Kijken, opwinden en verder zappen

Het televisieoptreden van maandag 26 september jl. met de twee wereldleiders in spe heeft veel belangstelling: een harde mannelijke miljardair kreeg all over the world zendtijd met een zachte vrouwelijke miljardair. Verschillende mensen hadden het er gisteren over. Dat “De Amerikanen zullen moeten kiezen tussen een gek en een oorlogsstoker” zeiden zij niet, want dat werd de Fransen via RTS-Info voorgekauwd.

Het ‘debat’ werd ingeleid door 84.000.000 Amerikanen vals voor te lichten. De als ‘onpartijdig’ voorgestelde (non-partisan) ‘Commission on Presidential Debates’ is wel degelijk partijdig. Het doet alsof wat niet Democratisch of Republikeins is in de Verenigde Staten van Amerika (Amerika) niet bestaat. Ongemerkt werd tijdens het ‘debat’ onder andere Jill Stein, presidentskandidaat voor de US Green Party, uit de zaal gezet. Ook onvermeld in de berichtgeving over het ‘debat’ waren de betogingen voor ‘Black Lives Matter’ (BLM) door studenten van de universiteit, waar de uitzending geregistreerd werd. BLM is de beweging die strijdt tegen de moorden op zwarte Amerikanen door de Amerikaanse politie.

De thema’s zouden zijn: ‘Amerika beveiligen’, ‘de richting voor Amerika’ en ‘welvaart bereiken’.

Wat niet aan bod kwam: armoede, abortus, belastingontduiking door multinationals, drugsbeleid, gezondheidszorg, immigratie, toenemende inkomens- en vermogensongelijkheid, klimaatverandering*, milieu, het minimumloon, ontwikkeling van de derde wereld, de rechten van homofielen, lesbiennes, transgenders en travestieten, de oplopende schulden voor studenten, het recht op privacy, voedselveiligheid en de weg naar wereldvrede. Clinton kreeg geen vragen over haar duurbetaalde toespraken voor bedrijven en grote banken, laat staan over het feit dat de inhoud van die toespraken geheim worden gehouden. Er werden ook geen vragen gesteld over de macht van de grote Amerikaanse bedrijven over de economie en over de politiek.

Wat wel aan bod kwam: banen, de belastingaangifte van Donald Trump, belastingen voor de rijken, cyberaanvallen vanuit Rusland, het erkennen van de verkiezingsuitslag, de e-mails van Hillary Clinton, het geboortecertificaat van Barack Obama, Clintons uiterlijk, Islamitische Staat, wie al dan niet de oorlog in Irak had gesteund en ras.
* Klimaatverandering kwam even aan bod, omdat Clinton er een keer naar verwees, niet omdat de moderator er naar vroeg.

Trump blijkt als uitkomst van dit ‘debat’ voorstander te zijn van een “No-first-use-policy”, de beleidskeuze om nooit als eerste kernwapens in te zullen zetten in een conflict. Clinton is (net als Obama) wel bereid als eerste kernwapens af te vuren.

We kijken met elkaar naar zo’n live televisiedrama, of naar de hoogtepunten er uit (wat feitelijk dieptepunten zijn) en nemen voor kennisgeving aan wat er gezegd wordt. We denken er in onwetendheid het ‘onze’ van. En we zijn vervreemd van het gevoel dat het voor het leeuwendeel van de mensheid dieptriest is dat net deze twee mensen in het zadel gehesen zijn. Een minderheid van de Amerikanen, want een hoge opkomst wordt niet verwacht, gaat straks uit deze twee mensen een wereldleider kiezen die elk op hun eigen manier de status quo in onze wereld zullen verdedigen.

Bron en doorverwijzing: “Waar het debat Clinton-Trump niet over ging” door Lode Vanoost via http://www.dewereldmorgen.be op 28 september 2016; Klik hier voor het gehele artikel met allerlei links naar alternatieve berichtgevingen over dit ‘debat’.

Heel veel dat net goed gaat

Terwijl ik net wel gebruik kon maken van mijn NS-abonnement, waarmee ik op werkdagen pas na 9 uur kan inchecken was ik ruim op tijd op Schiphol. Zo ruim dat ik, voordat ik door de paspoort-controle ging, nog even op mijn gemakje iets ging drinken. Dat had ik achteraf beter niet kunnen doen.

Na mijn gemakje werd ik met een hoop andere mensen op weg naar de paspoort-controle tegengehouden. Het was er zo druk, dat we er op gewezen werden dat we ook bij de terminal voor intercontinentale vluchten de paspoort-controle konden passeren. Ik bleef waar ik was. Terecht bleek later, want ook in de andere terminal was het een drukte van belang met lange wachtrijen.

