Oorlogspropaganda

Wat ik verneem over Oekraïne: is dat nou nieuws of oorlogspropaganda, of beide?”, vraag ik me sinds 24 februari jl. af. Gelukkig zijn er mensen, die zich erin verdiept hebben wat oorlogspropaganda is. Mensen die daarover zinnige dingen kunnen zeggen. En dat is belangrijk, want niet alleen tijdens de reclames wordt ons iets aangepraat; spindokters helpen invloedrijken, hooggeplaatsten en politici al wel 50 jaar om onze media dusdanig van onderwerpen te voorzien dat zij draagvlak kweken voor hun ideeën, handelen en kijkcijfers. Zo wordt ons dag in dag uit van alles aangepraat en wijs gemaakt; echt waar, gewoon gelogen of een subjectief deel van de feiten.

Anne Morelli is zo iemand. Een Belgische historica gespecialiseerd in de hedendaagse geschiedenis van religies en minderheden. Zij publiceerde in 2001 “Elementaire principes van oorlogspropaganda”. Die principes, waarover iedereen het wel eens schijnt te zijn, komen neer op deze boodschappen aan het volk:

1.   Wij willen geen oorlog

2.   Het andere kamp is volledig verantwoordelijke voor de oorlog

3.   De vijandelijke leider lijkt op de duivel

4.   Wij verdedigen een nobele zaak, geen particuliere belangen

5.   De vijand begaat bewust wreedheden, wij begaan hooguit onopzettelijke blunders

6.   De vijand gebruikt illegale wapens

7.   Wij lijden weinig verliezen, maar de verliezen van de vijand zijn enorm

8.   Kunstenaars en intellectuelen steunen onze zaak

9.   Onze zaak is heilig

10. Wie aan ons twijfelt, is een verrader

Wanneer we deze principes nu toepassen op de oorlog in Oekraïne, dan constateer ik dat in het maatschappelijk debat via onze media aan 1. voldaan wordt: in het publieke debat daar speelt het geen enkele oorlogszuchtige rol dat de NAVO sinds het vallen van de muur in 1989 honderden kilometers oostwaarts is opgetrokken, waardoor het machtsevenwicht in Europa verstoord raakte (te meer doordat het Warschaupact al in 1991 ontbonden is), dat de Verenigde Staten van Amerika – ik meen onder meer met 5 miljard dollar – de Maidanprotesten in het Oekraïne van 2013/14 steunde waarna de pro-Russische Viktor Janoekovytsj ten val kwam en de pro-Europese leider Petro Porosjenko aan het roer kwam, dat de VS zich niets gelegen laat liggen aan de Russische waarschuwingen waardoor de onder Donald Trump hervatte Koude Oorlog uit balans dreigde te geraken, dat Russische herhaaldelijk gedane voorstellen om een bindend wederzijds niet-aanvalsverdrag op te stellen aan dovemans oren gericht waren, dat de top van de NAVO in juni jl. Rusland unaniem aangemerkt heeft als vijand (‘systemische vijand’) en dat de VS doorgegaan is om van Oekraïne een Westers bolwerk te maken aan de Russische grens. Tegelijkertijd wordt in het publieke mediadebat aan de argumenten van het Kremlin geen enkele waarde toegekend, als ze al voor het voetlicht gebracht worden. Zelfs mijn gewaardeerde radioprogramma OVT van de VPRO maakt zich hier schuldig aan.

Ook aan 2, 3, 4 en 5. wordt in onze media voldaan. Ik verneem niets van de minste zelfreflectie. Ook over de Amerikaanse belangen om het bedenkelijke schaliegas aan Europa te slijten geen woord. Alleen het ‘wij begaan hooguit onopzettelijke blunders’ van 5. ontbreekt, omdat – hoewel de VS waarschijnlijk de uitdager van deze oorlog is (alles hiervoor gebeurde ogenschijnlijk onder strakke regie van de VS) – Oekraïne de kolen uit het vuur moet halen; de schade, die onder Russisch gezag aan Oekraïne wordt toegebracht, wordt dus wel degelijk uitgemeten. Ook 6 en 7. domineren in de media met dezelfde kanttekening als bij 5.. Aan de intellectuelen en kunstenaars in 8. kunnen we de hele wereld toevoegen en wie weigert Rusland om zijn invasie en de daaruit voortvloeiende oorlog te veroordelen wordt – soeverein of niet – door de VS zelfs publiekelijk onder druk gezet of gesanctioneerd. Ook aan 9 en 10. wordt in onze media voldaan, want de zaak wordt voorgesteld alsof Oekraïne soeverein haar koers zou mogen kiezen en men vergeet gemakshalve dat de VS al sinds 62 jaar een embargo vol houdt tegen het soevereine Cuba vanwege haar politieke communistische koers. Oftewel, wat onze media produceren heeft volgens mij een hoge mate van oorlogspropaganda.

