Cello

Het is vanavond precies vier jaar geleden dat ik in het bezit kwam van mijn cello. Vier dagen daarvoor had ik uit het niets besloten om cello te gaan spelen. Dat was tijdens een lunchpauzeconcert op 23 maart 2018 in TivoliVredenburg, dat ik met de moeder van mijn kinderen bezocht. Met stukken van Philip Glass, Ástor Piazolla, David Popper en Heitor Villa-Lobos liet de celloklas van het Utrechts concervatorium onder leiding van Timora Rosler haar kunnen horen. En toen was ik verkocht.

Ik ga cello spelen, fluisterde ik.

Fagot is ook mooi, antwoordde zij.

Maar het wordt cello, besloot ik.

De volgende dag had ik een afspraak gemaakt voor mijn eerste celloles, en precies vier jaar geleden kocht ik dus – via Marktplaats – mijn cello. Het was er één van de hand van Josef Joachim Vedral, dus de kwaliteit was verzekerd, begreep ik later. Een cello, die gezien het nummer 92 op de kam waarschijnlijk een tijd dienst gedaan had als leencello. De violiste, waarvan ik mijn nieuwe tweedehands muziekinstrument kocht, liet me horen hoe warm de klanken klonken. Zij wees me ook op wat achterstallig onderhoud, dat na aanschaf gedaan moest worden. Zij was er de acht jaar, dat zij haar thuis had gehad, nooit aan toe gekomen zich op de cello toe te leggen.

En morgen is het precies vier jaar geleden dat ik mijn eerste celloles had. Met mijn docente, die ik via Nextdoor gevonden had, klikte het. Voor het eerst hield ik toen een strijkstok vast. Veel eigenaardigs aan het vast houden van een strijkstok, het strijken en het half of geheel indrukken van de vier snaren heb ik inmiddels geleerd. Ik speel mee in een amateur-orkest en ik maak met verschillende mensen samen een-op-een muziek. Gisteren was er weer een voorspeelmiddag, die mijn docente af en toe organiseert. Met mijn cello-vriend, een andere leerling van dezelfde docent, speelde ik ‘Das vierte leichte Violoncelli-Duette’ van Joseph Reinagele opus 2.

Het valt me niet mee om cello te leren spelen. Het is incasseren. Steeds weer doe ik wat ik niet moest of wilde doen. Sommige bewegingen gaan best al goed, en blijven vaak toch voor verbetering vatbaar. Echt beheerst, kan ik het nog niet, maar wel steeds beter. En ik wil soms veel sneller dan ik zelf kan bijbenen. Ik heb me er bij neergelegd dat dit de houding van muzikanten zoals ik zal moeten zijn: ik kan beter, dus ik oefen (bijna) dagelijks stug door. Wanneer het lekker gaat, geniet ik ervan. Wanneer het niet lekker gaat, zoek ik uit hoe ik me kan verbeteren. En in beide gevallen leg ik mijn ‘prestasties’ voor aan mijn docente.

Zo vlak voor mijn pensionering heeft het besluit om cello te gaan spelen voor mij ongelooflijk goed uitgepakt. Dit leerproject vraagt immers om een beetje discipline, ik ben nooit klaar en het levert me veel muziek-plezier. En voortdurend zitten er melodietjes in mijn hoofd; vaak oefenstof. Bovendien geniet ik weer veel meer van de concerten, die ik bijwoon, en van de muziek die via versterkers mijn huiskamer binnenkomt.

Wat een hobby. 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s