Eenmaal door de controle zette ik me aan de lange wandeling naar British Airways aan het eind van terminal D. Vijf minuten voordat mijn vliegtuig zou vertrekken sloot ik achteraan aan op de lange rij boardende passagiers. De twee passagiers, die naast mij een stoel hadden gereserveerd, hadden meer pech. Die moesten een ander ticket kopen om in Gattwick te komen. Ik daarentegen had de ruimte.

De Britten zijn ‘verry polite’; in het verkeer gaat heel veel maar net goed.

Ruim een uur later nam ik de trein naar de Engelse zuidkust, vandaar een trein naar Rye en vandaar mocht ik meerijden naar Camber Sands. Daar wachtte een verrassing. Doen de huizen in Sussex mij denken aan rood bebaksteende speelgoedhuisjes naar Charles Dickens en voor de jongeren onder ons: naar J.K. Röwling, wij hadden een ruim oud-nieuwbouw appartement met grote, lichte kamers, direct aan de duinen. De verry polite buurman, alle mensen die we ontmoetten waren zo polite, maakte ons wegwijs wat betreft regionale bezienswaardigheden, het parkeren in de buurt en de betere restaurants. De mensen zijn aan de dikke kant en kleden zich weinig modieus. Middeleeuwse kastelen, kerken en poorten – en meestal de overblijfsels daarvan – herinneren aan een rijke Britse historie. Het koningshuis is in kerken nadrukkelijk aanwezig. En tradities worden meer in ere gehouden dan wij hier gewend zijn. Uiteraard genoten we in een Tearoom op een pier in de zee van een Light afternoon tea, zo’n Engelse thee met een wolkje melk (en die dan nog niet te pruimen is), met scones, aardbeienjam, boter en clotted cream. Het glooiende, kleinschalige landschap voelt overzichtelijk en aangenaam. Er doorheen wandelen is andere koek: een footpath bleek een lange route – niet een pad – dwars over haast eindeloze akkers te zijn. En dat glooiende is verraderlijk: wordt overal gewaarschuwd voor wat eventueel in een zeker geval fout zou kunnen gaan “Mind the gab between the train and the platform; bij de Seven sisters ‘Bailey’s Hill’, ‘Brass Point’, ‘Flagstaff Brow’, ‘Haven Brow’, ‘Rough Brow’, ‘Short Brow’ and ‘Went Hill’ houdt het glooiende landschap onaangekondigd op om na een diep ravijn van hoge krijtrotsen verder te gaan als op de kust en een vuurtorentje beukende zee.

Onder de indruk was ik ook nog van de goede organisatie rondom de Kanaaltunnel. En wat mijn bezoek aan Kent en Sussex nog wel even zal bijblijven: hier werd ik gewaar hoe gevaarlijk we met elkaar in het verkeer doen. Niet gewend aan links rijden, merkte ik tal van gevaarlijke situaties op: de hoge snelheden waarop auto’s elkaar en fietsers passeren. Terug op het vaste land ben ik dat gevoel al snel weer kwijt, maar in Engeland merkte ik door mijn onwennigheid op dat in het verkeer heel veel maar net goed gaat.

Nieuws van prinsjesdag dat er wel toe doet

Terwijl wij in Nederland de glazen koets, hoeden, jurken, kleding en het doen en laten van ons koningspaar, onze oud-vorstin en het troonrede-gezwets van huiskamercommentaar voorzagen – en de intellectuelen onder ons ook nog de miljoenennota over waar ons belastinggeld in gestoken gaat worden en de rituele parlementaire dans van de nieuwsmakers, politieke partijen en trendwatchers daaromheen becommentarieerden – was er ook echt nieuws. Niet in Nederlandse media, maar in Belgische: Het Trade in Services Agreement (TiSA) gaat regelrecht in tegen de besluiten van de klimaattop COP21 van Parijs.

Uit de analyse van de TiSA-documenten door Greenpeace Nederland/(notabene) blijkt:
– dat drinkwaterbedrijven, energiebedrijven en onderwijs-instellingen voor altijd winstbejagende ondernemingen moeten blijven,
– dat democratisch gekozen parlementen minder, en bedrijven meer invloed op de wetgevende macht krijgen,
– dat er geen onderscheid meer mag worden gemaakt tussen meer en minder schadelijke fossiele brandstoffen, waardoor beperking van het gebruik van de meest schadelijke brandstoffen, zoals bruinkool, schaliegas, steenkool en teerzandolie, onmogelijk wordt gemaakt,
– en dat last but not least deze regels en wetten niet meer veranderd mogen worden (‘stand still’).

