Mijn reis

Wanneer ik mijn reis begonnen ben, weet ik niet meer. Ik herinner me een huis met mijn ouders, broers en zusters. Ik herinner me schoolklassen. Ik herinner me mijn andere familieleden bij ons op bezoek of wij daar. Ik herinner me een strand met vriendjes en vriendinnetjes. Misschien was toen al… In elk geval herinner ik mij van daarna alleen mijn voettocht.

Ik denk dat ik bij wijze van spreken wel alle paden in ons koninkrijk bewandeld heb, van alle uitzichten heb ik genoten, alle weertypes heb ik meegemaakt, heel veel van ’s konings onderdanen heb ik ontmoet. Velen wandelden dagen met mij mee. Enkelen jaren. Sommigen van hen zijn goede vrienden geworden. Anderen boden me te eten of te drinken aan, of een slaapplaats uit de wind. Er waren er die me hebben bestolen, dat is waar. Dat vond ik niet erg. Onderweg vond ik voldoende te eten en te drinken. Tegen wat werk ontving ik nieuwe kleding als de oude op was of, wat nog wel het meest belangrijk was, nieuwe zolen voor onder mijn schoenen.

Ik kreeg er nooit genoeg van en wandelde in cirkels en over denkbeeldige rechte lijnen. Telkens weer een verrassend nieuw dal tegemoet. Telkens weer een nieuwe wereld betredend. We hebben dan ook een prachtig koninkrijk. Dat vind ik.

Totdat ik, inmiddels zesenhalf jaar geleden, aan het begin van een indrukwekkende boulevard aankwam. Een brede weg door een immens groot bos met in de borders prachtige oude beuken waarachter struiken een zoom tussen het bos en de weg opvulden. Die weg besloot ik in te gaan. Ik liep anderhalve dag over deze bijna rechte oprijlaan en had tussendoor op het gras en onder de struiken geslapen. Daarna arriveerde ik op die door mij gehate dag, of was het een schone dag?, zeker is dat het geen gewone dag was toen ik aankwam bij een grote poort. Er stond een wachter bij. Een lange man, die klein leek onder die poort. Ik wist met zekerheid dat ik was aangekomen bij de grens tussen ons koninkrijk en het koninkrijk, of keizerrijk, of hertogdom, in elk geval bij het land grenzend aan ons koninkrijk waar ik de weg zo goed meende te kennen.

Ik herinner me alles van dat eerste uur. Ik keek langs de wachter dat nieuwe land in. Door de wachter kon ik helaas niet alles evengoed zien. Hij stond fier midden onder de poort. Na geruime tijd liep ik terzijde van de weg om door de poort een zo goed mogelijk zicht op het oosten te krijgen. Daarna liep ik naar de andere kant van de weg om zo veel mogelijk van het nieuwe land in het noorden te zien. De wachter begroette mij toen vriendelijk. Ik trad op hem toe en kon nu, onder de poort, pratend met de wachter, zoveel mogelijk van dat nieuwe vreemde land zien. Het fascineerde me mateloos.

Na een lang gesprek vroeg ik de wachter of het goed was wanneer ik in de poort op de grond ging zitten. De wachter vroeg of ik niet liever een stoel wilde om op te zitten.
Dat zou helemaal super zijn”, antwoordde ik hem.
Dan haal ik een stoel voor u”, antwoordde hij. En dat deed hij. Nu stond ik alleen onder de poort. Twijfel maakte zich van mij meester.
Zal ik?
Wat zou er gebeuren als ik?
Ik keek dat indrukwekkende land nog eens in en maakte een plan hoe ik vooreerst tot mijn ogen reikten zou lopen.
Ik keek de andere kant op naar waar de wachter uit mijn zicht verdwenen was om te zien of hij er alweer aankwam. Dat was niet zo.
Een warme bries blies tegen mijn gezicht vanuit ons buurland, dat mij fascineerde.
Ik vroeg mij af welke taal de mensen in dat land zouden spreken. Wellicht wist de wachter dat. Op school hadden we daarover nooit iets geleerd. Daar ging altijd alles over ons koninkrijk. Over onze gewoonten. Wij, als kinderen en daarna, vroegen ons niets af over wat er daarbuiten zoal zou zijn, op een enkele zonderling na. Misschien, bedacht ik, zou de wachter mij ook kunnen vertellen of ze daar hetzelfde schrift hebben als in ons koninkrijk. Ik bedacht hoe lastig het zou zijn wegwijzers te moeten lezen, als ze die daar ook hebben, als ik ze niet kan lezen en besloot te wachten op de wachter. Mijn twijfel ebde weg. Dit is wel een leuke zin over die vervloekte dag: ‘ik wachtte op de wachter’. Daar hoorde ik zijn voetstappen en even later stond hij bij mij met een onverwacht comfortabele stoel. Hij plaatste die tegen een wand onder de poort en gebaarde dat ik mijn gang kon gaan. Zelf nam hij weer plaats midden onder de poort. Ik bood hem van mijn eten aan. We praatten nog wat. We zwegen. Hij bood mij te eten aan. We dronken nog wat vlak voordat de nacht begon te vallen. Ik mocht van de wachter in een kamer naast de zijne slapen. Hij bood mij dit uit zichzelf aan.

