Het Europese Hof van Justitie heeft zich (vandaag) uitgesproken over de wettelijkheid van de zogenoemde investeerder-staat geschillenregeling (ISDS of ICS) via alle Europese handels- en investeringsakkoorden, zoals in CETA. Dit Hof heeft bevestigd dat ISDS/ICS in CETA wettig is. De vraag voor mij blijft of het daarmee rechtvaardig is; in verleden en heden zijn immers vaker onrechtvaardige en zelfs inhumane regelingen tot wet verheven.
Immers, ISDS/ICS geeft buitenlandse grootbedrijven een uniek instrument tegen democratisch te nemen nieuwe beleidsmaatregelen. Dat kunnen zij doen na verhoging van het minimum loon, verbetering van arbeidsvoorwaarden of kwaliteitseisen, of vermindering van gevaren voor aardbevingen of vervuiling door financiële compensatie af te dwingen ter hoogte van misgelopen winstverwachtingen. Daarmee krijgen buitenlandse investeerders een uitzonderlijk machtig middel om regeringen onder druk te zetten en hun beleid inhoudelijk te beïnvloeden en zelfs naar hun handen te zetten.
Ingezeten bedrijven en burgers moeten gewoon naar de pijpen van hun democratisch gekozen regeringen blijven dansen, maar met ISDS/ICS worden via CETA, EU-Mexico, EU-Singapore en EU-Vietnam allemaal zwaarden van Damocles boven de Europese democratieën gehangen, omdat buitenlandse investeerders wèl een krachtig instrument krijgen om regeringen hun wil op te leggen.
Bron: “Het Europese Hof van Justitie oordeelt dat geschillenregeling in CETA wettig is” door de pluralistische koepel van Vlaamse Noord-Zuidbewegingen 11.11.11 via DeWereldMorgen op 30 april 2019