Maar wat ik hier feitelijk met Morelli wil zeggen om ons geen zand in de ogen te laten strooien en tot mijn pointe te komen: “Twijfel is essentieel. Wie niet twijfelt kan je niet betrouwen [in vertrouwen nemen; GjH]. Je moet altijd twijfelen, ook over je eigen mening. Je mag nooit zeggen ‘Ik weet het zeker’. Ook vandaag niet. Je moet blijven denken ‘Misschien zit ik wel fout, misschien niet.’ [en: Het is de vraag wat er werkelijk gebeurd is; GjH] Het drama is dat geen van beide kanten in deze oorlog gelijk heeft. Dat is trouwens in alle oorlogen zo. (…) Je moet drie dingen doen vandaag: twijfelen, twijfelen en twijfelen. Twijfelen over wat men ons alle dagen in de media door de strot duwt èn twijfelen over je eigen analyse. Alleen dan kan je eventueel doordringen tot de feiten.” 

Bron: “Anne Morelli over oorlogspropaganda: ‘Twijfel altijd, over wat men ons opdringt èn over wat we er zelf over menen te weten’” door Lode Vanoost via DeWereldMorgen op 6 april 2022.

Bewustwording

De wereld wordt allengs kleiner en onze knagende vragen worden in gelijke tred groter. Vragen over energietransitie, klimaatcatastrofes, migratie, milieuvervuiling, mensenrechten, onderdrukking, ongelijkheid, de oorlog in Oekraïne en al die andere woedende oorlogen die we al jaren veronachtzamen, zoals in Irak, Jemen, Nagorno-Karabach, Oost-Oekraïne en Syrië, het uitsterven van soorten of onze knagende vragen over verduurzaming. Vragen die, wanneer we er over nadenken, alles te maken hebben met bewustwording van de mensheid. Tegen die achtergrond ben ik optimistisch over de toekomst: het mooiste gaat nog komen.

Om dat optimisme van mij te verklaren, moet ik eerst onze plek in het geheel duidelijk maken: onze betekenis na de oerknal, want verder terugkijken durven of kunnen we niet. Onder alle levensvormen is er slechts eentje, die terugkijkt het heelal in. Die zichzelf in staat stelde door het schrift en later via celluloid en de digitale wereld collectief van elkaar te leren, zelfs wanneer de docent al eeuwen geleden overleden is. Een soort, die met zijn abstracte denken een ruimer bewustzijn ontwikkelde dan wie ook. Onze plek is ons bewustzijn. Onze betekenis de ontwikkeling daarvan.

Met de oerknal ontstond een geheel waar alles om elkaar draait. De knal had de precieze heftigheid dat atomen ontstonden, waarin om de kern elektronen draaien. Atomen konden zo verbindingen met andere atomen aangaan waardoor alle materie ontstond; ons decor en later ook wijzelf. Maar het duurde nog lang voordat er van iets levends sprake was. De aarde draaide jaar na jaar om de zon en de zon hoogstwaarschijnlijk rondom een superzwaar zwart gat, Sagittarius A*. En zo lijkt het ontstane universum vol van sterrenstelsels waarin alles om elkaar heen draait. Na verloop van tijd ontstond er dus leven op aarde. En onder alle nieuwe en al weer uitgestorven levensvormen zijn de nu levende soorten stuk voor stuk winnaars volgens de Darwinistische evolutietheorie; inmiddels gebaseerd op natuurlijke èn onnatuurlijke selectie.

Nu denken wij een stip op de cirkel boven het hoofd van de Vitruvian Man, die Leonardo da Vinci circa 1490 tekende; hij staat boven dit stukje afgebeeld. Zijn lichaam verbindt van boven naar beneden als het ware het geestelijke (het niet materialistische) met het materialistische; de aarde. En hij verbindt met zijn rechterarm het publieke met het private aan zijn linkerarm. En tussen deze zien wij rechtsboven religie, rechtsonder rationaliteit en zakelijkheid, linksonder hedonisme en zintuiglijkheid, en linksboven kunst en spiritualiteit.

