mensen de volksvertegenwoordiging in helpen, opdat ze in overleg met lobbyisten beleid maken en via spindocters ons op de mouw spelden dat ze het best mogelijk, het hoogst haalbare voor elkaar gebokst hebben. En onze media verkopen dat als geruststellend nieuws. Zo worden we onwetend gehouden van de vele crises in eigen land en elders op de wereld waar onze overheden en wij dus ook medeverantwoordelijk voor zijn. Het komt voor de grote jongens met hun lobbyisten, die alleen winst op de korte termijn nastreven, goed uit wanneer de staat ons arm houd (vroeger een rol voor werkgevers) en als de media ons dom houden (wat de kerk vroeger als rol op zich nam). En dat heet ‘samenleving’.

Bronnen: “Honderden lobbyisten voor fossiele industrie aanwezig op COP26” door InterPressService en “‘Wij willen leven!’ Extinction Rebellion bezet de Wetstraat na eerste week COP26” door Extinction Rebellion Belgium; beide via DeWereldMorgen op 8 november 2021.

Chomsky (92) liet alwèèr van zich horen

De mogelijkheid van een rechtvaardige en duurzame toekomst is reëel”, zegt Noam Chomsky, “en we kunnen nog heel wat doen om haar te verwezenlijken voor het te laat is”. In de voorbije tientallen jaren was Amerikaans filosoof, mediacriticus, politiek activist en taalkundige Noam Chomsky een van de krachtigste en meest overtuigende stemmen tegen de door de mens veroorzaakte bedreiging van de beschaving en de planeet, ongelijkheid en onrechtvaardigheid. En hij heeft onlangs weer gesproken, dit keer met een zeker Amerikaans auteur en klimaatactivist Stan Cox mede naar aanleiding van zijn meest recente publicaties ‘Consequences of Capitalism: Manufacturing Discontent and Resistance’ in samenwerking met Marv Waterstone en ‘Climate Crisis and the Global Green New Deal: The Political Economy of Saving the Planet’ met Robert Pollin en C.J. Polychroniou.

Klik hier voor dit interessante Nederlandstalig artikel met de heldere inzichten van deze man.

Op het podium en achter de schermen

Dat staatshoofden en hun gevolg van over de hele wereld naar COP26 in Glasgow zijn gekomen, zal niemand ontgaan zijn. Ze zouden daar samen maatregelen gaan uitwerken om de opwarming van de aarde zeker onder de 2ºC en liefst onder de 1,5ºC te houden, zoals vastgelegd in het vorige klimaatakkoord; dat van Parijs in 2019.

De eerste ‘Conference of the parties’, COP1, was is 1995 in Berlijn; wat zijn we inmiddels opgeschoten?

Maar dat is natuurlijk wat voor de schermen gebeurt. Achter de schermen is het verhaal weer in en in triest. Enerzijds zijn er de grote, mooie verklaringen, die op dat soort bijeenkomsten te berde gebracht worden, en anderzijds ondervinden we de gevolgen van het gebrek aan waarmaken van die ambitieuze doelen: aanpak. Onze minister-president riep het letterlijk: actie, actie, actie*, terwijl hij niet met groenlinks en de PvdA een kabinet wil vormen; deze neoliberale politieke partijen links in het politieke spectrum zijn hem wat betreft klimaataanpak veel te radicaal. Echter, gelekte documenten van Unearthed, een groep van onderzoeksjournalisten verbonden aan Greenpeace, leren ons waar die kloof tussen woord en daad vandaan komt. Ze tonen ons hoe achter de schermen de machtigen op aarde, zeg maar Het grote geld, lobbyen om hun belangen boven alles veilig te stellen door de conclusies van het aankomende IPCC-rapport af te zwakken. Er schijnt zelfs een vooralsnog invloedrijke lobby te zijn van de financiële wereld om klimaatverandering aan hen over te laten. Zelfregulering is de kern van haar voorstellen. “Het is zelfs nog erger. Niet alleen werden deze voorstellen opgesteld door bedrijven als JP Morgan Chase, BlackRock, BNP Paribas en andere, die zwaar investeren in fossiele energie, maar een groot deel van deze bedrijven zal ook de leiding krijgen over de opvolging van de besluiten van de COP26”, stelt de Europese organisatie Corporate Observatory (CEO) die economische lobbygroepen rond EU-instellingen in de gaten houdt.

