Ervaringen van de mensheid met macht weggeven

Door een toeval, een soort van toeval, ben ik de dvd-serie “I Clavdivs” aan het kijken. De serie gaat erover hoe een fysiek zwakke, mank lopende Romeinse man, die last heeft van gestotter en spasmes, die zijn motoriek maar niet onder controle krijgt, kortom die alles is wat men zich niet van een Romeins staatshoofd voorstelt, toch de 4de keizer van het oude Rome werd en tot zijn dood het Romeinse Rijk regeerde van 41 tot 54; het is een historische miniserie over Tiberivs Clavdivs Caesar Avgvstvs (geboren: 10 v.Chr. als Tiberivs Clavdivs Drvsvs).

Nu zit het ’m erin dat hij de 4de erfopvolgende keizer was; niet democratisch gekozen, maar benoemd.

Korte strekking: macht corrumpeert.

Macht leidt tot corruptie, verderf, verleiding en/of verwoesting. Macht brengt mensen ertoe normen voor eerlijkheid en fatsoen te vervangen door onfatsoenlijke… Dat blijkt toentertijd de omgeving van Clavdivs’ oudoom, keizer Augustus, voluit Gaivs Jvlivs Caesar, de 1ste Romeinse keizer, die in veel kerstverhalen aangehaald wordt, al gezien te hebben.

Zojuist luisterde ik naar het onderzoeksjournalistieke radioprogramma Argos. Dat ging over het duurzaamheidsgehalte van de multinationals Heineken, Shell en Unilever. Korte strekking: macht corrumpeert.

Maar hoe moet het dan wel? Op die vraag gaf mij, alweer een maand geleden, Ferdi De Ville (°1985) antwoord. Hij behaalde een licentiaatdiploma in 2007 en een doctorstitel in 2011. Nu is hij prof.dr. Politieke Wetenschappen aan de Universiteit Gent. Zijn proefschrift handelde over de relatie tussen het internationale handelsregime en sociale, milieu- en consumentenbescherming in de Europese Unie.

Hij stelde in het Academiegebouw aan het Utrechtse Domplein dat handel en handelsakkoorden geen doel op zich moeten zijn. Laat die zin eens tot u doordringen totdat er een aha-glimlach op uw gezicht verschijnt:

Handel en handelsakkoorden moeten geen doel op zich zijn.

Inderdaad, de grootste zorgen onder jongeren zijn klimaat, oorlogen/conflicten en de toenemende ongelijkheid. We willen leven en genieten, maar handel en handelsakkoorden moeten geen doel op zich zijn. Ongelijkheid neemt over het geheel genomen toe. Binnen bedrijven wordt een ongelijkheidsfactor van 7.000 genoemd, terwijl – volgens mij – 60 het maximum zou moeten zijn voor een coöperatief samenleven. Aan voorwaarden van wenselijkheid van diensten of producten wordt vaak niet voldaan. Belasting innen van grootbedrijven wordt steeds moeilijker. Door hun immense macht gijzelen grote bedrijven onze volksvertegenwoordigers; onze politici. Het beste Nederlandse voorbeeld daarvan vind ik het afschaffen van dividendbelasting voor buitenlandse investeerders à € 1.400.000.000 per jaar door onze regering. Het stond in geen enkel verkiezingsprogramma. Het door de maatregel ontstane begrotingstekort gaat volgens het ministerie van Financiën opgehoest worden door ons als loonbelastingbetalers en zal voor de meest kwetsbare mensen voelbaar worden door afname van dienstverlening. Echter, vandaag verdedigde onze premier deze maatregel – ingegeven door de multinationals Shell en Unilever – nog steeds op zijn partijcongres als ‘volgens hem wel van belang voor het vestigingsklimaat in Nederland’, hetgeen ons ministerie van Financiën bestrijdt. Macht corrumpeert en daarbij maakt het kennelijk niets meer uit welke politieke partijen ons met de VVD regeren, omdat het grootbedrijfsleven de orders uitdeelt. Bovendien wordt het – zorgelijk en tegelijk lekker – merkbaar snel warmer.