En we stellen vast dat deze soort zijn bewustzijn begon met een natuurgodsdienst; gesymboliseerd door de stip op de cirkel boven het hoofd van de Vitruvian Man. Met hun natuurgodsdienst hielden de mensen grip op hun probleem met verandering. Volgen wij de weg van bewustwording van de mensheid, dan draaien we over de cirkel tegen de klok in en zien in het Westerse denken de dominantie van de kerk ontstaan. Maar nadat de kerk zoveel macht kreeg dat zij afdwong de absolute waarheid te verkondigen en menig criticaster op een brandstapel de dood in joeg, werd de tijd rijp voor de verlichting, want bij een teveel van het een, rijpt telkens de tijd voor een vervolgstap. Dat leert de ervaring. De aarde werd niet meer gezien als het middelpunt van alles, maar als een van de draaiende planeten om de zon. Misstanden door kerkelijke leiders werden langzaamaan niet langer getolereerd. Schisma’s en afvalligen volgden. Ons gemeenschappelijk bewustzijn opende zich stap voor stap voor het collectieve, objectieve, publieke, uniforme en het universele.

En er ontstond een nieuwe dominantie van de machtigen en horigheid aan hen lokte verzet uit. Nee, de adel staat niet boven het volk. We moeten gaan leven in vrijheid, gelijkheid en broederschap. Ja, we zijn al bij de Franse Revolutie. Daarna werd de tijd rijp voor een rationeel bewustzijn. Waarmee helaas de weg vrij gemaakt werd naar een volgend teveel aan op rationaliteit en zakelijkheid gebaseerde macht; het streven naar ein Volk, ein Reich, ein Führer. Nadat das Reich und die Führer verslagen waren, ontstond in ons deel van Europa ruimte voor een nieuw bewustzijn: het materialisme, waarmee we aangeland zijn op een stip op de cirkel onder de voeten van Leonardo da Vinci’s Vitruvian Man. Bezit en geld werden doelen op zich, in plaats van middelen om comfortabel te leven. Er volgde een tijd gericht op individueel genot en lust. Nadat in 1989 de muur viel, is dat materialisme in een stroomversnelling geraakt. Alle nutsvoorzieningen moesten geprivatiseerd worden, en de kloof tussen degenen met en zonder bezit nam weer schrikbarend toe. Het einde van de geschiedenis, riep Francis Fukuyama, in de tijd van het diverse, individuele, private, singuliere en het subjectieve. Maar helaas levert het kopen van bijvoorbeeld landbouwgrond of regimeverandering in andere delen van de wereld afgunst, haat en een overmatig gevoel van buitensluiting, in plaats van stabiliteit en vrede, evenals een overal toenemende kloof tussen arm en rijk en een te grote dominantie op het wereldgebeuren van het hyperkapitalistische Amerika.

En daar staan we nu op de cirkel van bewustwording. We weten iets van ons gemeenschappelijk verleden en velen hebben zorgen over de toekomst. Wanneer we ons proces van bewustwording voltooien, waar het toch eigenlijk allemaal om draait, belooft het laatste nieuwe stukje van de cirkel een toekomst met hoofdrollen voor feminisme, kunst, spiritualiteit en voelen. Het meest urgent lijkt me het opnieuw tot stand brengen van een voldoende gedeeld moreel kader; het is de nu ontbrekende kiel die het schip in de storm overeind moet houden.

Overigens gaat het in die cirkel om een genoeg aan het geestelijke en aan het materiële, en een genoeg aan het publieke en aan het private opdat we in broederschap, hetschap, liefde, vriendschap en zusterschap kunnen leven: de balans die iedereen recht doet.

Verder verwijs ik u graag naar de lezing van hoogleraar Geowetenschappen aan de Universiteit Utrecht Klaas van Egmond over ‘Het morele kader van een duurzame samenleving’, op wiens betoog van maandag 14 maart jl. voor de Bilthovense Kring ik mij grotendeels baseerde. U kunt die lezing hier terugzien (na 11 minuten wordt de lezing goed verstaanbaar). Of naar zijn boek “Homo Universalis; moreel kompas voor een nieuwe Europese renaissance” (2019) uitgegeven bij De Geus.

De miskleun van de werkgroep-Van Dam

De werkgroep-Van Dam maakte een rondgang door de Partij van de Arbeid en concludeert dat de boodschap [van de PvdA in verkiezingstijden; GjH] moderner moet, progressiever, met meer aandacht voor diversiteit en meer gericht op de jeugd. Zo’n zin uit het NOS Nieuws vat wat mij betreft uitstekend samen waarom ‘de politiek’ in ons land op zo weinig vertrouwen vanuit de samenleving kan rekenen.

