Achterover leunen of aan het werk?

Op een feestje is het niet zo handig met andere gasten opgewekt wat nare eigenschappen van de gastheer of gastvrouw te bespreken. Laat staan zoiets aanvallend of met veel nadruk te doen. Het is zelfs sowieso niet handig nare dingen op een feestje te bespreken; daar is het een feestje voor.

En we beschouwen in dit tijdsgewricht alles als een feestje. Met stomme verbazing merken we soms dat in andere delen van de wereld andere normen en waarden heersen, die we dan – zonder ons in zo’n cultuur te verdiepen – prompt ‘achterlijk’ vinden, want wij – voorheen een samenleving van katholieken en protestanten die in elk subgroepje dachten de waarheid gepacht te hebben – kunnen nog steeds niet bedenken dat we nagenoeg niets weten, laat staan dat ‘de waarheid’ gelaagd en in die gelaagdheid tegenstrijdig kan zijn. Waar in deze contreien ooit ‘goed’ en ‘prettig’ volstond, goeden dag, prettige reis, moet nu alles ‘fijn’ of ‘leuk’ zijn.
Ga je gang, heb plezier
Koop je klaar in drie kwartier
Alles kan, alles mag
Morgen is er weer een zondag
.

Mensen met kritiek op de status quo worden alleen geapprecieerd wanneer zij in staat zijn hun bezwaren constructief of humoristisch onder woorden te brengen. ‘We’ mijden boete en schuld en zijn doodsbenauwd voor slecht nieuws. Vandaar dat termen als ‘moeten’ en ‘Pas op’ aversie oproepen; beter is vandaag de dag: ‘Wellicht wilt u eens bij gelegenheid de mogelijke consequenties in overweging nemen zoals eventueel…’. Bij een dwangmatiger woordgebruik worden slecht nieuws-brengers weggezet als ‘boetepredikende dominees’; kortweg ‘dominees’, zeuren of zwartkijkers. Zelfs onze kinderen wordt als ze 10 zijn gevraagd om rond 21 uur eens in overweging te nemen het playstation weg te leggen en naar bed te gaan (waarop die kinderen bijdehand antwoorden dat ze in bed verder kunnen gamen, want het woord ‘spelen’ is uit de gratie).

Nee, kom op ons vrije mensenfeestje niet met onaangename boodschappen! “Niet alles wat ‘waar’ lijkt, behoeft aandacht”, lijkt het nieuwe paradigma.

Daarentegen verklaart de Amerikaanse emeritus-hoogleraar ecologie, evolutiebiologie en natuurlijke hulpbronnen aan de Universiteit van Arizona Guy McPherson* op basis van onjuiste aannames toch dat de mensheid op korte termijn zal uitsterven. Dat wil zeggen vòòr 2030. Als ‘we’ het jaar 2100 halen, mogen we volgens McPherson in onze handjes knijpen.

De Britse kosmoloog, natuurkundige en wiskundige Stephen Hawking* verwacht sinds dit jaar eveneens dat er door inslaande asteroïden, kernoorlogen, catastrofale klimaatveranderingen, genetisch gemodificeerde virussen en nog een handvol andere rampen vòòr 2117 een einde zal komen aan de menselijke soort.

Bedenk hier op aarde met elkaar – naast het nadenken over wat de mensheid vermag – hoe we het op deze aarde zo gaan rooien dat we géén andere planeet nodig hebben.

Daarvòòr verwachtte Hawking het einde van menselijk leven binnen 1.000 jaar. In beide gevallen begint de tijd dus te dringen en in beide gevallen adviseerde Hawking ‘ons’
om alvast de kosten van ruimtevluchten dramatisch terug te dringen,
om goed uit te zoeken hoe we kunnen overleven op planeten als Mars,
om nieuwe planeten te ontdekken die beter bewoonbaar zijn dan de planeten die we nu al kennen en
om nieuwe technologieën te ontwikkelen die ons verder en sneller het universum in dragen.
Hij wijst Mars alvast aan als de planeet die we vooralsnog het best kunnen koloniseren.

Ik zou ons adviseren maar verder na te denken over de menselijke soort die zo machtig is en tegelijk zo weerloos. Zo intelligent en zo in tunnelvisies verstrikt. Zo coöperatief met en vijandig naar elkaar. Zo humaan en zo wreed. Het is voor mij moeilijk voor te stellen dat ‘we’ de problemen, die ‘we’ op aarde veroorzaken, niet mee zullen nemen naar zo’n verre planeet. In de ruimteschepen zullen niet alleen kerngezonde mensen plaatsnemen, maar ook dragers van aids, cholera, hiv en Q-koorts. Hoe gaan ‘we’ ervoor zorgen dat òf Emile Roemer, òf Geert Wilders òf Mark Rutte meereist, dat de geleerden, die meereizen, geen buisje genetisch gemodificeerde virussen in hun bagage mee-smokkelen en dat Donald Trump en Vladimir Poetin hun kernwapens op aarde achterlaten?

Nee, als we dan toch in dit immense universum een steen willen verleggen, stuur dan wat robotten naar Mars, die er daar dan een echt feest van gaan maken en bedenk hier op aarde met elkaar – naast het nadenken over wat de mensheid vermag – hoe we het op deze aarde zo gaan rooien dat we géén andere planeet nodig hebben. Ook al worden daarmee de feestjes, die ideologen, religieuzen en vrije mensen nu elk op hun manier aan het vieren zijn, vast en zeker verstoord.

Bronnen: “Wijs is hij die somber is; Apocalypse when?” door Ralf Bodelier in De Groene Amsterdammer op 16 augustus 2017, “Lokkend ligt” door Joop Visser uit het album ‘Voor zieken en zeevarenden’(2009), naar “De Steen” door Bram Vermeulen uit het album ‘Rode wijn’(1988) en wikipedia op 21 augustus 2017.
__________________
* Een interessante samenvatting van onze uiteenlopende zwartkijkers vindt u in het boek “Het einde van de wereld. Een geschiedenis” (november 2016) door Steven Stroeykens, Uitgeverij Polis in Antwerpen, 336 pagina’s, Nederlandstalig, ISBN 9789463100854; klik hier voor een boekbespreking ervan door André Horlings op Historiek.

Nawoord van de schrijver
Ik heb dit blog bij wijze van uitzondering eens niet in ‘Jip en Janneke-taal’ geschreven. Het gebruik van ‘gewone’, maar voor sommigen wat moeilijke woorden in dit blog doet volgens mij recht aan de inhoud ervan.
GjH

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s