Kortom, met TiSA vereeuwigt het kapitalisme met steun van conservatieven, liberalen en zelfs met steun van sociaal-democraten zijn greep op maatschappelijke keuzes. Hiermee eindigt de democratie. Terwijl tegelijkertijd de democratie met de onetische CETA- en TTIP-verdragen eveneens afgeschaft wordt, maar dat wisten we al; of konden we al weten…

Google en Facebook horen niet te beslissen over privacyrechten,
banken horen zichzelf niet te reguleren,
en de sector van de fossiele brandstoffen macht geven over het milieubeleid van overheden is net zo absurd als de tabaksindustrie het gezondheidsbeleid laten bepalen
”,
aldus ‘internationaal campagneleider TTIP’ Susan Cohen Jehoram over TiSA. En wie zou het niet met haar eens zijn? Antwoord: onze politiek verantwoordelijken die ruim baan krijgen van het electoraat, hun kiezers die zich alleen door amusementsprogramma’s als De wereld draait door, het Journaal of Pauw laten informeren, en die zich zwaar laten beïnvloeden door de lobbyïsten voor grootbedrijven zoals banken en multinationals.

Maar u bent gewaarschuwd: oriënteert u verder dan via Nederlandse media wanneer u wilt weten waar onze politiek verantwoordelijken echt mee bezig zijn.

Dat woord ‘onetische’ gebruik ik omdat door bedrijven, die op grote schaal belastingen ontduiken en dus niet naar behoren bijdragen aan het geld dat overheden te besteden hebben, miljardenboetes opgelegd kunnen worden wanneer parlementen wetten aannemen waardoor zij minder winsten maken dan verwacht; terwijl in CETA en TTIP overeengekomen wordt dat nationale bepalingen, regels en wetten op die claims geen enkele invloed hebben.

Klik hier voor het gehele artikel dat ik hierboven in eigen woorden samenvatte. En van waaruit ook ander aanverwant onappetijtelijk leesvoer uit betrouwbare bronnen genuttigd kan worden.

Bron: “Greenpeace Nederland lekt teksten TiSA vrijhandelsakkoord” door Lode Vanoost via http://www.dewereldmorgen.be/ op 20 september 2016.

Niet te missen films

Vorige week zag ik dat er in Utrecht 2 films draaiden die vanwege de regisseur mijn interesse hebben: “Café Society” van Woody Allen en “Julieta” van Pedro Almodóvar. Dit weekend bezocht ik ze beide.

Wat een verschillen en welk een overeenkomsten. Beide films gaan over ‘het gewone leven’, over familiegeheimen, over gebeurtenissen die ons allemaal zouden kunnen overkomen en – waarschijnlijk op een of andere manier – misschien wel overkomen zijn. Hoe om te gaan met een onbeantwoorde liefde. Helpt het een ander te trouwen? Hoe om te gaan met schaamte? Doen alsof er niets beschamends is gebeurd? Ben je werkelijk in staat om je reactie te kiezen? Wat kiezen we en wat overkomt ons?

Voor een oppervlakkige gezellige avond zou ik ‘Café Society’ adviseren. Ik vond het een echte Woody Allen-film. Een kijkspel met heerlijk druk gepraat. Contacten die geen contacten zijn, net als wij dagelijks meemaken. Wonderlijke en toch geloofwaardige wendingen. En uiteindelijk – haast zonder het te benadrukken – geeft Allen aan ons als kijkers mee dat we stuk voor stuk niet alleen zijn met onze onverteerbare gevoelens. Misschien maakt Café Society sentimenten los, waarvan we al niet meer wisten dat we ze vakkundig ooit weggestopt hadden. Het gewone leven met als hoofdvraag: “Wie zou ik nou toch eigenlijk zijn?” Of om het dichterbij te brengen zonder de clou weg te geven: wanneer u, lezer, in Elburg geboren en getogen zou zijn, zou u dan dezelfde ‘u’ zijn als wanneer u heel uw leven in Groningen of Amsterdam had doorgebracht?

‘Julieta’ heeft naar mijn idee het hoge niveau van Almodóvars ‘Hable con Ella’, ‘Tie Me Up! Tie Me Down’ en van zijn ‘Volver’

Met ‘Julieta’ voegt Pedro Almodóvar volgens mij een nieuw genre toe aan zijn prachtige, maar buitenissige oeuvre. Julieta is een gewoon mens zonder de theatrale grenzenloosheid in veel van zijn eerdere films. Dit keer is de hoofdrolspeelster niet iemand die in coma ligt, geen overledene, geen transseksueel en geen drugsverslaafde non. De emoties van Julieta zijn alleen zichtbaar in haar lichaamstaal; klein gehouden en zo overtuigend dat het benauwend voelt. Hoe – bovendien – een haast onbenullig toeval onze levensloop drastisch kan veranderen, wanneer we daardoor weer gaan voelen wat er te voelen valt. Hoe ‘hoop’ ons energie geeft en de moed om door te gaan. Natuurlijk zijn er buitenissige elementen in ‘Julieta’, maar nu slechts als garnering; het gaat Almodóvar er met deze film volgens mij om ‘herkenbaar te tonen hoe iemand kan omgaan met wat ondraaglijk is’ en wat de gevolgen zijn van hoe Julieta dat doet. Het gewone leven; Almodóvar brengt het overtuigend en dat voelt ongemakkelijk.

