Wat weten we van de kiezers?

Alles wijst er op dat wie 2030 meemaakt in een wereld komt te leven, die wij ons nu nog niet voor kunnen stellen; zo mooi en verantwoord. Zelfs het verlies van dieren en natuur zal dan, als het aan de Verenigde Naties ligt, een halt toegeroepen zijn.

Het is een beetje jammer dat we dit bijvoorbeeld in 1972 niet bedacht hadden. Dat toen ons energieverbruik in 1980 klimaatneutraal moest zijn. Dat dan de mensenrechtenschendingen van de baan moesten zijn. Dat dan racisme tot de verleden tijd behoorde en dat verlies aan natuur een halt was toegeroepen. Als we toentertijd bedacht hadden dat welzijn voor welvaart gaat, en dat het een achterlijk idee is, dat individuele personen zich onbegrensd moeten kunnen verrijken ten koste van ziekmakende arbeidsomstandigheden, flexibele arbeidscontracten, het lijden van volstrekt onschuldige (dieren en) mensen, opwarming van de aarde, stijgende schulden voor huishoudens en het uitsterven van dieren en planten, hadden we nu al 40 jaar in ons Paradijs geleefd. Ik noem 1972 omdat toen de Club van Rome haar eerste en zeer verontrustende rapport publiceerde, dat op politiek niveau aan dovemans oren gericht was. Het stemvee liep achter andere beloften en praatjes aan. Neoliberaal, noem ik die kleur.

Maar nu, anno 2021, stellen we tenminste doelen. Tegen 2030 moet jaarlijks bijvoorbeeld minstens $ 500.000.000.000 aan schadelijke subsidies zijn afgeschaft. Dat de belastingbetaler, en dus niet het belastingontwijkende bedrijfsleven, dat geld jaarlijks bijeen sprokkelde en nog steeds bijeen sprokkelt, is voor de stemgerechtigden geen enkele reden om anders te stemmen.

Maar de wal gaat nu het schip keren. De ontwerptekst ‘First draft of the post-2020 global biodiversity framework’ beschrijft wereldwijde ambities en doelstellingen voor 2030. Zelfs nog voor daarna.

Die tekst ontbeert overigens een concreet actieplan, zeggen critici. “Het gaat louter over doelen zonder een woord te reppen over hoe ze te bereiken” en er is “geen strategie voor daadwerkelijke oplevering” vertelt Li Shuo van Greenpeace Oost-Azië. “Hoewel de doelstellingen sterk aangescherpt zijn, is er nog veel werk aan de winkel”, zegt ook Andrew Deutz, directeur van het globale beleid bij The Nature Conservancy. “We zijn bezorgd dat niet alle bepalingen omtrent implementatie zijn verankerd in het kerndocument. Ook het kader voor monitoring- en rapportage is nog steeds onvolledig.” Deutz zegt dat hij blij was met “het ambitieniveau van de voorgestelde doelen”, en hij wijst op de oproep om tegen 2030 het jaarlijks financieringstekort van $ 700.000.000.000 voor de natuur te dichten. “Aan de andere kant, we zeiden hetzelfde in 2010, toen de wereld de Aichi-doelen aannam”, voegt hij hieraan toe, verwijzend naar de vorige reeks biodiversiteitsdoelen. In 2020 werd duidelijk dat de wereld die doelen niet had behaald.

En wij, de kiezers van onze volksvertegenwoordigers, kijken collectief de andere kant op. We weten dit allemaal niet eens. Het is mij de vraag of het ons interesseert.

Bron: “VN komt met straffe biodiversiteitsdoelen maar ‘stappenplan ontbreekt’” door Chloé Farand van Inter Press Service via DeWereldMorgen op 15 juli 2021.

Een instructief vakantieboek

In tegenstelling tot wat jongeren soms denken, zijn de huidige klimaatbewegingen allesbehalve nieuw. Actievormen en mediatechnologie zijn wel veranderd, maar het verzet tegen klimaatvernietiging duurt al 50 jaar. Na de eerste protestmarsen tegen kerncentrales en de zure regens in het Duitsland van de jaren ’60 is er geen jaar voorbijgegaan zonder betogingen, campagnes, meetings en petities. Ondertussen boomt de industrie, ook die van de fossiele brandstoffen, als nooit tevoren; extreme droogteperiodes wisselen daardoor nu af met zware overstromingen, de vervuiling van bodem, lucht en water is spectaculair te noemen, winters worden kouder, de zeespiegels stijgen, de zomers worden heter, …

De eerste klimaatconferentie COP1 was in 1995; 26 jaar geleden. Sindsdien is de totale CO2-emissie met 60% gestegen. Wereldwijd werden sindsdien nieuwe installaties en pijpleidingen voor gas- en olie gebouwd. Sinds die COP1 in Berlijn delfde Duitsland nog 200.000.000 ton bruinkool. Dat is de meest vervuilende van alle fossiele brandstoffen. Ook werden sindsdien duizenden kilometers autowegen gebouwd en/of verbreed. De luchtvaart steeg exponentieel. Zeeschepen varen met steeds meer en nog steeds op vette diesel, bijna ongeraffineerde aardolie, die elk schip tot een roetfabriek maakt.

