Het lot van de mensheid is in handen van wereldverbeteraars

Het in de steek laten van zo’n beetje alle Afrikanen, armoede, belasting-ontwijking door aan onze overheid gelieerde bedrijven, gefaciliteerde belasting-ontwijking in Nederland, beleidsmacht die door grootbedrijven in Nederland en in de Europese Unie wordt uitgeoefend in weerwil van democratische principes, het onrecht dat het neoliberale D’66 mensen pleegt aan te doen, gebrek aan menslievend beleid binnen het al even neoliberale CDA, CETA, de boter op het hoofd van de coalitie, geweld & onrecht dat wij – door het veilig stellen van ons feestje hier te lande – anderen elders in de wereld aandoen, honger, onrecht in het algemeen, het apartheidsbeleid van de Israëlische regeringen sinds 1948, het asociale gehalte van de neoliberale PvdA, TiSA, TTIP, Trump, voedselbanken in rijke landen, de minister-president en zijn immorele en neoliberale VVD, welvaart in relatie tot welzijn. Dat zijn onderwerpen die hier regelmatig door mij aan de orde gesteld worden.

Wanneer we willen dat een ongedefinieerd wij zich handhaaft

Een terecht verwijt aan mijn stukjes is wellicht dat ik weinig aandacht schenk aan de geneugten, die ik (en wij) dagelijks genieten door ons gedrag dat zich niet gebaseerd weet op ethiek maar op een overvloedige mate van zelfbehoud. Met dat waarschijnlijk terechte verwijt kan ik weinig, omdat ik mij als inwoner van Nederland ondanks allerlei bevoorrechting juist daardoor vaak medeplichtig weet aan wan-gedragingen van een samenleving die in mijn ogen op een aantal essentiële punten niet deugt. Knechting, machtsmisbruik en uitbuiting van anderen waardoor we ons tot een van de meest materieel rijkste samenlevingen op aarde kunnen rekenen, al is onze rijkdom dankzij 40 jaar neoliberalisme – met dank aan het CDA, D’66, de PvdA en de VVD – ook onderling steeds onrechtvaardiger verdeeld. Arm in onze moraal, maar het is hier best veilig wanneer je je weet te handhaven. “Je maintendrai” staat passend geschreven onder de Nederlandse leeuw.

Toch zou ik liever deel uitmaken van een geestelijk hoogstaandere samenleving, bestaande uit mensen die omkijken naar elkaar en zich zorgend opstellen voor vreemden die (ook) lijden onder corruptie, de elementen, maatschappelijk onrecht, oorlogs- en/of natuurgeweld. Als kind had ik al sympathie voor primitieve Indiaanse stammen wanneer die volgens mij ethisch hoogstaand met elkaar en met hun vijanden probeerden om te gaan.

Hoopgevend is mij lange tijd het gegeven geweest dat veel landen de Universele Verklaring van de rechten van de mens in 1948 (en daarna) hebben ondertekend. Nog steeds draag ik de Verenigde Naties een warm hart toe en het verdriet me dat haar invloed beperkt blijft tot de bedragen die we bereid zijn aan haar projecten te doneren. Bedragen die altijd ontoereikend zijn om de koeien echt bij hun horens te pakken.

Wanneer we ons als mensheid willen handhaven

Ik vermoed een besef dat de wereldorde verandert, wanneer de gekoeioneerden en rechtelozen van nu behandeld zouden gaan worden als naasten. Mij doet dat verdriet, al zouden de gevolgen van mijn gewenste pacifistisch socialistische aanpak voor ons misschien wel desastreus zijn. Hoewel, ik ben helemaal niet tegen zelfbehoud, maar ik zie de wereld en onze benadering ervan als zoektocht altijd het juiste te doen, met het besef dat we tekort zullen schieten. Dat we ons dus blijvend zouden moeten beijveren zelfs het onrecht, dat we met de beste bedoelingen plegen, te beperken tot het werkelijk onvermijdelijke. Ik zou haast zeggen ‘het hoognodige onrecht’.

Helaas leef ik daarentegen in een wereld waar men het onrecht, waarmee ik dit stukje begon, onder het tapijt pleegt te vegen. Helaas blijven de meesten hier graag dansen op de voor zovelen ondergaande planeet. Is het niet door natuurkrachten, dan wel door wat anderen en met name ook wij hen gewetenloos – en soms zelfs met best menselijke bedoelingen maar met onmenselijke gevolgen – direct en indirect aandoen.