De problemen in de PvdA begonnen immers volgens mij bij Wim Kok. Met zijn charisma als minister-president heeft hij er zich van begin af aan hard voor gemaakt dat werkenden er geen loon bij zouden krijgen (als vakbondsleider had hij namens de FNV eerder al het Akkoord van Wassenaar getekend; reden voor mij met veel anderen om mijn lidmaatschap op te zeggen). “Het afschudden van de ideologische veren is voor een politieke partij als de onze niet alleen een probleem. Het is in bepaalde opzichten ook een bevrijdende ervaring”, zei hij later in 1995. Zijn standpunt dat het voor de PvdA het best was zich aan te sluiten bij de neo-liberalistische aanval op werkenden bleek achteraf voor de partij noodlottig. Maar Kok vond dat de PvdA geen socialistische partij moest zijn en onontkoombaar naar het politieke midden zou moeten koersen. Die missie is uitstekend geslaagd: van 53 zetels in 1977 onder Joop Den Uyl, via 45 zetels onder hem in 1998 en 33 in 2006 onder Wouter Bos, naar 9 zetels onder Lodewijk Asscher in 2017 en 2021. Niet alleen omdat het in het midden zo druk is; ook omdat de PvdA er geen toegevoegde waarde blijkt te hebben. Toch wenst de PvdA kennelijk samen met het CDA, D66, Groenlinks en de VVD in dat neo-liberale politieke midden te blijven ronddobberen.

Er had natuurlijk eerst een congres gehouden moeten worden over de beginselen van de PvdA. Nu moet het partijbestuur zich direct na het rapport van de werkgroep-Van Dam haasten om duidelijk te maken dat ‘bestaanszekerheid’ wel degelijk een kernwaarde van de PvdA blijft.

Zou het overigens daar in de PvdA nog steeds niet doorgedrongen zijn dat geen enkele Nederlandse politieke partij tegen bestaanszekerheid is? Dat degenen die diversiteit belangrijk vinden bij D66 en Groenlinks al jaren een goed onderdak hebben gevonden? En dat geen enkele partij zegt achteruitgang na te streven, of ouderwets te willen blijven?

Dan resteert dat vijfde issue: ‘gericht op de jeugd’. Wanneer je als politieke partij de jeugd wilt aanspreken, zul je toch – alsnog – overstag moeten: beteugelen van economische groei voor zover die de huishoudens niet ten goede komt, klimaatverandering met de daarbij behorende rampspoed veroorzaakt en wanneer het bereiken van die groei migratiestromen aanwakkert, de gezondheidszorg weer terug op zijn poten zetten, een inkomen waarmee ze hun boodschappen kunnen doen, het leger niet steeds koste wat kost Amerikaanse missies laten ondersteunen, het breken van de macht van rijken en werkgevers ten gunste van democratie en inspraak van de jeugdigen van nu. Zij willen alleen of samen in een huis wonen, hun vrije tijd afwisselen met passend werk waarin zij het loon, de waardering en zekerheden krijgen die hen perspectief op een goed leven biedt, de slimmerds onder hen willen bijtijds op een goed pensioen kunnen rekenen en ze willen weer opleidingen en studies doen en zonder stress kunnen afmaken.

Zolang ‘de politiek’ alles wat er op deze punten toe doet inhoudelijk bij het oude ‘politieke midden’ laat, blijven ook PvdA-politici ons vertrouwen niet waard. Zo blijkt er nog altijd een lange weg te gaan voordat de Nederlandse linkse politieke partijen weer vanuit beginselen duidelijk gaan maken welk toekomst zij – anders dan andere partijen – het kiezersvolk te bieden hebben. Vooralsnog beperken ook zij zich tot aanpassing van de etalage en het visitekaartje. Echter, zolang ze als de kat om de hete brei blijven draaien wordt ’t niks; kijk maar om je heen.

Bron: “Vertrouwelijk advies: PvdA moet op zoek naar nieuwe kernboodschap” door Wilco Boom via Nos nieuws op 17 december 2021.

Bij ‘arbitrage’ in het nieuws zouden de alarmbellen moeten gaan rinkelen

Twee Duitse energiebedrijven, RWE en Uniper, hebben arbitragezaken tegen de Nederlandse staat aangespannen. Dit zijn de geneugten van vrijhandelsakkoorden. Althans, zo worden die akkoorden genoemd. Daarmee wordt verhuld dat de akkoorden mede bedoeld zijn om de winsten van (groot-)bedrijven zeker te stellen.