Dankzij haar geweldloosheid en oprechtheid, geholpen door extreem weer ìn Westerse landen, wonnen de klimaatbewegingen de sympathie van miljoenen mensen. En wat deed het kapitalistisch systeem ondertussen? Verder bouwen, verder uitbreiden. Kapitalisme is als een haai, die niet kan stoppen met zwemmen. Investeerders zien de toekomst van hun sector nog altijd zonnig tegemoet. De pijpleidingen, die momenteel gebouwd worden, moeten nog 40 jaar meegaan om er de geplande winsten uit te halen.

De neoliberale aanval op de welvaartsstaat, die nu ook al 40 jaar voortduurt, heeft de slagkracht van de klassieke sociale bewegingen – zoals coöperaties en vakbonden – aanzienlijk aangetast en ook het idee van revolutionaire actie zelf is in diskrediet gebracht. Helaas leert de geschiedenis ons echter: tegengeweld tegen gebouwen, infrastructuur en andere ‘dingen’ is soms de enige methode om revolutionaire verandering af te dwingen. Fossiele brandstoffen kunnen voor weldenkende mensen, net als bijvoorbeeld de slavernij ooit, toch geen onderwerp meer zijn van compromissen? Niemand heeft indertijd overwogen om slavernij met 40 of 60% te reduceren. Niet alleen maken de superrijken, bijgestaan door onze overheden, de levens van velen onder ons miserabel, ze zijn hard bezig het leven voor een deel van de mensheid te beëindigen.

Veiligheidsdiensten maken zich inmiddels druk over het potentieel van gewelddadig klimaatprotest. Vreemd genoeg hebben die diensten nooit vragen gesteld bij de vernietigende impact van gaswinning, kerncentrales, oliepijpleidingen, … Veiligheidsdiensten zijn alleen toegerust voor het bestrijden van fenomenen die de status quo bedreigen. Het geweld van die status quo is voor hen een blinde vlek, ook al is dat structurele industriële en politieke geweld vaak juist de aanleiding en oorzaak van tegen-geweld.

We hebben een strategie nodig om te verwezenlijken wat in het belang van de leefbaarheid van onze planeet voor de mensheid nodig is; misschien wel een andere aanpak dan de tot nu toe gehanteerde. Nu de urgentie prangend is, is het de vraag of de klimaatbewegingen braaf en vreedzaam moeten blijven. Mensen, die over zo’n strategie willen nadenken, zouden “How to Blow Up a Pipeline” van academisch onderzoeker, klimaatactivist en Zweeds auteur Andreas Malm – uitgegeven door Verso Books – eens kunnen lezen. In de 208 pagina’s van dat boek met ISBNnummer 1-839-76025-7 vinden zij overigens geen handleiding hoe een pijpleiding op te blazen.

Bron: “‘Hoe een pijplijn opblazen’ en andere suggesties voor de klimaatbeweging”; een boekrecensie door Lode Vanoost via DeWereldMorgen op 7 juli 2021.

De (verwaarloosde) taak van intellectuelen

Het is de verantwoordelijkheid van de intellectuelen om de waarheid te zeggen en om de leugens te ontmaskeren.” Dat zei Noam Chomsky al in 1967 en nog steeds zegt hij dat. Het is inmiddels geen norm meer in de Westerse Wereld waarin zonder zelfkritiek een wij-tegen-zij-denken de dekmantel is van een expansief kapitalisme zonder weerga. Ja, we zijn allemaal tegen wil en dank ondernemer geworden en we moeten onophoudelijk op onze qui-vive zijn om alleen aan te schaffen wat we werkelijk nodig hebben en ons daarbij niet te laten bedonderen, terwijl mensenrechten en principes op internationaal niveau wijken wanneer we ons daarmee materieel in de vingers snijden. Sterker nog, we verklaren China en Rusland graag de (handels-)oorlog opdat het militair-industrieel complex het geld opslokt dat zo goed gebruikt zou kunnen worden om de wereld gezonder te maken. Coöperatief handelen en mededogen staan haaks op kapitalisme en haar neoliberale politiek. Zelfs op 92-jarige leeftijd blijft Chomsky een essentiële stem voor de anti-kapitalistische bewegingen die al jaren in zijn kritische analyses inspiratie vonden.