Wanneer we het belangrijker blijven vinden dat een ongedefinieerd ‘wij’ zich ten koste van wat het kosten moet handhaaft, zal het helaas waarschijnlijk wel blijven gaan zoals het altijd al gaat.

Ik, daarentegen, vind het fijn dat er nog altijd idealisten zijn, die onrecht aan de kaak stellen en op grotere schaal en/of op kleinere schaal de wereld wèl mooier proberen te maken; die proberen om steeds het moreel-juiste te doen. Wanneer we ons als mensheid willen handhaven, is het lot in handen van deze wereldverbeteraars.

Chomsky schreef weer een nieuw boek

De geschiedenis toont ons dat machtssystemen nooit uit zichzelf veranderen en nooit uit zichzelf hun interne tegenstrijdigheden erkennen. Dat gebeurt alleen door de publieke opinie. Aan het woord is de 91-jarige Noam Chomsky, wiens scherpzinnige inzichten ik hier wel vaker deel.

Hij kijkt in zijn nieuwe 101 pagina’s tellende boek “Internationalism or Extinction” naar de continuïteit van het beleid van Amerikaanse regeringen sinds 1945. En hij onderbouwt erin dat die onveranderd is gebleven, te weten gericht op de instandhouding van een volledige dominantie over de wereld: economisch, militair en politiek. Wie om de 4 jaar president wordt, maakt daarbij weinig verschil. Donald Trump is als 45ste Amerikaanse president geen abnormaliteit volgens Chomsky, geen afwijking van de norm, maar op de keper beschouwd een logische consequentie van een maatschappelijk systeem dat niet in staat is uit zichzelf te veranderen en nu dit gevaarlijke monster heeft gebaard.

Ofwel we behoeden democratieën voor zelfvernietiging,
èn we stoppen de klimaatverandering,
èn we beperken het risico van een allesvernietigende kernoorlog tot het uiterste,
ofwel we beschouwen onze zelfvernietiging als een fait accompli

Echter, wanneer dat beleid nu niet fundamenteel verandert, wacht ons mogelijk door toedoen van de Verenigde Staten van Amerika de vernietiging van menselijk leven op aarde (extinction). De Republikeinse Partij noemde hij ook eerder al de gevaarlijkste organisatie, die de mensheid heeft voortgebracht.
Een voorbeeld: in de jaren ’80 hebben, na een wereldwijde beweging tegen kernwapens, de 2 grote kernmachten van toen afspraken gemaakt over dialoog en inperking van hun kernwapenarsenalen. Afspraken die werden vervat in de ABM, INF en START-verdragen. Deze 3 verdragen worden nu door Trump op de helling gezet. Dat maakt de dreiging van een kernoorlog nu weer net zo actueel als in de jaren ’80.
Nog een voorbeeld: het grootste deel van de Amerikaanse verkiezingen is ‘gekocht’. Alleen de campagnes van Bernie Sanders zijn hierop een uitzondering.
Laatste voorbeeld: door gebruik van fossiele brandstoffen – kolen uit Ohio en schaliegas – op steeds grotere schaal draagt de Federale Regering (en met name de Republikeinse Partij) op een onverantwoordelijke wijze bij aan wereldwijde temperatuurstijging en het Verdrag van Parijs met de clausules voor milieubescherming werd in 2016 door de Republikeinen verhinderd.
Chomsky roept daarom in zijn nieuwste boek op tot activisme, want hij stelt dat de mensheid voor een cruciale keuze staat:
ofwel we behoeden democratieën voor zelfvernietiging, èn we stoppen de klimaatverandering, èn we beperken de kans op een allesvernietigende kernoorlog tot het uiterste,
ofwel we beschouwen onze zelfvernietiging als een fait accompli; iets waar niets tegen te doen valt.

Wat hij eerder voorspelde is inmiddels bewaarheid geworden

Chomsky is, anders dan bovenstaande wellicht doet vermoeden, geen vlotte spreker. Hem beluisteren vergt een nogal gedisciplineerde concentratie, want hij heeft ook al geen oratorische kunsten te bieden. Sterker nog, zijn lezingen zijn voorspelbaar, want in feite zegt hij al heel zijn productieve leven hetzelfde. Je weet zodoende wat je van hem kunt verwachten. Maar de actuele context actualiseert hij voortdurend met feiten, die anderen en mij nogal eens zijn ontgaan (of die er een betekenis aan toekenden in lijn met de commentatoren in de media).
Zijn boeken zijn allesbehalve vlotte literatuur. Ook Chomsky lezen vergt een gedisciplineerde concentratie. Maar ook die inspanning loont altijd de moeite.
Chomsky kan iets wat weinigen gegeven is: hij zet je met actuele gebeurtenissen, die meestal aan de aandacht van de mainstream media ontsnapt zijn, aan het denken en je weet weer wat je te doen staat.