‘Julieta’ heeft naar mijn idee het hoge niveau van Almodóvars ‘Hable con Ella’ (2002), wat ik beschouw als een superieure film-uitwerking van al onze liefdesrelaties. Van ‘Tie Me Up! Tie Me Down’ (1989), wat de weg van een gewone man naar een beroemde vrouw laat zien; een weg die absoluut not done is maar waar ik toch sympathie opbreng als ik me in die man verplaats. En van zijn ‘Volver’ (2006), wat het onmogelijke en toch geloofwaardige verhaal vertelt van overdraagbare lotgevallen die grootmoeder, moeder en dochter overkomen. “Wij zijn niet gelukkig met de keuze van onze mannen”, zegt de grootmoeder al als ze in Volver de helft nog niet weet… Ook de familieverhalen in ‘Julieta’ zitten zo in elkaar dat bepaalde gebeurtenissen lijken te kleven aan opeenvolgende generaties binnen een en dezelfde familie. Mij spreekt deze invalshoek aan.

Nee, niet voor een ontspannen avond, maar wel voor als u open staat voor nieuwe overdenksels, zou ik u ‘Julieta’ aanraden. Als levensles zouden de 40-plussers onder u, omdat die inmiddels kunnen terugkijken op hun leven, deze film volgens mij echt niet mogen missen. En ‘Café Society’s’ humor met een boodschap ook niet.

Iedereen op vakantie

Ik houdt nog even vakantie. Ik ben weliswaar door pech veel eerder ervan terug, maar geniet nu volop van mijn sociale contacten, van wat Utrecht me te bieden heeft en ik wandel extra veel. En ik verwonder me over nieuws dat ik volg: “In zeven Duitse steden waren volgens de organisatoren 320.000 mensen op de been. De politie houdt het op zo’n 180.000”. Dan gaat het over demonstraties tegen CETA, TiSA en TTIP.

Ik vraag mij ook tijdens mijn vakantie af hoe het komt dat in dat grote Duitsland zo weinig mensen iets doen tegen ontwikkelingen die mensen als u en ik momenteel het meest bedreigen.

Ik beschouw momenteel – naast veel goeds dat ons leven ons in dit deel van de wereld te bieden heeft – als grootste bedreigingen voor ons aller welzijn van ‘a’ tot ‘w’:
– de afkeer die de Europese Unie (EU) oproept bij mensen die te leiden hebben onder het beleid van deze unie (de door stemming gebleken EU-afkeer van de inwoners van Groot-Brittannië, de EU-afkeer van heel veel Grieken, Ieren, Italianen, Portugezen en Spanjaarden, en ook de EU-afkeer van veel mensen in alle andere unielanden).
– het gebrek aan politieke interesse, of het gebrek aan inzicht dat heel veel van onze belevenissen door de politiek ‘gestuurd’ worden,
– klimaatverandering,
– de (neo-)liberale koers die de EU gaat, die onherroepelijk tot allerlei maatschappelijke spanningen gaat leiden. Bovenstaande verdragen zie ik als bekroningen op 35 jaar neoliberaal uniebeleid, waarbij de macht van multinationals dan eindelijk wettelijk vastgelegd zal gaan worden,
– de ontwikkeling mensenrechten en bescherming van de privacy uit te hollen en los te laten waardoor schenders van mensenrechten in de ene staat door de elite in een andere omarmt worden en
– de walging die de EU oproept bij de mensen buiten deze unie.

Ik verwonder mij erover dat mijn zorgen niet alom gedeeld worden. Ik lees dus dat 180 tot 320.000 mensen in Duitsland de straat opgegaan zijn om ongunstig tij te keren. Dat betekent dat zaterdag jl. ruim 80.500.000 Duitsers – net als ik – andere dingen belangrijker vonden.

Ik denk steeds aan de luisteraars naar het orkestje op de Titanic; lekker doorfeesten met ons allen, ook al is mondiaal, maar voor ons meestal buiten gezichtsveld, 1 op de 120 mensen ontheemd.

Maatschappelijke spanningen nemen toe. Net als ongelijkheid. De macht van rijken op aarde wordt ongelimiteerd uitgebreid ten koste van de knechting van anderen. Ook van mensen zoals u en ik in geïndustrialiseerde rijke landen, en vooral ook van mensen in armere ontwikkelde landen en het meest nog overal buiten ons gezichtsveld.

Ik houd toch nog even vakantie, maar op 22 oktober ga ik de straat op. Tegen CETA, TiSA en TTIP.

Bron: “Protesten in Europese steden tegen TTIP en CETA” door de buitenland-redactie van NOS via http://nos.nl op 17 september 2016.

