Een kapitalistische democratie kan niet bestaan

Eerst even terugkijken, dan naar het nu om af te sluiten met een advies.

Na de lezing in 2014 vroeg een toeschouwer of kapitalisme en democratie verzoenbaar zijn. In 18 minuten gaf Amerikaans filosoof, mediacriticus, politiek activist en emeritus hoogleraar taalkunde Avram Noam Chomsky een overzicht van het ontstaan van het kapitalisme, besprak hij wat Adam Smith – een van de grondleggers van het klassieke liberalisme en ‘vader van de moderne economie’ – ècht dacht (en dat is resoluut anders dan hoe hij vaak geciteerd wordt) en legt hij uit waarom de Eerste en de Derde Wereld geworden zijn wat ze vandaag nog steeds zijn. Hij zei:
(…) Een kapitalistische democratie kan gewoon niet bestaan. De mensen die op een of andere manier echt in de vrije markt en het kapitalisme geloven, of minstens doen alsof, vragen helemaal geen democratie. (…)
Als je Milton Friedman leest, of andere apostels van het zogezegde libertaire denken, dan zie je dat wat ze eisen niet ‘democratie’ is maar ‘vrijheid’. (…) Het gaat over zijn ‘vrijheid’ om zich te onderwerpen aan een hogere autoriteit, dat noemen zij ‘vrijheid’. (…)
Deze heren zijn voorstander van private tirannieën, de ergste soort tirannie die er bestaat, door private concentraties van rijkdom die niet ter verantwoording kunnen worden geroepen. Wanneer deze mensen zeggen dat ze geen inmenging willen van de overheid in de markt is het dat wat ze ècht bedoelen. (…) Het soort overheidsinmenging in de markt, die zij daarentegen juist wel willen toepassen, is die die mogelijk maakt dat private tirannieën ‘vrij’ kunnen werken. Dat zijn de grote bedrijven, de multinationals. (…)
Zo is de opdeling tussen Eerste en Derde Wereld ontstaan. De landen die zich wél konden ontwikkelen, zijn de landen die de regels van de kapitalistische economie brutaal met voeten traden. Engeland, de VS, Duitsland, Frankrijk, de Benelux. Slechts één land in het Zuiden wist zich toch te ontwikkelen: Japan, net dat éne land dat niet was gekoloniseerd en dus dezelfde protectionistische koers kon varen als de rijke landen. (…)
Zowat 70 % van de Amerikaanse bevolking, de 70 % laagste inkomens, zijn letterlijk niet meer betrokken bij de politieke beleidsvorming. Hun opinies hebben geen enkele invloed op de beleidskeuzes van de overheid. Hun volksvertegenwoordigers besteden daar geen enkele aandacht aan. Dat is dan ook één van de voornaamste redenen waarom een groot deel van deze bevolkingsgroep de moeite niet meer doet om te gaan stemmen. Ze krijgen toch geen enkele aandacht van de volksvertegenwoordiging. (…)
Wanneer je hoger op de inkomensschaal gaat kijken, merk je dat de invloed op de politiek toch een beetje toeneemt. Kom je daarentegen bij de top – wat we sinds Occupy de ‘één procent’ noemen – dat cijfer is niet juist; het gaat (…) over de ‘ééntiende van één procent’ – dát is de top waar de massale concentratie van de rijkdom zich bevindt. Die bepalen gewoon het politiek beleid. Dit is geen democratie, dit is plutocratie.

De plutocraten breken het democratisch verzet met de shockdoctrine

Canadees activiste, journaliste en publiciste Naomi Klein valt Chomsky bij met de woorden:
Als je op de afgelopen halve eeuw terugkijkt, kun je zien hoe gericht en effectief de shockdoctrine door overheden is ingezet om het democratische verzet tegen buitengewoon schadelijk beleid te breken. Zo’n strategie om de democratie buiten spel te zetten is zeker nodig, omdat veel neoliberaal beleid zo impopulair is dat de bevolking er keer op keer nee tegen zegt; zowel op straat als in het stemhokje. (…) Daarom vinden de mensen die dit soort beleid willen doordrukken democratische vrijheden en waarborgen bepaald onwenselijk: die zijn alleen maar hinderlijk en vormen een bedreiging.
Uiteraard is niet al het neoliberale beleid impopulair. Mensen zijn wel in hun nopjes met lagere belastingen (mits die de middengroepen en lage inkomens ten goede komen, en niet de superrijken). En ook met snoeien in de bureaucratie van de overheid, in elk geval in theorie.
Maar door de bank genomen willen ze ook dat van hun belastinggeld voorzieningen worden betaald voor de gezondheidszorg, schoon water, goede openbare scholen, een veilige werkplek, pensioenen voor senioren en uitkeringen voor wie niet werken kan. Politici, die het mes willen zetten in dit soort essentiële voorzieningen, of die willen privatiseren, maken dat bij verkiezingen niet tot een speerpunt van hun campagne. Veel gebruikelijker is dat neoliberale politici bij hun campagne pleiten voor lagere belastingen en het behoud van dienstverlening, en tegen spilzucht van de overheid.
Daarna wordt een crisis aangegrepen – en als zij niet ernstig genoeg is, wordt zij opgeklopt – om te beweren, met schijnbare tegenzin en veel krokodillentranen dat er maar één mogelijkheid is: op de gezondheidszorg moet drastisch worden bezuinigd.