Wat hij eerder voorspelde, bijvoorbeeld over de toekomstige negatieve effecten van vrijhandelsverdragen of hoe naargeestig de wereld er uit gaat zien wanneer Donald Trump president van de Verenigde Staten van Amerika zal worden, is inmiddels bewaarheid geworden. Het discours van Chomsky is diametraal aan wat mainstream commentatoren ons dagelijks vertellen, en ook dat stelt hij aan de kaak. Zijn zienswijze onderbouwt hij altijd stevig met feiten en in goed gekozen woorden. Dat maakt hem voor bezorgde mensen als ik zo aantrekkelijk. En ik ben niet de enige; geen enkele andere hedendaagse intellectueel kan tippen aan de aantrekkingskracht en het charisma van Chomsky, schrijft Lode Vanoost, de bronleverancier van dit stuk, waar hij verschijnt, blijft hij bomvolle zalen trekken.

We overtuigen door de feiten te tonen èn door te wijzen op de mogelijkheden die er nog altijd zijn

Activisme zou het verschil kunnen maken. Alles is door mensen gemaakt en kan door mensen veranderd worden, constateert Chomsky nuchter.

De hamvraag, die bij zijn lezingen telkens weer terugkomt, is: “Hoe overtuigen we de mensen die vandaag niet met ons in de zaal zaten?”. En Chomsky’s antwoord daarop is: “We overtuigen de mensen door ze de feiten te tonen èn door ze te wijzen op de mogelijkheden die er wel degelijk nog altijd zijn. (…) Om de toenemende destructieve autocratische* en hypernationalistische** tendensen aan te pakken moeten we eerst de oorzaken doorgronden. Een substantieel element zijn de neoliberale bezuinigingen van de voorbije generatie. Die hebben alle welvaart geconcentreerd in enkele handen, de functionerende democratie ondermijnd, de bevolking opzij geschoven, wat tot begrijpelijke weerzin en woede heeft geleid, die soms pathologische*** vormen aanneemt en mensen een prooi maakt voor demagogen****.” Chomsky levert informatie, feitenmateriaal en de analyse daarvan ook in zijn 91ste levensjaar nog steeds als geen ander.
Uitleg van moeilijke woorden
* de ongelimiteerde vernietigende macht wordt uitgeoefend door één partij of door één persoon
** gewoonte om andere landen en/of volkeren buiten te sluiten
*** ziekelijke
**** hier doelt Chomsky op: mensen die politieke macht verwerven door angst te zaaien

De uitgevers hebben naast zijn nieuwste boek ook een video gemaakt, die hier te bekijken is
of klik hier voor een interview met Chomsky van 13 april jl. over het boek “Internationalism or Extinction” (2020) en over de Corona-pandemie.

Bron>“Noam Chomsky: ‘De mensheid staat voor de keuze: internationale samenwerking of uitsterven’” Boekrecensie over ‘Noam Chomsky, “Internationalism or Extinction” (2020, edited by Charles Derber, Suren Moodliar and Paul Shannon). Routledge in New York, ISBN 978 0 367 43058-0’ door Lode Vanoost via DeWereldMorgen op 11 mei 2020.

Geruisloos ging dit jaar de Dag van Europa voorbij

Burgers binnen de Europese Unie (EU) hebben in ongelijke mate profijt van wat de interne Europese markt genoemd wordt. Een relatief klein, sterk van de export afhankelijk EU-land als Nederland heeft relatief veel voordeel. Burgers van zuidelijke lidstaten veel minder.
· Nederlandse burgers profiteren gemiddeld voor € 1.500 per jaar van de EU.
· Het welvarende (en door Covid-19 meest getroffen) Noorden van Italië komt niet verder dan € 1.000 per jaar; inwoners van de rest van Italië profiteren aanzienlijk minder van de EU.
· Spanjaarden profiteren gemiddeld voor € 590 per jaar van de EU,
· Portugezen voor € 500 per jaar en de
· Grieken voor € 400 per jaar.