De Nederlandse overheid neemt een wet aan. In dit geval om de CO2-uitstoot van kolencentrales te beperken. Het kon ook een wet zijn om arbeidsomstandigheden te verbeteren of minimum lonen te verhogen. Een bedrijf ziet daarmee de winst afnemen en start een arbitragezaak, waarmee de nationale rechters buiten spel gezet zijn. Voor de kosten van de arbitragezaak en de eventueel toegewezen claim van het bedrijf draait de belastingbetaler op, terwijl dat grootbedrijf vaak haast of helemaal geen belasting aan Nederland afdraagt.

RWE claimt € 1.400.000.000, en het bedrag dat Uniper claimt is op dit moment nog niet bekend. Grofweg mogen wij die claims en arbitragekosten eventueel met onze BTW en inkomstenbelasting ophoesten.

De wet wordt gedurende de loop van de arbitragezaak niet van kracht, dus ook daar hebben de Nederlandse staat en haar burgers het nakijken.

Binnenkort gaat er gestemd worden om CETA te ratificeren. Dat is net zo’n verdrag, maar dan met Canadese bedrijven. En TTIP, met bedrijven in de Verenigde Staten van Amerika, ligt bij de Europese Unie klaar voor de ondertekeningsprocedure. Om nog maar niet te spreken over TiSA, dat de liberalisering van ongeveer 2/3 van de wereldeconomie vastlegt en grootbedrijven dusdanig in bescherming neemt dat het zo mogelijk nog vijandiger is aan nationale wetgevers en daarmee aan alles wat wij nu nog met ‘democratie’ aanduiden. We zijn volgens mij hard op weg een oligarchie te worden, als we dat feitelijk al niet zijn.

Bronnen, naast blogs op deze website: “Staat probeert rechtszaken over kolencentrales af te wenden” via NU op 17 mei 2021 en “Staat stapt naar Duitse rechter om kostbare arbitragezaken steenkoolverbod af te wenden” via NOS op 18 mei 2021.

Wie wat meer wil weten over TiSA, kan dat hier te weten komen.

Voor de donkere kanten aan wat vrijhandelsverdragen genoemd wordt, kunt u hier klikken.

Wat mij betreft krijgt de ambtenarenrechter het druk

Pasgeleden bracht ik een vriendin en een vriend van A naar B, zal ik maar zeggen, al was het eerder van A naar A‘; een reis van anderhalf uur. We kwamen aan de praat over het boek ‘Fantoomgroei’ en de grote lijnen van de ontwikkelingen binnen onze overheid gedurende mijn leven. Eén van hen opperde dat ik net zo goed mijn overheid ben. Ik reageerde tot schrik van ons alle drie dat als hij daarin gelijk zou hebben, ik hen in B (of A‘ dus) zou afzetten, en dat ik daarna zelfmoord zou plegen. Jazeker, ik zou nog niet verder kunnen leven met een fractie van het bezwaarde geweten dat ik zou hebben, wanneer ik onze overheid in persoon was.

Daarom doet het mij goed dat ik vanmorgen las dat 80 gedupeerden van de kinderopvangtoeslag-affaire aangifte hebben gedaan tegen onze demissionair premier Mark Rutte. Volgens de advocaat van deze gedupeerden heeft hij zich in deze affaire schuldig gemaakt aan 3 ambtsmisdrijven. Ik vind deze aangifte een goede zaak, want laten we maar eens kijken naar de wet wanneer we het over het handelen van deze premier hebben.

Hij vindt dat we zelf verantwoordelijk zijn voor ons winnen of verliezen op een maatschappelijke speelveld onder doorgeslagen kapitalisme met grootaandeelhouders, grootbanken & grootbedrijven aan de ene kant, en huishoudens waar het geld uit arbeid verdiend moet worden aan de andere zijde. Hij vindt dat de overheid geen rol hoeft te spelen bij het beschermen van de zwakkeren. Zijn geloof in ‘eigen verantwoordelijkheid’ vind ik binnen ons maatschappelijk krachtenveld niet alleen misplaatst, maar zodra hij daar als politicus handen en voeten aan geeft ook misdadig. Vanuit zijn geloof moest bepaalde belasting op dividend verlaagd worden en het laagste BTW-tarief verhoogd en is ook de laatste 10 jaren verder bezuinigd op elk theoretisch teveel, inclusief het theoretisch teveel aan kennis en macht bij de overheid en aan ziekenhuisbedden. Het zou allemaal veel ‘efficiënter’ kunnen als we de markt zonder overheidsbemoeienis zijn werk laten doen.

