Els in verwarring en niet alleen Els

Els van Rumpt was blij dat de ochtend er op zat. Ze was ook blij met haar eerste baan na haar afstuderen. Personeel en deelnemers waren meestal vriendelijk, maar nu was ze de hele ochtend achter de computer bezig geweest. Ze moest alle afspraken van ‘De wachttoren’, de zorginstelling waar ze vier dagen in de week werkte, handmatig uit de back-up van de website controleren en goed in de internal agenda zetten. Daarvoor had ze geen ‘sociaalpedagogisch werk’ gestudeerd, maar nu zat het er gelukkig op. Ze meldde nog even aan Francis, haar first point of contact, dat ze klaar was. Vanmiddag zou ze Johan, de fysiotherapeut, ondersteunen. Ze kon wel met een vest over haar jurkje naar buiten.

Twee straten verder was de bibliotheek, die ze altijd de bieb noemde. Daar ging ze haar boeken omruilen. Even later zag ze een dikke pil met de titel “De bijzonder weg van Elsje tot Vrouwe Vanderhaer”. Dat leek haar leuk, omdat ze zelf Els heette. Ze stelde zichzelf voor als freule en grinnikte om haar bekakte stem. Nog een paar boeken griste ze van de planken om vervolgens bij De smulhoek op de bovenste etage een cappuccino te bestellen. Daarbij at ze haar lunchpakketje leeg.

Toen ze later die week na het avondeten aan het boek begon, sloeg de schrik haar om het hart. Op de eerste pagina van hoofdstuk I ‘Zoals het allemaal begon’ werd Rhenoy beschreven, het dorpje in de West Betuwe tussen Leerdam en Geldermalsen, waar zij tot haar veertiende jaar gewoond had. Daarna las ze hoe haar moeder haar vader ontmoet had en een paar pagina’s later – ze kreeg het benauwd en kon haar ogen niet geloven – las ze hoe zijzelf aan de Lingedijk geboren werd. Haar moeder had haar nooit verteld dat het een spannende bevalling geweest was, omdat de navelstreng om haar hals gezeten had. Ze legde het boek trillend en met betraande ogen weg. Ze ontplofte haast van de wirwar aan emoties. Het was halverwege de avond dus ze kon haar broertje nog best bellen. Vrolijk als altijd nam hij de telefoon op en hij moest vreselijk lachen toen zij haar verhaal vertelde. Ze kwam er niet doorheen om duidelijk te maken dat ze meende wat ze zei. Heel de avond belde ze vervolgens met vriendinnen en haar moeder. De reacties waren hetzelfde als die van haar broertje met dat verschil dat anderen, nadat ze begrepen dat Els meende wat ze hun vertelde, verstilde en vermoedde dat het waar was. Althans, in Els’ beleving.

Verona, een vriendin die vlakbij woonde, was direct op de fiets gestapt en belde even later aan. Nadat Els de telefoon had neergelegd verwelkomde ze Verona emotioneel. Ze bekeken het boek alsof het een bom was. Verona pakte het beet en ging zitten. Ze sloeg het open en las op de eerste pagina’s hetzelfde als Els. Stom van verbazing keek ze Els aan.

Willekeurig sloeg ze een stuk verder het boek open. Ze las: “Els had zich bijna weer verslapen. Net na negen uur rende ze ‘De wachttoren’ binnen. Daar liep ze Francis tegen het lijf. “Fijn dat je d’r bent, Elsjefiderelsje, zou je alvast in het kantoor de computer willen opstarten? Er is iets vreselijk misgegaan met de afspraken. Alles loopt in het honderd. Ik kom zo bij je om uit te leggen wat er gebeuren moet.” Even verder viel haar oog op “de bieb” en weer even later las ze “Verona hoorde de paniek in de stem van Els en sprong direct op haar fiets.”. Dat was onder het kopje ‘Iedereen dagen achtereen van slag’.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s