Door belastingparadijs Nederland lopen andere EU-lidstaten bovendien via brievenbusfirma’s op de Zuidas in Amsterdam in totaal € 10.000.000.000 per jaar aan vennootschapsbelasting mis:
· Frankrijk loopt via de Zuidas € 2.700.000.000 per jaar mis,
· Italië € 1.500.000.000,
· Duitsland € 1.000.000.000 en
· Spanje loopt via de Zuidas bijna € 1.000.000.000 per jaar mis.
En als Nederland er nou rijk van werd, dan zou je het nog als handige roof kunnen zien; of supermodern ‘slimme aanpak’, maar Nederland vangt er ‘slechts’ € 2.200.000.000 van; bijna € 8.000.000.000 ‘lekt via de Zuidas weg’ naar weer andere belastingparadijzen.

In Italië en Spanje wordt de financiële steun door de EU ervaren als een emotionele noodzaak om met elkaar verder te kunnen. Mij lijkt dat een politieke realiteit: als de EU nu een bondgenoot in de hoogste nood niet helpt-zonder-vragen, dan zullen de anti-Europese krachten daar ongetwijfeld van profiteren.

En vergelijk het mislopen van vennootschapsbelastingen door Italië en Spanje nu met de € 1.000.000.000 die Mark Rutte en Wopke Hoekstra eenmalig wilden schenken als coronafooi, nadat Zuid-Europa te hoop was gelopen tegen de suggestie van Hoekstra dat eerst moest worden uitgezocht hoe het kwam dat sommige lidstaten (lees: die in Zuid-Europa) hun boekhouding niet op orde hadden. Dan begrijpt u misschien meer van de irritaties over de Nederlandse opstelling. Ook vraag ik me af welk christen-democratisch appèl Hoekstra daarmee aan zijn uniebroeders deed.

Daarnaast hebben we allemaal gezien hoe de ‘redding’ van Griekenland vanaf 2015 vooral de banken uit Duitsland, Frankrijk en Nederland ten goede kwam en desastreus uitpakte voor de Griekse bevolking, die moedig maar zonder enig succes ‘tegen’ gestemd had. Onder leiding van de zichzelf sociaal-democraat noemende Nederlandse minister Jeroen Dijsselbloem werden door de Eurogroep bijvoorbeeld de volgende maatregels genomen:
· Afdwingen dat de datum van verse melk van 3 naar 7 dagen verlengd werd zodat Nederlandse boeren hun melk sindsdien als verse melk in Griekenland kunnen verkopen,
· Een wet van 100 pagina’s in één artikel opstellen en afdwingen dat die op 15 juli 2015 in minder dan 24 uur werd goedgekeurd,
· Een wet van 1.000 pagina’s in 3 artikels opstellen en afdwingen dat die precies een week later eveneens in minder dan 24 uur werd goedgekeurd en
· op 14 augustus 2015 passeerde nog een wet van 400 pagina’s, die ook al in 24 uur moest worden goedgekeurd.
Is dit democratie of Piketty?

Financiële steun onder dergelijke voorwaarden zien de Italianen en Spanjaarden natuurlijk niet als een goed economisch recept.
En nu noemde ik Hoekstra en Rutte, maar zij handelden achteraf met de steun van een ruime meerderheid in onze Tweede Kamer. Dit onthult volgens mij opnieuw dat het Nederlandse debat over de Europese Unie zich grotendeels in voor ons winstgevende euro’s afspeelt en niet over ethiek gaat. De BV Nederland is gewoon een sprinkhaankapitalist, terwijl het anderen de les leest over deugdzaamheid.

Mij zou het geen verkeerde ontwikkeling lijken wanneer de Nederlandse EU-opstelling-in-Coronanood tot gevolg krijgt dat Italië een uittreding uit de EU gaat overwegen. Hoe moeten we anders een EU krijgen, die er voor de burgers is? Hoe moeten we anders de huidige realiteit stoppen dat met EU- en nationale overheidsprivileges grootbedrijven steeds maar groter en machtiger worden (en direct bij de staat aankloppen als er een ondernemingsrisico verkeerd ingeschat blijkt)?

Hoewel ik op straat (op anderhalve meter afstand) verneem dat we het in Nederland goed doen rondom Covid-19, is het niets meer of minder dan Piketty in de praktijk. We moesten ons – wat mij betreft – schamen (ik was daar al een tijd geleden mee begonnen).

En dit allemaal naar aanleiding van 9 mei jl.; de Dag van Europa. Omdat die dag, precies 70 jaar geleden, de Franse minister Robert Schuman een ambitieuze verklaring aflegde waarin hij voor een organisatie pleitte om Franse en Duitse productie van kolen en staal onder gemeenschappelijk beheer te plaatsen. Dat zou de kans op een nieuwe Europese oorlog minimaliseren. Dat beheer werd het aller eerste begin van de EU, zoals die nu vormgegeven is.