Freddie Vork

Ik draag contactlenzen. Tijdens mijn vakantie zag ik, nadat ik ze ingedaan had, oh schrik, met een oog niet scherp. De hoop dat mijn lens bij het indoen mijn tent ingewaaid was, liet ik varen nadat ik mijn tentje 3 keer ‘uitgekamd’ had. Gisteren bestelde ik in Utrecht een vervangende. Daarna dronk ik nog een biertje op de Neude.

Er kwam een soldaat aangefietst. Althans een man in legergroene kleren, groene schoenen, een groene fiets en een bruine bal. Midden op de Neude begon hij met die bal te spelen. Hij deed de meest onmogelijke dingen met die bal: hij liet hem op zijn tenen balanceren, op de wreef van zijn voet, op zijn scheenbeen, op zijn dijbeen en op zijn voorhoofd. Hij liet die bal stuiteren van de ene voet naar de andere, via zijn scheenbeen en liggend op zijn buik naar zijn hoofd en terug; van linker naar rechter schouder en terug; van linker naar rechter elleboog en terug. De bal hoog in de lucht zwiepend, ving hij hem op zo’n manier op dat de bal in een keer tot stilstand kwam op de wreef van zijn voet. Ik dacht nog: “Hij zal bij een voetbalwedstrijd toch je tegenstander zijn… Ik zou niet weten hoe hem de bal af te troggelen”.

Nadat ik van mijn biertje genoten had, liep ik langs hem en vroeg hoe lang hij op al deze kunsten geoefend had. “35 jaar”, was zijn antwoord. Hij bleek ‘freestyler’ Freddie Vork te zijn. Hij was geïnteresseerd in allerlei spirituele stromingen en stoorde zich aan de angst en onnadenkendheid van de mensen, die hij op straat ontmoette, “Wèl vanuit de verte videootjes maken, maar geen contact met mij durven leggen“. De Nederlands radiomaker, ‘spiegeloog’, tijdschriftenmaker, verhalenverteller en Fluxus-kunstenaar Willem de Ridder achtte hij ‘de meest wijze mens van Nederland’. Bij fluxus werden de grenzen tussen beeldende kunst en muziek opgeheven waardoor op 13 november 1964 in het Kurhaus in Scheveningen een Concert voor belegde broodjes en een Concert voor pakpapier opgevoerd kon worden. En zo hadden we nog een heel gesprek. En toen ik de volgende winkel voor een laatste boodschap bezocht, zette hij zijn balgoochelkunsten voort.

En wanneer u zelf zijn onmogelijke balkunsten wilt zien, klik dan hier, dan ziet u ook verschillende plekjes van Utrecht.

Daar word ik blij van

Gisterenavond rond 17 uur is het embargo opgeheven en vanmorgen kreeg ik formeel toestemming om dit blog van 9 juni jl. hier openbaar te maken. Dus hier is-t-ie dan:

Een nieuw aangemaakte groep op WhatsApp: “Uitnodiging etentje”. “Mijn dochter in de bocht, die maakt overal groepen voor aan”, dacht ik nog. En ja hoor, een uitnodiging volgde. In de groep zitten vriendin en tevens moeder van mijn kinderen, mijn dochter met haar vriend en ik. Op mijn herhaald vragen naar de aanleiding van dit etentje, schreef de vriend van mijn dochter: “Ja wel, dat is er, al eet niet aangelijnd een stuk makkelijker 😉”. Mijn dochter liet weten: “Het is koeienseizoen 🙂”. Ik dacht aan ‘oude koeien uit de sloot halen’. Daar had ik best zin in. Onlangs hadden we het gehad over garant staan, wanneer mijn dochter, haar vriend, hun kat en hun hond een nieuwe woning gaan betrekken. Ik had afhoudend gereageerd.

Vervolgens schreef mijn dochter “we nemen gewoon de hele kinderboerderij 🙂”. Ik begreep dat natuurlijk(?!?) niet. Ik ben het me gelukkig altijd bewust: via mail, sms en WhatsApp heb je geen contact met de ander, dus misverstanden zijn zo gemaakt. Via dergelijke media zijn onenigheden niet ‘uit te praten’, dus ik probeer dat ook niet. Dan pak ik de telefoon of ga langs. Later bleek de ‘Het is koeienseizoen’-aanleiding bedoeld te zijn als ‘over koetjes en kalfjes te praten’.

Gisteravond was het zover. Met de moeder van mijn kinderen fietste ik naar het huis van mijn dochter. En inderdaad, daar spraken we over koetjes en kalfjes. Een spitsvondige, betrokken moeder, een vrolijke, zorgzame dochter, een aardige, belangstellende dochters’ vriend; ik bevond me in prima gezelschap. Een aperitief, een smaakvolle tomatencrème, een heerlijke spinaziesoufflé en hemelse modder als nagerecht. Alles vers gemaakt. En maar praten over koetjes en kalfjes zoals ons ouderschap, het werk van de vriend en de plannen van mijn dochter.

