Ja, ik ben socialist en ik stel lichamelijk en psychisch welzijn boven materiële welvaart. En ja, ik ben pacifist. Wereldvrede is volgens mij alleen te bereiken in een uit vrije wil gewenste socialistische samenleving; vandaar dat ik ook socialist ben. In onze manier van leven zorgt daarentegen onderdrukking, oorlog en uitbuiting voor economische groei en lage prijzen. Ik moet toegeven dat ik politiek gezien ‘een uitgestorven vogel’ ben. Niet helemaal uitgestorven, want verspreid over de wereld zijn er nog wat aan mij (of ik aan hen) verwante exemplaren, maar we zijn steeds zeldzamer.
Met mijn denkbeelden was ik indertijd natuurlijk lid van de politieke partij, die zich Pacifisch Socialistische Partij noemde. De vervulling van mijn militaire dienstplicht had mij daar gebracht. Vanuit een conservatief nestje werd ik in het leger enthousiast gemaakt voor wereldvrede. Het kan verkeeren, wist Brederoo (1585-1618) al.
Waarom zou je op een linkse partij stemmen, als die partij er net zo goed een potje van maakt?
Aan de PSP besteedde ik naast mijn studie veel tijd, net als aan muziek maken (met mijn schuiftrombone onder andere bij het Utrechts Jazzorkest) en aan vrijwilligerswerk bij Sensoor (toentertijd de S.O.S. Telefonische Hulpdienst Utrecht). Mijn PSP-werk deed ik omdat ik samen met zoveel mogelijk mensen een betere wereld mogelijk wilde maken. Ik wist toen niet dat het mij te doen was om, naast de vrijheden van godsdienst en meningsuiting, vrijheid van gebrek en vrees voor iedereen te realiseren. Zo was het toentertijd in de kringen waar ik verkeerde. Kom daar nu nog maar eens om: een politiek die mensen vrijwaart van angst en tekorten.
Met afschuw vernam ik op een van de laatste PSP-congressen dat het bestuur een onderzoeksbureau had ingehuurd om na te gaan met welke politieke standpunten de PSP meer kiezers aan zich kon binden. Machtspolitiek. Ik verliet de partij toen die, vanuit het rare idee meer politieke macht uit te kunnen oefenen, samen ging met de Communistische Partij Nederland, de Evangelische Volkspartij en de Politieke Partij Radicalen. Alsof invloed beter is dan het bereiken van wat ik nodig vind. Bovendien, geen van drieën hadden socialisme of wereldvrede als uiteindelijk doel. Hun ideeën lagen het dichtst bij de onze, en dat was het enige.
Mijn idee ‘een uitgestorven vogel’ te zijn, kreeg ik bij het lezen van onze laatste verkiezingsuitslagen. Linkse partijen zijn gemarginaliseerd. Beter nog: ze hebben zichzelf laten marginaliseren door hun linkse opvattingen te verloochenen. Dat deden ze om zichzelf niet ‘buitenspel’ te zetten. Premier Wim Kok, die eerder als FNV-voorman het Akkoord van Wassenaar getekend had om de zogenaamde nullijn vast te houden, was in Nederland het duidelijkst en de eerste, die de ideologische PvdA-veren af wilde schudden. En de kiezer koos voor de van oorsprong conservatieve, populistische en rechtse partijen. Waarom zou je ook op een linkse partij stemmen, als die partijen er net zo goed een potje van maken?
Volgens mij moet een politieke partij zoeken naar maatregels en eventuele systeemverandering, die nodig zijn om de wereld te verbeteren
Wat Groenlinks en de Partij voor de Arbeid met Democraten 66 en de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie nu aan wereldverbeterende politiek willen gaan bedrijven is mij een raadsel. We gaan het zien, maar ik heb daar geen enkel vertrouwen in, want ze onderschrijven alle vier in plaats van de vrijheid van gebrek en vrees de vrijheid onbeperkt rijkdom te mogen verzamelen; een hebzuchtige wereld voor degenen die vermogend zij, die materieel succes op succes stapelen; en ze kiezen daarbij voor afzien voor de rest.
The pointe is volgens mij dat deze vier – en bijna alle Nederlandse politici – er vooral zitten om politieke macht uit te oefenen, zonder ambitieuze wereldverbeterende plannen voor de aarde, haar bevolking en zelfs niet voor wie hier woont en werkt.
Weet er na bijna 11 jaar Mark Rutte al iemand wat voor plannen onze premier nastreeft, naast auto’s ruimhartig de lucht te laten vervuilen, BTW-verhoging voor het lage tarief en het afschaffen van dividendbelasting? Slechts een handje vol kamerleden zit daar om de mensen in dit land te dienen. Groenlinks en de PvdA richten zich op details, die scherpe kantjes van onze materialistische, kapitalisme, neoliberale manier van doen en laten hooguit verzachten. Ze tasten daarbij de verfoeilijke macht van aandeelhouders, grootbanken en grootbedrijven in het beste geval een heel klein beetje voor de vorm aan. Als ze maar deel uit kunnen maken van een kabinet. En precies deze manier van machtsdenken heeft in heel de Westerse wereld alle linkse, sociaal-democratische partijen hulpeloos en tandeloos gemaakt: machtsdenken dat gepaard gaat met het onderschrijven van neoliberale principes is hun ondergang geworden.
Volgens mij moet een politieke partij niet geïnteresseerd zijn in machtsdenken, maar in wat aan maatregels en eventuele systeemverandering nodig is om de wereld te verbeteren. Zij moeten volgens mij de structurele weg uit de problemen wijzen en daarvoor tegenover de mythes, die dagelijks in de mainstream en sociale media bevestigd en verteld worden, het hele verhaal vertellen.
Het wachten is op de volgende vrijdenker, met echt ambitieuze plannen om het al decennia voortdurende ontij te keren
Jeremy Corbyn in het Verenigd Koninkrijk en Bernie Sanders in de Verenigde Staten van Amerika deden wat mij betreft wat goede golfjes in die richting rimpelen, maar zij zijn inventief monddood gemaakt. Dat gebeurde nadat ze een flink draagvlak voor hun ideeën gecreëerd hadden, maar nog voordat ze in staat gesteld werden om aan te pakken. Voor mij is het wachten nu op een volgende linkse vrijdenker; eentje met ècht ambitieuze plannen à la Corbyn en Sanders.
Inspiratiebron: “Ken Loach verbannen uit Labour: of hoe de Europese sociaal-democraten hun toekomstige irrelevantie organiseren” door Lode Vanoost via DeWereldMorgen op 16 augustus 2021.
Wie meer wil weten over hoe de Europese sociaal-democraten hun toekomstige irrelevantie teweeg brachten en nog steeds aan het organiseren zijn, verwijs ik graag naar de inspiratiebron voor dit stukje. Het verklaart precies waarom ik inmiddels – naar Annie M.G. Schmidt (1911 – 1995) in ‘Pluk van de Pettenflat’ – door mijn opvattingen een zo goed als uitgestorven vogel ben geworden.