Bronnen: “Nederland leest anderen de les over deugdzaamheid maar gedraagt zich als sprinkhaankapitalist” door Marc Chavannes via DeCorrespondent april 2020, “Staatssteun aan KLM stroomt naar oliehandelaren en Iers belastingparadijs” door Ties Joosten op 6 april 2020 via FollowTheMoney en “Sta niet toe dat democratie wordt vernietigd waar ze is ontstaan” door Zoé Konstantopoulou, voorzitter van het Griekse parlement via DeWereldMorgen op 10 september 2015.

De ander, dat ben ik

De denkbeelden van de moderne Westerse filosoof Emmanuel Levinas (1906 – 1995) spreken mij aan en raken mij onder mijn huid. Op 20 april jl. heb ik hier de kern, het uitgangspunt van het denken van deze man proberen samen te vatten. Dat deed ik onder de titel “In essentie leert het leven ons genadeloos hoe nederig we stuk voor stuk zijn”. Nu ga ik de uiterste consequentie van zijn denken proberen te beschrijven.

Een uiterst gevolg van zijn filosofie is, dat niet wat ik denk beslissend is, maar wat ik doe.
Dat is nogal wat. Levinas biedt geen uitweg aan intellectuele dagdromerij of aan kamergeleerdheid. Hij overrompelt mij. Het lijkt erop dat mijn motieven er in eens niet meer toe doen omdat wat ik gedaan heb en naliet beslissend is. Dat vraagt om wat meer context.

Vrede is elk moment mogelijk

De filosoof Levinas beseft al te goed dat alles wat een filosoof vindt, ‘taal’ is. Daar begint het al mee. Wat hem betreft moeten we het daar eerst maar eens over hebben, want aan taal kleeft de eigenschap dat zij veelvuldig misbruikt wordt. Overal. Ook binnen de filosofie. Grond, lucht, rivieren en zeeën zijn vergiftigd, maar over dat gif wordt pas gesproken wanneer het aangetoond wordt. Zo is ook taal vaak het laatste dat ter sprake komt, terwijl het juist om taal gaat.
Taal is nodig en nuttig volgens Levinas. Het is de ‘samenhang tussen mensen’ en het is nodig omdat er zonder gesprek geen menselijkheid mogelijk is, geen rechtvaardigheid en geen waarheid. Dat vraagt om wat meer context.

Zodra ik de Ander zie en waarneem dat hij (m/v) mij ziet, ben ik verantwoordelijk [zie mijn stukje van 20 april jl.]. De ware religie, stelt Levinas, is niet een beweging omhoog, maar dat is de aanvaarding van de andere mens als de Ander (met een hoofdletter) in wiens gelaat (haar of zijn aanwezigheid, gezicht, ogen) God zichtbaar wordt. God openbaart zich in de vernederde als ‘de overstijgende’, zoals ook in de weduwe en in de wees met wie – zo zou je het kunnen zeggen – God een geheim verbond heeft. De inzet van de zorg voor de Ander is geen ‘gevolg’ van het geloof, zoals vaak beleden wordt. Die inzet is ‘het geloof’, zegt Levinas. Mij doet dit schudden.
Internet en televisie hebben de wereld daarmee een onmogelijke plek gemaakt om te leven, want ik ben van veel lijden en onrecht – van veel vernederden, weduwen en wezen – op de hoogte en voor hen ben ik verantwoordelijk [zie de laatste alinea van dit stukje]. Ik ben altijd te laat, want het gaat erom of ik het juiste gedaan heb of het juiste heb nagelaten te doen. Dat vraagt wederom om wat meer context.

Levinas is opgegroeid in een Joodse traditie. Daar lag de nadruk op ontwikkeling van verantwoordelijkheid. Ik ben opgegroeid in een Calvinistische traditie, waar verantwoordelijkheid als een niet te dragen last om ieders nek hangt. Om verantwoordelijkheid te kunnen dragen, is volgens Levinas nodig tot inzicht te kunnen komen. Inzicht kan ik alleen verwerven door studie, door vraag & antwoord en door mezelf steeds nieuwe vragen te stellen. Ik kan alleen het goede of het juiste doen, wanneer ik weet heb van het goede en het juiste.
Ieder mens zal fouten maken, dus ik ook. Daar heeft ieder mens – dus ik ook – recht op. Maar dan heeft ieder mens er ook recht op te weten wat fout is en waarom. Bovendien bieden fouten een valkuil: wie zich almaar bezig houdt met zijn (m/v) fouten (en ze te verbeteren), met schuld, zou zich opsluiten in een kleine wereld en loopt het risico het goede, dat hij (m/v) (wel) kan doen, uit het oog te verliezen.
Levinas aarzelt niet te schijven dat vrede (heil, shalom) elk moment mogelijk is.