Er was een tijd in mijn leven dat ‘spreiding van kennis, macht en inkomen’ de PvdA 52 kamerzetels opleverde. Dit was gebaseerd op het ideaal ‘om burgers te vrijwaren van gebrek en vrees’ à la Franklin Rooseveld & Joop den Uyl.

Politici, de sterksten en de zwaksten

Onze huidige premier, die zegt geen idealen te hebben, kiest voor een heel ander politieke opvatting, te weten ‘de vrijheid voor ieder individu zoveel mogelijk rijkdom te vergaren’ à la de Oostenrijks econoom en politiek filosoof Friedrich von Hayek.

In dit tijdsgewricht blijkt een politiek, die ontkent politiek te zijn, te kunnen rekenen op het grootste draagvlak onder de bevolking. Daar kan onze premier misschien niets aan doen, maar het speelt hem wel in de kaart.

Laat de heer Rutte zich dan maar eens voor de rechter verantwoorden voor datgene wat een groep behoeftige mensen stelselmatig (!) onder zijn leiding door onze overheid aangedaan is. Overigens waren Eric Wiebes, Lodewijk Asscher, Menno Snel, Tamara van Ark en Wopke Hoekstra al eerder in deze affaire tot mijn vreugde voor de rechter gedaagd.

Ik ben geen jurist en ik weet niet of de gedupeerden een punt hebben, maar ik juich toe dat politiek bedrijven niet langer een risicoloos beroep is, waarbij je kunt zeggen “Ik schaam me…” en overgaat tot de orde van de dag om met meer van hetzelfde plus een gift van ons belastinggeld de veroorzaakte problemen op te lossen.

Precies daarom spreekt ook het idee van Noam Chomsky & Vijay Prashad mij aan om een internationaal tribunaal op te richten over ‘misdaden tegen de mensheid tijdens de covid-pandemie’. Zij richten daarbij eerst hun pijlen op de regering van de Braziliaanse president Jair Bolsonaro, maar ook op de neoliberale regeringen in Groot-Brittannië, India, de Verenigde Staten van Amerika en ‘elders’. Deze regeringen stellen immers maar wat graag alles in het werk om het winstgevende bedrijven en miljardairs naar hun zin te maken. Zelfs wanneer de gevaren van covid-19 daarvoor gebagatelliseerd moesten worden, hebben de neoliberale voormannen van deze regeringen dat gedaan. Dat had onnodige doden, ernstig zieken en een hoop nabestaanden tot gevolg.

Waar gehakt wordt vallen spaanders, uiteraard, maar wanneer politici ergens ter wereld kiezen voor commercie, grootaandeelhouders, grootbanken, grootbedrijven en zelfs voor handel in instellingen, die voor het algemeen belang opgericht zijn, waardoor de zwaksten in de samenleving willens en wetens in het nauw gedreven worden, lijkt mij het recht de enige strohalm, die ‘het ethisch onrechtmatige en inhumane vergroten van menselijk lijden’ wellicht nog kan intomen.

Ik zou het anders ook niet weten.

Bronnen: “Tachtig slachtoffers toeslagenaffaire doen aangifte tegen Rutte” door de economieredactie van NOS op 3 februari 2021, de pagina’s 122 & 140 van “Fantoomgroei” (2020) door Sander Heijne & Hendrik Noten, tweede druk van Uitgeverij Atlas Contact en “Chomsky en Prashad roepen op tot tribunaal voor misdaden tegen de mensheid door regeringen tijdens COVID-pandemie” door Noam Chomsky & Vijay Prashad, via de vertaaldesk van DeWereldMorgen op 2 februari 2021.

Alleen voor wat en wie ons omringt, zijn wij van betekenis

Tussen geboorte en dood speelt ons leven zich af in de onderste laag van de dampkring rond de aarde. We staan daar zelden bij stil. Meestal denken we dat ons leven zich afspeelt in het centrum van alles wat er toe doet. De rest van de wereld is vaag totdat we daar geweest zijn of er op een andere manier kennis van hebben genomen. Onze leefomgeving vinden we overzichtelijk en van de rest hebben we beelden en ideeën, die we voor werkelijkheid houden. Dat heel die wereld een onbeduidende stip is, die in een onbevattelijk groot iets rondsuist, weten we wel, maar we beseffen dat nooit. Kijkend vanuit de ruimte, wat we inmiddels kunnen, zien we onze zeer beperkte, indrukwekkend kleine, haast fragiele leefomgeving als een onbeduidend plekje in het immense heelal.