Stop maar niet met roken, want misschien wordt er wel een medicijn tegen longkanker ontwikkeld

Om de opwarming van de aarde tegen te gaan, moeten minstens 80% van de steenkoolreserves, 50% van de gasreserves en 30% van de oliereserves in de grond blijven. Australië en Japan pleiten er daarentegen voor om op grote schaal te rekenen op Carbon Capture and Storage (CCS), een techniek waarbij men een deel van de uitstoot opvangt en opslaat, opdat ons nageslacht niet vergeet hoe wij de aarde verziekt hebben, voeg ik daar cynisch aan toe. Vertegenwoordigers van Saudi-Arabië en andere olie-exporterende landen willen eveneens dat het IPCC deze conclusie schrapt uit haar rapport. “Dit is geen beleidsneutraal statement, aangezien bijvoorbeeld technologische vooruitgang een sleutelrol zou kunnen spelen”, zo becommentariëren ze deze conclusie van het IPCC.

Ze roepen actie! actie! actie! en gaan daarna weer aan het werk om de economische groei ten gunste van enkelingen te bevorderen

Naast de gas-, olie- en steenkoolindustrie is ook de vleesindustrie één van de grootste veroorzakers van de voor veel mensen gevaarlijke klimaatverandering. Een studie uit 2018 in het wetenschappelijk tijdschrift Science concludeerde dat de landbouwsector door een overstap naar een plantaardig voedselpatroon wereldwijd meer dan 3.000.000.000 ha minder grond in beslag zou nemen en bijna 50% minder broeikasgassen zou uitstoten. Uit de gelekte documenten van Unearthed/Greenpeace blijkt nu dat regeringsleden van Argentinië en Brazilië druk zetten om alle verwijzingen naar de impact van de vleesproductie te schrappen.

Het meest verbazingwekkend vind ik hoe weinig ophef deze lekkage veroorzaakte.

Natuurlijk, de grote klimaatboeven hebben financiële redenen om verwarring te zaaien. In totaal investeerden bedrijven en overheden de afgelopen twee eeuwen zo’n $ 25.000.000.000.000 in boorputten, elektriciteitscentrales, mijnen, olietankers, pijpleidingen en raffinaderijen. Hoe onethisch het de afgelopen decennia ook was om nog in deze sectoren te investeren; van een deel van die investeringen weglopen, wat om klimaatverandering binnen de perken te houden noodzakelijk is, zou kapitaalvernietiging betekenen. Zoiets is in het huidige economisch denkraam dan ook vrijwel ondenkbaar. In plaats van bindende maatregelen te nemen, gedragen overheden zich als verdedigers van hun multinationals. “De fossiele industrie is aan het winnen”, schrijft ook columnist en redacteur van de Financial Times Edward Luce over het beleid van de Amerikaanse president Joe Biden. “Als de VS – dat 70% meer uitstoot dan een gemiddeld rijk land – niet van steenkool kan afstappen”, gaat Luce verder, “hoe zou het dan China en India overtuigen?” De oorzaak zoekt Luce niet ver: “De kloof tussen beloftes en de realiteit wordt verklaard door de blijvende macht van grote lobbygroepen.

Eerst het hemd en eventueel een ander keertje de rok

Rijke landen zouden volgens mij het voortouw moeten nemen bij de aanpak van de klimaatcrisis, omdat zij daarvoor de grootste verantwoordelijkheid dragen. Dat hadden ze van mij al sinds het rapport “Grenzen aan de groei” (1972) van ‘De Club van Rome’ moeten doen. In 2009 heeft nog een groot aantal rijke landen, waaronder leden van de Europese Unie, toegezegd om tegen 2020 jaarlijks $ 100.000.000.000 aan klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden vrij te maken. Deze landen zouden op de klimaattop een solide en transparant plan moeten voorleggen hoe dat geld de komende vijf jaar elk jaar zal worden uitbetaald en hoe het zal worden besteed aan het omgaan met de gevolgen van de klimaatcrisis, aan de ontwikkeling van schone energiesystemen en aan de uitstap uit fossiele brandstoffen. Echter, ook deze belofte zijn die landen weer niet nagekomen.

Woorden, daden en gevolgen

Elk moment dat regeringen van rijke landen zich richten op winstcijfers van bedrijven in plaats van op het vinden van oplossingen voor de aanstaande klimaatcrisis kost mensenlevens. Ik vind het daarom schandelijk dat de huidige regeringsleiders, inclusief onze minister-president, zich vooralsnog alleen voor de bühne druk maken over de klimaatproblematiek, want ook in Nederland zouden we onze energiehonger moeten gaan beperken en laten wij kans na kans liggen om over te gaan op duurzame energie.