De Westerse filosofie is een uitdrukking van geweld

‘Vrede’; dat vraagt om wat meer context, waarmee we bij de crux van zijn denken komen. Volgens Levinas is anti-semitisme meer dan een randverschijnsel. De holocaust, de shoah, was volgens hem meer dan het gevolg van anti-semitisme. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog heeft het bloed immers niet opgehouden te vloeien. Imperialisme, racisme en uitbuiting zijn ook nadien meedogenloos gebleven. Mensen en volkeren hebben knechting, leed en vernietiging te vrezen.
Volgens Levinas legt de holocaust de wortels bloot van de Westerse cultuur, die geobsedeerd is door het marginale en het marginale tegelijk met alle geweld ontkent. De Westerse filosofie is daarmee voor hem een uitdrukking van geweld.
Zo, het hoge woord is eruit: de Westerse filosofie is een uitdrukking van geweld. Dit is wat mij gevoelsmatig aanspreekt en wat mij tegelijk onder mijn huid raakt. Geweld is dus niet een dierlijk trekje van mensen. Het is volgens Levinas het weerzinwekkend resultaat van de menselijke rede (van zijn rationaliteit, van zijn redelijkheid, van zijn verstandelijke vermogens).
De Westerse filosofie maakt zichtbaar hoe de rationaliteit het machtsmisbruik mede via de taal (!) verbergt. Een machtsmisbruik dat werkzaam is in de kerk, in de ontplooiing van de mens, in het kolonialisme, in de politiek en in de staat. Let wel: een niet-geweld-dadige samen-leving is onmogelijk.
Tegen alle geweld en tegen alle redelijke rechtvaardiging daarvan in, neemt Levinas het lijden van de mens op elk moment ernstig. Dat vraagt om nog een klein beetje context, maar mij spreekt dit aan alsof ik het zelf bedacht heb.

Ik ben de Ander

Zolang rechtvaardigheid afhankelijk is van de mens, is een niet-gewelddadige wereld onmogelijk.
Om menselijk te leven hebben mensen volgens Levinas eindeloos veel minder nodig dan de prachtige beschavingen, waarin ze leven.
In de beslissende uren, waarin zoveel waarden niet geldend blijken, stelt hij, bestaat de waardigheid van de mens uit hoop; hoop dat ‘eens de tijd zal aanbreken dat…’ Echter, in de uren dat alles toegestaan is, is het de hoogste plicht zich in daden verantwoordelijk te weten tegenover de ‘waarden van de vrede’.
Ook wanneer het er in alle opzichten op lijkt dat de wereld een grote chaos is, komt het er volgens Levinas op aan om zo te leven en zich zo te gedragen (te handelen, te doen) alsof de wereld niet enkel uiteenvallende verbrokkeling is. Het komt uiteindelijk aan op een innerlijk leven.
Het komt erop aan jezelf zo te ontwikkelen dat je met je buik weet wat betekenis heeft en wat geen betekenis heeft. In elke wereld, hoe chaotisch die ook is, hebben we altijd een eigen stem. Die stem kan zich – zoekend naar wat juist is – verzetten tegen elk onrecht, waarbij de spreker de gevolgen van zijn spreken op zich neemt.
Een goede bedoeling is nooit de garantie geweest voor daadwerkelijke verbetering. Het geweld kan alleen veranderen wanneer iemand uitzondering wil zijn; iemand die buiten het gangbare patroon gaat staan.
We kunnen over rechtvaardigheid spreken om te achterhalen wat het is. Daar leent de taal zich voor; om de samenhang tussen mensen bloot te leggen. We kunnen achterhalen wat het recht omvat, wat het onrecht en het recht van mij vragen te doen. Zolang er nog maar één vreemdeling niet welkom is, zijn wij niet welkom, zegt Levinas, en dan kan ik evenmin mijn huis in. Wat de vreemdeling overkomt, overkomt mij; overkomt ons. Tenslotte vraagt dit om nog iets meer context.