En dat allemaal in een tijdgewricht dat bekend veronderstelt mag worden dat bij handel en vrijhandel:
1. verliezers zouden moeten worden gecompenseerd om maatschappelijke onrust te voorkomen,
2. negatieve externaliteiten aangepakt zouden moeten worden; dus dat we voorkomen dat een bedrijf, wat het hier vanwege arbeidsomstandigheden, mensenrechten, milieu, salariëring of om welke reden nog meer niet mag, ergens anders op aarde uitvoert waar handhavers corrupt zijn, wetgeving op die punten minder gehandhaafd wordt of domweg minder stringent is en
3. zolang machtsconcentratie wordt tegengegaan zodat bedrijven geen monopolies verwerven.

Kom er maar eens om in een land waar haast elke dienst uitgedrukt wordt in kostenbesparing en winstvergroting (in plaats van kwaliteit van leven) en waarin haast iedereen tegen beter weten in nog steeds geloofd dat vergroting van het bruto binnenlands product iedereen ten goed komt.

Bronnen: de BBC-productie “I Clavdivs” (1976) door Jack Pulman, uitgegeven door London films, Radio-uitzending Argos “Duurzame multinationals” op NPO Radio 1 en “Premier Rutte: mijn optreden rond dividendbelasting was gestuntel” via NOS; beide op 26 mei 2018 en de lezing “Handelsverdragen” van prof.dr. De Ville in het kader van Studium Generale Universiteit Utrecht op 25 april 2018.

Oogkleppen-welvaart

Ons Europees migratiebeleid is dodelijk. Dat hebben we – zolang we zeggen democratische landen te zijn, wat maar de vraag is – met elkaar toch maar mooi op ons geweten. En het is niet alleen dodelijk, het is ook nog eens een contraproductieve strategie. In Libië, Soedan en Turkije financiert de Europese Unie het ontstaan van vluchtelingenstromen. In politiek jargon heet dit ‘samenwerking’ of een ‘deal‘, zoals de term ‘hervormingen’ staat voor ‘uitkleding’. Dit is een anti-migratiebeleid dat niet kán werken, omdat het de oorzaken van migratie, te weten gewapende conflicten, militarisering en repressie, versterkt.

De toename aan fondsen voor grenscontrole komt voornamelijk de wapen- en veiligheidsindustrie ten goede. Ook al zo’n eufemistische term: ‘veiligheidsindustrie’. Prominente winnaars van grensbeveiligingscontracten zijn onder andere Airbus en Thales, belangrijke wapenexporteurs naar conflictgebieden, en Alsensan en Otokar, twee opvallende voorbeelden van Turkse wapenbedrijven die voor miljoenen euro’s aan bestellingen hebben ontvangen dankzij Europees geld.

Kwetsbare vluchtelingen zijn door ons gewetenloze Europese beleid verplicht om nòg gevaarlijker routes te nemen en worden daardoor in de armen van mensensmokkelaars gedreven. Degenen, die geld verdienen aan menselijk leed, en praktijken waar de Europese unie zelf schande van predikt. Gevolg: nog meer doden op de Middellandse Zee en in Noord-Afrika, maar onder de radar, want wie heeft er belang bij hierover een nieuws-item te maken?

Voor wie van statistiek houdt het volgende. Voor de 35 landen, die door de Europese Unie als ‘prioritair’ worden beschouwt, geldt:
– 100 % (35) van die landen vormt een extreem of groot risico voor de handhaving van mensenrechten.
– 51 % (18) van die landen vallen in de categorie “lage menselijke ontwikkeling”
– 48 % (17) van die landen hebben een autoritaire regering en
– 11 % (4) van die landen geldt als democratisch.

Grensdichting is een centrale doelstelling geworden van het Europees buitenlands beleid, inclusief (dus niet ‘naast’) haar handels- en ontwikkelingsbeleid. Deze maatregelen omvatten deportatie-instemmingsverdragen, donaties van helikopters, patrouilleschepen, surveillance-technologie en voertuigen, training van ordetroepen en de uitbouw van biometrische systemen.

