Een voor mij herkenbaar verhaaltje.
Het was 1926. Pablo Casals, een 50 jarige en zeer invloedrijk Catalaans of zo u wilt Spaans cellist die geboren was met de naam Pau Casals i Defilló, liep over het strand en keek naar de zee. Hij had zojuist de laatste hand gelegd aan zijn ‘La Sardana’, achteraf wellicht zijn meest invloedrijke werk voor cello-ensembles. Tevreden mijmerde hij de melodieuze noten stuk voor stuk en hij struikelde. Een wijnfles was er de oorzaak van dat hij even zijn evenwicht verloor.
Casals raapte de lege fles op en probeerde de kurk eraf te trekken want, hoewel leeg, er zat iets in. De kurk floepte na even uit de flessenhals, maar wat hij nooit verwacht had omdat hij niet veel meer met sprookjes had, uit de fles kwam een geest. Deze geest had jaren in de fles opgesloten gezeten en was haar bevrijder dankbaar. Daarom wilde zij zich van haar beste kant laten zien en bood Casals aan wel twee wensen te doen.
Casals hoefde daarover niet lang na te denken. “Zou u kunnen zorgen voor wereldvrede?”, vroeg hij de geest.
De geest schrok van deze vraag. Beschaamd antwoordde zij dat dat voor haar echt een te moeilijke wens was om te vervullen: “Het spijt me echt.”
Vol begrip dacht Casals na over een tweede wens. Na even vroeg hij de geest: “Ik zou zo graag zuivere noten op mijn cello willen spelen.” Nu begon de geest te blozen en te hakkelen, totdat zij aan Casals vroeg: “Wat was uw eerste wens ook weer?”
Voor mij is dit verhaal herkenbaar nu ik bijna anderhalf jaar cello speel. Een cello vraagt namelijk om een nauwkeurigheid van de linkerhand die voor mij nog samenhangt met stoelhoogte en plaats waar de pin op de grond staat. Die pin zit onder het instrument.
Bij nagenoeg elke noot worden tonen gemaakt door in combinatie met strijken of tokkelen de snaren exact op de juiste plaats tegen de toets (het zwarte vlak onder de snaren) te drukken of alleen maar exact op de juiste plaats aan te raken. In het begin ‘wandelen’ de vingers van de linkerhand vaak over de vier snaren alle kanten op. Maar dat Pablo Casals hier nog moeite mee zou hebben, maakt wel duidelijk dat het hier echt om een sprookje ging.
Bron: Naar een mop die ik van cellist en docent Mirjam Daalmans (celloklas.nl) vernam.