Levinas graaft zijn onderwerpen minutieus uit en daagt tegelijk zijn lezers uit zijn ‘textes’ te doorvoelen, erover na te denken, ze ter harte te nemen, ze te proeven en erover te spreken; wellicht zelfs om ze te weerleggen, in plaats van ze naar Westers gebruik te rationaliseren

Alles begrijpen, doorzien en kennen veronderstelt een totale en volledig toegankelijke aanwezigheid van alles. Dat veronderstelt dat alles voor het ‘ik’ even aanwezig is als ‘mijn wereld’, waarin we stuk voor stuk bij aanvang leefden [zie mijn stukje van 20 april jl.]. Het veronderstelt ook dat er geen Ander is, geen ander mens, want het veronderstelt dat mensen geen onderlinge verschillen hebben. Het veronderstelt dat het marginale niet bestaat. Precies de Ander, die u degradeerde van heer & meester tot onderdaan, maakt glashelder dat ik niets begrijp, niets doorzie en niets ken. De aanwezigheid van de Ander breekt volgens Levinas de eenheid van plaats en tijd, die gebaseerd was op het ‘ik’ en het ‘mijn’. De Ander blijft in alles de uitzondering. Hij (m/v) maakt zich los, is niet zoals al het andere in ‘mijn wereld’ en doet om die reden een beroep op mijn betrokkenheid, medelijden en rechtvaardigheidsgevoel.
Ik ben verantwoordelijk voor wat ik met dat gegeven doe. Niet wat ik denk is beslissend, maar wat ik doe, wat ik gedaan en nagelaten heb. De consequentie van Levinas’ denken is zodoende de vraag te durven stellen:
Kan ik tegen de Ander zeggen: “Hier ben ik!”?

C’est le ton qui fait la musique
De teksten van Levinas dringen onmiddellijk tot de kern van zijn onderwerp en vragen als het ware daarin te graven, te tasten en te verwijlen; eerder naar het Franse woord ‘texte’, dan naar het Nederlandse woord ‘tekst’. Immers, ‘onze’ teksten zijn wij gewoon te interpreteren, waarmee we er aan de haal gaan. Levinas daarentegen graaft zijn onderwerpen minutieus uit, en nodigt zijn lezers vervolgens uit ze ontbloot te aanschouwen. J.C.M. Engelen [zie bron] wijst erop dat Levinas in zijn Joodse achtergrond juist gewoon geworden was teksten te bestuderen, in plaats van te twisten over mogelijke interpretaties, zoals niet-Joden gewoon (zouden) zijn te doen. Misschien wel daarom ken ik niemand, die zo precies schrijft als Levinas. Het gaat bij hem niet om ‘teksten’, maar om het Franse ‘textes’, waarmee de filosoof Levinas zijn lezers eerder uitdaagt zijn uiteenzettingen te doorvoelen, erover na te denken, ze ter harte te nemen, ze te proeven en erover te spreken; wellicht zelfs om ze te weerleggen, dan om ze naar Westers gebruik te rationaliseren.

Bron: “Het gelaat: hij die mij aanziet” (1987) van pagina 66 tot en met 120 door J.C.M. Engelen; uitgegeven door Gooi en Sticht te Hilversum.

Indachtig Hendrik Colijn

$ 1.917.000.000.000 werd in 2019 wereldwijd aan militarisme uitgegeven. In de wereld gaven we er met elkaar nooit eerder zoveel aan uit. Gemiddeld 2,2% van onze bruto binnenlandse producten (BBP) ging naar militaire uitgaven. Het is een stijging van 3,6% in vergelijking met 2018. Het is de grootste jaarlijkse toename sinds 2010, en dan te weten dat 2018 ook al een beschamend recordjaar was.

Omgerekend gaven we in 2019 met elkaar $ 249 per wereldburger uit aan militarisme, terwijl in datzelfde jaar 734.000.000 mensen moesten/ 10% (!!!) van de wereldbevolking moest rondkomen van minder dan $ 1,9 per dag.

Dit zijn geen onvoorziene uitgaven

De top 5 op basis van bedragen aan militaire uitgaven
1a. $ 1.035.000.000.000. Dat is het bedrag dat de 29 NAVO-lidstaten in 2019 samen uitgaven aan wat nog steeds verhullend ‘Defensie’ genoemd wordt; ‘goed’ voor 54% van het totale bedrag wat in 2019 wereldwijd aan militarisme uitgegeven werd. Nou ja, met een grote vriend als de Verenigde Staten van Amerika in de gelederen gaat het snel. We gaan per land kijken:
1b. $ 732 miljard: VS besteedde 3,4% van het BBP aan militarisme; 5,3% meer dan in 2018; droeg 38% bij aan het mondiale totaal.
2. $ 261 miljard: China besteedde 1,9% van het BBP aan militarisme; hetzelfde percentage als in 2018; droeg 13% bij aan het mondiale totaal.
3. $ 71 miljard: India besteedde 4,5% meer aan militarisme dan in 2018; droeg 4% bij aan het mondiale totaal.
4. $ 65 miljard: Rusland besteedde 4,6% meer aan militarisme dan in 2018; droeg 3% bij aan het mondiale totaal.
5. $ 62 miljard: Saoedi-Arabië besteedde 16% minder aan militarisme dan in 2018; droeg ook 3% bij aan het mondiale totaal.

