Er staat een huishoudtrap over de toiletpot in mijn wc bij de voordeur. Mijn trouwe trap van 4 treden aan de ene kant en twee staanders aan de andere vult dit kleinste kamertje in mijn huis al dagen. Alleen voor slangmensen zal het nog een pretje zijn daar hun behoefte te doen. Ik verplaatste mijn trap eerder deze week daar naartoe en dat leek mij toen logisch. Dit ging eraan vooraf.
Maandag ijzelde het, dus de vroege ochtendafspraak met mijn dauwtrappende vriend had ik opgeschort. In die ochtend zou, na een periode van iglo’s en sneeuwpoppen bouwen, schaatsplezier en –ongevallen, de dooi inzetten. Telefonisch sprak ik tegen enen met hem af. Even later ging ik, voor ik de deur achter mij dicht sloeg, naar dat toilet. Eenmaal gedaan wat ons allen nederig houdt, zou Godfried Bomans gezegd hebben, trok ik door. Op dat moment voltrok zich een wonder. Het begon binnen te sneeuwen, terwijl buiten de zon doorkwam. Ik voelde de ijskristallen op mijn gezicht en ik zag ze dwarrelend door de lucht. Prachtig. Daarenboven spoot er water met een enorme kracht langs de waterleidingbuizen mijn toilet in. Ik wist zo snel niets anders te bedenken dan de hoofdkraan dicht te draaien en mijn afspraak met mijn vriend na te komen. Mijn aan- of afwezigheid zou op de ernst van het probleem in mijn huis niet van invloed zijn, schatte ik in, en hij zou met zijn lunch wachten totdat ik gearriveerd was.
In de auto bedacht ik hoe fijn het was, dat het wondertje zich voltrokken had nadat ik mijn behoefte gedaan had. Voorlopig had ik dat toilet nu niet meer nodig.
Na een gezellig samenzijn, want dat is het altijd met hem, bedacht ik de waterleidingbuizen te omwikkelen met plastic met daaromheen uit een oud laken geknipte repen stof. Met de trap, een plastic tasje en de repen blauw laken, dat leek mij het mooist, zocht ik naar de lekkage(s). Echter, er was maar één lek en dat bleek tussen de kraan van het reservoir en het reservoir te zitten. Het water, dat langs de leiding stroomde, kwam alleen daar vandaan. Nadat ik die kraan dicht gedraaid had, had ik verder overal in mijn huis weer water. De volgende ochtend verwachtte ik bezoek, dus ik liet de trap maar in het toilet staan, dan zou er niet per ongeluk iemand gebruik van maken; en ik heb een tweede toilet in mijn badkamer.
Heel de dag kwam ik er niet aan toe om het lek in mijn toilet te repareren, en nu zit ik weer dit stukje te schrijven, terwijl die trap geduldig over de pot in de wc bij mijn voordeur blijft staan.
Kortom, zonder kabouters valt het echt niet mee om mij te zijn, maar – tot uw geruststelling – zelf ondervind ik daar geen last van.