Stel je nu eens voor dat de dampkring ons bewustzijn voorstelt, en dat we over de rest van de aardkern in het duister tasten. Dat we daarvan geen benul hebben, net als dat nagenoeg alles wat zich in alle richtingen boven de dampkring bevindt ook voor ons onbekend is. Dan heeft u de kern van dit verhaal te pakken.

De imposante ruimte om de aarde

De aarde draait met een snelheid van 1.050 kilometer per uur om haar as en van 107.000 km/u om de zon. Ons zonnestelsel scheert met 828.000 km/u om een superzwaar zwart gat, Sagittarius A, het centrum van de Melkweg. Het Melkwegstelsel, met minstens 200.000.000 en waarschijnlijk 400.000.000 sterren suist tegelijkertijd nog eens met een snelheid van 200.000.000 km/u door de kosmos.

Nog zoiets: de kans dat er ten tijde van de oerknal een kosmos als de onze kon ontstaan is berekend als 1 op (10.000.000.000)¹²³, een getal met biljoenen nullen achter de komma, dus alleen theoretisch niet gelijk aan 0 (nul).
De kans dat eens ergens op de galactische schijf rondom Sagittarius A een levend wezen in een wollen trui zich verheugt een plakje cake te proeven, dat zij met een metalen vorkje van een porseleinen schotel schraapt, is verpletterend, té verpletterend, maar het gebeurde onlangs op een gure donderdagmorgen.

Maar ook je eigen nietigheid valt te relativeren“, zegt emeritus hoogleraar Russisch christendom Wil van den Bercken, die een passie heeft voor onze sterrenhemel. In zijn boek “Uit sterrenstof gemaakt” noemt hij die verplettering ‘kosmologisch bewustzijn’: we leven op een onbeduidende planeet in een onpeilbaar universum. Maar hoewel we vergeleken bij het heelal misschien niets voorstellen, lijken we vooralsnog de enige bewuste waarnemers van dat heelal te zijn. Wij zijn de ogen die terugkijken naar de kosmos. Of, zoals de Engelse deeltjesfysicus Brian Cox het verwoordde: “We are the way for the cosmos to know itself.” Wij, dit wandelend kosmisch materiaal, dat we aanduiden met de term ‘mens’, vooralsnog alleen wij zijn het die het voor elkaar krijgen dat het heelal een bewustzijn van het heelal heeft. Daarmee kunnen we erover nadenken en we kunnen het onderzoeken. Uiteraard geldt deze unieke status, die we onszelf toedichten, totdat we elders iets met een bewustzijn ontdekken.

En onderzoeken en ontdekken zit ons in het bloed. Sinds 3.000 v.Chr. weten we dat mensen al ontdekkingsreizen maakten en sinds 3 oktober 1942 varen we zelfs in de ruimte. Gezien de schier oneindige hoeveelheid aan mogelijkheden binnen het universum, of multiversum zo u wilt, lijkt de kans groter dan 0 (nul) dat ergens nog iets met een bewustzijn is.

In de megagrote kosmische wereld, waarin we ons bevinden, zijn we dus zowel nietig als soeverein. Vanwege bewustzijn en zingevingsvragen zijn we haast onmisbaar. Tegelijkertijd hebben we een verwaarloosbare invloed op de loop der dingen. In ons denken zijn we vaak het centrum van alles. Dat levert mooi, minder mooi en ronduit lelijk gedrag jegens anderen en onze leefomgeving op.

Wanneer iedereen zijn dag zou aanvangen met het besef van nietigheid over wat en waar we in werkelijk zijn, zouden we elkaar wellicht een hoop ellende besparen. Het besef van de dubbele positie tegelijk onmisbaar en verwaarloosbaar te zijn, zou ons wellicht tot betere mensen kunnen maken. In het licht van miljarden zonnen zijn haat, oorlog en verovering op deze minuscule planeet immers per definitie betekenisloos.

Jammer vind ik het, dat we ons niet door en door bewust zijn van de raadselachtige afstemming van natuurkundige krachten, die voor het ontstaan van leven verbluffend precies moeten zijn geweest. Los van de onbeantwoorde vragen wat er voor de oerknal, het begin van tijd, geweest is en waar de ruimte, waarbinnen het heelal uitdijt, eindigt (en wat er achter dat einde te vinden is), weten we inmiddels wel dat wanneer de oerknal een fractie trager was verlopen alles was geïmplodeerd. En een fractie sneller hadden zich geen atomen kunnen vormen, en dus geen kosmisch materiaal, waar wij het met onze lichamen van moeten hebben.

