Dat spreekt toch aan: “Als we de wereld willen begrijpen, moeten we naar de feiten kijken”? Ik probeer dat te doen – dat begrijpen van de wereld of, zo u wilt, dat kijken naar feiten – door af te gaan op mijn eigen ervaringen. Afgaande op wat ik dagelijks ervaar, verloopt het wereldgebeuren redelijk vredig. Ik maak – haast dagelijks – wel wat onrecht mee, maar ook daar valt uitstekend mee te leven.
“Nu woon ik ook in Nederland”, redeneer ik. “Dat scheelt”, denk ik. Mijn wereldbeeld over streken waar ik nooit geweest ben, is meestal minder geordend, rechtvaardig en vredig. Hans Rosling, voorheen een Zweedse arts, directeur van de Gapminder Foundation en professor Internationale Gezondheid, zou geschokt zijn over de onwetendheid, waarop ik mijn ideeën en meningen over de wereld baseer.
Het onlangs verschenen boek van hem, “Feitenkennis; de moderne wereld aan de hand van feiten en statistieken”, drukt me met mijn neus op zijn geschoktheid. Kijken of dit ook voor u geldt:
Wat is het juiste antwoord? A, B of C?
Hoeveel meisjes in alle lage-inkomenslanden ter wereld maken de basisschool af?
A: 20 procent
B: 40 procent
C: 60 procent
Nu moeten we weten dat 33 % van de chimpansees in onze dierentuinen deze vraag juist zou beantwoorden; gemiddeld kiest echter maar 7 % mensen het juiste antwoord:
C, 60 procent van de meisjes in lage-inkomenslanden maakt de basisschool af. Een meerderheid van de mensen ‘neemt aan’ dat het 20 % is. In uitzonderlijke streken zoals Afghanistan, de Centraal-Afrikaanse Republiek en Zuid-Soedan, waar inderdaad minder dan 20 % van de meisjes de basisschool afmaakt, wonen percentueel niet veel van alle meisjes in alle lage-inkomenslanden.
De mega-misvatting dat we de wereld kunnen onderverdelen in twee vakken, ‘arm en rijk’, vertekent volgens Rosling in het hoofd van mensen alle wereldwijde verhoudingen. Hij bedacht er de term ‘kloofinstinct’ voor. Daarmee doelt hij op onze neiging om van alles in te delen in twee afzonderlijke en vaak tegengestelde groepen, met daartussen een imaginaire kloof – een diepe afgrond van onrechtvaardigheid: ‘laag inkomen – hoog inkomen’, ‘Noord – Zuid’, ‘het Westen – en de rest’ en andere varianten op ‘wij en zij’.
Bij gebrek aan kennis over recentere data, bepalen verouderde data vaak ons wereldbeeld. Zo hebben we volgens Rosling nog steeds het idee dat het gemiddeld aantal baby’s per vrouw in arme, op het Zuidelijk halfrond gelegen ‘rest’landen 5 tot 7 bedraagt en dat sterfte daar zo’n 25 % van de kinderen treft. Dat te denken is gebaseerd op inventarisaties uit 1965, terwijl in die landen het aantal baby’s inmiddels gemiddeld tussen de 2 en 5 per vrouw ligt; tegelijk is de kindersterfte daar in 33 jaar afgenomen van tussen de 30 en 10 % naar onder de 10 %. Van de gehele mensheid zit inmiddels al 85 % in het vak dat in 1965 nog ‘de ontwikkelde wereld’ werd genoemd. De overige 15 % zit grotendeels ergens tussen de ontwikkelende en ontwikkelde wereldvakken in. Slechts 13 landen, die samen 6 % van de wereldbevolking herbergen, bevinden zich nog steeds in het vak ‘ontwikkelend’.
Lage-inkomenslanden zijn daardoor veel ontwikkelder dan de meeste mensen denken èn er leven veel en veel minder mensen in die landen dan gedacht. Het idee van een verdeelde wereld met een meerderheid die in ellende en gebrek verkeert, blijkt volgens Rosling een illusie:
Nog maar 200 jaar geleden leefde 85 % van de wereldbevolking in extreme armoede en had minder dan $ 2 per dag te besteden. Nu leeft nog zo’n 15 % van de wereldbevolking nog op dat niveau:
1 miljard van de mensen leeft van minder dan 2 $ per dag
3 miljard van meer dan $ 2 en minder dan $ 8 per dag
2 miljard van meer dan $ 8 en minder dan $ 32 per dag
1 miljard van de mensen leeft van meer dan $ 32 per dag.
Wat volgens Rosling ons vertekende wereldbeeld in stand houdt, is de neiging te denken in ‘goed en slecht’. Journalisten brengen hun verhalen graag als een conflict tussen twee tegenover elkaar staande gezichtspunten, groepen of mensen. Ze vertellen liever verhalen over extreme armoede en over miljardairs dan over de bijzonder grote meerderheid van de mensen, die zich langzaam voortslepen naar een beter leven.
Veel ‘kloofverhalen’ zijn zodoende het gevolg van misleidende ‘dramatisering’. In de meeste gevallen is er helemaal geen duidelijke scheiding tussen tegenover elkaar staande groepen. Dat lijkt alleen zo door de presentatie van gemiddelden van verzamelde data en door de geschetste kenmerken van groepen. Op onze werkelijke medemensen, binnen de in onze media aangeduide groepen, zijn de geframede kenmerken vaak slechts maar voor een klein deel van toepassing. Verhalen over al die tegenstellingen bevorderen zelden een beter inzicht in de wereld en voeden wel de angst voor ons onbekende mensen.
Er zullen altijd ‘armsten en rijksten’ zijn en er zullen altijd ‘betere en slechtere regimes’ zijn, maar het feit dat er uitersten bestaan, vertelt ons niet veel. De grote meerderheden van de mensheid bevinden zich – net als de inkomens per dag van heel de mensheid – meestal ergens in het midden en vertellen een heel ander verhaal; een verhaal dat nog steeds het uwe had kunnen zijn wanneer uw wieg ergens anders had gestaan. Bovendien kunnen voor degenen met een hoger inkomen dan $ 32 per dag alle mensen op lagere inkomensniveaus even arm lijken. Tegelijk kan het begrip ‘arm’ zijn specifieke betekenis verliezen. Zelfs een persoon binnen dit inkomenssegment kan arm lijken, doordat de werkelijk arme medemensen zich ergens ver buiten ons beeld bevinden.
Feitenkennis is daarom het best gebaseerd op
1. herkennen wanneer een verhaal over een kloof gaat,
2. bedenken dat dit dus een beeld schetst van twee afzonderlijke groepen met een kloof ertussen en
3. herinneren dat de werkelijkheid vaak helemaal niet bestaat uit twee gescheiden groepen met elk hun eigen belevingswerelden. Meestal bevindt de meerderheid van de mensen zich juist in het midden, precies daar waar de kloof geacht werd te gapen.
Bron: “De wereld is totaal veranderd. En door deze denkfout viel dat niet zo op” door Sanne Blauw via De Correspondent op 11 april 2018 over het boek “Feitenkennis; de moderne wereld aan de hand van feiten en statistieken” (april 2018) van Hans Rosling e.a., ISBN 9789000351220, uitgegeven door Spectrum.