In plaats van ons grensbeleid uit te besteden aan repressieve regimes, zouden we volgens mij respect voor mensenrechten en solidariteit met slachtoffers van geweld, oorlog en onderdrukking aan de dag moeten leggen. Pas dan doen we iets aan de oorzaken van wat we niet willen. Echter, in onze Europese staten gaat ònze welvaart voor ieders welzijn (en dat ‘ònze’ betreft lang niet alle Europeanen). Bovendien laten wij Europeanen – inclusief Belgen en Nederlanders – ons grosso modo weinig gelegen liggen aan misdadige gevolgen van onze beleidskeuzes zolang wij er binnen ons veilige landje enig gemak en niet teveel directe last van ondervinden. Nou, slaap lekker verder als u er aan toe bent.

Bron: het rapport “Expanding the Fortress” van Transnational Institute en Stop Wapenhandel, zoals besproken in “EU heeft migratiebeleid uitbesteed aan autoritaire regimes, toont nieuw rapport” door Vredesactie vzw via DeWereldMorgen op 16 mei 2018.

Priors vreemde opdracht

Het was een dag in juni dat de vrouw van de tuinman met betraande ogen het ontbijt voor haar kinderen klaarmaakte. Het laatste gewone ontbijt van deze week. Misschien van deze maand en wellicht van dit jaar of hun ganse leven. Het werk van haar man, een uitmuntende en oplettende tuinman zoals later dit verhaal zal blijken, was door het overlijden van zijn heer opgehouden. De beste man had nu geen bron van inkomsten meer en zat al dagen terneergeslagen op een stoel in zijn kleine huisje van leem. ’s Nachts verplaatste hij zich terneergeslagen naast zijn vrouw in de bedstee. Zijn begripvolle vrouw hield zielsveel van hem, begreep hem, liet hem, zoende hem soms tussen de bedrijven door, maar nu maakten de zorgen voor wat er van hun kinderen moest worden zich van haar meester. Zij bracht haar man een deel van het brood en onze tuinman zag haar tranen.

Dit echtpaar had geen woorden nodig. Dat was nog niet in die tijd. De man at slechts zijn brood en stelde voor zichzelf vast dat het zo niet langer kon. Hij verzaakte, en deed gebukt onder de naargeestige omstandigheden zijn door hem beminde vrouw verdriet. Zo boorde hij voorzichtig moed aan onder zijn hopeloosheid en zelfmedelijden. Hij ging wat rechter op zitten. Een glimlach verscheen op zijn gezicht. Dat was voor het eerst sinds zijn thuiskomst met de akelige tijding.

Hij stond op en liep naar zijn vrouw. Hij zoende haar en sprak:
Vanavond kom ik terug, met of zonder werk.
De tuinman vertrok en zijn vrouw putte hoop. Hij liep twee uur en durfde een beetje van de omgeving te genieten. Vooral van de bruisende beekjes, die vanaf de berghellingen naar onder stroomden. In de verte doemde de priorij op, die het doel van zijn tocht was. Nog even en hij zou zijn diensten daar aanbieden.

Aan de poort maakte hij alleen duidelijk dat hij de prior hoognodig had en dat hij, met begrip voor de drukke werkzaamheden van de prior eventueel de rest van de dag zou wachten totdat de prior slechts een klein deel van een uur tijd voor hem vrij zou kunnen maken. De dienstdoende monnik vroeg hem of hij onze tuinman ook zou kunnen helpen. De tuinman antwoordde:
Och kon dat maar, ik zou de hemel danken.” en hij wende zijn gezicht af.
Wacht hier’, reageerde de monnik en hij sloot het spreekluik in de poort.

Na enige tijd werd de poort geopend en de monnik nodigde de tuinman verder te komen. Zwijgend liepen ze naar de werkkamer van de prior.
Wat kan ik voor u doen?”, vroeg deze toen onze tuinman in de deuropening stond.
Mag ik ietsje binnenkomen en de deur sluiten?
Komt u ietsje verder.
Hoogeerwaarde heer en prior van deze prachtige priorij, aangesteld door God en de Paus, voor ik u mijn verzoek doe, zal ik kort uitleggen waarom ik de stoute schoenen aangetrokken heb en nu van uw tijd vraag.” En hij legde de omstandigheden uit waardoor hij geen werk meer had en over het genoegen dat hij altijd aan de uitoefening van zijn vakmanschap beleefde. Hier dacht de prior dat de tuinman slechts een aalmoes vragen ging. Hij werd in zijn vermoeden gesterkt, toen onze tuinman begon over de honger, die zijn vrouw en kinderen nu moesten doorstaan, maar de tuinman besloot met de vraag de tuin van de priorij te mogen onderhouden tegen voedsel voor zijn vrouw en kinderen.