en wij?
17. $ 12 miljard: Nederland is in 2019 van de 19de plaats gestegen naar plaats 17 door 12% meer aan militarisme te besteden dan in 2018; droeg 0,6% bij aan het mondiale totaal.
39. $ 5 miljard: België bevindt zich op plaats 39, een stijging van 3,4% ten opzichte van 2018; droeg 0,26% bij aan het mondiale totaal.

En wat zegt dat allemaal?
$ 1.917.000.000.000; $ 249 per menselijke wereldbewoner; $ 54 minder dan het gemiddelde jaarinkomen in Zuid-Soedan, het armste land ter wereld. Als ik al deze bedragen lees, realiseer ik me een beetje hoe het afdwingen van toegang tot grondstoffen zich gênant verhoudt tot het bestrijden van armoede. En tot andere zaken die het welzijn van mensen wereldwijd bevorderen. Al is ‘zich toegang verschaffen tot’ deels hetzelfde als ‘in armoede houden’.

Ik bedenk hierbij dat dit geen onvoorziene uitgaven zijn, zoals de uitgaven aan materiële schade vanwege een storm of een virus. Dit zijn haast allemaal uitgaven die in meerjarenbegrotingen en jaarbegrotingen staan, zoals het per 1 januari 2024 ‘op peil’ brengen van onze eigen agressie-begroting conform eerder gemaakte NAVO-afspraken.

’t Is nog een cynisch ‘geluk’ dat extreem weer en natuurrampen in 2019 3x meer mensen tot migratie dwongen, met alle daarmee gepaard gaande persoonlijke ellende, dan alle oorlogsgeweld samen. Waarmee ik maar wil zeggen dat gelukkig slechts een deel van al deze militaire uitgaven in 2019 daadwerkelijk gebruikt is om mensen te vernietigen en hun werk- en woonomgeving te ruïneren. Wel om mee te dreigen, natuurlijk. En zeker om mee te kùnnen dreigen of verzet te kunnen breken. Ook vaak verzet tegen degenen, die het hun bezetters of overheden met hun belastinggeld mogelijk maakten zich te laten onderdrukken. Zo gaat het altijd al sinds onze voor-voor-voorouders geld bedachten. Ja, we creëren met elkaar altijd al een wonderlijke wereld van schoonheid en verderf.

Volgens de Wereldbank zal de huidige Covid-crisis er bovendien voor zorgen dat mondiaal de meest extreme armoede sterk zal stijgen. In deze vreemde wereld willen we kennelijk leven. Of zien we in alle democratisch bestuurde landen geen kans te stemmen tegen geweld, mondiale en nationale ongelijkheid en onrechtvaardigheid? Zo dat het geval is, hoe zou dàt dan komen?

Nee, zoals Hendrik Colijn op 16 maart 1936 tegen uw voorouders zei, zeg ik na het laten bezinken van deze uitgaven tegen u, moderne lezer dezes, inmiddels uitgerust met internet en vast ook met telecommunicatie en televisie:
Ik verzoek den luisteraars dan ook om wanneer ze straks hunne legersteden opzoeken, even rustig te gaan slapen als ze dat ook andere nachten doen. Er is voorshands nog geen enkele reden om werkelijk ongerust te zijn.
En daarmee, geachte luisteraars, laat ik u over aan de verpozing die de radio u pleegt te bieden. Goedenavond.

Bronnen: “Grootste stijging van wereldwijde militaire uitgaven in het afgelopen decennium; Opinie” door Ludo De Brabander via DeWereldMorgen op 27 april 2020 (omdat deze bron verwijderd blijkt: de bron van deze bron is “Global military expenditure sees largest annual increase in a decade—says SIPRI—reaching $1917 billion in 2019; SIPRI for the media: sipri.org op 27 april 2020) en “Extreme weather and natural disasters displaced three times more people than war in 2019” door Lillo Montalto Monella en Marta Rodríguez Martínez via EuroNews op 28 april 2020.