Zoals steeds weer op 21 november was ik ook in 1981 op 21 november jarig. Dat is al bijna 35 jaar geleden. Voordat er die dag bij mij thuis feest gevierd zou worden toog ik toentertijd eerst naar Amsterdam. Samen met 419.999 anderen. We deden dat om tegen kernwapens te demonstreren. Leuzen als ‘ban de bom’ en ‘raketjes zijn niet netjes’ kwamen veelvuldig op de spandoeken voorbij.
Ook toen, ik heb het in me, was ik me ervan bewust dat veel van mijn medestanders andere motieven hadden dan ik. De uitkomst van hun redenering was weliswaar ‘Tegen kernwapens’, maar hun beweegredenen waren vaak anders.
En daar moet ik aan denken als ik over een van de grootste bedreigingen voor Europese democratieën nadenk: de zogenaamde ‘vrijhandelsverdragen’ CETA en TTIP. Ook al zou het waar zijn dat de onderhandelingen over TTIP in het slop zitten, degenen die hun bedenkingen tegen deze verdragen hebben doen er goed aan nog geen “Victorie!” te kraaien. En vooral niet op hun lauweren te rusten.
In de eerste plaats verschillen de motieven van de Duitse vice-kanselier en minister van economie Sigmar Gabriel en ook die van de Franse president François Hollande wezenlijk met de werkelijke bedreigingen voor het kunnen blijven functioneren van onze Europese democratieën. Gabriel en Hollande hebben er geen enkel bezwaar tegen dat grootbedrijven, die door democratisch vastgestelde wetten winsten denken mis te lopen, een miljoenengreep of miljardengreep kunnen doen in de potten met door ons allen bijeengebrachte belastinggelden. Zo zijn de winsten van grootbedrijven verzekerd en zo zie ik de in deze vrijhandelsakkoorden opgenomen arbitrage. Het zijn ISDS-verdragen; voluit Investor State Dispute Settlement-verdragen. Alleen al een dergelijke arbitrage-procedure als agendapunt voorleggen zou voor mij een gegronde reden zijn het gehele onderhandelingsprogramma af te breken. Het is een misdadig voorstel, maar Gabriel en Hollande hebben geen enkel bezwaar tegen deze economische misdrijven.
Sinds – zover ik kan nagaan – het Verdrag van Maastricht ijvert de Europese Unie (EU) om een ongebreidelde vrije markt van grootbedrijven aan de wereld op te leggen. Het dit jaar bekritiseerde Oekraïne-verdrag is er een goed voorbeeld van. Net als eerdere wetgeving, die de EU bijvoorbeeld in het Verdrag van Maastricht al in 1992 aannam, beperken deze ‘vrijhandelsverdragen’ nog veel meer mogelijkheden voor nationale parlementen een eigen koers te gaan waar het gaat om een verbod op fracking, de uitstap uit kernenergie, verplichte labeling van ingrediënten, leefmilieunormen en last but not least arbeids- en sociale wetgeving.
Én: al zou TTIP stranden, dan hebben we als we even niet opletten met CETA het paard van Troje al binnengehaald.
De mond vol over ‘transparantie’, blijken de huidige Europese bestuurders over zaken met uitermate verstrekkende gevolgen volstrekte geheimhouding in het belang van de besluitvorming te vinden. Het geldt voor de ‘vrijhandelsverdragen’, voor de discussies erover en voor de arbitrageprocedures waaraan gesleuteld wordt en ook zodra die ingesteld zijn: geheimhouding blijft van alles wat ter zake doet ‘troef’. En dan is er nog het Trade in Services Agreement (TiSA) dat de privatisering van zowat alle overheidsdiensten wil organiseren van gezondheidszorg, onderwijs, openbaar vervoer tot post. Dit zijn geen verdragen tussen ‘staten’, maar gewoon afspraken tussen machtige economische elites die alles voor hun winsten doen, ongeacht de gevolgen voor alles (echt alles) en iedereen (afgezien van miljonairs, die gezien worden als onze redders). Deze verdragen worden enkel gesteund door een machtige lobby van een economische toplaag die alle heil ziet in de overname door hun bedrijven van de nationale Europese economieën.
Kortom, ga nog even niet rustig slapen en blijf met de politie ‘waakzaam en dienstbaar’. De kritiek, die nu vanuit Duitsland en Frankrijk komt – en niet van Nederlandse regeringsleiders – is niet gericht tegen de aard van deze zogenaamde vrijhandelsakkoorden, maar slechts tegen enkele specifieke onderdelen in één van de 3: TTIP.
Bronnen: “Duits-Franse TTIP-kritiek is tactisch spel om verzet te verwarren” door Lode Vanoost via http://www.dewereldmorgen.be en http://www.isgeschiedenis.nl; beide op 31 augustus 2016.