De ene noot is de andere niet, zelfs als ze hetzelfde genoteerd staan. Elke noot vertelt een deel van het verhaal, net als – overigens – de rusten in de muziek. Voorbij het gevorderden-stadium blijkt een nieuwe wereld in de muziek te beginnen. Dat althans, wordt mij met de masterclasses tijdens de Zeister muziekdagen duidelijk.
De musici van het kwartet spelen zich in op hun instrumenten; vaak een altviool, een cello, en een eerste en tweede viool. De docent komt binnen; meestal iets later dan afgesproken. Hij, want ik zie hier steeds mannelijke docenten, krijgt van de orkestleider de partituur aangereikt en de docent vraagt hen het stuk ten gehore te brengen. Docent Alexander Pavlovsky begon woensdag, voordat het kwartet een noot gespeeld had, met een grap door theatraal uit te roepen: “Slower, much slower, please much, much slower, please.” Maar ook zonder grappen speelt het kwartet vervolgens het stuk van Franz Schubert, Sergei Prokofiev, of wie ook zonder onderbrekingen. Virtuoos, want het zijn al kanjers die hier les nemen. Ik verdenk de meesten ervan de te spelen partituur eerst zelf in hun hoofd te horen en die dan te spelen, want sommigen lijken nauwelijks op hun muziek te kijken, maar des te meer op hun mede-uitvoerenden te letten; een in-verbinding-blijven. De docent complimenteert het kwartet met de prachtige uitvoering van het stuk. En tot nu toe altijd volgens mij terecht. Daarna voorziet hij afhankelijk van de zwakke plekken in de uitvoering, die hij gehoord heeft, de musici van commentaar.
De balans in de zoveelste maat, de houding of het stokgebruik van een individuele musicus, het leiden en het volgen van elkaar, het samenspel, en dat dan vaak tegen de achtergrond van het karakter van de componist en daarmee de mogelijke bedoeling van een crescendo, het ‘loopje’ of een samenklank. De musici oefenen naar aanleiding van de aanwijzingen en soms geeft de docent het goede voorbeeld op zijn muziekinstrument of dat van een van de musici.
Het kan voorkomen dat een les van zo’n twee uur grotendeels over een of twee maten gaat, maar een andere keer worden verschillende delen of zelfs het hele stuk doorgenomen. Soms vragen de musici de docent aanwijzingen over een onderdeel.
Wat mij duidelijk wordt, is dat elke noot van elk instrument, hoe kort ook, een verhaal vertelt en wanneer je heel goed bent, dan speel je die noot exact op de wijze waarop dat verhaal het best vertolkt wordt. En wat ook duidelijk wordt, is dat muziek nooit af is; het kan altijd verder verfijnd worden of op een totaal andere manier gespeeld worden. Na twee uur les speelt het kwartet de delen van het stuk, die onder loupe genomen zijn, zelfs in mijn ongetrainde oren nòg mooier dan de eerste keer.
Tenslotte wordt duidelijk dat muziek beoefenen iets is waarin je als een balletdanser alles van je persoonlijkheid kunt stoppen, want het mooist klinkt muziek wanneer de musicus een wordt met haar of zijn instrument, wanneer de orkestleden erin slagen eveneens een te worden met elkaar en hun muziek stuk voor stuk – soms razendsnel – aanbieden aan elkaar of aan het publiek. Maar dat is een keuze die de orkestleider mag maken.
De masterclassen worden ook de werkdagen van de komende week nog gegeven van 9:30 tot ongeveer 12:30 uur in het Cenakel van het Kontakt der Kontinenten in Soesterberg.