Wat zou allemaal veranderen in ons denken, doen en laten wanneer we doordrongen waren van onze nietigheid en de onwaarschijnlijkheid van dit alles? Wanneer we doordrongen waren van onze onmacht? Wanneer we beseften dat denken dat alles een begin en een eind heeft voor onze woonplaats het heelal onhaalbaar is? Wanneer we begrepen dat een geringe, maar benutte kans aan de basis ligt ooit tot een levend bewustzijn te zijn gekomen?

Dieper in bodem van de aarde tot aan de kern

En dan is er nog de oneindige en onoverbrugbare afstand tussen het ‘ik’ en de ‘ik die zich van zijn ik bewust is’. Wat weten we van die eerste ‘ik’? “We weten minder van ons eigen en elkaars innerlijke leven dan we ons bewust zijn”, zegt psychiater en psychoanalyticus Antonie Ladan. Soms komt iets van binnen naar buiten. Dan kunnen we ons iets over onze binnenwereld bewust worden. Dan kunnen we dat ook aan anderen vertellen. Maar veruit de meeste tijd blijken mensen zich, net als andere dieren, maar zeer beperkt bewust te zijn van de invloeden waardoor zijn gedachten door zijn innerlijke wereld worden gestuurd. We zijn ons bewust van veel, maar tegelijk onbekend met onze binnenste binnenwereld.

We kunnen er enigszins naar kijken. Echter, de vraag is in hoeverre wij stuk voor stuk van dat vermogen gebruik maken. Onderzoek leert dat mensen in overgrote meerderheid vooral bezig zijn met ontspannende activiteiten en geen tijd besteden aan het bewust worden van ongestuurde gedachten.

Ladan gebruikt voor onze binnenwereld de metafoor van een huis zonder ramen, waardoor je van buiten niet naar binnen kunt kijken en er zit een slot op de deur. Door angst of schroom kunnen er meerdere hindernissen als hekken zonder poort en slotgrachten zonder brug rond dat huis aangebracht zijn.

Over onze binnenwereld kunnen we geen controle uitoefenen. Wanneer we in dat huis zonder ramen zouden zijn, zouden we geen enkel contact met de buitenwereld hebben. Dus bovendien zouden we in onze binnenwereld, in dat huis zonder ramen, fundamenteel eenzaam zijn. Daar moet je ook maar net tegen kunnen. En dat terwijl het juist zo belangrijk zou zijn ons onbewuste bewust te worden. Nu bepaalt onze binnenwereld heel veel van onze emoties, gedachten en zelfs waarnemingen zonder dat we die kunnen bijsturen.

Besef van ons bewustzijn, ons onbewustzijn, onze onwetendheid en onze wetenschap

Kortom, ons bewustzijn zorgt ervoor dat we van alles over onszelf en onze omgeving kunnen leren en dat we ons een mening kunnen vormen over alles wat we denken waar te nemen, dat we onze omgeving een beetje – de een minder dan de ander – naar onze hand kunnen zetten, dat we elkaar kunnen negeren, met elkaar kunnen samenwerken en elkaar kunnen tegenwerken. Maar op de keper beschouwd zijn we in het heelal dermate nietig en dermate onbewust van onszelf dat we alleen voor onszelf en voor wat en wie ons omringt nog van enige betekenis kunnen zijn.

Wat we ermee aan moois en lelijks gedaan hebben, laat ons de wereldgeschiedenis zien. In elk geval is daarvan het resultaat dat u en ik nog leven. Wat we ermee gaan doen in de 900.000.000 jaar, dat de aarde theoretisch voor ons nog leefbaar is, zal de toekomst uitwijzen. Dat zal ons nageslacht (deels) meemaken.
Eerst maar eens meemaken wat we er vandaag met elkaar van bakken.

Bron: “Medicijn tegen het kleine denken: een besef van het onmetelijke heelal” door Marjolein van Heemstra via DeCorrespondent op 18 maart 2020, “De totaliteit van het Oneindige; Essay over de exterioriteit” (1961) door Emmanuel Levinas, uitgegeven door Martinus Nijhoff Publishers in Den Haag en de lezing “Over innerlijke vrijheid” door Antonie Ladan via de Bilthovense Kring voor Wijsbegeerte en Psychologie op 20 januari 2020 in Bilthoven.