De volgende dagen verliepen eender. Ik stond op, verfriste me bij een waterval niet ver daarvandaan. Ik vervoegde me bij de wachter in ‘mijn’ stoel onder de poort. Hij stond eronder. Ik besefte dat ik mij nooit bij iemand meer op mijn gemak gevoeld had dan bij deze wachter. Zelfs in mijn ouderlijk huis niet. ‘Carel’ heet hij, met een ‘c’. Zeker niet op school en misschien wel voelde ik me bij deze wachter net zo prettig als bij een of twee van mijn allerbeste vrienden. Wanneer het regende hadden we er geen last van, want het was een brede poort. Bij ijzige wind maakten we gebruik van een windscherm. Bij sneeuw warmden we ons aan een houtkachel. Zo verbleef ik bij de wachter tot de winter voorbij was. Het voorjaar brak aan. Later de zomer met de warme briesjes vanuit dat fascinerende land. Dagelijks nam ik er zoveel als mogelijk van in me op. Zes jaren verbleef ik onder de poort bij de wachter. Zesenhalf om preciezer te zijn. Mijn voetreis was zo zonder plan beëindigd en het voelde goed.

Vanmorgen begon eender als altijd. Ik stond op en verfriste me bij de waterval. Ik vervoegde me bij de wachter op ‘mijn’ stoel. We aten wat en we dronken wat. Hij stond. Ik zat. Af en toe zeiden we eens wat; het was al zo vertrouwd. Alsof het mij overkwam vroeg ik aan de wachter, of een heldere stem in mij zonder enig besef van wat ik over mijzelf, over hem, over alles wat er voor hem en mij toe doet zou afroepen:
Carolus Knegt”, want zo heette hij voluit, “wij zitten hier nu al vijf of zes jaren, u nog langer. En er is nog nooit iemand vandaar (en ik wees naar ons buurland) hier aan de poort gekomen. Er is ook nog nooit iemand vanuit ons eigen koninkrijk hier aan de poort gekomen. Wat doet u hier?
Hij glimlachte, zo vriendelijk als hij glimlachen kan en waarvan ik zes volle jaren genoten heb, en antwoordde:
Ik begrijp dat mijn missie vandaag misschien voltooid wordt. Dat spijt mij, maar het is goed.
Heel deze prachtige poort met haar majestueuze toegangsweg zijn hier voor u, Gerardus Horlings. U heeft, naar zijn aard, de laatste en pittige etappe naar hier alleen bewandeld. Dat kan ook niet anders.
Mijn twee eenvoudige opdrachten zijn om u bij te staan, zodra het uw wens is deze grens te passeren voor het geval dat dit u angst inboezemt en ook om u verder een goede reis te wensen.
Ik sta hier, om uw vraag bondig te beantwoorden, louter en alleen om u door te laten.

2 gedachtes over “Mijn reis

  1. Henny van der Lelij

    mooi, ja dat laatste stukje moeten we alleen doen. Maar Gerardus Horlings was wel in goed gezelschap dat laatste stuk bij de wachter. Ik ben benieuwd of hij het nou een gehate of een schone dag vond. Ik schat in dat het hem geen angst inboezemde.
    Maar afgezien van het verhaal, heb ik liever dat je nog even hier blijft, daarvoor vind ik ons contact te leuk.

    Like

    1. Dank je wel Henny,

      Het was een door de hoofdpersoon gehate dag omdat hij zijn mogelijkheden niet overzag. Door aan de wachter te vragen om onder de poort te mogen zitten, zette hij zichzelf op een overbodig spoor en gedurende zesenhalf jaar bleef hij in dezelfde groef verkeren. Wie doet dat korter is het enige verweer dat hij hierop te zeggen heeft.

      Het was echter ook een schone dag, want het bracht de onmisbare schakel tussen verleden en toekomst. Dat beleven we niet elke dag…

      En wees gerust, ook op mijn weg door ons buurland zal ik ons contact vorm en inhoud kunnen blijven geven.

      Gerardus Horlings

      Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s