Bronnen: “Uitgelekte documenten onthullen hoe de grote vervuilers achter de schermen lobbyen tegen klimaatactie” door Seppe De Meulder, “COP26: Voer het klimaatakkoord van Parijs uit en stop het tijdperk van fossiele brandstoffen” door Greenpeace en “De G20 faalt over de aanpak van de klimaatcrisis” door Marc Vandepitte en “COP26 wordt grootste greenwash-event in de geschiedenis” door Lode Vanoost; alle vier via DeWereldMorgen op respectievelijk 26, 28 en 31 oktober 2021 en op 2 november 2021.

* Integraal hier het nagekomen artikel met de kop “Nederland tekent verklaring einde fossiele steun niet in Glasgow” door het Algemeen Nederlands Persbureau via Binnenlands nieuws van het Reformatorisch Dagblad op 3 november 2021 om 13:57uur (arceringen door GjH):

Op de klimaattop in Glasgow wordt donderdag naar verwachting een verklaring naar buiten gebracht waarin diverse landen beloven dat ze uiterlijk eind volgend jaar stoppen met overheidssteun aan fossiele brandstofprojecten. Een Nederlandse handtekening komt daar vooralsnog niet onder te staan, ook al riep demissionair premier Mark Rutte maandag in Glasgow nog op tot meer „actie en uitvoering” om de opwarming van de aarde tegen te gaan.

Het demissionaire kabinet laat besluiten over de steun aan fossiele industrie over aan het volgende kabinet, laat een woordvoerder van het ministerie van Financiën weten. Hij verwijst naar een stuk waarin het kabinet eerder dit jaar aangaf dat het „aan het volgende kabinet is om het ambitieniveau te bepalen”.

Rutte ging in Glasgow niet inhoudelijk in op vragen over de exportkredietverzekeringen en de verklaring. „Ik kan niet op alle onderdelen zeggen wat Nederland precies zal doen”, zei hij tijdens zijn bezoek. „In algemene zin geldt natuurlijk dat we heel positief kijken naar elke mogelijkheid om gezamenlijk tot iets te komen”, voegde Rutte eraan toe.

De verklaring is een initiatief van de Britse regering. Ook de Europese Investeringsbank, waar Nederland een paviljoen mee deelt op de top, is erbij betrokken. In een conceptversie die het ANP heeft ingezien wordt verwezen naar het doel om de opwarming binnen de 1,5 graad te houden. Daarom moet volgens de opstellers de steun voor projecten met steenkool, olie en gas snel worden afgebouwd. Zo’n 20 landen staan er welwillend tegenover.

Nederland helpt met zogeheten exportkredietverzekeringen bedrijven die willen meedoen aan grote projecten in het buitenland. Daar gaan miljarden euro’s per jaar in om. Als een groot project niet via commerciële bedrijven te verzekeren is, springt de overheid bij. De verzekeringen en garanties worden verleend door Atradius DSB, dat door Financiën wordt aangestuurd.

Fossiele brandstofprojecten vormen een aanzienlijk deel van alle exportsteun die Nederland verleent. Zo helpt Atradius DSB het maritieme bedrijf Van Oord bij een grootschalig aardgasproject voor de kust van Mozambique. De overheid stelde zich voor ruim 900 miljoen euro garant. In een document van Atradius wordt wel genoemd dat het project „significante” negatieve effecten op het milieu kan hebben, maar dat was geen reden om niet mee te werken.

Financiën wijst erop dat Nederland zich intussen wel inzet voor „het agenderen van en het maken van internationale afspraken over de vergroening van de exportkredietverzekeringen”. Eind deze maand houdt ons land daar zelfs een conferentie over. Niels Hazekamp van de organisatie Both Ends, die al jaren onderzoek doet naar fossiele exportsteun, noemt het niet tekenen van de verklaring „een gemiste kans”. Volgens hem gaat het gasproject in Mozambique meer CO2-uitstoot veroorzaken dan Tata Steel, de grootste uitstoter van Nederland. Hij wijst erop dat de Verenigde Staten de verklaring vermoedelijk wel gaan tekenen. „Nederland zegt bij de kopgroep te willen horen, maar voegt de daad niet bij het woord.