Ik ben niet bang voor het Covid-19-virus. Ik neem risico’s, maar doe altijd al al het mogelijke om niet ziek te worden. Ik ben me er al heel lang van bewust het tot aan mijn dood met mijn lichaam te moeten doen. Mijn leefstijl is zondermeer gezond. Overigens staat geen enkele ziekte me aan. Ik houd niet van afhankelijkheid en pijn. Wie wel? Met Corona speelt nog iets anders: de zorg de Ander niet te besmetten. Dat maakt me wel wat voorzichtiger. Maar ook nu doe ik zoveel als mogelijk mijn dingen, die ik anders ook zou doen. Dat komt neer op veel dingen niet kunnen doen, helaas.
Met het begin van de lente ging ik officieel dan eindelijk met pensioen. Natuurlijk zou ik graag gewoon doorwerken. Toch kwam mijn pensioen later dan ik wilde, omdat ik sinds mijn 55ste voor geen enkele serieuze baan meer uitgenodigd werd om na een sollicitatie zelfs maar op gesprek te komen. Nu heb ik dan eindelijk de voordelen van het steeds maar ouder worden. Tegelijk met dat pensioen ben ik weer aan mijn jaarlijkse vastenkuur tussen Carnaval en Pasen begonnen. Corona-dreiging of niet. Ik zei al dat ik er, hoewel ik tot een risicogroep hoor, niet bang voor ben.
Ik heb altijd wel een zakdoekje bij me, en niet voor niets, en eens in de twee dagen hoest ik.
Feitelijk zijn alle Corona-beperkingen een mooie gelegenheid om te gaan vasten, nu de terrassen gesloten zijn. De verleiding ontbreekt om op een terras een biertje met kaas, espresso met gebak of glas wijn met nootjes te bestellen. Maar zulke verleidingen heb ik altijd al wel kunnen weerstaan.
Sterker nog, dit zou een ideaal moment zijn om een poosje mijn huis te verruilen voor een bungalow in de bossen, op een waddeneiland of aan zee. Lekker alleen, met mijn gezin of vrienden doen wat anderen in de zomer doen. Me terugtrekken van al het nieuws over de per land en provincie verschillende besmettingtrends, de Corona-gerelateerde doden, de laatste maatregels en de uitwassen: “Ooohhh, dat mensen dat doen!” Aan dat laatste doe ik sowieso niet mee en de eerste twee zeggen me weinig omdat er onvoldoende testmateriaal is. Het zijn volgens mij minimumbedragen. Nee, gewoon op vakantie en als die afgelopen is, ben ik vast snel bijgepraat over de stand van de Corona-zaken.
Woonde ik alleen, dan zou ik vast meer riskeren, maar ik heb huisgenoten. Die zijn dermate bang dat ze voortdurend met alcohol, handdoeken en schoonmaakmiddelen in de weer zijn. En vuurtjes in de open haard maken om het virus te doden. Zij spreken anderen, die nòg angstiger zijn en volgen een hoop Corona-nieuws op de voet. De supermarkt is hun enige, schuchtere uitstap, naast even in de tuin of rond het huis (om een sigaret te roken, zo’n zichtbare gezondheidsvijand).
Mijn agenda is leeg; alsof het vakantie is. Zelfs mijn celloles heb ik afgezegd omdat mijn docent alleen volledig klachtenvrije mensen lesgeeft. Ik heb altijd wel een zakdoekje bij me, en niet voor niets, en eens in de twee dagen hoest ik.
Eerst maar blijven genieten en voorkomen ziek te worden.
Ik ben deze dagen, met leestijd te over, tot het inzicht gekomen dat ik Emmanuel Levinas’ essay “De totaliteit en het oneindige” niet doorkom. Het is vermoeiend lezen, wanneer elke alinea twee of drie keer door mij herlezen moet worden om iets te begrijpen van wat er staat. Hoe boeiend ook. Dat inzicht leidde tot de aanschaf van twee inleidingen op zijn filosofie waar ik wel wijzer van hoop te worden. Ter verstrooiing schafte ik ook de Decamorone aan. 100 Verhalen, die de Italiaanse dichter en geleerde Giovanni Boccaccio waarschijnlijk in de periode 1349–1360 schreef: de pest waart rond in Florence en tien vrienden trekken zich twee weken terug op een buitenplaats; zoiets als mijn vakantie-ideetje van daarnet. Daar vertellen ze elkaar op 10 verschillende dagen elk een verhaal.
Als nutteloze toeschouwer verwondert het mij dat regeringen niet alle bevindingen van de WHO opvolgen. Dat is toch bij uitstek de World Health Organization met de primaire taak richtlijnen te geven over internationale gezondheidszorg en haar partners, waar wij er een van zijn, te adviseren hoe op mondiale gezondheidsbedreigingen zoals deze te reageren. Ook de adviezen van ons eigen Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) worden door onze regering niet nauwgezet opgevolgd. Ik snap dat niet. Of ik snap niet waarom onze regeringen adviesorganen met experts bevolken om vervolgens te besluiten het toch een beetje anders aan te pakken.
Alsof er een juiste aanpak zou zijn, baart het mij zorgen dat elk land, afhankelijk van haar toevallig huidige regering, haar eigen maatregels treft. Hoe kan ik dan weten of wat ik doe of laat voor anderen en mijzelf verstandig is? Woonde ik in Groot-Brittannië dan was het onnodig zoveel af te zeggen; woonde ik in België dan was het onmogelijk om nog zoveel te doen.
Zolang er nog geen antistof beschikbaar is en een tekort aan testmateriaal modderen we waarschijnlijk maar verder. Wel fijn dat we ons licht via internet op kunnen steken in zo’n beetje heel de wereld. Zo kunnen we veel te weten komen. Van Corona-sterfgevallen in Rusland, waarvan officieel bronchitis als de doodsoorzaak opgegeven wordt, tot de Verenigde Staten van Amerika, die er niet voor terugdeinzen te proberen het alleenrecht te verwerven op antistoffen voor Covid-19 en beademingsapparatuur. Mij lijkt het gewetenloos beleid, terwijl wij dat spul ook het liefst voor onszelf houden en niet naar armere landen sturen ter bestrijding van de gemeenschappelijke vijand, en terwijl dus de diversiteit aan maatregels in West-Europa mij verbaast.
Dat de afloop van dit alles uitloopt op een verdere uitkleding van alles wat het algemeen belang dient, staat voor mij als een paal boven water. Tenzij we dat straks na de Corona-crisis een keer niet accepteren, we hebben ons immers en masse al veel te lang zand in de ogen laten strooien. Enfin, we zien wel.
Klik hier voor een opinie over de ernst van de financiële toestand in de wereld nadat de Corona-crisis bezworen is, op basis van wat we nu al weten.
Klik hier voor drie mogelijke economische herstelopties om na deze Corona-crisis in gang te zetten; serieus bedreigend voor de 99% of onwenselijk voor de 1%.
Eerst maar zoveel als mogelijk blijven genieten en voor de gelukkigen onder ons: voorkomen ziek te worden. De anderen wens ik beterschap.