De prior liet de consequenties van zijn antwoord tot zich doordringen, waardoor het een geruime tijdspanne stil bleef in de werkkamer.
Nadat hij een besluit genomen had, verwoorde hij zijn beslissing aldus:
U zegt een goede tuinman te zijn en wij kunnen wel een lekentuinman gebruiken, maar alleen als dat een bijzonder bekwame vakman is. Ik kan u daarom het volgende aanbod doen:
In de tuin van deze priorij wonen vijf broers, maar ik kan ze niet vinden. Zij moeten gemakkelijk te herkennen zijn, want zij lijken sprekend op elkaar. Echter, twee van hen hebben een baard, twee andere zijn kaalgeschoren en de resterende broer heeft een halve baard. Wanneer u deze broers vandaag vindt, kunt u hier als lekentuinman komen werken waarbij wij u normaal naar uw arbeid zullen belonen. Wanneer u de broers niet vindt, zullen wij u uit dankbaarheid voor uw resultaatloze hulp en vanuit mededogen wat brood voor de komende dagen meegegeven naar uw huis.
Wij lunchen op het middaguur en ik nodig u uit tegen die tijd deel te nemen aan onze maaltijd.

De tuinman verliet de werkkamer met de woorden:
Ik dank u voor uw hulpvaardigheid in mijn troosteloze toestand”, en verkende de tuin van de priorij. Daar bleek werk zat, maar nu moest hij eerst zoeken naar de onbekende vreemde broers. Zoekend verstreek de tijd en onze tuinman liet de lunch – ondanks zijn honger – aan hem voorbij gaan. Tegen drie uur die middag verscheen er alweer een glimlach op zijn gelaat. Opgelucht kwam hij overeind uit de bloemperken in de tuin. Hij ging op weg naar de werkkamer van de prior en klampte de eerste de beste monnik aan, die hij aantrof, met de woorden:
Ik heb verheugend nieuws voor uw prior. Zou ik hem in zijn drukke werk mogen storen?
De monnik vroeg de prior en begeleidde wat later de tuinman naar de werkkamer.

Hoogeerwaarde prior, ik heb de door u gezochte broers gevonden.
Dan loop ik met u mee, want ik ben zeer benieuwd ze te ontmoeten.
Onze tuinman begeleidde de prior naar een rozenperk en ongezien glimlachte de prior besmuikt. Hij sprak echter de woorden:
Ik zie geen broers, beste man.
Mag ik u verzoeken door de knieën te gaan en de groene bladeren rondom deze prachtige rozen te aanschouwen? Daar staan de door u gezochte vijf broers in een kring: twee met een baard, een met een halve baard en twee zonder baard.
De prior deed wat de tuinman vroeg en zag de vijf groene broers rond elke bloemkroon die hij in dit rozenperk bekeek.

Misschien zijn rozen door deze broers wel de ‘koninginnen onder de bloemen’ geworden, die we zelfs in onze jaren nog altijd geven bij gebeurtenissen, zoals diploma-uitreikingen, liefdesverklaringen, trouwerijen en verjaardagen. Gebeurtenissen, die verleden en toekomst in het nu aan elkaar verbinden.

$ 1.739.000.000.000; waar gaven we dat in 2017 aan uit?

Ons ministerie van Defensie heeft vandaag tientallen Black Hornets, mini-drones ter grootte van een libel, aangeschaft. Daarvoor was onder de huidige regering van CDA, CU, D66 en VVD eindelijk ‘ruimte’. De drones kosten namelijk € 35.000 per stuk en zijn reuze belangrijk om slagvelden te verkennen in een wereld van armoede, conflicten, honger en klimaatverandering waardoor miljoenen mensen op drift raken. De mensen, die op die slagvelden aangetroffen worden, kunnen dan gedood worden. Zolang in Europa geen oorlog is, kunnen de mensen, die tijdens “oefeningen met Black Hornets” in het Midden-Oosten op hun vlucht-door-woestijnen aangetroffen worden, naar detentiecentra (lees: “gewoon gevangenissen”) voor vluchtelingen gedirigeerd worden als ze tijdens hun risicovolle vlucht al niet op een andere manier ontmenselijkt zijn of worden.