Daarna kregen de moeder en ik een cadeautje met de vraag het tegelijk open te maken. “Wat aardig”, dacht ik nog. Het bleek een spruit te zijn, een spruit in een sokje. Op mijn sokje stond het opschrift “I ♡ opa”. Op die van haar moeder “I ♡ oma”.

Dit blog schreef ik op 9 juni 2016. Toen begreep ik pas dat mijn dochter en haar vriend vooral over één kalfje wilde praten.

Ik beloofde dit blog pas openbaar te maken als het jonge stel hun andere dierbaren, hun vrienden en facebookvrienden het nieuws ook verteld had. Nu is het zover. En omdat we 3 maanden verder zijn, kan ik hieraan nu toevoegen dat moeder en foetus het goed maken, al wil het kindje nog wel eens schoppen. Mijn dochter en haar vriend verwachten hun kindje nog dit jaar op 31 december. Wat ben ik daar blij mee.

Keurig geklede mensen, maar gevaarlijk als wat

Ook mijn vakantie zit erop. Daarom heb ik vanmorgen 34 documenten gescand en 35 documenten ge-upload. Eén bestand stond er al op mijn computer. De correspondentie met de juristen, die mij helpen het mijne te krijgen, is daarmee na zo’n 3 uur computeren weer up to date. In de tijd dat nog niemand ervan wist heb ik met het geld, dat ik op dat moment niet nodig had, een paar woekerpolissen afgesloten. Van ‘Stad Rotterdam Verzekeringen’ wisten we toen alleen dat het de oudste Europese verzekeringsmaatschappij op het vasteland van Europa was. De naam van het oorspronkelijke bedrijf was “Maatschappij ter discontering ende beleening der Stad Rotterdam anno 1720”. Dat wekt toch wel vertrouwen. Ten onrechte dus. Door – de rechter mag te harer of zijner tijd zeggen of zij ‘vals’ waren – voorwendselen blijft de waarde van de polissen achter op mijn verwachtingen.

Voor mijn vakantie was ik aan dat scannen en uploaden niet toegekomen. Nu ik eerder van mijn bergtocht terug ben dan gepland, is er volop tijd dit soort van dingen op mijn gemakje te doen.

Vannacht had ik ook “De kleine Piketty” uitgelezen. Dat gaat zo’n beetje over hetzelfde: binnenwettelijk verplaatst geld zich van overheden en privé-personen naar enkele rijken. Naar van die mensen die om het hardst (laten) roepen dat vrije handel nodig is en dat belastingen op arbeid en vermogen not done zijn, omdat het juist voor mensen als u en ik nodig zou zijn dat geld vrij besteed kan worden; dat we een kleine overheid nodig hebben, nòg verdere versoepeling van het ontslagrecht, zo min mogelijk regels en dat alleen vrijhandelsverdragen als CETA, TTIP en regelingen als TiSA antwoorden bieden op economisch opkomende landen zoals China. Door de sinds 1980 tot stand gebrachte deregulering zijn er nu al mensen, die rijker zijn dan landen, maar dergelijke gigarupsen Nooitgenoeg zijn nog lang niet uitgegeten. Zij gebruiken hun mogelijkheden het maatschappelijk debat – voor zover dat niet over Moslims, Rusland of het uitsluiten van vluchtelingen gaat – over de meest bedreigende kapitalistische en liberale ontwikkelingen van deze tijd naar hun hand te zetten. Deze gigarupsen zijn niet rijk geworden door de arbeid die zij verricht hebben, maar – volgens De kleine Piketty – doordat kapitaal nu eenmaal harder groeit naarmate men er meer van heeft. Mensen zoals u en ik – ik kom als het ware ook in De Kleine Piketty voor – die geld voor ‘later’ wegzetten, hebben een grote kans dat hun geld nauwelijks nog wat waard is wanneer zij het gaan aanspreken. Bijvoorbeeld door woekerpolissen.

Voor de ingewijden: uit Piketty’s onderzoek blijkt: r > g, ofwel rijk wordt je alleen van bezit en vermogen; met werken kun je jezelf hopelijk van levensonderhoud voorzien; uitzend- en oproepkrachten misschien nèt. Dat komt mede doordat we steeds meer moeten betalen aan allerlei diensten, voorzieningen en zorg. Pas wanneer je met verdiend geld relatief risicoloos kunt gaan beleggen kun je rijk worden. Echt rijke mensen kunnen risico’s spreiden en dure juristen betalen voor advies of gewoon om haar of zijn zin te krijgen.

