Wanneer ik op straat of in een bos gesprekken opvang, denk ik wel eens met een lach: “Oh, ja, daar heb ik het ook ooit over gehad; zelfde toon, zelfde boodschap.” Maar wanneer die gesprekken gaan over het nieuws wordt ik een enkele keer bevangen door een gevoel over sommige zaken beduidend meer te weten dan de prater. Hetzelfde gevoel wanneer ik iemand met een ING-pinpas zie betalen: “Die heeft sinds de Giro en de Postbank nooit meer een krant gelezen.” Onzin natuurlijk, maar dat gevoel heb ik wel, doordat ik weet – of denk te weten – hoeveel slechts ING (bijvoorbeeld) met ons geld in de wereld uitvreet en me niet kan voorstellen dat de pinpas-houder er achter zal staan dat zijn of haar geld voor dergelijke praktijken gebruikt wordt.
Onze onwetendheid is gevaarlijk, want ze is de basis waarop we in actie schieten.
Echter, voor degenen die het nieuws wel actief bijhouden heb ik slecht nieuws en een advies. Eerst het slechte nieuws: In het opinie-artikel ‘The media are misleading the public on Syria’ in de krant ‘Boston Globe’ van 18 februari jl. geeft Stephen Kinzer* zijn mening over de vooringenomenheid van de berichtgeving in de Amerikaanse mainstreammedia.
Kinzer ziet een verontrustend patroon in de selectieve manier waarop de Amerikaanse (en in hun kielzog de Westerse) media berichten over Syrië. De berichtgeving over oorlogsmisdaden blijkt volgens hem te worden bepaald door de kant die de journalisten hebben gekozen: de ‘onze’ of de ‘andere’, in plaats van door de ingewikkeld te duiden feiten. Zijn conclusies luiden: “De media misleiden het publiek over Syrië” en “De berichtgeving over de oorlog in Syrië zal worden herinnerd als een van de meest beschamende episodes in de geschiedenis van de Amerikaanse pers.”
De meeste Amerikaanse media berichten volgens Kinzer het omgekeerde van wat er werkelijk aan het gebeuren is. ‘Gematigde rebellen’ blijken in werkelijkheid fanatieke wreedaards te zijn, die de bevolking terroriseren op een zo niets ontziende manier dat zij de soldaten van president Assad als ‘bevrijders’ verwelkomden.
Kinzer: “Die journalisten schrijven vanuit Washington dat ‘al Nusra’ een machtige groep is bestaande uit ‘rebellen’ en ‘gematigden’. Ze schrijven niet dat deze groep banden heeft met en voortkomt uit ‘al Qaïda’. Zij schrijven dat Saoedi-Arabië ‘vrijheidsstrijders’ steunt, terwijl het de hoofdsponsor is van IS (…) En alles wat Rusland en Iran in Syrië doen wordt beschreven als destabiliserend en negatief, omdat dat de officiële lijn is.”
Kinzer: “De meeste Amerikaanse kranten en weekbladen hebben geen buitenlandse correspondenten meer (…) Berichten worden geschreven in de redactielokalen in Washington. Journalisten, die over Syrië schrijven, halen hun informatie bij het Pentagon, het ministerie van buitenlandse zaken, het Witte Huis en ‘experts’ van denktanken (…) Deze vorm van stenografie produceert het slappe infotainment dat doorgaat voor ‘Nieuws uit Syrië’.”
Veel Amerikanen – en veel journalisten – zijn tevreden met het officiële verhaal: ‘Bestrijd Assad, Iran en Rusland! Vecht samen met onze Koerdische, Saoedische en Turkse vrienden om de vrede te bewerkstelligen!’ Dit is echter een weerzinwekkende omkering en vereenvoudiging van de uitermate complexe realiteit in en rond Syrië. Deze verzinsels zullen de oorlog daar onnodig verlengen en nog meer Syriërs veroordelen tot lijden en dood.
Volgens alternatieve Amerikaanse media is de vervormde berichtgeving niet de afwijking maar de norm; zeker in de grote commerciële mainsteammedia, ook als het over Syrië gaat. Echter, dat een man met de reputatie van Stephen Kinzer* dit schrijft, wijst op een dieper liggend probleem: zelfs de mainstreammedia beginnen aan te voelen dat het zo niet langer kan. De kloof tussen de waarheid en de berichtgeving erover wordt kennelijk te groot. Bovendien werken deze media zo de facto mee aan de verergering van de situatie in het Midden-Oosten.
Kinzer: “Men zegt dat Amerikanen onwetend zijn over de wereld. Dat is zo, maar dat zijn we niet meer dan in andere landen. Als de mensen in Bhutan of Bolivië een verkeerd idee hebben van wat in Syrië gebeurt heeft dat echter geen enkele consequentie. Onze onwetendheid daarentegen is gevaarlijk, want ze is de basis waarop we in actie schieten.”
Mijn advies: Denk maar niet de waarheid via de mainstreammedia te vinden en behoud altijd een beetje achterdocht door u bij elk nieuwtje af te vragen: Welk belang wordt hiermee gediend?
Bronnen: “The media are misleading the public on Syria” door Stephen Kinzer in Boston Globe op 18 februari 2017, “De media misleiden het publiek over Syrië” door Lode Vanoost via de website van De wereld morgen en websites onder wikipedia (org), beide op 20 februari 2017.
________________
* Stephen Kinzer (1951) is een Amerikaans auteur en journalist, die onder andere op cruciale momenten in de wereldgeschiedenis correspondent was bij de New York Times en schrijft voor allerlei kranten en nieuwsagentschappen. Hij schreef onder veel meer The Brothers: John Foster Dulles, Allen Dulles, and Their Secret World War, Times Books, 2013. ISBN 978-0-8050-9497-8, Reset ook gepubliceerd onder de titel Reset Middle East: Old Friends and New Alliances: Saudi Arabia, Israel, Turkey, Iran, I.B. Tauris, 2010, ISBN 978-1-84885-765-0 en All the Shah’s Men: An American Coup and the Roots of Middle East Terror, John Wiley & Sons, 2003, ISBN 0-471-26517-9. Momenteel werkt hij als senior medewerker in het ‘Watson Institute for International Studies’ van de Amerikaanse Brown-universiteit te Providence, Rhode Island.
Klik hier voor het opinie-artikel van Stephen Kinzer.