Heel veel dat net goed gaat

Terwijl ik net wel gebruik kon maken van mijn NS-abonnement, waarmee ik op werkdagen pas na 9 uur kan inchecken was ik ruim op tijd op Schiphol. Zo ruim dat ik, voordat ik door de paspoort-controle ging, nog even op mijn gemakje iets ging drinken. Dat had ik achteraf beter niet kunnen doen.

Na mijn gemakje werd ik met een hoop andere mensen op weg naar de paspoort-controle tegengehouden. Het was er zo druk, dat we er op gewezen werden dat we ook bij de terminal voor intercontinentale vluchten de paspoort-controle konden passeren. Ik bleef waar ik was. Terecht bleek later, want ook in de andere terminal was het een drukte van belang met lange wachtrijen.

Eenmaal door de controle zette ik me aan de lange wandeling naar British Airways aan het eind van terminal D. Vijf minuten voordat mijn vliegtuig zou vertrekken sloot ik achteraan aan op de lange rij boardende passagiers. De twee passagiers, die naast mij een stoel hadden gereserveerd, hadden meer pech. Die moesten een ander ticket kopen om in Gattwick te komen. Ik daarentegen had de ruimte.

De Britten zijn ‘verry polite’; in het verkeer gaat heel veel maar net goed.

Ruim een uur later nam ik de trein naar de Engelse zuidkust, vandaar een trein naar Rye en vandaar mocht ik meerijden naar Camber Sands. Daar wachtte een verrassing. Doen de huizen in Sussex mij denken aan rood bebaksteende speelgoedhuisjes naar Charles Dickens en voor de jongeren onder ons: naar J.K. Röwling, wij hadden een ruim oud-nieuwbouw appartement met grote, lichte kamers, direct aan de duinen. De verry polite buurman, alle mensen die we ontmoetten waren zo polite, maakte ons wegwijs wat betreft regionale bezienswaardigheden, het parkeren in de buurt en de betere restaurants. De mensen zijn aan de dikke kant en kleden zich weinig modieus. Middeleeuwse kastelen, kerken en poorten – en meestal de overblijfsels daarvan – herinneren aan een rijke Britse historie. Het koningshuis is in kerken nadrukkelijk aanwezig. En tradities worden meer in ere gehouden dan wij hier gewend zijn. Uiteraard genoten we in een Tearoom op een pier in de zee van een Light afternoon tea, zo’n Engelse thee met een wolkje melk (en die dan nog niet te pruimen is), met scones, aardbeienjam, boter en clotted cream. Het glooiende, kleinschalige landschap voelt overzichtelijk en aangenaam. Er doorheen wandelen is andere koek: een footpath bleek een lange route – niet een pad – dwars over haast eindeloze akkers te zijn. En dat glooiende is verraderlijk: wordt overal gewaarschuwd voor wat eventueel in een zeker geval fout zou kunnen gaan “Mind the gab between the train and the platform; bij de Seven sisters ‘Bailey’s Hill’, ‘Brass Point’, ‘Flagstaff Brow’, ‘Haven Brow’, ‘Rough Brow’, ‘Short Brow’ and ‘Went Hill’ houdt het glooiende landschap onaangekondigd op om na een diep ravijn van hoge krijtrotsen verder te gaan als op de kust en een vuurtorentje beukende zee.

Onder de indruk was ik ook nog van de goede organisatie rondom de Kanaaltunnel. En wat mijn bezoek aan Kent en Sussex nog wel even zal bijblijven: hier werd ik gewaar hoe gevaarlijk we met elkaar in het verkeer doen. Niet gewend aan links rijden, merkte ik tal van gevaarlijke situaties op: de hoge snelheden waarop auto’s elkaar en fietsers passeren. Terug op het vaste land ben ik dat gevoel al snel weer kwijt, maar in Engeland merkte ik door mijn onwennigheid op dat in het verkeer heel veel maar net goed gaat.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s