Voor de niet ingewijden: ‘r’ staat voor ‘rendement op vermogen’, ‘g’ voor ‘groei van het nationaal inkomen’ en ‘>’ voor ‘is groter dan’, ofwel van werken wordt men niet rijk en relatief steeds armer naarmate de tijd vordert… Bij werken vergroot men weliswaar het nationaal inkomen, maar door rendement uit eigendom oogst men veel meer profijt.

Ja, de vakantie zit erop; bij gebrek aan steenrijke ouders, ga ik toch maar weer eens aan het werk… om in mijn levensonderhoud te voorzien, dus.

Bronnen: “De kleine Piketty” (2014) door Wouter van Bergen en Martin Visser en uitgegeven door Uitgeverij Business Contact in Amsterdam en Antwerpen, en “Stad Rotterdam Verzekeringen” via https://en.wikipedia.org op 12 september 2016.

Van ‘uit’ weer ‘thuis’

Vorige keer schreef ik erover wat voor mij vakantie is. Ik deed dat aan de hand van een beschrijving van mijn laatste volle dag dit jaar in Italiaanse hooggebergte. Dit keer schrijf ik over mijn terugkeer naar de bewoonde wereld na zo’n ‘weg uit de wereld’-vakantie:

Ik bevond mij 6 september jl. op 2.285 meter hoogte op het Italiaanse Corno Bianco di Pennes-massief. Vanwege pech met mijn schoenen (de zolen lieten los) had ik besloten mijn tocht via ‘Noodplan 2′ af te breken. Zo begon ik ’s ochtend de laatste afdaling. Op een zeker moment zag ik het dal waar mijn auto stond beneden mij liggen. Het dorpje, waarin ik mijn auto geparkeerd had, zag ik niet. Dat lag om een hoekje in dat dal. Ik zag alleen nog de laatste nederzettingen in dat dal dat er uit zag als een goed gelukt schaalmodel. Daar moest ik langs om mijn auto te bereiken.

Dat ik afdalend steeds dichter bij de huisjes kwam, merkte ik nauwelijks. Ik had al mijn aandacht nodig om nogmaals steil naar beneden te klauteren. Een kudde dwerggeitjes kwam op mij afgerend van hoog boven mij totdat zij met hun allen om me heen stonden te blèren. Ik liep over gladde bergalmen. Door het gras op de berghelling moest ik uitkijken niet uit te glijden. Ik mocht ook nog een stukje over een via ferrata; een rotswand waarover een stalen ketting en wat later een stalen kabel gespannen is om wandelaars als ik te helpen ervan af (of erop) te komen. Daar genoot ik volop van. En dan ineens zag ik weer naaldbomen. Schaduw. Om me heen kijkend bleken ze verderop ook al boven mij te staan. En verder en verder afdalend stonden dan plots de huizen en schuren, die ik eerst als kleine gebouwtjes van bovenaf gezien had, aan het eind van een alm. Geen schaalmodellen meer, maar gewone gebouwen. Bij de laatste alm realiseerde ik me: Alleen nog over deze alm en ik ben weer in de gewone bewoonde wereld. Gelukkig zat mijn wandeling er daarmee nog niet op; ik moest nog zeker 3 uur gewoon wandelen voordat ik bij mijn auto arriveerde. Het eerste stuk over een beboste berghelling, later langs bospaden en onverharde wegen en het laatste stukje langs een tweebaans autoweg. Daar kwam ik eindelijk weer mensen tegen.

Aangezien ik vooral behoefte had aan vers fruit en yoghurt, kocht ik dat voordat ik mijn spullen bij mijn auto neerzette. Die stond er gelukkig nog net zo zoals ik hem aan het begin van mijn tocht had achtergelaten. Het zat er op en ik was vooral blij dat ik weer heelhuids en met een hoop fijne ervaringen in de gewone wereld van u en mij was teruggekomen. Ik kon weer contact maken met andere mensen; mensen groeten die ik tegenkwam en bellen, chatten en sms-en met familie en vrienden ver weg.

Na verloop van tijd kwam ik zelfs toe aan het nieuws dat ik gemist had. En het kan toeval geweest zijn, maar het viel me weer op dat via Belgische nieuwsbrengers als ‘De Wereld Morgen’ en ‘Trends’ ik interessanter nieuws over Nederland en het wereldgebeuren vond dan via Nederlandse nieuwsbronnen. Hoogleraar financiële geografie en publicist professor Ewald Engelen is het ook opgevallen dat Nederlands nieuws gaat over meningen en andere items die slechts voor hoge kijkcijfers zorgen. Onaangenaam nieuws, dat het leven van u en mij diepgaand beïnvloedt, wordt als te ingewikkeld beschouwd en van informatie daarover blijven we “verschoond”.