Het hele verhaal is dat in 2017 de totale wereldwijde militaire uitgaven stegen tot $ 1.739.000.000.000; een gemiddelde stijging van 1,1 % vergeleken met 2016. En daar krijgen we volgens alle regeringswoordvoerders wereldwijd een heleboel vrede en veiligheid voor terug.

Terwijl Rusland gedurende 2017 20 % minder aan wapentuig uitgaf dan in 2016, zijn door China met een stijging van 13,0 %, Indonesië met een stijging van 5,5 % en Zuid-Korea met een stijging van 1,7 % de militaire uitgaven over 2017 in Azië het hoogst geweest.
Dat gegeven over Rusland staat overigens in contrast met de volkswijsheid dat Rusland een bedreiging vormt voor de Europese NAVO-lidstaten en de militaire opbouw, die sinds 2017 aan de oostgrenzen van het bondgenootschap plaatsvindt: in Centraal-Europa en Oost-Europa stegen de militaire uitgaven met respectievelijk 12,0 en 1,7 %.
Alle 29 NAVO-leden samen gaven in 2017 met $ 900.000.000.000 13,5 x meer aan bewapening uit dan Rusland. “Wie bedreigt wie?” zou een objectieveling zich afvragen, maar wij hoeven ons niets af te vragen omdat wij zonder feiten te kennen alles al weten.

De NAVO was in 2017 verantwoordelijk voor 52 % van het wereldtotaal; de Verenigde Staten van Amerika zijn in hun eentje ‘goed’ voor een derde van de wereldwijde militaire uitgaven.

Zeven van de 10 landen met de hoogste militaire uitgaven liggen in het Midden-Oosten

Volgens de Globale Campagne over Militaire Uitgaven (GCOMS), een internationaal netwerk van vredesorganisaties dat meer mijn taal spreekt, is de wapenproductie een lucratieve/winstgevende sector die goed is voor stijgingen van bruto binnenlandse producten en bij gebruik mensen doodt, terwijl de aankoop van wapentuig publieke middelen onttrekt aan uitgaven, die broodnodig zijn om menselijke noden te kunnen aanpakken.
De fondsen, die nu aan het militaire worden besteed, zijn dringend nodig om de ongelijkheid te verminderen, om de wereldwijde samenwerking te verbeteren, om de energie-onrechtvaardigheid aan te pakken, om de drijvende krachten achter de vluchtelingencrisis aan te kunnen, om op de mens georiënteerde reguleringen van de globale markt te kunnen uitvoeren en om een vreedzame wereld uit te bouwen”, zo luidt het in een verklaring van GCOMS.

In democratische landen, waar het volk in theorie invloed heeft op het politieke beleid, zouden mensen de toekomst van de hele mensheid in eigen handen kunnen nemen. Maar dat is misschien puur theorie, immers onze Nederlandse regering schaft ondanks een winst van 5 zetels voor D66 (van 12 naar 19) doodleuk de mogelijkheid op referenda af en voert een afschaffing van dividendbelasting in, waar in geen enkel verkiezingsprogramma voor gepleit werd, en waarvoor eveneens geldt dat het volk dat geslagen gat in de schatkist van € 1,400.000.000 per jaar via bezuinigingen op publieke uitgaven en/of verhogingen van loonbelasting moet ophoesten. En reken erop: volgende keer stemmen we met z’n allen weer voor de VVD, het CDA, en dat soort neo-liberale politieke partijen die zich hard maken voor grootbedrijven en grootbanken (en de echte doorzetters/volhouders stemmen natuurlijk weer op de neo-liberale voorbeeldpartij D66).

Klik hier voor het uitgebreide artikel over wereldwijde militaire uitgaven in 2017.

Bronnen: “Defensie koopt muisstille, bijna onzichtbare mini-drones” door Arnoud van der Struijk van het Algemeen Nederlands Persbureau via NOS en “Wereldwijde militaire uitgaven stijgen opnieuw” door Ludo De Brabander via DeWereldMorgen; beide op 2 mei 2018.