Een kudde beuken

Misschien wel het aardigst van wat ik onlangs las is het slot: “Weet je wat de leukste momenten zijn? Wanneer we rijkstrainees op bezoek krijgen die net van hun opleiding komen. Die hebben precies geleerd wat de industrie wil. Ze denken dat ze hier op bezoek komen bij een stel dromers die lange haren hebben en peace zeggen. We beginnen dan maar meteen met de berekeningen, op de eerste avond. We laten ze doorrekenen wat hun model oplevert en we vergelijken dat met ons model. Dan breekt het zweet ze uit. Omdat ze er in één klap achter komen dat ze in hun studie helemaal niets hebben geleerd.

Aan het woord was Peter Wohlleben (1964). Hij is boswachter. Na zijn studie bosbouw werd hij ambtenaar voor de deelstaat Rheinland-Pfalz en kwam hij te werken in Hümmel in de Eifel; nog geen anderhalf uur rijden van Heerlen. In zijn bosbouwstudie leerde ook hij bomen te beheren als losse exemplaren van een plantensoort: beuken, eiken en sparren. Tijdens zijn werk veranderde zijn inzicht en – tegenwoordig lijkt dat het enige dat telt – dat legde zijn bosbeheer geen windeieren. Zijn uitgangspunt: Geen veehouder zou het in zijn hoofd halen om zijn hele kudde in één keer te verkopen en dan te wachten tot de jonkies groot genoeg zijn voor productie. En ook niet om de populatie ‘gezond’ te maken door de sterkste dieren te slachten en door te fokken met de zwakste. Wohlleben beheert inmiddels geen bosakkers meer, maar kuddes. Een kudde beuken, een kudde eiken en een kudde sparren. Hij heeft de bomen stuk voor stuk leren kennen door er jarenlang voor te zorgen.

In zijn studie was hem geleerd dat bomen altijd concurreren met elkaar, vooral om zonlicht en water. In de loop der jaren als bosbeheerder heeft hij een voor zijn docenten verborgen wereld ontdekt. Bomen beconcurreren elkaar helemaal niet altijd. Ze kunnen elkaar ook helpen. Oude beuken dienen jonge beuken, die onder onder hun bladerenkroon leven, bijvoorbeeld suiker toe waardoor zij zonder voldoende zonlicht toch in leven blijven.

Nog zoiets: “Wanneer een beuk een zwaar jaar gehad heeft doordat er onvoldoende water beschikbaar was, verandert hij het jaar daarop zijn watermanagement. Vanaf het volgende jaar gaat hij minder verbruiken in de lente, zodat hij reserves opbouwt voor in de zomer.” Kortom ‘beuken inneren’ en op basis van herinnering passen zij hun overlevingsstrategie aan. Dat heet cognitie en was lang alleen voorbehouden aan dieren, aan hersenen. Volgens onderzoekers moet de cognitie van planten grotendeels in de wortels worden gelokaliseerd.

Een eenvoudige maïsplant kan 0,1 gram nitraat al detecteren op 20 meter afstand. De wortels zullen die kant opgroeien, ook al zullen ze het nitraat nooit bereiken. Daar komt nog bij dat wortels andere wortels kunnen herkennen. Als ze in de buurt van een verwante soort komen, gaan ze veel minder om voedingsstoffen concurreren dan wanneer de wortels niet verwant zijn.

Wohlleben verraste de Duitse bestsellerlijsten met zijn boek ‘Het verborgen leven van bomen’, waarin hij de leek inwijdt in enige geheimen van het bomenbestaan

Nog een laatste voorbeeld: In het rationele bosbeheer wordt bosgrond gezien als bodem waarop het niet uitmaakt wat we er doen. Door die manier van werken worden de verrassende ondergrondse ontmoetingen, waarover Wohlleben spreekt, verstoort. Dat gaat ten koste van de vitaliteit van de hele kudde. Zo blijken er nog allerlei geheimen van bossen te onthullen.

We kunnen respectvoller omgaan met deze levensvormen, die vaak al volwassen waren toen wij nog geboren moesten worden. En we kunnen een respectvolle werkwijze ontwikkelen, waarbij we niet steeds kinderen met het badwater weggooien. Wohlleben verraste de Duitse bestsellerlijsten met zijn boek ‘Het verborgen leven van bomen’, waarin hij de leek inwijdt in enige geheimen van het bomenbestaan, zoals dat bomen insecten kunnen herkennen, temperatuurschommelingen onthouden, voedingsstoffen delen en met elkaar communiceren.

Wohlleben heeft diep respect gekregen voor de kuddes in zijn bosgebied. En hij heeft zijn respect over kunnen dragen op veel Hümmelaren, die hem financieel en door mee te werken steunen. Hij verwacht dat mensen bossen nooit helemaal zullen doorgronden. Nee, hij is geen bomenknuffelaar, hij heeft geen lange haren en zegt niet voortdurend ‘peace’. Hij is een gewone boswachter in de Eifel. Zijn boswachterij wordt aan het eind van het jaar door de Hümmelaren gewoon afgerekend op het geld dat hij aan de houtoogst heeft verdiend. Het mag duidelijk zijn dat zijn benadering van die oogst hem bijzonder maakt. Zijn hele bosbeheer en zijn oogstmethodiek zijn anders dan we nog steeds in bosbouw-opleidingen leren; respectvol en winstgevender.

Bron: “Bomen helpen elkaar” door Frank Mulder uit het thema ‘De bezielde natuur De geheimen van het woud’ in De Groene Amsterdammer van 4 juni 2016.

Dit blog verscheen eerder op de opgeheven website http://www.gerardus.blog.com.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s