Hoewel ik het liefst direct naar huis wilde, wist ik dat het niet verstandig was dat gevoel te volgen. Eerst nam ik 7 september nog een rustdag waarop ik Bressanone (of Brixen) verkende. Ik kon op een terras weer van een Italiaanse espresso genieten. Dat deed ik daarom ook. Deze rustdag kon ik ook op mijn gemak mijn spullen herschikken en voldoende energie opdoen om de benodigde kilometers ‘te vreten’ om thuis te komen. Op 8 september onderweg at ik als extraatje nog in de oude binnenstad van het Zuid Duitse Kempten. En vannacht om 4 uur was het dan zover. Toen zette ik mijn wasmachine aan. Het gewone leven neemt weer zijn aanvang. Gelukkig kan ik daarvan doorgaans ook genieten. Zeker na weer zo’n geweldige bergtocht gemaakt te hebben als waarover ik gisteren schreef.

Klik hier wanneer u het zeer lezenswaardig verhaal van Ewald Engelen tot u wilt nemen.

Tussen gras, gruis en stenen

Het regende dus ik draaide me nog even om voor een hazenslaapje. Wat later werd ik wakker, misschien wel van de stilte. Ik ritste mijn cabine open en zag dat mijn tent nog nat was. Opnieuw draaide ik me om, maar nu om verder te lezen in De Groene Amsterdammer van 1 september jl.. De regen was kennelijk opgehouden. Na geboeid een of twee artikelen gelezen te hebben vond ik het tijd om mijn spullen in te pakken.

Zo gedacht zo gedaan. Het bleek buiten ijzig koud. Het landschap zag er fenomenaal uit. Ik stond dan ook met mijn tentje op 2.320 meter hoogte bij de twee ‘Steinwandseen’ die deel uitmaken van het massief ‘Corno bianco di Pennes’. Onder de wolken was het helder, zodat ik uitzicht had op de bergen ver weg. Boven mij hing nog een zwarte wolk die aan het optrekken was. Ik besloot mijn winterkleding aan te trekken. En dat in Italië op 5 september 2016.

Nadat alles ingepakt was inspecteerde ik de omgeving waar mijn tent gestaan had en rondom ‘mijn’ kooksteen even verderop aan een beginnend riviertje. Ik had niets achtergelaten, dus kon vertrekken. De dag daarvoor had ik zonder bagage al verkend hoe ik via een mooie route de weg naar het pad terug kon vinden. Deze verkende weg nam ik. Sentimenteel of niet, voor mij is het elke keer ‘afscheid nemen’ van zo’n mooi plekje. Alleen de herinneringen er aan en de foto’s er van neem ik mee.

Na een tijdje klimmen kwam ik terug op ‘het pad’ dat ik gevolgd had voordat ik naar de meertjes afgedaald was. Daar was duidelijk meer gelopen. Het pad voerde me verder en verder het bergmassief op tot ik over de berg heen kon kijken het volgende dal in. Dat is voor mij altijd ook een bijzonder moment tijdens zo’n tocht. Ja, dit soort tochten zit voor mij vol bijzondere momenten. Op een bergrug haal ik een doel en kijk plotseling een volkomen nieuwe wereld in. De markeringen op deze bergrug brachten me in verwarring. Moest ik die volgen of niet? Had ik misschien ergens een afslag gemist? Met mijn kaart bekeek ik ‘Giogo d Frane’, de plek waar ik was, van verschillende kanten. Ineens begreep ik hoe de kaart juist was en de markeringen ook klopten. Mijn handschoenen konden onderhand wel uit; mijn wintermuts bleef op.

Ik volgde een steile afdaling waarin ik 210 meter daalde over 300 meter afstand. Dat bleek zo steil dat de zolen van mijn bergschoenen aan de voorkant er los van raakten. Nog zo’n 500 meter afdalen verderop, daar waar ik weer zou gaan stijgen, besloot ik mijn ontbijt of lunch te gaan gebruiken: water, brood en kaas. Ik berekende waar ik zou overnachten, gezien de hoeveelheid dag die blijkens de stand van de zon nu nog restte. Uiteindelijk bleek dat ik onverwacht 3 kilometer eerder een fantastisch mooi plekje met stromend water tegenkwam. Daar besloot ik mijn tentje op te zetten. Die steile afdaling hakte er niet alleen voor mijn schoenen, maar ook voor mij in. Ik ben dan ook geen 16 meer. Ik zou nu slapen op 2.285 meter hoogte.

Heel de dag was ik geen mens tegengekomen. Ik rustte, verkende de omgeving, die ik klaarblijkelijk deelde met wat geiten, ik genoot van de stilte en mijn nieuwe uitzicht over gebergten en ik genoot van mijn avondmaaltijd. Wegens pech met mijn gastoestel bestond die uit pinda’s, brood, kaas en chocola toe. Een nacht met harde windvlagen, afgewisseld door perioden van stilte zou volgen.

Dat is voor mij vakantie.