Een opstand hier, een volgelopen mijn, uitzichtloze honger daar
Minister spreekt, De klok: ik moet vertrekken. Ik kom aan
Terugblikkend liggen er nog bergen en ben ik bijna klaar
Tijd is slechts vulling; echt niet iets om lang bij stil te staan
Immer broze harmonie
Erkenning: ik … of mijn
Ik?
Mijn ik?
Och lieve, wie … is wie?
Meer en meer bewustzijn zijn
Onder de mensen, alleen, onder weg, samen, een terras
Eten, water, gezond, verzorging, trek en finishing touch
Zekerheid, zon, o … lof der onzekerheid, geld, verras
Transparant eelt, steeds meer littekens en een flinke buts
Ongenoegens
Vrede, kalmte
VERZET!!!
Liefde, genoeg!
Tevree
Een schilderij, een film, een kleinigheid
Muziek sterft weg waar mijn gemoed zich vult
Zegen verving in de mist mijn lijnigheid
Zesenzestig jaren zoeken, weten, heroverwegen en geduld
En ben ik klaar? Welnee, geef mij de bergen maar!