(…Donald Trump…) Zo heeft Besty De Vos, zijn minister van Onderwijs, haar leven gewijd aan het doordrijven van een particulier onderwijssysteem zoals dat na Katrina in New Orleans is opgezet.
Veel mensen in de kring van Trump zijn hartstochtelijk voorstander van het ontmantelen van de sociale zekerheid.
Sommigen hebben herhaaldelijk hun weerzin uitgesproken tegen een vrije pers, vakbonden en politieke protesten.
Trump zelf heeft het publiekelijk gehad over het inzetten van ‘de Feds’ om de misdaad in Chicago en andere steden aan te pakken, en
tijdens zijn campagne heeft hij beloofd om alle moslims, dus niet alleen uit de landen die op al die lijstjes van hem staan, de toegang tot de Verenigde Staten te ontzeggen.
Zijn minister van Justitie, Jeff Sessions, heeft scherpe kritiek geleverd op de ‘consent decrees’, een belangrijke voorziening die het Justitie en federale rechters mogelijk maakt om in te grijpen bij plaatselijke politiekorpsen als daar sprake is van wantoestanden (…)
De rijkste sponsors van Trumps campagne en in breder verband van extreemrechts – de multimiljardairs Charles en David Koch en de familie Mercer – willen dat alle beperkingen op het inzetten van geld in de politiek worden opgeheven en dat de wetten worden geschrapt die nu transparantie eisen over de manier waarop dat private geld wordt uitgegeven. (…)
waar het werkelijk om gaat is maatregelen invoeren die het voor mensen met een laag inkomen en voor leden van minderheden nog moeilijker zullen maken om te gaan stemmen.

Onder de huidige omstandigheden kunnen we ons geen voorstelling maken van de volledige reikwijdte van deze antidemocratische visie.

Zo zijn we er met elkaar getuige van dat democratie en kapitalisme niet samengaan in de VS. Echter, in de Europese Unie, met haar door lobbyisten gevormde beleidskijk op wat voor het bedrijfsleven belangrijk is, in plaats van hoe welzijn voor alle Europeanen te verwezenlijken, gebeurt precies hetzelfde. Zoals ook in Nederland, zoals recent bleek over de invloed van VNO-NCW en Shell op het kabinetsbeleid, met op kosten van de belastingbetaler een geweldige meevaller voor aandeelhouders, terwijl geen van de 4 regeringspartijen iets over verlaging van dividendbelasting in hun verkiezingsprogramma had opgenomen.

Maar dit is nog niet alles. Klein waarschuwt:
(…) Zoals Milton Friedman langgeleden heeft geschreven: ‘Alleen een crisis, echt of vermeend, brengt werkelijke veranderingen teweeg.’ Als die crisis er eenmaal is, hangt het optreden tegen die crisis af van wat er aan ideeën voorhanden is. (…)
Hoog tijd dat we ons voorbereiden op rampspoed.

En om dit verhaal positief af te sluiten nog even terug naar Chomsky, die 30 september 2014 aan het eind ook nog zei:
Het positieve (…) is dat dit systeem wel degelijk kan veranderd worden, het is niet op bruut geweld gebaseerd. Wat dat betreft, leven we vandaag in een zeer vrij land, dank zij vele overwinningen door de eeuwen heen. Het is niet meer mogelijk voor een groot bedrijf om te doen wat iemand als Andrew Carnegie nog kon doen in 1892. Dat geeft ons heel wat mogelijkheden. We moeten daar gebruik van maken.

Bronnen: “Noam Chomsky: “Kapitalisme en democratie zijn een contradictie”” door DeWereldMorgen Vertaaldesk (Lode Vanoost) via DeWereldMorgen op 1 januari 2015 en pagina 152, 153, 177, 178 en 179 in deel III van “Nee is niet genoeg tegen Trumps schockpolitiek voor de wereld die we nodig hebben” (2017) door Naomi Klein uit het Engels vertaald door Jan Willem Reitma en Pon Ruiter en in het Nederlands uitgegeven door De Geus in Amsterdam.

Klik hier voor het hele verhaal van Chomsky, en de video die daarvan gemaakt is, en ik adviseer: lees dat boek van Klein zelf helemaal!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s