Geld regeert altijd en overal. Het grootste deel van de middenklasse en de werkende klasse wordt inmiddels fundamenteel niet vertegenwoordigd op de plaatsen waar de politieke besluiten genomen worden. Als een volksvertegenwoordiger, zoals een fractievoorzitter of minister, op de juiste manier stemt, heeft die een knusse toekomst in het vooruitzicht. Kijk naar waar zij terecht komen na hun politieke loopbaan. Bovendien zijn de contacten tussen kamerleden en bedrijfslobbyisten nagenoeg altijd veel intensiever en warmer dan die met hun eigen achterban en wie zij vertegenwoordigen.

Verder vertelt Chomsky dat de denktank RAND Corporation enkele maanden geleden een studie presenteerde over wat zij “overdracht van rijkdom” noemt; de neoliberale aanval op huishoudens, ofwel de leegroof van de bevolking, die rond 1980 startte. Haar inschatting over hoeveel rijkdom verschoven is van de lagere 90% van de inkomensschalen naar de hoogste top is $ 47.000.000.000.000” (47 triljoen dollar).

De grote vergissing die telkens weer in de geschiedenis gemaakt wordt, vertelt Chomsky, is het geloof in de mooie woorden van zich democratisch of links noemende machthebbers (Barack Obama, Bill Clinton, Joe Biden, Wim Kok) en te denken dat zij voor de bevolking opkomen, terwijl die machthebbers net als conservatieve, liberale, populistische, rechtse en republikeinse machthebbers hun oren laten hangen naar grootbanken en grootbedrijven. Wat wij te horen krijgen is het verhaal van spindokters die neoliberaal beleid verkopen als het best haalbare of zelfs als progressief beleid. Critici (Edward Snowdon, Julian Assange) en politici (Bernie Sanders, Jeremy Corbyn) worden ‘onschadelijk gemaakt’ zodra zij de status quo voor het grote geld bedreigen.

Ik houd niet van dit systeem, zegt Chomsky, jij vast ook niet, maar het bestaat en we moeten binnen dit systeem verder. We kunnen niet zeggen: “Ik wil dit niet. Laat we vanuit een ander systeem verder gaan als dat niet bestaat”. We kunnen enkel een nieuw systeem opbouwen door druk van binnenuit en van buitenaf uit te oefenen. Zo is er geen enkele reden om niet te ijveren voor een alternatief politiek en sociaal kader, bijvoorbeeld door het starten van een nieuwe politieke partij of van coöperatieven en ondernemingen in handen van de werkende bevolking. Van mij mag de Pacifistisch Socialistische Partij weer uit de dood herrijzen. Het punt is in elk geval dat er een hele waaier aan opties voor ons open ligt, en we moeten al die mogelijkheden nastreven.

Ik denk dat de mensen ongeduldig aan het worden zijn door hun gebrek aan invloed op onze wetgevers. En, zo memoreert Chomsky: “Wel, het gebrek aan invloed gaat in de Verenigde Staten van Amerika terug tot ongeveer 250 jaar geleden. Zo kunnen we beginnen bij de Grondwet, die uitdrukkelijk werd opgesteld op basis van het principe van het voorkomen van democratie. Er werd daar toen geen geheim van gemaakt.” En Chomsky memoreerde en verhaalde 10 juni jl. nog veel meer wat mij aanspreekt over de geschiedenis van de VS en de daaruit voortvloeiende toestand van de huidige wereld en ik hier niet allemaal ga herhalen. Maar wanneer u daarin ook geïnteresseerd bent, klik dan hier om het hele interview te lezen. Daar staat ook duidelijker wat Chomsky zei, zonder mijn associaties.

Toch vind ik het wel jammer dat veel intellectuelen hun taak verwaarlozen door de publieke zaak en zelfs de waarheid de rug toe te keren; ooit op kosten van veel gemeenschapsgeld omhoog geschoten om vervolgens alleen nog zichzelf te verrijken.

Bron: “Noam Chomsky: ‘Elites voeren altijd een gemene klassenoorlog’”; Ana Kasparian en Nando Villa interviewen Noam Chomsky voor het Amerikaanse links socialistische tijdschrift Jacobin via DeWereldMorgen op 29 juni 2021.

Het door Chomsky aangehaalde onderzoek van de RAND Corporation vindt u hier.